Teksten met woorden van de doden
Tot aan de brug
Breng jij mij weg tot aan de brug?
Ik ben zo bang om daar alleen te staan.
Als we daar zijn ga niet direct terug;
maar wacht tot dat ik over ga en zwaai me na.
Dan voel ik mij heel veilig en vertrouwd.
Breng jij mij weg tot aan de brug?
Ik heb geen idee hoe diep het water is.
De overkant lijkt mij zo ver
je kunt de oever hier niet zien
zo ver het oog reikt zie ik mist.
Ik twijfel aan het verder gaan.
Je angst voor de dood
is als je angst voor het leven.
Het nieuwe lijkt te groot om het oude op te geven.
In de diepte van je verlangen
ligt de kennis van het nieuwe leven
zoals een vlinder al weet van vliegen
in z'n donkere cocon.
Breng jij mij weg tot aan de brug?
En ga dan niet te vlug terug.
Zwaai jij mij na als ik erover ga?
Een heel klein duwtje in m'n rug
is alles wat ik nog verlang van jou.
Dank voor je liefde en je trouw.
Ik ga nu gauw
want het begin is reeds in zicht
ik voel de warmte van een licht...
Zoek niet naar mijn graf,
Zoek niet naar mijn graf
vraag me niet wie ik ben
en of jij mij gekend hebt. De idealen die ik had
blijven ook zonder mij bestaan.
Ik ben dood, maar leef voort
in de idealen die ik had.
En de anderen die blijven strijden
zullen nieuwe rozen doen bloeien.
Wanneer je daarover spreekt, spreek je over mij.
Zoek niet naar mijn graf,
want dat zul je niet vinden.
Mijn handen zijn nu de handen
van anderen die strijden.
Mijn stem roept in andere stemmen,
mijn droom leeft voort bij anderen.
En weet dat ik pas sterf
als jullie de moed opgeven.
Want ieder die in de strijd valt,
leeft voort in zijn vrienden.
TROOST VAN DE OVERKANT
Waarom treur je, nu ik ben bevrijd
en uit mijn pijn verheven?
Mijn lichaam heb ik afgedaan
om grenzeloos te leven.
Ik ging je vóór,
de donkere poort van angst is overwonnen
en onbeperkt leef ik nu voort,
daar was het om begonnen.
Mijn lichaam ging de weg van zaad
dat sterven moest en breken,
dwars door de weg van goed en kwaad
is het nog slechts een teken
van wat er in me heeft geleefd
en ooit nog uit moest komen
en wat door mij werd uitgezegd
in verre toekomstdromen.
Nu keert het terug waar het begon
toen ik erin kwam leven,
het wordt nu langzaam door de tijd
aan de aarde teruggegeven.
En ik, ik woon nu úit de tijd
maar in mijn beste dromen,
en het is goed
want ik ben bij mijn Oorsprong teruggekomen.
Droog maar je tranen,
huil niet meer om mijn voorbije leven,
waarin ik al wat ik bezat gestalte heb gegeven.
Groei maar aan mijn herinnering,
bewaar vooral de goede omdat ik daarin uiting gaf
van het heil dat ik vermoedde.
Alles is goed
De dood is van geen betekenis,
ik ben alleen verhuisd,
ik blijf die ik ben, en jullie ook.
Wat wij voor elkaar betekenden
zal niet veranderen.
Noem mij bij mijn naam
en praat met mij
zoals jullie gewend waren.
Verander jullie stem niet,
wees niet eenzaam of verdrietig.
Lach zoals wij altijd lachten,
plaats me niet op een voetstuk,
alles blijft voor eeuwig hetzelfde.
Waarom zou men mij vergeten,
nu ik er niet meer ben?
Ik wacht op jullie, niet ver van hier,
heel dichtbij.
Alles is goed.
IK DANK U, HEER
Ik dank U, Heer, voor al het goede, het was veel.
Ik dank U voor het brood van mijn bescheiden deel.
En voor uw kracht, die in mijn zwakheid werd volbracht.
Ik dank U voor het licht in elke donkere nacht.
Ik dank U voor de vriendschap die ik ondervond.
Dank U voor de vele blije dingen die U mij zond,
dank U voor uw liefde die ik overal ontving.
Voor al uw goedheid, Vader, ben ik te gering.
Ik dank U voor dit leven, het is goed geweest.
Ik dank U voor de gave van uw goede Geest.
Gij weet van mijn tekorten en Gij weet van mijn berouw:
Ik ben maar klein en nietig. Heer Jezus, kom maar gauw.
DOOD BEN IK PAS ALS JIJ ME BENT VERGETEN
En als ik doodga, huil naar niet.
Ik ben niet echt dood, moet je weten.
Alleen het lichaam dat ik achter liet.
Want dood ben ik pas, als jij me bent vergeten.
