Teksten over het leven
De rode roos
Heel zijn leven
is de mens op zoek naar liefde,
naar liefde en geluk.
Heel zijn leven wil de mens
die rode roos plukken,
de geur van de liefde ruiken,
haar smaak proeven.
Wie de dorens schuwt,
de roos niet durft plukken,
zal ook de liefde niet proeven.
Zo gaat dat in het leven.
. . . . heeft de liefde geproefd,
maar is ook de dorens tegengekomen
en misschien meer dan haar lief was.
Toch, de groene bladeren van hoop
hebben haar er telkens weer bovenop geholpen,
hebben haar de moed gegeven, vol te houden.
Is er een beter symbool van liefde en pijn,
verdriet en vreugde, van hoop ook,
dan deze roos
MIJMERINGEN BIJ HET EINDE VAN EEN LEVEN
Zacht maar ontegenzeggelijk
neemt haar beeld bezit van mijn herinneringen.
Alles wat geweest is, gebeurd is:
de bergen en de dalen,het licht en het donker van haar leven,
legt beslag op mijn gedachten.
De ogenblikken waarop wij elkaar ontmoetten en samen waren,
zij zullen niet meer onbeschreven terugkeren;
zij laten ons achter met de herinneringen
die ons aankijken, blijvend, tot het einde toe:
onveranderlijk, er is geen weg meer terug.
Zoals het gegaan is tussen ons, zo is het gegaan;
niemand die daar nog iets aan veranderen kan.
Er is begin en er is einde.
Daar tussenin kunnen we vijanden worden of vrienden,
we kunnen vervreemden, we kunnen elkaar naderen.
Maar wij, mensen van de dag, wat kunnen wij ervan weten?
Want liefde, èchte liefde heeft langere tijd nodig
om te groeien dan een mens duurt.
Want liefde, onze liefde verdampt als water in de zon
als God haar niet bewaart.
Het leven als een last
De een gaat juichend door het leven,
de ander ervaart het als een zware last.
De een lijkt altijd in de zon te lopen,
de ander treft steeds depressies met wind en regen.
De een heeft geluk, de ander pech.
Wie in een donkere tunnel loopt,
verlangt naar het moment dat aan het eind ervan
het licht weer volop doorbreekt.
Wie een kruis te dragen krijgt,
verlangt naar het moment dat hij zijn kruis kan afleggen.
Niemand heeft zichzelf gemaakt, wordt vaak gezegd.
Soms een te gemakkelijk excuus voor falen,
soms een uiting van onmacht, van onvermogen,
van wel willen maar niet kunnen.
Niemand weet hoe zijn levensweg verlopen zal,
maar ieder mag hopen dat de dood vrede brengt,
dat het licht wordt na alle duisternis.
Het leven is een vraag
Het leven is een vraag, een uitnodiging,
een wenk om er iets van te maken
dat de moeite waar is.
Het leven is een uitdaging,
een opdracht om meer mens te worden
en geluk en vrede waar te maken.
Het is een kans, een aanbod, een risico van liefde,
een graven naar de diepte, een scheppen van ruimte
waar het goed is om te leven.
Het is ook een tocht door de woestijn,
van dwalen en verdwalen in je eigen gevoelens,
van vastlopen in je gedachten,
van niet meer weten hoe verder.
Leven is vroeg of laat de dood ontmoeten,
voor de een een blinde muur waartegen je te pletter loopt,
voor een ander een stille poort naar bevrijding,
naar nieuw leven in rust en vrede.
stromen vol leven
Zoals stromen en straten vol leven
door steden en dorpen gaan,
zo mag de wereld zich verheugen over mensenkinderen
wier levens vele vruchtbare wegen gaan naar andere levens.
Hun deuren gaan open voor wie aanklopt,
hun voeten gaan op weg
naar wie uitzien en verwachten.
Hun ogen luisteren
naar wie ontmoedigd zijn
en hun stemmen spreken woorden van leven.
Zoals rivieren door een landschap stromen
en daaraan leven schenken,
gingen zij op weg door een landschap van mensen,
en zie, leven herleefde
overal waar hun woorden dorstigen lesten
en honger naar gerechtigheid stilden.
