Karel
De Grote trok meerdere keren naar Spanje, en moest hiervoor door de Pyreneeën
om te vechten tegen de Saracenen. Zo kwam hij ook in Lourdes terecht. Er stond
alleen een Romeinse vestiging op een 80 meter hoge rots en deze was onneembaar.
Op een
van zijn veldtochten was Karel de Grote verplicht deze burcht aan te vallen. De
troepen in de burcht stonden onder bevel van Prins Mirat. De bewoners van het
kasteel werden uitgehongerd. Een bisschop bekwam dat Mirat zich zou overgeven,
maar niet aan Karel de Grote, wel aan de Notre-Dame du Puy. Mirat werd in de
stad Puy gedoopt en noemde zich Lourdes. Zijn kasteel werd zo genoemd en later
ook de stad die er zich rond vestigde.
Lourdes
heeft geen beroemd verleden, geen opwindende geschiedenis, geen befaamde
bouwwerken. Het is pas bekend vanaf 1858, bij de eerste verschijningen. Het
aantal inwoners in 1858 bedroeg ca. 5 000, nu is dat om en bij de 20 000. Het
is het grootste bedevaartsoord ter wereld met enkele honderden hotels en per
jaar vele miljoenen bedevaarders.
De stempel van de geschiedenis
In 1858 had Lourdes niets anders of niets méér te bieden dan andere steden
of dorpen van de wereld. De stad mocht wel fier zijn op haar versterkt kasteel,
maar de oude burcht herinnerde er aan dat de drang van de mens naar
overheersing hem altijd heen en weer slingert tussen geweld en angst, ten koste
van kleinen en armen. Als Lourdes in 1858 een geschiedenis had, dan was het een
zaak van oorlogen en veldslagen.
Toch had Lourdes ook haar eigen "wereldje". De wekelijkse marktdag trok de bevolking uit de nabijgelegen dorpen aan. De mensen van de lage klasse, de armen, ontmoetten elkaar in eigen herbergen. Daar vond men de arbeiders uit de steengroeven, de steenkappers, de molenaars, de boeren en de "dagloners" die zich voor 1,20 FF per dag verhuurden… Bij deze armen vindt men de familie Soubirous.
Het
ellendige leven van de familie Soubirous is geen meelijwekkend verval van hen
die "hun plan niet kunnen trekken" of die "te lui zijn om te
werken", zoals men zo gemakkelijk van armen zegt. Maar het ging om een
bevoorrecht teken, verbonden met een verrassende geschiedenis, waarin wij
vandaag een grote gelijkenis met het Evangelie kunnen ontdekken. Dit Evangelie,
dit goede nieuws, is dit van een God, aangekondigd in de grot van Nazareth,
geboren in de grot van Bethlehem, "omdat er voor hen geen plaats was in de
herberg". Hij komt naar ons toe, niet met pracht en praal, maar als een
nederige bedelaar op zoek naar liefde.
(Klik op de foto voor het verhaal van Bernadette)
Gebaseerd
op: E.H. J. BORDES, Lourdes. In het spoor van Bernadette, 1991, MSM France,
blz. 5-9.