Teksten over afscheid
Samen tot aan de drempel
Samen tot aan de drempel
Elke dag een stapje dichter bij het eind
Elke dag een beetje wat je kracht verkleint
Elke dag wat zwaarder wat je torsen moest
Doch al wetend . . eens komt alles goed.
Ik staar naar jou in de zwarte nacht
Ik stel me voor dat je daar bent en naar me lacht
Ik zie je niet, ik hoor je niet, maar omdat ik je zo mis
ben ik van het feit doordrongen dat daarboven iets is
Ik sluit mijn ogen en beleef een intens moment
Ik weet gewoon, ik voel gewoon, dat je dicht bij me bent.
Het vuur in je ogen is nu uitgeblust
De vechtlust is uit je hart verdwenen
voor de allerlaatste keer hebben wij jou gekust
bedankt dat we je een tijdje mochten lenen!
Afscheid
Afscheid heeft altijd iets weemoedigs, iets verdrietigs.
Er gebeurt iets, dat eigenlijk niet zou moeten gebeuren.
Wanneer je met iemand van de een op de andere dag
niet meer direct kunt communiceren,
geen gesprek meer kunt voeren,
dan brengt dat een stukje scheiding teweeg,
het is in wezen een afscheid nemen.
De liefde verdwijnt niet, integendeel,
de liefdevolle verbondenheid wordt nog sterker.
Wanneer het gaat om de dood,
om dat definitieve uiteengaan, om die absolute scheiding,
dan kun je het gevoel hebben dat je in de steek gelaten wordt.
Het leven gaat door maar de pijn van het gemis is groot.
En toch: de liefdevolle verbondenheid die er was,
blijft voortbestaan, ook na die scheiding
De ander is afwezig en toch aanwezig,
onbereikbaar ver weg en toch tastbaar dichtbij,
zonder woorden en toch heel welsprekend
Afscheid (van Kris Gelaude)
Ieder afscheid doet ons stilstaan
bij de dingen waar we zo zelden bij stilstaan.
Zoals: bij wat samenbrengt en niet te scheiden is;
bij het begrip 'Moeder; Vader'
dat meer herbergt dan men kan achterhalen;
bij de volheid van een leven en de leegte die het achterlaat,
bij alle onbestemde vragen waarop niemand het antwoord kent.
Ieder afscheid doet ons stilstaan om te herinneren
wat we zo licht vergeten.
Zoals: de gratie van wat in het leven zomaar gegeven wordt;
het onberekende van trouw en vriendschap;
de zegenende kracht van tederheid
en welke kwetsbaarheid ons toegemeten wordt in al het dierbare.
Ieder afscheid doet ons stilstaan
om in te zien wat ons aan deze aarde bindt.
Zoals: het liefste dat we moeten leren loslaten;
het onzichtbare dat ons dieper met elkaar verbindt;
de vreugde van het samen horen
en de pijn van gescheiden zijn;
of het gevoel van leemte en gemis
dat doet verlangen naar een eeuwigheid.
Afscheid nemen
Afscheid nemen betekent
achterblijven omringd door stilte en gemis.
Verdriet dat nergens onderkomen vindt.
En teder aanraken van dingen die onontvreemdbaar zijn:
dat woord, die plek en de herinneringen vol warmte en innigheid,
zoals de dagelijkse jas die op een stoel bleef hangen
en nu herbergt wat niet meer is.
De kamer wordt een schrijn van pijn en hunker naar oneindigheid.
Want alle armen zijn te kort
om voor altijd het liefste te omarmen.
Afscheid van een dierbare
Soms volkomen onverwacht: het einde van een leven
Of een bericht: dit leven duurt nog maar even.
Voorbereid of juist niet
Niemand ontkomt aan gemis en verdriet
Iemand die je lang terzijde heeft gestaan
Is nu naar andere oorden gegaan
Het lichaam is van de ziel gescheiden
De achtergeblevenen voelen het en schreien.
Maar lukt het je, ondanks alle pijn,
Om niet meer egoïstisch te zijn
En deze ziel op zijn reis naar Huis in liefde te laten gaan
Dan zal ook jij voelen niet langer alleen te staan.