Ook door het landschap dat wij vormen
die hier samengekomen zijn,
zijn mensen als 'stromen van levend water' voorbijgegaan.
Hun namen houden wij hoog in ons midden.
Van hun verkwikkend woord leven wij, ook na vandaag.
Ons leven geen woestijn, onze ziel niet verdord,
onze dorst gelest met woorden van leven.
En zoals zij
kunnen ook wij
'stromen van levend water' worden,
als wij onze beddingen verbreden
omwille van mensenleven
dat aan onze oevers wortelschieten en gedijen kan.
Wat is eigenlijk leven?
Eens vroeg ik me af -zoals je wel eens meer doet als je alleen in een
bos wandelt -
wat nu eigenlijk 'leven' is.
De wind blies door de kruinen en de bomen begonnen te spreken.
'Het leven is kracht en sterkte' sprak een stoere eik, 'alleen wie
sterk en machtig is kan overeind blijven.'
Ik keek bewonderend naar zijn forse stam.
De boom leek van zijn eigen gelijk overtuigd.
'Het leven is jeugd, snelle groeikracht' zei een jonge berk.
'Straks wordt het lente dan barsten mijn twijgen open en schiet ik
verder de hoogte in.' En zijn takken waaiden verwaand heen en weer.
Zo kwam ik bij een wiegende den die als een zuil omhoog rees en met een
spitse punt naar de hemel wees,
zoekend naar boven, naar licht.
Hij nam genoegen met arme grond, had iets sobers en was toch imposant.
'Leven is geduld, soberheid en degelijkheid' sprak hij.
'Kijk eens hoe mooi ik ben' hoorde ik een statige beuk zeggen.
'Onder mijn groot bladerdak kunnen velen schuilen meer dan onder welke
andere boom ook. Leven is veiligheid, geborgenheid en schoonheid.'
Wat verder stond een oude boom. Een beetje alleen geraakt.
De sporen van jarenlang staan in weer en wind waren te zien.
'Pas als je ouder geworden bent', zei hij, 'de zon en de schaduw van
het leven hebt meegemaakt, ontdek je hoe weinig je van het leven weet."
Luisterend naar die pratende bomen, werd ik stil,
vermoedend dat het geheim van het leven te vinden is in de Schepper,
die het leven geeft en neemt
Zeg maar ja tegen het leven.
Het leven is een vraag, een uitnodiging,
een wenk om er iets van te maken dat de moeite waar is.
Zeg maar ja tegen het leven.
Het leven is een uitdaging,
een opdracht om meer mens te worden
en geluk en vrede waar te maken.
Zeg maar ja tegen het leven.
Het is een kans, een aanbod, een risico van liefde,
een graven naar de diepte, een scheppen van ruimte
waar het goed is om te leven.
Zeg maar ja tegen het leven.
Het is ook een lange weg van gisteren naar morgen,
van ik naar wij, een tocht met velen
waar géén achterblijven mag.
Het leven is jong op weg gegaan,
met geloof, hoop en liefde, en gaan zover men kán!
Het is geloven, door en door . . .
Zeg maar ja tegen het leven.
Leven is vroeg of laat de dood ontmoeten,
niet als een blinde muur waartegen je te pletter loopt,
maar als een stille poort naar voltooiing,
naar voleinding, een nieuw leven, naar God.
Als je dat geloven kunt,
zeg dan ook ja tegen de dood.
LEVEN IS EEN KUNST.
Aan een wijs man werd de vraag gesteld: "Wat is leven?"
Hij antwoordde: "Leven is een kunst en slechts weinigen krijgen die
kunst onder de knie. Er zijn levenden die eigenlijk al dood zijn
en er zijn doden die nog volop in leven zijn.
Velen maken zich druk over van alles,
maar de wezenlijke dingen in het leven zien zij over het hoofd.
Het ware leven zit steeds in hele kleine dingen.
Als de ponnies in de wei ziet en de vlinders op de bloemen,
als je daar van genieten kunt, dan leef je.
Als je de merel hoort fluiten en de mussen tjilpen,
als je daar van genieten kunt, dan leef.
Een mens kan veel missen van wat anderen vanzelfspreken vinden,
maar als je de kunst van het leven verstaat, ben je altijd rijk.
