Gebeden op het feest van de H.
Willibrord
Inleiding:
Vandaag vieren we het feest van de H.
Willbrord
een van der grondleggers van het christendom in onze streken.
Hij staat met enkele anderen aan het begin van de katholieke kerk
in de lage landen, een Kerk die in onze tijd een beetje onder vuur
ligt.
In een Belgische tijdschrift stond onlangs een artikel met de kop
Moeten katholieken nu echt protestant worden?
De voorbije dertig jaar, zo stond er, werden de katholieken in
Vlaanderen behoorlijk protestants, in de zin dat ze Rome links lieten
liggen. Ook al bleven ze kiezen voor de dialoog, ze voelden zich door
Rome niet beluisterd, laat staan begrepen of ernstig genomen. De
uitspraken van de paus of het Vaticaan waren ver van hun bed. Maar de
confrontatie dwingt toch tot keuzes
Ofwel volg je trouw wat Rome zegt en behoor je tot de zuiveren, ofwel
besef je dat je niet voldoet en druip je in stilte af. De kerk die haar
ramen en deuren opengooide met het Tweede Vaticaans Concilie, lijkt
steeds meer de deur te sluiten. Is het die kerk die gelovigen willen?
Misschien is de tijd aangebroken voor katholieken om "echte
protestanten" te worden, om te protesteren tegen deze gang van zaken.
Daar willen we even over nadenken in deze viering.
Openingsgebed:
Heer van tijd en eeuwigheid, alle tijden door hebt U mensen geroepen
om te getuigen van uw bedoelingen met uw schepping: boodschappers van
het goede nieuws, dat er toekomst is voor de mensheid,
dat we samen kunnen bouwen aan een samenleving
waarin iedereen wat levensgeluk kan vinden. Help ons goed te luisteren
naar die boodschappers
en onze bijdrage te leveren aan een goede en gezonde samenleving. Amen.
Gebed over de gaven:
God van joden, christenen en moslims,
geef dat we allemaal samen aan één tafel kunnen aanzitten,
en dat niemand daarvan buitengesloten wordt of zichzelf daarvan
buitensluit.
Mogen brood en wijn, de tekenen van Jezus' liefde en trouw,
ons de kracht geven om ons in te zetten voor verdraagzaamheid tussen
bevolkingsgroepen,
voor verzoening waar verhoudingen verstoord zijn,
voor verbondenheid met vriend en vreemde.
Dat bidden wij in Jezus' naam. Amen
Slotgebed:
God van joden, christenen en moslims,
in een wereld waarin een mensenleven niet veel waard is,
bidden wij om respect voor ieder mens, wie of wat hij ook is;
in een wereld waarin haat en nijd verhoudingen vergiftigen
bidden wij om eerbiediging van ieders rechten;
in een wereld waarin mensen hongeren en dorsten naar gerechtigheid
bidden wij om mensen die durven getuigen van medemenselijkheid,
verbondenheid en liefde.
Dat bidden wij in Jezus' naam. Amen
Voorbede:
Wij bidden voor de kerkgemeenschap in Nederland,
gegrondvest op Willibrordus, Bonefacius, Servatius
en andere geloofsverkondigers in onze streken,
dat zij zich ook nu weer openstelt voor de boodschap van het evangelie
en net als toen tot groei en bloei mag komen.
Laat ons zingend bidden
Wij bidden voor de opvolgers van Willibrord,
voor de bisschoppen en priesters,
dat zij de geest van deze tijd verstaan
en de boodschap van het evangelie
op een voor onze tijd begrijpbare en bruikbare wijze verkondigen,
opdat de gelovigen van deze tijd meer geïnspireerd mogen worden.
Laat ons zingend bidden
Wij bidden voor al die gewone gelovigen,
in verwarring gebracht door de vele vernieuwingen,
onverschillig geworden door veranderingen die ze niet begrijpen,
dat zij de moed opbrengen om na te denken over hun gelovig zijn,
het te verdiepen of te vernieuwen.
Laat ons zingend bidden
Wij bidden voor alle Nederlandse missionarissen
die in het voetspoor van Willibrord op zovele plaatsen in de wereld
het geloof in woord en daad uitdragen,
dat hun boodschap en hun inbreng vruchtbaar moge worden
in de plaatselijke kerkgemeenschappen.
Laat ons zingend bidden
God van het verbond,
geef hechte verbondenheid aan de kerk van Nederland,
dat alle tegenstellingen overbrugd kunnen worden
door de liefde voor de Heer,
geef leven en daadkracht aan onze kerk
die zoveel elan verloren lijkt te hebben,
geef hoop en toekomst aan alle gelovigen
die het niet meer zien zitten.
