Theobaldus
werd geboren te Provins uit rijke en adellijke
ouders in de eerste helft van de elfde eeuw. Samen met zijn schildknaap
Walter verliet Theobaldus zijn ouderlijk huis. Via Reims trokken ze als
twee arme bedelaars naar het woud van Pettingen, in het bisdom Trier.
Ze leefden in een armoedige hut en in de omliggende dorpen werkten ze
als knechten op het land en in de stal of als kolenbranders. Vandaar
dat hij later de patroon van de kolenhandelaars is de geworden. Maar
dit werk bleek toch te zwaar te zijn voor hen. Na een bedevaart naar
Jacobus van Compostella, trokken zij naar Rome en eigenlijk wilden ze
naar het H.Land, maar de slechte gezondheid van Walter liet dat niet
toe. Theobaldus besloot toen zich in Salanigo te vestigen om daar een
kluizenaarsleven te leiden.
Na de dood van Walter, twee jaar later, werd hij priester gewijd door
de bisschop van Vicensa. Theobaldus verwierf grote bekendheid en
volgens de overlevering zou hij meerdere wonderen gedaan hebben. Op 30
november 1066 is hij geheel verzwakt en uitgeleefd overleden, waarna
hij begraven is in de kathedraal van Vicenza. Op de eerste zondag van
juli viert de parochie zijn feest.
Ook na zijn dood werden vele wonderen aan hem toegeschreven. Tot in
onze tijd wordt hij aangeroepen tegen kinkhoest, koorts, zweren en
eczeem.
Theobaldus is hier afgebeeld als bedelaar, met een stuk brood in zijn
handen
In 1932 verscheen er een boekje over Theobaldus van de hand van
Johannes Baptist Keijzers O.S.C., afkomstig uit Overloon. Het was
grotendeels een vertaling van een boelje van de Franse bisschop August
Allou,
bisschop van Meaux.
Voor de complete tekst:KLIK HIER