En als ik doodga, treur naar niet.
Ik ben niet echt dood, moet je weten.
Zal ze ook missen, die ik achter liet.
Maar dood ben ik pas, als jij dat bent vergeten.
Maar dood ben ik pas, als jij me bent vergeten.
Want dood is iemand pas, als wij hem of haar zijn vergeten.
Als je moet huilen (van Elisabeth K. Ross)
Als je moet huilen wanneer ik sterf
huil dan om de ander
die naast je op straat loopt.
Als je me bitter nodig hebt
sla dan de armen om iemand heen
en geef hem wat je mij schenken wilde.
Ik wil je iets nalaten
iets beters dan woorden of klanken.
Zoek mij in de mensen die ik gekend en liefgehad heb.
En kun je dat niet, geef me dan weg
laat me tenminste voortleven in je ogen
niet in je gedachten.
Je hebt me het meeste lief
door iemands hand vast te houden
iemands lichaam aan te raken,
door kinderen los te laten
die vrij moeten zijn.
Liefde sterft niet,
mensen wel.
Dus als van mij niets is gebleven dan liefde
deel mij dan uit.
Afscheid
Mijn schaduw werd te lang om het daglicht nog te verdragen.
Langzaamaan gingen jullie gestalten om mij heen vervagen.
Voor mij is de avond nu gevallen, het werd nacht.
En ik vraag me af: wordt er nog aan mij gedacht.
Zal ik vergeten raken in het donker of is er licht?
Ik geloof dat ik de glorie zal zien van Gods aangezicht,
Hij vergeet mij nooit, in zijn huis mag ik leven.
Hij zal mij altijd en eeuwig zijn zorg en liefde geven,
mijn naam staat voor alle tijden in de palm van zijn hand,
ook nu mijn leven hier op aarde in de dood is gestrand.
En jullie, willen ook jullie mij niet vergeten.
Ik hoop dat jullie nu van mijn dankbaarheid weten.
Bedankt voor jullie goede zorgen, jullie aandacht, jullie liefde,
vergeef me als er momenten waren dat ik jullie griefde.
Treur niet om mij, ik heb Gods vrede en vreugde bereikt,
in zijn hemel, daar waar alle duister voor zijn Luister wijkt.
A Dieu, ook jullie, het ga je goed, ga met Gods zegen,
met vrede en vreugde op al uw wegen.
HUIL NIET OM MIJ
Huil niet om mij,
ik heb mijn doel bereikt.
Waar kan een gelovig mens
tenslotte beter zijn
en veiliger geborgen
dan in die eeuwigheid
van vrede, liefde, God?
Huil niet om mij,
mijn tijd is ten einde.
Voor mij geen zorgen meer,
geen angst en nooit meer pijn.
Wil niet verdrietig zijn
zoals soms mensen doen
die weten van verlies
maar vreemd zijn aan 't gewin.
Huil niet om mij,
ik kreeg wat ik verlangde:
de vrede, die uit God is, is mijn deel.
Laat dat een troost zijn
voor die achter blijven.
Er komt een uur, waarop wij allen
verenigd zijn met God,
de God die liefde is
BEDANKT
Bedankt allen die begrip toonden
voor mijn onzekere stap en mijn bevende hand.
Bedankt allen die er rekening mee hielden
dat mijn oren moeite hadden om te horen.
Bedankt allen die niets lieten merken
als ik knoeide met mijn eten of drinken.
Bedankt allen die even stilstonden
om een praatje met mij te maken.
Bedankt allen die nooit zeiden:
"Het is al de tweede keer dat je dit vertelt".
Bedankt allen die de gave bezaten
om gelukkige dagen van vroeger op te roepen.
Bedankt allen die aanvoelden
hoe moeilijk het soms was om mijn kruis te dragen.
Bedankt allen die door hun liefde de dagen verlichtten,
die nog te leven bleven op mijn laatste reis,
naar het huis van mijn Vader in de hemel.
MIJN AFSCHEID
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van jullie hield.
Vertel het aan de wind
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van jullie hield.
Vertel het aan een kind,
dat jong genoeg is om te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik jullie had.
Maar zeg het aan geen mens,
ze zouden je niet geloven.
Ze kunnen niet geloven dat er iemand
meer van jullie hield dan ik.
Wanneer ik morgen weg ben,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van jullie hield.
Afscheid nemen bestaat niet
Afscheid nemen bestaat niet
Ik ga wel weg maar verlaat je niet
Mijn lief, je moet me geloven
Al doet het pijn
Ik wil dat je me los laat
En dat je morgen weer verder gaat
Maar als je eenzaam of bang bent
Zal ik er zijn
Ik kom als de wind die je voelt en de regen
Volg wat je doet als het licht van de maan
Zoek me in alles dan kom je me tegen
Fluister mijn naam
en ik kom eraan
Zie wat onzichtbaar is,
wat je gelooft is waar
Open je ogen maar
en dan zal ik bij je zijn
Alles wat jij moet doen
is mij op m'n woord geloven
Mezelf verloren
De contouren in het land vervagen in de mist,
het schemer wordt verdrongen, de nacht wordt uitgewist.