Een mens kan moeilijke dagen ontmoeten, verdriet en tegenslag,
maar als je de kunst van het relativeren verstaat,
dan vind je altijd nog veel goeds, veel dat de moeite waard is om voor
te leven.
Een mens kan in situaties terecht komen, waarvan anderen zeggen:
"Dat is geen leven meer!"
Maar als je de kunst van het leven verstaat,
dan kun je je leven toch nog de moeite waard vinden.
Het ergste dat een mens kan overkomen is dat hij er alleen voor staat.
Iemand die aan zijn lot wordt overgelaten, die niemand heeft om op te
steunen, om genegenheid van te ontvangen of aan te geven,
zo iemand heeft geen leven meer.
HET WONDER VAN HET LEVEN
Mijn eerste gedachte als ik wakker wordt is dankbaarheid.
Ik kijk naar buiten. Heel dat mooie decor is er weer.
Heel dat wonderbare decor waarin ik leven mag:
de lucht en de wolken, de bomen, de struiken en de bloemen,
de vogels en de vlinders, de grond waarop mijn voeten gaan.
Het wonder van het leven is overal om mij heen
en het grootste wonder is het leven zelf.
Als je het wonder van het leven ontdekken wil,
kijk dan om je heen, naar heel die mooie natuur,
naar de bomen en de bloemen.
Kijk naar wat ze te zien geven, van seizoen tot seizoen,
hoe ze uitbotten en groeien in de lente,
hoe ze bloeien en vruchten dragen in de zomer,
hoe ze verkleuren en afsterven in de herfst,
hoe ze dood zijn in de winter.
Het wonder van het leven kun je alleen ontdekken
als je je verwonderen kunt om zijn veelkleurigheid,
als je het prille groen bewonderen kunt, de geurende bloemen,
maar ook de bruine en gele bladeren,
als je in de kale winter kunt uitzien naar een nieuwe lente.
Het wonder van het leven maakt je stil,
stil en dankbaar voor al die mooie dingen in Gods schepping,
dankbaar voor het licht en de liefde in je eigen leven,
voor de warmte en tederheid die anderen je geven.
Het leven is wonderbaarlijk mooi maar het kan je ook pijn doen,
als een tak die afgebroken wordt, een bloem die verdort.
Leven is immers altijd: mensen omhelzen en loslaten,
blij zijn met het leven en ook de dood aanvaarden,
niet alleen als einde maar ook als een nieuw begin:
van nieuwe groei en bloei voor Gods aanschijn.
Ook dat is een wonder.
Leven is geboren worden . . .
Leven is geboren worden,
niemand kiest waar.
Leven is komen van niet-zijn tot zijn,
niemand zegt met wat.
Leven is de duur
tussen geboren worden en sterven,
wie bepaalt de duur?
Wie geboren wordt, weet:
ooit zal ik sterven,
maar niet waar en hoe.
Leven stelt eisen,
wie kan ze aan?
Veel heeft een mens zelf in de hand,
veel, maar lang niet alles.
Wie droomt er niet van geluk,
wie hunkert niet naar liefde?
De een wint, een ander verliest.
Kracht en zwakte, ze zijn er beide,
macht en onmacht, wil en onwil,
wie ontmoet ze niet?
Leven is balanceren op de lijn
die rust in Gods hand.
Wie hier evenwicht vindt,
mag van geluk spreken.
Wie het niet redt:
God laat die mens niet vallen
WAT IS LEVEN?
Wat is leven?
Het is aldoor zoeken naar een paradijs op aarde,
naar een tuin waar de bloemen altijd bloeien,
naar een wereld waarin alle mensen gelukkig zijn.
Soms lijk je iets van dat paradijs gevonden te hebben,
maar je kunt ook het gevoel hebben dat je verloren loopt
in dwaaltuinen vol bedriegelijke schijn,
in een wereld waarin mensen elkaar het leven zuur maken.
Wat is leven?
Het is aldoor zoeken naar de goede weg,
de weg die leidt naar het geluk waar we van dromen,
naar een beetje hemel op aarde.
Het is hunkeren naar vrijheid en blijheid,
naar levensvervulling en levensvreugde.