Want als je zo in staat bent
Ook hier het dankbaar vertrouwen kent
Om in Liefde te aanvaarden en weer af te geven
Ontstaat er diepe vrede in en met het leven…
Afscheid nemen bestaat niet
Ik kom als de wind die je voelt en de regen
Volg wat je doet als het licht van de maan
Zoek me in alles dan kom je me tegen
Fluister mijn naam
en ik kom eraan
Kijk in de lucht,
kijk naar de zee
Waar je ook zult lopen, ja, ik loop met je mee
Iedere stap en ieder moment
waar je dan ook bent
Wat je ook doet,
waar je ook gaat
Wanneer je me nodig hebt
Fluister gewoon mijn naam
En ik kom eraan
Afscheid nemen bestaat niet
Afscheid
Zie hoe bij de najaarsbomen
het blad afvalt en verdort;
zie hoe het gras verkleurt
en al enige tijd dunner wordt.
Zie hoe de wind bij vlagen
de takken breekt;
zie hoe de nachten lengen
en de dag verbleekt.
Zo kent ook elke mens
de dagen van zijn leven;
hij gaat door wind en weer
de tijd die hem is gegeven.
Hij is tot volheid uitgegroeid,
hij weet van zon en regen,
de ander die hem boeit en mint
maar steeds op hoop van zegen.
God,
zie naar ons om,
wij kunnen slechts leven en sterven.
Gij zelf zijt onze hoop
dat wij zo uw koninkrijk erven.
Afscheid
Elk afscheid nemen doet een beetje pijn:
't Is of een draad wordt doorgesneden
waarmee je vast zat aan het heden,
waardoor je deel van een geheel mocht zijn.
Je bleef jezelf en werkte met elkaar;
ik vond hier zoveel goede dingen -
dat worden nu herinneringen
die 'k zuinig in mijn hart bewaar.
Het woordje "Dank" -het zijn vier letters
maar en toch kun je er veel mee zeggen;
ik wil er heel mijn hart in leggen:
God zeeg'ne jullie met elkaar.
Hij zij met elk persoonlijk. Ik ben blij
dat 'k werken mocht in jullie midden;
en, ben je niet verleerd te bidden,
bid alsjeblieft dan ook nog eens voor mij.
Afscheid nemen
Afscheid nemen kennen wij allemaal
Soms voor kort, ja voor even… maar
Het kan ook wat langer zijn, wel een jaar
Eigenlijk bedoel ik dit niet, met dit verhaal..
Afscheid, … zonder afscheid
Dit komt alleen bij anderen voor
Tot, je zelf, iemand, onverwacht verloor
Dan opeens, is het werkelijkheid..
Afscheid nemen, zonder woorden
Dit kan ook een afscheid zijn
aan onze levenslijn
doorgesneden onze levenskoorden..
Afscheid, waar altijd vragen blijven
De waaroms?..waarop je geen antwoord vind
Waarom heb ik dit niet aan zien komen,
was ik hiervoor blind?
Soms een briefje, een kort schrijven!...
Afscheid, maar toch geen afscheid!
Verbonden door een drie-enig koord
Een weerzien in het Hemeloord
Ondanks het verdriet, voel je verbondenheid..
Afscheid, van je eigen leven
Dit kun je niet in eigen kracht
Maar ook dit, wordt niet van jou verwacht
Er is een Trooster, groot van kracht,
die ook jou hulp wil geven…
AFSCHEID (van Marinus van den Berg)
Jij bent onvergetelijk geworden
in mijn leven.
Jij zult altijd in mijn gedachten zijn.
Ik zal nog van je dromen.
Ik kan niet begrijpen
dat jij weg bent, voorgoed.
Jij bent onvergetelijk geworden
in mijn leven.
Jij zult altijd met mij meegaan
op de levensweg.
Ik zal heimwee naar je hebben.
Ik had je langer willen vasthouden.
Ik had je nog zoveel willen zeggen.
Jij blijft een litteken
in mijn leven.
Jij blijft een teken van liefde
alle dagen die nog komen.
Aan jou zal ik me optrekken.
Jou gedenkend zal ik groeien
en krachtig worden.
Ik zal vol levensmoed verder gaan.
Jij onzichtbaar bij mij.
VAARWEL, HET GA JE GOED.
Afscheid nemen is: loslaten
en heel ons leven is er vol van.
Loslaten is niet: een ander laten vallen,
zijn bestaan uitwissen, vergeten,
want altijd bewaar je iets in je hart.