Mogen wij zo waarlijk uw volk zijn,
in en door Jezus Christus, uw zoon en onze heer. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij het feest van de H. Willibrord
Gebed
Goede God, U fluistert Jezus uw verhaal in.
Hij vertelt over U niet alleen met zijn mond,
maar met alles wat Hij doet.
Uw verhaal gaat leven door Hem.
Mensen worden gelukkig als ze Hem horen en zien.
Ze gaan zelf over U vertellen.
We hopen dat er altijd mensen zijn
die uw Verhaal vertellen.
Dan vertellen wij het verder,
met onze monden en met onze daden. Amen
ZEGEN
Dat je vertrouwen ondervindt
op de weg die voor je ligt,
dat je open staat
voor alle door God gezonden signalen,
en dat je altijd zult weten
dat Gods vrede zeer nabij is.
Want God zegt:
Ik ben voor jullie
om je de weg te wijzen.
Ik ben naast je
om je voor gevaren te behoeden
en je in mijn armen te sluiten.
Ik ben onder jullie om je op te richten
als je valt en blijft liggen.
Ik ben in jullie
om je met vreugde te vervullen.
En ik ben over je om je te zegenen.
NIEMANDSLAND VAN STILTE
Over zeven zeeën van wachten, eb en vloed,
komt uit de verre verten een woord ons tegemoet;
een groet, met vreemde tekens geschreven in het zand,
het wordt alleen gelezen door wachters op het strand.
Over zeven zeeën van feiten uit de tijd
wordt ons uit 't ver verleden een boodschap aangereikt;
een taal van hoop en zegen, een vogel in de hand,
een weldaad als de regen, die valt op dorstig land;
Over zeven zeeën van uitzien naar de dag
zal eens de hemel komen waarop de wereld wacht.
De vaders zullen zaaien, hun zweet valt in de voor;
de zonen zullen maaien, zo gaat het steeds maar door.
K. Pannekoek en P. Bruggeman
Voor iemand uitgaan
Voor iemand uitgaan is meer dan alleen vóór hem lopen
op een weg, bochtig en smal,
zonder om te kijken hopend dat hij je zo wel volgen zal.
Voor iemand uitgaan: soms vrijwillig,
dan gedwongen, soms gewild, dan ongewild.
Voor de pijl die niet op jou is gericht, ben jij het schild.
Voor iemand uitgaan: verkenning
en egalisering van een onbegaanbaar terrein;
zorgen dat de hindernissen voor hem weggenomen zijn.
Voor iemand uitgaan: jij bent het die wordt getroffen,
jij raakt gewond, jij lijdt pijn,
wetend dat ondanks dit alles
de laatste toch het eerst zal zijn.
Voor iemand uitgaan: hiertoe worden
wij geroepen, uitgezonden twee aan twee.
Niets kan overkomen want wij krijgen
Gods adem mee!
GEZONDEN ZIJN
Gezonden zijn
is altijd maar weer risico's nemen
om echt mens voor een ander mens te worden.
Gezonden zijn
is overal en met iedereen vieren dat de dood
zich verkeken heeft op het leven van Jezus
Gezonden zijn
is niet buitenspel blijven staan,
maar jezelf op het spel zetten.
Gezonden zijn
is op weg gaan van waar je bent
naar waar je eigenlijk moet zijn.
Gezonden zijn
is feestmaaltijden bereiden
op gloeiende kooltjes van hoop en verwachting.
Gezonden zijn
is woedend worden, wanneer onze stierlijkheden
als gouden kalveren bewierookt worden.
Gezonden zijn
is niet alleen aan mensen ver weg denken
maar vooral ook hier en nu aan de slag gaan.
Het tonnetje
De kinderen van groep drie hadden elkaar getekend.
'Kun je zien wie wie is?' vroeg ik.
Want -eerlijk gezegd -ik herkende niemand.
'Tuurlijk, dat is Pim. Dat zie ja aan die pukkel.'
'En Magda heeft twee vlechtjes.' 'Die met die bal is Frederik.'
Elk kindje had wel iets waaraan je het kon kennen!
Zo is het ook met de grote oude beelden in de kerken.
Ze stellen allerlei heiligen voor.
Maar niemand weet hoe zij er uit hebben gezien.
Daarom krijgen ze allemaal iets in de hand, of aan de voeten.
