Gebeden op het feest van Allerheiligen

Inleiding:

Van de week zag ik op internet de volgende kop: Dronken Paus veroorzaakt ernstig ongeluk. Zo'n kop trekt wel je aandacht, een dronken paus, dat zou nog eens een sensatie zijn. Maar het ging hier om een voetbaltrainer met de naam Paus. Of er in Rome ooit dronken pausen zijn geweest, weet ik niet, maar in de middeleeuwen hebben er wel pausen gezeten die het behoorlijk bont hebben gemaakt, tenminste in onze ogen. Dat de Kerk dat overleefd heeft is voor mij een groot teken dat die kerk niet alleen maar mensenwerk is maar dat ook God in en door die kerk aan het werk is. Vandaag vieren we het feest van Allerheiligen dan horen voor ons gevoel sommige van die Middeleeuwse pausen daar echt niet bij. Vandaag vieren we verbondenheid met al die gelovige mensen die trouw zijn geweest aan Jezus' boodschap. Elke eucharistieviering is een viering van verbondenheid en vandaag staan we stil bij die onafzienbare menigte gelovigen van alle tijden en we proberen te beseffen dat ook wij een plekje hebben in die menigte gelovigen. Daar willen we vandaag even over nadenken.

Gebed:

God van ver en God van heel dichtbij, de eeuwen door hebt U gesproken een woord dat zalig maakt,' dat mensen oproept uw goedheid uit te dragen. Een menigte die niemand tellen kan heeft gehoor gegeven aan uw woord. Laat ook ons bij die lange stoet horen, maak ook ons tot hoorders én uitvoerders van uw woord, opdat wij samen uw volk op aarde zijn, samen met allen die ons voorgingen en met allen die na ons komen. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Gebed over de gaven

God, Vader van alle mensen, van levenden en doden, zie genadig neer op ons, hier samen rond brood en wijn om onze verbondenheid te vieren met Jezus, uw gezondene, en met alle gelovigen van alle tijden die zich door zijn boodschap laten en lieten inspireren. Geef dat ook in en door ons die verbondenheid steeds weer nieuwe inhoud krijgt. Dat vragen wij U in Jezus naam. Amen

Slotgebed

God van ver, God van dichtbij, wij voelden ons dit uur verbonden ontelbare vele gelovigen die de weg van Jezus gingen en genade vonden in uw ogen. Teken ook ons met het zegel van uw trouw, geef ook ons een plaats in die eindeloze rij van mensen die U toebehoren maak ons tot volgelingen in woord en daad, vandaag en alle dagen. Amen

Voorbede:
    God, geef ook onze tijd veel heilige mensen,
    niet mensen die denken dat ze volmaakt zijn,
    maar die wel gewoon goed leven en goed doen aan anderen,
    die bereid zijn zich in te zetten voor het welzijn van medemensen
    en zo veel heel-maken dat door anderen kapot gemaakt is.

    God, geef ook onze tijd veel zalige mensen,
    niet mensen die een hoge dunk van zichzelf hebben,
    maar die wel in alle eenvoud en oprechtheid hun hart laten spreken,
    die altijd mild en hartelijk zijn, meelevend en hulpvaardig
    en zo veel verdriet verzachten en noden lenigen.

    God, geef ook onze tijd veel vechters en doorzetters,
    niet mensen die zelf geweld en strijd veroorzaken,
    maar die zich wel blijven inzetten voor vrede in de wereld,
    die blijven protesteren tegen schendingen van mensenrechten
    en zo zaken recht trekken die scheef gegroeid zijn.

    God, geef dat ook wij gelukkige mensen mogen zijn,
    niet mensen die hun geluk zoeken in allerlei oppervlakkige zaken,
    maar die wel vreugde kunnen vinden in de gewone dingen van het leven,
    in het goede en het geluk dat we anderen kunnen geven.

    God, geef uw stille kracht aan allen die verdrietig zijn
    die juist in deze dagen hun dierbare gestorvenen des te meer missen,
    niet om te vergeten maar om te kunnen dragen,
    niet om banden los te laten maar ze juist hechter te maken.