Soms heb je het plezierige gevoel dat je op de goede weg zit,
dat het leven je toelacht en je gelukkig maakt,
maar je kunt ook lopen dwalen in een doolhof
waarin alle wegen dood lijken te lopen,
waarin je steeds weer botst op muren van onmacht.
Wat is leven?
Het is duizendmaal een beetje sterven,
steeds weer een beetje van jezelf prijsgeven.
Soms doet dat geen zeer en doe je het zelfs met vreugde,
als het is voor mensen van wie je veel houdt.
Soms kan de pijn ondraaglijk lijken,
als veel je wordt afgenomen met harde hand,
zonder dat je de zin ervan kunt zien.
En toch: als je het moedig weet te dragen,
kan zelfs die pijn verrijkend zijn.
Wat is leven?
Het is uiteindelijk de dood aanvaarden, niet als een nederlaag
maar als de voltooiing van je mens-zijn,
als een hergeboorte in een nieuw bestaan in je Schepper.
NIEUW LEVEN
Bomen en struiken verliezen hun kruin, hun tooi;
blad en bloem verdorren en vallen, wel ontsierd, niet ontzield.
De vogels raken hun lied, hun stem kwijt,
ze verstommen en zwijgen, ze rusten, verstild in het leven.
Dieren, groot en klein, scheppen zich een vacht of verendeken,
zoeken de nacht die warm toedekt,
in aangeboren vertrouwen dat het weer licht wordt.
Het is alsof pijn en lijden het leven moeten bestuiven.
Het is alsof tranen van droefheid de liefde moet drenken.
Het is alsof alle geboorte de moeder moet bezeren.
Een bloem breekt de knop, een noot de bolster, een vrucht het zaad.
Het nieuwe leven doet het oude pijn,
het baant zich met barensweeën een weg naar het licht.
Wat mogen wij dan verwachten, God, na alles wat ons overkomt?
Waarop mogen wij door dood en droefheid heen, hopen en vertrouwen, God?
Leven op aarde
Leven op aarde: een korte droom;
voorbij voor we het weten,
ook al wordt dat graag vergeten.
Wij stuiten eenmaal allen op die laatste grens;
een niet te mijden overgang voor elke mens.
Leven op aarde: een korte droom;
het glijdt door onze handen
en al smeedt het vele banden,
het beeld vervaagt en wordt tot een herinnering,
hoe deze mens persoonlijk door ons leven ging.
Leven op aarde: een korte droom;
wie kan die tijd verlengen
of tot nieuwe wasdom brengen?
Het wordt gegeven voor een toegemeten tijd,
die uitmondt, naar wij hopen, in Zijn heerlijkheid.
HET LEVEN IS VERSTILD
Zoals kralen aan een snoer
werden mijn levensdagen aaneengeregen.
Een na een, als waren ze kostbare parels.
Toen hoorde ik vrienden zeggen:
Wat heb je toch mooie grijze jaren!
En ik begreep:
de krans van mijn leven geraakt voltooid.
Mijn God, nu ik terug denk aan die jaren,
wat moet ik U danken voor alles
wat Gij mij gegeven hebt.
Er is veel goeds geweest.
En wat verkeerd was: vergeef het mij.
Maar niet allen vergaat het zo.
Ook voor hen wil ik bidden,
die het gewicht niet kunnen dragen
dat op hun broze schouders weegt,
door spijt voor wat voorbij is,
of door eenzaamheid of ziekte,
of angst voor wat het morgen zal zijn.
God, help hen te geloven,
dat er nog toekomst is,
omdat Gij aan de einder staat.
VERGEET DE MOOIE DAGEN NIET (naar Phil. Bosmans)
Als je opstandig bent en denkt dat je niet verder kunt,
als je je geen raad meer weet en je diep ongelukkig voelt,
denk dan even terug aan de mooie dagen,
die je samen mocht beleven,
de dagen dat je lachte en danste,
als een kind zonder zorgen,
dat je je koesterde in de warmte van de ander.
Vergeet die mooie dagen niet!
