Gebeden op de negentiende zondag door
het jaar
Inleiding:
Laatst hoorde ik iemand zeggen: de
meeste mensen hebben
tegenwoordig te weinig slaap.
Ze blijven maar voor de televisie zitten en zijn de volgende morgen
meestal niet echt uitgeslapen en uitgerust.. Ik kan er niet over
oordelen, maar dat zou wel eens het geval kunnen zijn.
Je hoort echter ook wel eens de uitspraak:
heel veel mensen lopen te slapen in het leven, ze zijn niet echt
wakker,
ze doen een heleboel dingen als slaapwandelaars,
zonder echt over de waarde van dingen na te denken.
Ik denk dat dit ook nog eens het geval is.
Als het gaat om materiële voordelen, zijn we meestal wel wakker,
maar als het gaat om geestelijke waarden, lopen we vaak te suffen,
hebben we vaak heel wezenlijke dingen niet in de gaten.
Het evangelie van vandaag roept ons op om toch wakker in het leven te
staan,
om toch oog te hebben voor al de mogelijkheden die we krijgen
om een stukje hemel op aarde te realiseren.
Daar willen we in deze viering even over nadenken.
Openingsgebed:
God, wees hier in ons midden met uw stille kracht,
schud ons wakker als we in slaap gesukkeld zijn,
ondersteun ons als het leven onze krachten te boven gaat,
geef ons moed als we bang zijn voor de toekomst,
wijs ons de weg als we dreigen te verdwalen.
Moge uw rijk van vrede en liefde in en door ons werkelijkheid worden,
vandaag en alle dagen. Amen
Gebed over de gaven.
God van licht, laat uw licht zichtbaar
worden in ons midden,
waar wij, naar onze mogelijkheden, licht zijn voor elkaar,
in de gastvrijheid die wij elkaar te bieden hebben,
in de bereidheid tot delen van tijd, zorg en aandacht,
in het respect en de verdraagzaamheid waarmee wij elkaar bejegenen.
Moge uw rijk van vrede en liefde zo zichtbaar worden in onze
gemeenschap,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed:
God van licht, na dit uur van rust en bezinning
gaan wij weer verder de toekomst tegemoet.
Geef ons open ogen opdat wij de sporen van uw licht
weerspiegeld zien in de mensen om ons heen.
Geef ons een open hart opdat het geraakt kan worden
door mensen die in duisternis verkeren.
Geef ons open handen om te delen met anderen
de goede en de kwade dagen, de vreugde en het verdriet.
Mogen wij zo uw licht uitstralen in onze gemeenschap,
vandaag en alle dagen. Amen
Voorbede:
Laten we bidden
voor mensen die bang zijn voor de stormen van de tijd:
dat ze niet verdrinken in te grote zorgen
en blijven geloven dat het goede overwint.
Mogen ze medemensen ontmoeten
die voor hen een lichtend baken zijn.
Laten we bidden
voor de mensen,
die de wind tegen hebben,
die vermoeid en angstig zijn geworden.
Dat zij toch weer licht gaan zien in en door medemensen
die hen helpen om weer op koers te raken.
Mogen zij blijven geloven in een veilige haven voor alle mensen.
Laten we bidden
voor mensen die teleurgesteld zijn in de kerk van onze dagen,
die er geen licht meer in kunnen vinden.
Dat ze niet verbitterd uit de boot stappen
maar blijven geloven in het waaien van de Geest.
Mogen zij ook zelf weer oplichten in de gemeenschap.
Laten we bidden
voor mensen die hun lampen hebben laten uitgaan,
die alleen voor zichzelf leven, voor eigen gemak, eigen plezier,
die doof zijn voor het hulpgeroep van medemensen.
Dat zij zichzelf vragen durven stellen over de zin van hun leven
en de moed hebben een andere koers te gaan.
God, wees welkom in ons leven,
in welke gedaante U ook tot ons komt.
Moge uw licht in en door ons helder schijnen
voor heel de mensengemeenschap. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de negentiende zondag door het jaar
Een advertentie
Gods profielschets voor dienaars (m/v) luidt als volgt:
Ik zoek mensen die
-niet vast zitten aan verworven zekerheden
-alert kunnen reageren, als er een beroep op hen wordt gedaan
-lange dagen willen maken
-ook 's nachts beschikbaar willen zijn
-bereid zijn samen te werken -verantwoordelijkheidsgevoel hebben,
Hiertegenover staat:
-een plek in mijn woning
-een plaats aan mijn tafel
-mijn rust
-mijn hulp.
Wie zich geroepen voelt op bovengenoemde advertentie te reageren, kan
dit doen door:
-naar mijn woorden te luisteren
-mijn woorden in daden om te zetten.
Gebed om ontferming
God, ontferm u over ons
als wij bang zijn om zekerheden los te laten
als wij verslappen en inslapen
als wij U uit het oog verliezen
als wij uit het oog verliezen
wie U aan ons toevertrouwt.
God, ontferm u over ons.
God, ontferm U over uw wereld.
Christus, ontferm u over ons
Christus, ontferm u over uw wereld.
Geef ons vertrouwen
vertrouwen in U
tot heil van onszelf
tot heil van uw wereld.
Amen.
Het grote avontuur
Het grote avontuur is tot je laatste uur
te leven hoe dan ook
't Verleden werd geen rook:
in boeken brandt zijn vuur
en blijft nu in de schuur
schijnbaar geen brandstof over,
geloof nog in de tover
van het gevorderd uur.