    God, geef dat wij blijven geloven
    in de droom van uw rijk op aarde,
    dat rijk van vrede en liefde,
    dat wij blijven hopen
    dat het visioen van heil en geluk voor alle mensen
    toch werkelijkheid kan worden,
    niet alleen vóór ons, maar ook in ons en door ons.
    Dat vragen wij voor vandaag en alle dagen,
    Tot in uw eeuwigheid. Amen
Teksten, gedichten, gebeden bij het feest van Allerheiligen
Heiligen
    Heiligen worden schaars.
    't Is ook moeilijk om ze te herkennen.
    Dat gebeurt meestal na hun dood, net als bij kunstenaars.
    Helden zijn gemakkelijker te herkennen.
    Ze hebben hun voetbalclub tot boven aan de ranglijst geschopt
    of sterke staaltjes met racefietsen en dergelijke uitgehaald,
    om van oorlog maar te zwijgen...
    Onlangs las ik drie kenmerken van heiligen.
    Ten eerste zien heiligen hun eigen fouten.
    Dat is mooi, ze hebben ze dus.
    Dat geeft de burger moed.
    Ze proberen vervolgens niet iets te worden door prestaties,
    maar ze nemen het leven aan als een gift van God.
    Dat lijkt gemakkelijker dan het is.
    Moet u eens proberen.
    't Geeft in ieder geval een grote en goede rust.
    En ze weten te dienen.
    Dat laatste is misschien het moeilijkste,
    hoe vol we er de mond ook van hebben.
    Echt dienen. Niet 'om het een of ander', maar belangeloos.
    Er stond nog iets bij. Dat noem ik het laatst.
    Ze leven in een voortdurende behoefte aan genade.
    Dat laatste zal wel hun diepste geheim zijn.
Een engel van een mens
    Ze is klein van stuk, dapper,
    zeer bescheiden, wijs en tevreden.
    Moeder van 10 kinderen.
    Ze wist van haar huwelijk een gelukkige relatie te maken.
    Haar leven ging niet over rozen, ziekte ging niet aan haar voorbij.
    Met eindeloos geduld voedde zij haar kinderen op.
    Ieder mocht zichzelf zijn, ook al leverde dat kritiek op van buiten.
    Zelf zocht ze in ieder mens 't goede.
    Ze kan luisteren als geen ander.
    Ze leeft sober, eenvoudig en eerlijk.
    Ze leeft met velen belangstellend en troostend mee.
    Ze heeft een groot geloof in haar Schepper.
    Haar huis is een zoete inval.
    Ik vind 't een voorrecht haar te kennen en te ontmoeten.
    Een engel van een mens.
    Mogelijk kent U ook zo iemand.
    Je moet er wel oog voor hebben,
    want engelen lopen met hun kostbare gaven niet te koop.
    God ik dank U voor deze helpers en reisgenoten.
Lichtende voorbeelden
    Negatieve berichten
    over mensen die als spookrijders door de wereld gaan,
    die brand stichten,
    treinen slopen uit pure baldadigheid,
    die andere mensen angst aanjagen en in elkaar slaan
    over mensen die alsmaar roepen over verworven rechten
    en inhalerig profiteren van de gemeenschap,
    over mensen die hun woord breken
    en daardoor ook medemensen breken,
    dergelijke grove berichten zijn er bij hopen.
    Ze werken verlammend,
    maken moedeloos: waar moet dat naar toe?
    Ze roepen angst op en doemdenkerigheid...

    Positieve berichten
    over mensen die eerlijk zijn en de vrede lieven,
    die hun rijkdom delen met de armen,
    die trouw blijven aan een gegeven woord, ook in kwade dagen,
    die hartelijk zijn en aanspreekbaar, ook over tere onderwerpen
    over mensen die het leven aanvaarden zoals het komt,
    die moedig ziek kunnen zijn
    en na een persoonlijke worsteling even moedig kunnen sterven,
    met de ogen op de Heer gericht,
    dergelijke fijne berichten werken anders;
    die geven hoop: het kan toch...!
    die verheffen en inspireren,
    om mee te doen in de goede richting,
    die spreken over toekomst,
    ook al spreken die mensen zelf niet meer.
    Daarom is het van kolossaal belang,
    dat wij weten, dat er ook van deze mensen zijn,
    meer dan we vermoeden, zelfs in de eigen omgeving,
    dat wij die zien en onthouden,
    want in hen komt tastend aan het licht
    de Heer, die leeft en heerst...
Allerheiligen
    Een heelmeester die zieken heelt gezond maakt.
    Een heilgymnast die gekwetsten heelt gezond maakt.
    Stuk maken is zonde, herstellen is heel maken en gezond worden.
    Heil en zegen wensen heel veel gezondheid en geluk in het leven.
    Heilig is heel; heiligen is helen;
    heilig is een mens die is geworden zoals bedoeld in leven en in dood.
Litanie van de heiligen
    Bidden wij voor mensen
    die in het voetspoor van Jezus van Nazareth
    zich inzetten voor mensen,
    opdat deze kunnen leven in hoop en vertrouwen.

    Voor al die heiligen bidden wij:
    mensen die glimlachen,
    mensen die luisteren,
    mensen die troosten,
    mensen die een bemoedigend woord spreken:
    Dat zij bevestigd en bemoedigd worden in hun heilig pogen.

    Bidden wij voor mensen die zieken genezen,
    mensen die zieken verzorgen,
    mensen die onderdak verlenen:
    Dat zij bevestigd en bemoedigd worden in hun heilig pogen.