Als de horizon, zover je kunt kijken,
donker blijft zonder een teken van licht,
als je hart vol verdriet is en misschien vol bitterheid,
als schijnbaar alle hoop op nieuwe vreugde en geluk verdwenen is,
zoek dan toch zorgvuldig in je herinnering,
naar de mooie dagen, de dagen dat alles goed was,
geen wolkje aan de hemel,
toen er iemand was, bij wie je je thuis voelde,
toen je enthousiast en blij was met die ander,
die nu veel te vroeg van je werd weggenomen.
Vergeet die mooie dagen niet!
Als je verder moet met de pijn van het gemis in je hart,
als je denkt dat niets en niemand die pijn kan verzachten,
dan is het des te belangrijker
dat je hoofd vult met blijde gedachten,
daarom: vergeet de mooie dagen niet!
HET LIED VAN DE MENS OP AARDE
Een mens te zijn op aarde
is eens voorgoed geboren zijn
in levenslange geboortepijn.
Een mens te zijn op aarde
is leven van de wind.
De bomen hebben wortels,
de bomen moeten stevig staan,
maar mensen moeten verder gaan.
De bomen hebben wortels
maar mensen gaan voorbij.
De mensen hebben zorgen,
het brood is duur, het lichaam zwaar,
en wij verslijten aan elkaar.
Wie kent de dag van morgen?
De dood komt lang verwacht.
Een mens te zijn op aarde
is pijnlijk begenadigd zijn,
is zoeken, nooit verzadigd zijn,
is vol van onvervulde wensen
en soms een zware last.
Maar God heeft ons geroepen
tot leven in zijn eeuwigheid,
tot vrede en tot heerlijkheid,
vervulling onzer dromen,
als alles is volbracht.
Hoe zullen wij volbrengen
wat door de eeuwen duren moet:
een mens te zijn die sterven moet?
God, help ons steeds te geloven
in leven meer dan dood.
Met handen en ogen
Een mens wordt geboren met handen en ogen
die zich uitstrekken naar een ander,
met een stem die zich leert uitspreken in de taal van velen,
met voeten om naar die velen op weg te gaan,
en met een hart dat kan luisteren en je kan zeggen:
zo is het goed, mensen naar elkaar toe geschapen zijn we,
mensen geboren om te leven, aan elkaars genade toevertrouwd.
Waar iemand dat zegt met handen en ogen,
bloeien vriendschap en vrede.
Waar iemand hartverwarmend door de wereld gaat,
worden vreemden vrienden
en wordt de wereld een hemel op aarde
waar het goed is om te wonen.
Er zijn er die hartverwarmend door de wereld gaan.
Er waren er die wegen aanlegden
waarover wij nu gaan tot elkaar.
Zo is er verbondenheid dit uur,
omdat iemand in ons midden zich daarover verheugde
en er ruimte voor schiep.
Om dit dankbaar te betuigen zijn we dit uur samengekomen.
Mensen die ons uitnodigend voorgingen
op wegen van de een naar de ander:
hun namen houden wij in ere.
Hun wegen - van mensen tot elkaar -willen wij vervolgen.
De harten van hen die tot gemeenschap bezielden,
blijven ons ook na vandaag bewegen.
Mensen zijn als bloemen
In de grote tuin die de mensenwereld vormt,
je vindt er vele soorten bloemen in al hun kleurenpracht.
De prachtige roze roos en die lelie in het wit,
die bonte orchidee en ook de paardebloem in het geel
het vergeetmenietje in het blauw en de distel meer wat paars.
De mensen zijn als gras, zo zegt het oude boek,
ze bloeien als bloemen in het open veld,
dan waait de wind en ze zijn verdwenen.
Elke bloem bloeit op haar eigen wijze
en elk wordt geplukt, op een tijd die niemand kent,
de een in de lente van het leven, een ander midden in de zomer,
weer een ander in de herfst, of zelfs in de winter.
Wij staan bij elkaar op hetzelfde veld,
we maken elkaar blij met onze kleuren,
en soms steken we elkaar met onze doornen.
De een laat vlug de kop hangen,
anderen zijn sterk en fier,
weer anderen lief en teer.
Elke bloem bloeit op haar eigen wijze
en elk wordt eens geplukt,
maar duren zal de liefde van God,
voor allen die zijn verbond bewaren,
zijn woord behartigen en het volbrengen.