Samen door het leven gaan vraagt steeds:
elkaar loslaten én elkaar vasthouden,
elkaar volop de ruimte geven,
tegelijk nauw met elkaar verbonden blijven.
Je kunt nooit iemand aan je vastbinden,
ook niet als je elke dag samen bent,
want dat werkt alleen maar verstikkend.
Dat geldt voor het leven, dat geldt voor de dood.
Afscheid nemen is: loslaten,
de vrijheid geven, de kans zichzelf te zijn,
om uit te vliegen naar nieuwe einders,
dat is immers het recht van elk mensenleven.
Een dierbare loslaten doet wel altijd pijn,
maar verbondenheid in liefde is blijvend
en dat kan je blij maken en dankbaar stemmen,
het kan je helpen om alleen verder te gaan.
Afscheid nemen is zeggen: vaarwel,
het ga je goed, ga met God, woon in God,
maar weet wel: uit het oog is niet uit het hart,
want je blijft ook steeds een beetje in mij.
Afscheid
Afscheid heeft altijd iets weemoedigs,
iets treurigs, iets verdrietigs.
Er gebeurt iets, dat eigenlijk niet zou moeten gebeuren.
Wanneer je met iemand van de een op de andere dag
niet meer direct kunt communiceren,
geen gesprek meer kunt voeren,
kortom: minder, veel minder kontact kunt hebben,
dan treedt er het gevoel op, van uit-elkaar zijn.
De liefde verdwijnt niet,
integendeel je voelt zelfs heel direct,
waarom je die ander zo lief hebt.
Afscheid wil zeggen uit-een gaan.
Het betekent geen directe communicatie meer,
niet meer genieten van elkaars nabijheid,
van woord, handdruk en omhelzing,
maar uit elkaar,
heel ver, heel lang, zelfs voor goed.
Definitief.
Dat is sterven.
Voorgoed afscheid nemen.
Iemand is voorgoed vertrokken en laat je voor altijd achter in het
leven,
dat desondanks doorgaat.
Een mens moet daarin mee,
met de herinneringen aan vroeger,
aan hoe het was, die intense ervaringen,
die fijne momenten (samen beleefd),
die verdrietelijkheden (samen doorstaan),
het leven gaat verder.
Mensen, die geloven in de gemeenschap der heiligen,
op grond van woord en daad,
op grond van Jezus Christus,
weten dat dit afscheid niet absoluut is,
dat hun relatie geenszins tot niets is teruggebracht.
Zij is nog aanwezig, maar anders.
De ander is afwezig en toch aanwezig,
ver weg en toch dichtbij,
zonder woorden, maar toch heel welsprekend.
Iets dat goed is in Gods ogen kan niet verdwijnen
in het lege niets, omdat het iets is van God zelf,
de Heer van leven en dood, die is, gisteren, heden en morgen.
Amen.
Afscheid nemen is bezinnen
Afscheid nemen is bezinnen
op: hoe broos het leven is.
Afscheid nemen is: beginnen
de nieuwe dag met een gemis.
Wie weet, wat zij voor U betekent,
niemand vult haar plekje in.
Doodgaan leidt tot een gemis, ik weet 't
zo gaat dat immers in elk gezin.
Maar afscheid nemen kan ook binden,
ondanks de pijn, ondanks verdriet.
Haar naam kan, meer dan ooit, verbinden
degene, die zij achterliet.
Samen stilstaan bij haar leven,
bij wat zij U geschonken heeft,
is aan Uw leven richting geven;
weet dat een mens maar één keer leeft!
Daarom, maak wat van elke nieuwe morgen,
weet als er weer een dag begint,
God zal bij alles voor je zorgen,
je bent en blijft Zijn eigen kind.
Je mag nu slapen
Je mag nu slapen, ga in vrede.
Jij hebt nu genoeg doorstaan.
Wij hebben voor je rust gebeden,
al laten we je niet graag gaan.
Nooit zullen we vergeten
wie je was en wat je deed.
Een lief goed mens voor ons allen.
Jouw heengaan zal ons zwaar vallen.
Maar weet, wij die in geloof beleven,
dat God er is en op mensen wacht.
En al moet je veel uit handen geven,
je ontvangt ook nieuwe kracht.