Sint Willibrord heeft altijd een speelgoed kerkje in de hand,
de dom van Utrecht.
Maar soms ook wordt Willibrord afgebeeld met een tonnetje.
Dat is een wijnvat.
De legende vertelt dat de bisschop eens een maaltijd
voor alle armen in de stad had georganiseerd.
Toen was er niet genoeg wijn; alleen maar één enkel tonnetje.
Hij tapte uit dat vaatje toch nog zoveel wijn,
dat het een groot feest was geworden voor iedereen.
Als je over God wil praten, dan kan dat alleen tussen mensen
die aan tafel zitten, die eten en drinken en van elkaar houden, vond
Willibrord.
Levensloop
Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en als
zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis als oblaat toevertrouwd aan
het klooster van Ripon nabij York in Engeland.
In Ripon groeide Willibrord op onder de invloed van Sint-Wilfridus
(Egbert), de bisschop van York, die te midden van de daar heersende
katholiek-Keltische traditie een voorstander was van de Roomse lijn. Op
zijn 20e verkoos Willibrord te vertrekken naar de Abdij van Rathmelsigi
in Ierland. Nadat hij zich in dit klooster onderworpen had aan een
strenge tucht werd hij daar in 688 tot priester gewijd.
Volgens de latere schrijver Alcuinus was Willibrord vervuld van de
geest van "peregrinatio", de mystieke wens om het aardse thuis te
verruilen voor de bekering van heidense volken en reisde Willibrord in
690 met elf of twaalf gezellen, onder wie Werenfried van Elst, via
Katwijk (Zuid-Holland) naar Friesland om het voorbeeld te volgen van
Jezus Christus die rondtrok om zijn boodschap te verkondigen.
Willibrord begon daar met zijn kersteningsmissie van de Friezen, die
zich steeds tegen de kerstening hadden verzet. Vandaar uit bezocht
Willibrord een groot eilandengebied dat zich uitstrekt van de
Lauwerszee tot België en Luxemburg toe.
In tegenstelling tot de missioneringpraktijk van de Iers-Schotse
monniken, die bij de evangelisatie geen systeem hanteerden,
organiseerde Willibrord zijn missionering pragmatisch en doordacht. Zo
zocht hij eerst de bescherming van de Pepinidische hofmeier Pepijn van
Herstal, die de Friese koning Radbod tot over de Rijn had
teruggedreven, en verzekerde zich van pauselijke goedkeuring toen hij
na twee moeilijke reizen naar Rome in 695 door paus Sergius I tot
aartsbisschop der Friezen werd gewijd, waarbij Utrecht zijn zetel werd.
Willibrord kreeg daarbij de voornaam Clemens van deze paus bij zijn
wijding toebedeeld.
Door de aanbeveling van Pepijn van Herstal kreeg Willibrord van de
Frankische adel een grote hoeveelheid landgoederen geschonken, en
bouwde daarmee heel wat kerken en kloosters. Willibrord ontving in 698
de eerste helft van groot landgoed van Irmina, de abdis nabij Trier,
die de moeder van Plectrudis, de vrouw van Pepijn van Herstal, was.
Toen Pepijn van Herstal hem later ook het resterende deel van dit
landgoed schonk, was Willibrord in staat om een klooster in Echternach
te stichten, de plaats waar hij graag zijn missietochten voorbereidde
naar Frisia, en naar Denemarken en Thüringen.
Na de dood van Pepijn van Herstal in 714, nam Radbod Utrecht weer in.
Pas toen Karel Martel Utrecht definitief heroverd had op Radbod,
verminderden ook de vele tegenslagen die Willibrord in zijn werk had
moeten verduren. In 719 ontving Willibrord bezoek van Bonifatius, die
na een verblijf van drie jaar naar de Germaanse landen vertrok om daar
te gaan kerstenen.
Willibrord maakte een aantekening die in de kantlijn van een kalender
werd gezet[2], betreffende de belangrijkste data van zijn
missionariswerk: zijn aankomst in 690 in Francia, bisschopswijding in
695, eindigend met het gezegde "in Dei nomine feliciter" (in de naam
van God gelukkig).
Van het einde van Willibrords leven is niets bekend, behalve dat hij
voor zijn dood zijn opvolging had geregeld en zijn grote bezittingen
had toegekend.
Willibrord stierf op 81-jarige leeftijd op 7 november 739 en werd op
eigen verzoek begraven in Echternach. Heden ligt Willibrords graf in de
crypte van de basiliek van de Abdij van Echternach.
terug naar de overweging