Je wereld op zijn kop
Als het je plots overkomt dat de stroom uitvalt
en dat het tot je doordringt hoezeer je elektriciteit beschouwt
als een recht en je leven er afhankelijk van is
dan staat je wereld op zijn kop.
Als het je op een dag overkomt
dat het eten niet klaar is, als je aan tafel wilt gaan
en het dan tot je doordringt dat je het vanzelfsprekend vindt
dat er elke dag voor je gekookt wordt
dan staat je wereld op zijn kop
Als er in je leven een moment komt
dat je ziek wordt en afhankelijk van de zorg van anderen
en het dan tot je doordringt dat je gezondheid
toch niet zo vanzelfsprekend is als je dacht,
dan staat je wereld op zijn kop.
Als het na jaren van geluk gebeurt
dat je opeens moet leven met een groot verlies
mag het dan tot je doordringen
dat de zin van je leven dieper ligt dan de pijn
en het grote gemis?
Ook al staat je wereld op zijn kop!
Nooit meer haar lach
Zal het missen ooit verdwijnen
Zal de zon ooit weer schijnen
Zal het zonder haar ontwaken
Je ooit minder raken?
Als verdoofd probeer je te accepteren
Dat je het zonder haar moet gaan proberen
Je sleept je elke dag weer voort
Denkend aan elk gesproken woord.
Die lieve gebaren onverwacht
De hartelijkheid die zij bracht
De kleine dingen die zo konden storen
Wat zou je ze graag nog eens horen
Hoe kan je doorgaan zonder haar
Hoe moet het verder zonder haar stem?
Je voelt je gebroken en verscheurd.
Mensen zeggen: je hebt nu genoeg getreurd.
Maar hoe kunnen ze weten van het verdriet
Als je er aan denkt dat je haar nooit meer ziet
Zolang zij in jouw hart zal blijven
Zal elke vreugde vermengd zijn met pijn.
Maar het vertrouwen dat zij je heeft gegeven
Maakt dat je nu door kunt gaan met leven.
En al ben je haar in dit leven echt kwijt
Haar herinneringen en liefde leven in je voort voor altijd.
Het gaat niet over
Dood en leven, ze zijn met elkaar verbonden,
in elkaar verweven.
Je kunt ze niet los denken van elkaar.
Maar soms lijken ze elkaars vijanden.
Je leeft met mensen,
soms in liefde, soms in onvrede.
Maar soms ontmoet je iemand in je leven,
die je het gevoel geeft:
hier ben ik veilig,
hier mag ik mezelf zijn,
ik hoef me niet flinker voor te doen dan ik ben.
Een blik, een knipoog, een hand zeggen genoeg.
Zo iemand hoort bij je leven.
Je denkt dat dat altijd zo zal blijven.
Dan komt de dood in jouw leven.
Je hebt een goed mens verloren.
Er is ook een stukje in jezelf gestorven.
Dan voel je onmacht
maar vooral verdriet.
Je weet dat dan door de tijd
de scherpe kanten zullen slijten.
Alleen het litteken zal blijven
en van tijd tot tijd weer pijn doen.
Dat gaat niet over.
ALS IK DOODGA . . . Urbanus 1949)
Als ik doodga en ik naast mijn lichaam sta
dan zal ik rustig blijven wachten tot ze mij komen halen
de goede geesten van het licht
want ze zullen me leiden
naar de eeuwig groene weiden
Als ik doodga zal ik helemaal niet bang zijn
Ik zal zelfs heel tevreden zijn
Want ik heb vertrouwen in wat er komen zal.
Niemand loopt verloren
als hij op weg is naar 't heelal.
Als ik doodga dan zal God me vragen
wat ik met al die mooie dagen
van mijn leven heb gedaan.
Hij zal me vragen waar ik zat
of ik aan Hem wel heb gedacht
toen ik Hem niet nodig had.
Als ik doodga en ik naast mijn lichaam sta
begint alles van tevoren
want ik word opnieuw geboren
Eer alles is voltooid
Zal ik nog dikwijls moeten sterven
maar echt doodgaan doe ik nooit.