Wij kunnen niet aanschouwen
wat ons verstand te boven gaat.
Toch zegt ons hart en ook het jouwe
dat god geen mens in nood verlaat.
Loslaten
Jij, verdwenen in de dood
weg jouw lichaam, weg jouw stem
je glimlach, je handen, je gezicht
je nooit meer aan kunnen raken, je nooit meer zien
je nooit meer horen ...
Het is zo stil.
Jij, nooit meer hier bij mij
jij, nooit meer hier
jij, nooit meer
Ik mis je zo!
Mocht ik je nog maar één tel zien:
ik zou je vasthouden
je in je ogen kijken
en je in die ene tel
alles willen zeggen:
ik mis je zo!
Jij, verdwenen in de dood, weg, ver weg.
Toch, door mijn stille tranen heen wil ik geloven
blijf ik hopen, durf ik vertrouwen, dat je veilig bent.
Mijn God ...
Die zal je toch niet loslaten?
De dagen dat we samen waren
De dagen dat we samen onderweg waren, zijn voorbij;
we hebben afscheid moeten nemen.
Je stem wordt niet meer gehoord,
je hand zal ons niet meer groeten
en de blik van je ogen zal de onze niet meer kruisen.
Dat is helemaal waar, je stem wordt niet meer gehoord,
maar je woorden blijven na klinken in ons leven.
En wat je ogen ons ooit zeiden, zal niemand ons ontnemen.
Je lijkt nu zo onbereikbaar ver weg,
jij die onze dagen en onze wegen deelde.
Maar ergens ben je dichterbij dan ooit.
Want in de stilte die je nu omgeeft,
komt - als wij luisteren - meer dan ooit tot leven
alles wat je ooit voor ons had willen zijn,
alles wat je ooit tot ons hebt willen zeggen.
Zo blijf je in alles wat we ooit
van jou ervaren en begrepen hebben,
onvergeten met ons meegaan.
En we blijven je naam op handen dragen,
je welsprekende leven dankbaar ter harte nemen,
tot eens, zo hoop je wellicht,
alle leven voltooid en alle vrede volkomen zal zijn.
Want zo ruimdenkend was je wel.
Misschien worden wij het ook,
want wat je was en met je ogen zei,
zal ook in de toekomst ruimte bij ons vinden.
het zal ons leven doorgisten
en blijft altijd met ons meegaan.
ALS IK THUISKOM
Als ik thuiskom
waar alles herinnert aan jou,
waar jij nog zo aanwezig bent,
waar ik je stem nog hoor:
je vraag om de verwarming even hoger te zetten.
Als ik thuiskom
het is buiten vroeg donker
in het donker ben ik weggegaan
in het donker kom ik thuis
het licht blijft schaars in deze tijd
mijn heimwee groeit en steekt.
Als ik thuiskom
alles is stil
ik moet zelf het licht aansteken
niemand zegt een woord
alles is blijven liggen zoals ik het achterliet
geen hand heeft nog iets beroerd.
Als ik thuiskom, ik verlang naar jou
ik wil je vertellen van de dag
ik wil een glaasje met je drinken
ik wil je even aanraken.
Als ik thuiskom en niemand is daar
dan ontsteek ik een kaars
die ene kaars bij jou,
je gezicht licht op als een icoon.
Je bent ver weg en toch dichtbij
in het Geheim waar warmte en liefde is.
Ik kijk naar de onrustige vlam
en zoek de rust die ik verwacht
in het licht van dat geheim.
DANKEN ONDANKS VERDRIET
Ook nu, of misschien juist nu:
nu we verdriet voelen omdat we weten
dat we elkaar moeten gaan loslaten.
Nu we voelen hoeveel goeds er is tussen ons,
willen wij ruimte maken om te danken.
We danken, denkend aan wat we ontvangen hebben:
het brood van elke dag,
niet altijd vanzelfsprekend aanwezig,
waarvoor gewerkt en gezorgd is.
We danken,
denkend aan waar we gewoond hebben,
de liefde en de zorg die er waren,
de opvoeding met haar waarden
die we ontvangen hebben.
We danken,
denkend aan de geest die er was en nog is,
die ons verantwoordelijkheid leerde,
aandacht en zorg voor de wereld en
de mensen om ons heen.
Maar ook danken we voor de vrijheid
die we hebben ontvangen
om onze eigen weg te zoeken en te gaan.