De nacht heeft ook zijn zonnen,
zijn brailleschrift, het vuur
der eindeloze bronnen.
Het grote avontuur
is wachten op elk komen,
geloven dat jeugddromen
oneindig zijn van duur.
Johan Daisne
Waarom
Waarom ik leef kan niemand zeggen.
De dogma's falen:
ijs geworden nu een stroomversnelling
leven heviger doet stromen.
De nieuwe goden:
winst, prestatie, nut, gezondheid
zijn niet groter dan vandaag.
Met dat ik ouder word verdampen ze en klinken hol.
Krampachtig wil nieuw denken mij tot rust verleiden
als alles wankelt, menselijkheid verdroogt,
vermorzeld wordt door politiek,
bedachtzaamheid of angst, onzekerheid, belangen,
machteloos wachten en intussen,
waarom leef ik?
Dit is het uur
Breng blokken aan en werp ze op 't vuur
dit is 't uur,
er wordt een gloed verwacht van U,
juist nu...
en maak de lampen schoon, vul de olie bij
dit is 't getij,
er wordt een licht verwacht van U
juist nu...
Sta op en sla den blijden trommelslag
dit is de dag,
er wordt iets groots verwacht van U,
juist nu...
Maar wees ook stil en open de armen wijd,
't is altijd tijd.
De liefde wordt verwacht van U
juist nu...
A. Hendriks- Kappelhof
Vandaag kan hij komen
Villa Acronatie was het enige huis op het schiereiland. Alleen de
tuinman woonde daar en hij leidde ook de ebzoekers rond.
'Hoe lang bent u al hier?'
'Vierentwintig jaar.'
'Wanneer was hij hier voor het laatst?'
'Twaalf jaar geleden', zei de tuinman.
'Ik ben meestal alleen. Zeer zelden komt er bezoek.'
'Maar u heeft de tuin zo goed onderhouden, zo mooi verzorgd, alsof uw
meester morgen komt.'
De tuinman lachte: 'Vandaag, mijnheer, vandaag!'
Kostbare steen
Een wijs man had zich juist gereed gemaakt om de nacht door te brengen
aan de rand van een dorp, toen een dorpeling op hem toegerend kwam en
riep:
"De steen! De steen! Geef mij die kostbare steen!"
"Vorige nacht verscheen mij in mijn droom iemand die zei dat ik als het
donker geworden was naar de rand van het dorp moest gaan. Ik zou daar
een wijs man vinden die mij een zo kostbare steen zou geven dat ik
voorgoed rijk zou zijn."
De wijze rommelde wat in zijn tas en haalde er een steen uit te
voorschijn. "Waarschijnlijk bedoel je deze," zei hij. "Enkele dagen
geleden vond ik hem op een bospad. Natuurlijk mag je hem hebben."
De man keek verbaasd naar de steen. Het was een diamant. Misschien wel
de grootste diamant ter wereld want hij was zo groot als het hoofd van
een mens. Begerig pakte hij de diamant en liep weg.
De hele nacht lag hij te woelen in zijn bed en kon de slaap niet
vatten. De volgende dag, bij het opkomen van de zon, zocht hij de wijze
man weer op. Deze lag nog te slapen.
De dorpeling maakte hem wakker en zei:
"Geef mij de wijsheid die het u mogelijk maakt deze kostbare steen zo
gemakkelijk weg te geven."
Franciscus
Op zekere dag werkte Franciscus in de lakenwinkel van zijn vader. Hij
wou net een rijke klant bedienen, toen een bedelaar de winkel
binnenstapte en in naam van God om een aalmoes smeekte.
'Zie je niet dat ik nu geen tijd voor bedelaars heb?', blafte
Franciscus hem af. Nauwelijks was de arme man buiten, of Franciscus
kreeg spijt van zijn harde woorden.
'Wat zou ik gedaan hebben als hij in naam van een graaf of baron iets
gevraagd had', dacht hij. 'Ik had hem zeker niet de deur gewezen...
Maar nu hij me in Gods naam om een aalmoes vroeg, heb ik hem
weggestuurd.'
Beschaamd en vol spijt liet hij zijn rijke klant staan voor wat hij
was, liep de bedelaar achterna en schonk hem een geldstuk.
Stuk steen
Eens woonde er tussen de heuvels een man die een beeld bezat dat door
een oude meester was gewrocht. Het lag bij zijn deur met het gezicht
naar beneden en hij besteedde er geen enkele aandacht aan.
Op een dag kwam er een man uit de stad langs zijn huis, een geleerde,
en toen hij het beeld zag, vroeg hij aan de eigenaar of deze het wilde
verkopen.
Die lachte en zei: 'Wie zou dat saaie, vuile stuk steen willen kopen!'
De man uit de stad zei: 'Ik geef je er dit zilverstuk voor.' De ander
was verbaasd en opgetogen.
Het beeld werd op de rug van een olifant naar de stad vervoerd.
Vele maanden later bezocht de man uit de heuvels de stad en toen hij
door de straten liep, zag hij voor een winkel een menigte staan en een
man die met luider stem riep: 'Kom binnen en aanschouw het prachtigste
beeld ter wereld. Slechts twee zilverstukken om dit wonderbaarlijke
meesterwerk te bezichtigen.'
Daarop telde de man uit de heuvels twee zilverstukken neer en ging de
winkel binnen om het beeld te zien dat hij zelf destijds voor één
zilverstuk verkocht had.
Kahlil Gibran
terug naar de overweging