In een doolhof van emoties is de tijd voorbijgegaan,
dan loop ik naar de kamer waar jouw spullen niet meer staan.
Ik pak de eerste krant, ik blader er doorheen,
en als ik koffie wil gaan zetten, zet ik teveel voor mij alleen.
Ik moet wennen aan de leegte die jij hier achterliet,
ik had zoveel idealen, maar zonder jou heb ik ze niet.
In het hart van mijn gevoel zal ik je nooit vergeten,
in het hart van mijn gevoel had ik kunnen weten,
dat het leven zonder jou me breken zou vanaf de eerste dag.
Toch bid ik niet dat de pijn van het gemis wijken mag.
Mijn werk is blijven liggen, ik voel me uitgeteld,
het lichaam lamgeslagen, als door de griep geveld.
In de alledaagse dingen schuilt een groot verdriet,
ik moet opnieuw beginnen, maar zover ben ik nog niet.
't Is net of ik mezelf verloren ben,
't is net of ik de diepste dalen ken.
Zou ik met m'n wilskracht naar de hemel kunnen stijgen
de rotsen laten splijten om jou terug te krijgen?
In het hart van mijn gevoel zal ik je nooit vergeten,
in het hart van mijn gevoel had ik kunnen weten,
dat het leven zonder jou me breken zou vanaf de eerste dag.
Desondanks hoop ik dat ik, ondanks de pijn, toch leven mag.
Geef mij nog vijf minuten.
Geef mij nog vijf minuten....
voor de brief die ik niet schreef,
en waardoor in een mensenhart
een koude leegte bleef.
Geef mij nog vijf minuten...
voor het woord dat ik niet sprak,
waardoor ik in een mensenhart
misschien iets kostbaars brak.
Geef mij nog vijf minuten...
voor een lach, spontaan en blij,
waardoor ik warmte breng en sfeer
in mensen rondom mij.
Geef mij nog vijf minuten...
voor wat ik niet heb gedaan,
ofschoon ik vele kansen had
die ik voorbij liet gaan.
Geef mij nog vijf minuten...
misschien dat het wat wordt,
ach, geef mij een heel lang leven
minuten zijn zo kort.
Geef mij nog vijf minuten...
daarom vraag ik U dat niet,
laat ons niet alleen Heer
in al onze zorgen en verdriet.
De laan van vertrouwen
Ik droomde dat ik weg zou gaan, wist alleen niet waar naar toe.
Ik was alleen in mijn bestaan en zo oneindig moe.
Toen kwamen er die handen aan, zeiden: kom mee en heb wat moed,
als jij maar wat vertrouwen hebt komt alles wel weer goed.
Op de laan van het vertrouwen ging ik veilig met hun heen.
De tranenregen en de mist; 'k zag hoe het verdween.
Het zonnetje kwam dapper door en zie het werd weer licht.
Ik voelde mij niet meer alleen, er kwam langzaam weer wat zicht.
Die handen die mij hielden, lieten mij toen maar gaan.
Ze hadden mij gedragen, nu moest ik zelf gaan staan.
Zo zette ik de eerste pas; voorzichtig, één voor één,
ik kreeg de moed om door te gaan, al was ik dan alleen.
Soms is het donker en verlang je naar het licht.
Dan voel je je erg eenzaam en ontbreekt je elk zicht.
Maar als je hartje openstaan en toch ontbreekt het aan vertrouwen,
denk dan: zolang er aan je gedacht word, word er van je gehouden.
Wees gegroet Maria
Wees gegroet, Maria, U was altijd in mijn leven,
vol van genade was U, mag ik nu delen in uw genade?
De Heer was met u, zijn kracht heeft u overschaduwd,
ook ik ben dankbaar voor zijn kracht
die mij ondersteunde in moeilijke dagen.
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen,
ook ik heb Gods zegen ervaren in mijn leven,
in het vele goede dat ik mocht beleven;
en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot,
ook ik was gezegend met kinderen
die veel voor mij betekend hebben,
daar ben ik heel dankbaar voor.
Heilige Maria, Moeder van God,
ik hebt u zo vaak aangeroepen in mijn leven,
laat mij nu vertoeven in uw tegenwoordigheid.
Bid voor ons, zondaars,
Ik was geen heilige, maar ik reken op uw voorspraak,
en op Gods goedheid en barmhartigheid;
Nu en in het uur van onze dood,
nu mag ik thuis zijn waar u thuis bent,
nu en altijd, in uw eeuwigheid, amen.