We danken, denkend aan wat we leerden,
wandelend in de natuur, genietend van de bomen,
de planten en de bloemen.
We kunnen niet beter danken dan door te gedenken
wat we als kostbare talenten hebben ontvangen
om vruchtbaar mee te werken.
We danken vanuit ons hart.
We danken niet los van de Eeuwige,
maar verwonderd en zoekend,
zoekend naar het waarom van alles wat gebeurt
Danbaarheid maar ook verdriet
Dankbaarheid, maar ook verdriet
omdat het liefste je verliet.
De pijn van eenzaamheid, alleen,
dat alles gaat nu door je heen.
Die trouwe, sterke, stille kracht,
die minder zei dan dat hij dacht
en toch veel humor wist te geven,
waarom mocht hij niet verder leven?
Er is geen antwoord, wel het weten:
God zal zijn kinderen niet vergeten.
Een licht dat ooit werd aangestoken,
wordt door geen duisternis verbroken.
Dat licht vraagt om te blijven schijnen
door grote mensen en door kleinen,
dan heeft hij niet voor niets geleefd:
't mooiste wat God de mensen geeft.
Een oud verhaal.
Door de wereld gaat een oud verhaal
over de schepping van de mens,
genomen uit de aarde
die aan zijn zorgen werd toevertrouwd.
De mens ontving de Levensgeest,
hij leefde zijn dagen, seizoen na seizoen,
hij zaaide in tranen en oogstte in vreugde
tot zijn tijd was vervuld
en hij terugkeren moest tot de aarde.
Nu ook jouw dagen zijn vervuld,
dagen van droefheid, dagen van vreugde;
vertrouwen wij je lichaam toe aan onze aarde.
Het geeft ons troost dat het terugkeert naar de stof
waaruit het is ontstaan.
Als onze dagen zwaar van droefheid zijn om jou,
zal in ons hart de vreugde ontkiemen
omdat jouw geest in ons zal verder leven,
en zo jouw goeds zal voortbestaan.
Wij geven je uit handen
aan de aarde, die geduldig wacht.
Rust zacht.
Voetstappen op het strand
Vannacht droomde ik dat ik met God over het strand liep.
Tegen de lucht tekenden zich taferelen uit mijn leven af.
Het viel mij op, dat bij elk tafereel twee paar voeten in het zand
stonden:
het ene paar van mij, het andere paar van God.
Toen het laatste tafereel van mijn leven voor ons oplichtte,
keek ik achterom.
Het viel mij op, dat dikwijls op mijn levenspad
maar één paar voetstappen te zien was
en wel precies op de meest dorre en trieste momenten van mijn leven.
Ik wendde mij tot God en verweet Hem:
God, U hebt gezegd dat U,
vanaf het moment dat ik besloten had U te volgen,
U altijd met mij mee zou lopen, maar mij is opgevallen,
dat er tijdens de moeilijkste momenten van mijn leven
maar één paar voetstappen in het zand staat.
Ik begrijp niet waarom U mij in tijden dat ik U het meest nodig had,
in de steek hebt gelaten. Toen antwoordde God: Mijn dierbaar kind,
Ik zou jou nooit in de steek laten in tijden van lijden en beproeving.
Bedenk dat dáár waar je maar één paar voetstappen ziet,
dat je daar door Mij werd gedragen.
ALS JE VAN IEMAND HOUDT. ..
Dietrich Bonhoeffer in "Verzet en Overgave"
Als je van iemand houdt en je bent van hem gescheiden,
kan niets de leegte van zijn afwezigheid vullen;
je moet dat niet proberen,
je moet het eenvoudig aanvaarden en volharden.
Dat klinkt erg hard, maar het is ook een grote troost;
want zolang de leegte leeg blijft,
blijf je daardoor met elkaar verbonden.
Het is fout te zeggen: God vult die leegte.
Hij vult ze helemaal niet, integendeel,
hij houdt die leegte leeg en helpt ons zo
de vroegere gemeenschap met elkaar te bewaren,
zij het ook in pijn.
Hoe mooier en rijker de herinneringen, des te moeilijker de scheiding.
Maar dankbaarheid verandert de pijn der herinnering in stille vreugde.
De mooie dingen van vroeger zijn geen doorn in het vlees,
maar een kostbaar geschenk dat je meedraagt.