    Bidden wij voor mensen die opvoeden
    mensen die les geven
    mensen die gastvrij zijn
    mensen die bidden:
    Dat zij bevestigd en bemoedigd worden in hun heilig pogen.
De heilige rabbi
    In een joods dorpje in Polen woonde eens een bijzondere rabbi, een heel geleerde man maar ook heel vriendelijke en wijs. Voor de inwoners was hij een heilige. Ze zeiden: 'Elke morgen, vóór het gebed, stijgt onze rabbi op naar de hemel!'
    Hoe kwamen ze ertoe zoiets te zeggen? Op sommige dagen werden er heel vroeg in de morgen speciale gebeden gezegd. En het vreemde was, dat de rabbi juist op die ochtenden, voordat het tijd was voor het gebed, steeds verdwenen was.
    'Waar is de rabbi?' vroeg iedereen. Hij was niet in zijn huis, niet buiten, niet in de synagoge en niet in het leerhuis. Een leerling van de rabbi zei tegen een vriend: 'Ik denk dat onze rabbi voor het gebed opstijgt naar de hemel. Daar knielt hij neer voor de troon van God om voor ons te bidden.'
    'Ja', zei zijn vriend, 'dat denk ik ook.' En zo werd het door verteld in heel het dorp. Ze waren trots op zo´n heilig man in hun midden.
    Op een dag kwam er een nieuwe kleermaker in het dorp wonen. Hij kwam uit Litouwen, waar de joden niet zo goedgelovig waren als in het Poolse dorp. Van zijn klanten hoorde de kleermaker al gauw allerlei verhalen over de bijzondere rabbi. De kleermaker lachte er eens om. "Een heilige rabbi die elke morgen naar de hemel opstijgt, dat kan ik niet geloven. Heb je 't wel eens gezien?'
    'Nee, niemand heeft het gezien.' 'Heeft de rabbi het dan zelf verteld?' vroeg de kleermaker. 'Nee, daarvoor is de rabbi veel te bescheiden', was het antwoord.
    Tegen zijn vrouw zei de kleermaker: 'Wat zijn de mensen hier toch dom. Naar de hemel! Belachelijk, hoe kunnen ze zoiets bedenken? Weet je wat! Morgenvroeg ga ik kijken wat de rabbi tijdens het ochtendgebed uitvoert en dan zal ik het de mensen wel eens vertellen.'
    Het was nog donker toen de kleermaker door de stille straten van het dorp liep. Iedereen sliep nog. Alleen in het huis van de rabbi brandde allicht. Daar verstopte de kleermaker zich achter een paar struiken. Even later kwam de rabbi naar buiten, maar hij was nauwelijks te herkennen. Hij liep met oude kleren aan en een zak op zijn rug. En zo liep hij naar het bos dat dicht bij het dorp was. Bij het licht van de maan zag de kleermaker dat de rabbi hout sprokkelde en in de zak deed. En met een zak vol hout op zijn rug liep de rabbi terug naar het dorp. Daar ging hij een steeg in. De kleermaker sloop hem achterna, maar toen hij bij de steeg kwam, zag hij de rabbi niet meer.
    Het was er helemaal donker, totdat in een oud vervallen huisje een lichtje aangestoken werd. Zou de rabbi daar binnen gegaan zijn? De kleermaker liep er naar toe en gluurde voorzichtig door het raam. In het armoedige kamertje stond een bed waarop een oude vrouw lag, die er ziek en zwak uitzag.
    De rabbi lag op zijn knieën voor de kachel. Terwijl hij hout in de kachel deed sprak hij het eerste deel van de voorgeschreven gebeden uit. Bij het aansteken van het hout zei hij het tweede deel van de gebeden. En terwijl het vuur opvlamde zong hij het derde deel. Ontroerd keek de kleermaker toe en fluisterend sprak hij met de rabbi de gebeden uit.
    Daarna draaide hij zich om en liep beschaamd de donkere steeg uit, terug naar zijn eigen huis, waar zijn vrouw op hem zat te wachten. 'En?' vroeg ze nieuwsgierig. 'Wat heb je gezien? Is het waar dat de rabbi vóór het gebed opstijgt naar de hemel?'
    'Ja', zei de kleermaker zacht, 'hij is heel dicht bij de hemel. Hij is een heilig man'
De beste zoon.
    Een oude man die het einde van zijn leven voelde naderen riep zijn drie zoons bij zich en zei:
    "Ik kan mijn bezit niet door drieën delen, want wat ik nalaat is niet te verdelen. Daarom heb ik besloten alles wat ik heb na te laten aan degene die het meest intelligent is en het helderste inzicht bezit, anders gezegd: aan mijn beste zoon. Op tafel ligt voor ieder van jullie een muntstuk. Pak dat. Wie er iets van koopt waarmee deze hut waarin we wonen geheel gevuld kan worden zal alles krijgen."
    Ze vertrokken. De eerste zoon kocht stro, maar dat reikte slechts tot halverwege.
    De tweede zoon kocht zakken met veren, maar ook hem lukte het niet de hut te vullen.
    De derde zoon, die de erfenis uiteindelijk zou krijgen, kocht maar iets heel kleins. Het was een kaars.
    Hij wachtte tot het donker was, stak de kaars aan en vulde de hele hut met licht.
terug naar de overweging