Je moet wel zorgen dat je niet in je herinneringen blijft graven
en je erin verliest.
Een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor,
maar alleen op bijzondere ogenblikken;
buiten die ogenblikken is het een verborgen schat, een veilig bezit;
dan wordt het verleden een blijvende bron van vreugde en kracht.
VRIENDEN
Vrienden vinden en houden
Vrienden waarop jij kon vertrouwen
Vrienden die je hielpen uit de nood
Vrienden met wie je genoot
Vrienden een woord in je leven
Vrienden die jou iets wilden geven
Vrienden in je leven op aard
Vrienden wat waren ze je waard
Vrienden die had je nodig
Vrienden waren nooit overbodig
Vrienden al zag je ze soms gaan
Vrienden waren een stuk uit jouw bestaan!
Wij hebben geprobeerd jouw vrienden te zijn,
met of zonder een borrel of een glaasje wijn.
Want jij was voor ieder van ons een goede vriend,
en je wist waar een goede vriend voor dient:
iemand om mee te lachen en mee te vieren,
om vrolijk mee door het leven te zwieren,
iemand om op te steunen in moeilijke dagen,
iemand die je helpt je lasten te dragen.
Zo'n vriend ben jij voor ons geweest,
met jou was het leven een feest.
Dank je wel
Geheim
Al zwijgen de mensen
de bergen zwijgen niet
zij tonen ons het rotsvast geheim
dat er een grond van leven moet zijn
zij bewaren voor ons het oergeheim
dat wij in God geborgen zijn
al zwijgen de mensen
de bomen zwijgen niet
zij zingen ons het kwetsbaar geheim
dat er een kracht tot leven moet zijn
al zwijgen de mensen
de vogels zwijgen niet
zij zingen ons het kostbaar geheim
dat er adem tot leven moet zijn
al zwijgen de mensen
de wateren zwijgen niet
zij tonen ons 't verfrissend geheim
dat er een bron van leven moet zijn
al zwijgen de mensen
de dieren zwijgen niet
zij leren ons het veilig geheim
dat er behoud van leven moet zijn
al zwijgen de mensen
de kinderen zwijgen niet
zij dromen ons het eeuwig geheim
dat ons leven een wonder moet zijn
De mensen van voorbij
De mensen van voorbij
Wij noemen ze hier samen.
De mensen van voorbij
Wij noemen ze bij namen.
Zo vlinderen zij binnen
In woorden en in zinnen
Zo leven zij in ieder voort,
in stilte toch gehoord.
De mensen van voorbij
Zij blijven met ons leven.
De mensen van voorbij
Ze zijn met ons verweven
In liefde, in verhalen,
Die wij zo graag herhalen,
In bloemengeuren, in een lied
Dat op klinkt uit verdriet.
De mensen van voorbij
Zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
Zijn in een ander weten.
Bij God mogen ze wonen,
Daar waar geen pijn kan komen.
De mensen van voorbij
Zijn in het licht, zijn vrij.
De worsteling ...
In de nacht als je alleen bent,
als je de slaap niet kunt vatten,
als zoveel gedachten in je opkomen,
dan kun je worstelen
om alles wat je gedaan hebt,
om alles wat je is overkomen:
worstelen met het leven,
worstelen met ziekte,
worstelen met de dood,
worstelen met mensen,
worstelen met God.
In de nacht vecht je je eigen strijd,
in de nacht voel je je eigen pijn,
in de nacht voel je leegte, gemis,
in de nacht probeer je te overleven.
Wat kan het leven je tekenen,
wat kan ziekte en dood je slapeloos maken,
wat kan gemis je leeg maken,
wat kunnen mensen je aandoen,
wat kan een worsteling je raken,
je verminken en pijn doen.
In de nacht worstelt een mens,
in de nacht worstelen zoveel mensen.
Maar zie: de dageraad dient zich aan,
de zon komt op, die het duister overwint.
Je hebt gestreden en moet verder:
een nieuwe dag, een nieuwe toekomst tegemoet.
Je kunt hopelijk weer verder, je mag wandelen
naar de overkant, gekwetst, verminkt, getekend,
maar je kunt verder, want je hebt geworsteld, gestreden,
met het leven, met de dood, met mensen, met God
en je hebt overwonnen.