Gebeden op de achttiende zondag door
het jaar
Inkeiding:
Op Aswoensdag horen we altijd die
bekende woorden
"gedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren".
Het is een oproep om stil te staan bij de betrekkelijkheid van ons
leven
en van allerlei zaken waarmee we ons leven proberen te vullen.
Diezelfde oproep kunnen we ook beluisteren in het evangelie van
vandaag.
Materiële zaken, materiële welvaart is natuurlijk best belangrijk,
en daar mogen we ook gerust voor werken,
maar een geestelijke welvaart, een leven in vrede, een leven vol liefde
en genegenheid,
maakt ons pas echt gelukkig als mens.
En in de werkelijkheid van het leven wordt dat vaak vergeten,
met het gevolg dat er veel mis gaat in onze samenleving,
ook al omdat mensen zich willen verrijken ten koste van anderen
en geen rekening houden met de belangen van medemensen.
Daar ligt de oorzaak van een hoop narigheid in de samenleving.
De lezingen van vandaag klinken nogal somber
en toch zit er een boodschap van hoop in.
Daar willen we in deze viering even over nadenken.
Openingsgebed
Heer van hemel en aarde,
help ons dit uur stil te worden van binnen
om na de denken over wat ons leven zinvol en waardevol maakt.
Behoed ons ervoor dat we ons doen en laten laten beheersen door
allerlei bijkomstigheden.
Help ons onderscheid te kunnen maken
tussen wat werkelijk belangrijk is en wat franje is.
Mogen we zo de juiste keuzes maken en geluk vinden in ons leven. Amen.
Gebed over de gaven
Heer van hemel en aarde,
zie genadig neer op ons, hier samen rond brood en wijn,
gaven van deze aarde, geheiligd door woord en daad van Jezus,
tekenen van zijn liefde en trouw.
In deze gaven belijden wij dat ook wij liefde en trouw willen zien
de voornaamste waarden die het leven zijn zin en geluk schenken.
Mogen wij, gesterkt door deze gaven, deze waarden ook waar maken in ons
eigen leven. Amen
Slotgebed
Heer van hemel en aarde,
waar wij ons vaak zo druk maken over aardse zaken,
roept U ons op om oog en aandacht te hebben voor geestelijke zaken
waarin iets van uw hemel in ons midden werkelijkheid kan worden.
Waar ons leven vaak beheerst wordt door bijkomstigheden,
roep U ons op om te durven kiezen voor wat werkelijk belangrijk is.
Schenk ons uw Geest van wijsheid en kracht
opdat wij steeds de juiste keuzes kunnen maken,
in de geest van Jezus, uw zoon, onze heer. Amen
Voorbede:
God, Schepper en Vader van al wat leeft,
open onze ogen opdat we kunnen zien
wat belangrijk en wat minder belangrijk is,
in uw schepping, in ons eigen leven.
Schenk ons uw kracht
om vast te houden aan wat ons leven zinvol en waardevol maakt
en los te laten wat ons werkelijke geluk in de weg staat.
Schepper en Vader van alle mensen,
open onze oren opdat wij kunnen luisteren
naar wat medemensen ons te zeggen hebben,
naar hun wel en wee, hun vreugde en verdriet.
Schenk ons de kracht
om anderen nooit achteloos voorbij te lopen,
en waar mogelijk bij te dragen aan hun levensgeluk.
Schepper en Vader van al wat leeft,
open onze mond opdat wij de juiste woorden spreken,
om medemensen nooit te kwetsen of pijn te doen
en geen onwaarheden uit te spreken.
Schenk ons de kracht
om steeds woorden te spreken die anderen opbeuren en troosten,
woorden die vreugde brengen en geen verdriet.
Schepper en Vader van alle mensen,
open ons hart voor ieder die ons leven deelt, van dichtbij of ver af,
om in een geest van welwillendheid voor iedereen het goede te willen
opdat we samen een hechte gemeenschap kunnen vormen.
Schenk ons de kracht
om bij te dragen aan een hechte gemeenschap
waarin iedereen levensgeluk kan vinden.
God, onze Schepper en Vader,
help ons om onszelf niet te verliezen in bijkomstigheden,
maar steeds te kiezen voor de zin die U in ons leven hebt neergelegd.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de achttiende zondag door het jaar
Dwaze mens
Dwaze mens die denkt dat hij alles
in eigen hand heeft en kan hebben en blijven houden.
Dwaze mens die schuren bouwt
om zijn eigen waarheid in op te bergen, te ommuren
denkend dat de waarheid zal blijven, onveranderlijk en eeuwig.
Dwaze mens vannacht nog zul je alles moeten opgeven
je grote schuren, je machtige oogst, al je waarheden.
Fr. van Gerven
Hebben en zijn
Op school stonden ze op bord geschreven
het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werkelijkheid, de andere schijn.
Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven de dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.
Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht.
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.
Ed Hoornik
Overvloed
Heel veel mensen hebben een overvloed aan muziek,
maar ze zijn van binnen niet blij.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan televisie,
maar ze zien elkaar nauwelijks.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan zenders,
maar ze kunnen elkaar niet meer ontvangen.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan geld,
maar ze zijn armer dan ze zelf weten.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan kennissen,
maar ze kennen niemand echt.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan goden,
maar de onbaatzuchtige God is hun onbekend.
Heel veel mensen zoeken naar echt contact
naar echte ontmoeting die niet te koop is,
maar die je ontvangt als je omziet naar elkaar,
als je aandachtig leeft met elkaar.
Rijk bedeeld
Mogen leven in een wereld
waarin geen honger is of dorst,
dat is rijk zijn.
Mogen leven in een land
waarin geen oorlog is of discriminatie,
dat is rijk zijn.
Mogen leven in een stad
waarin je niet bang hoeft te zijn in het donker,
dat is rijk zijn.
Mogen leven in een wijk of straat
waarin buren vrienden zijn,
dat is rijk zijn.
Mogen leven in een huis met brood op tafel,
een bed gespreid, waarin mensen wonen die om je geven,
dat is rijk zijn.
Mogen leven in vrede met jezelf,
in harmonie met de natuur, en verbonden met God,
dat is rijk zijn.
Geld
Weet dat het geld U een heerlijke vriend is,
als 't goed gewonnen en eerlijk verdiend is.
Weet dat het geld U een last van een gast is,
als het met schrapen getast en gekast is.
Weet dat het geld U een vloek op het hoofd is,
als het met geweld of met woeker geroofd is.
Dat geld U eeuwig een voorwerp tot dank is,
wat door uw aalmoes bij God op de bank is.
Geld
Met geld kun je een mooi huis kopen,
maar geen warme gezelligheid!
Met geld kun je een zacht bed kopen,
maar geen slaap!
Met geld kun je relaties kopen,
maar geen vriendschap!
Met geld doe je alle deuren open,
maar open je nooit de deur van het hart!
Phil Bosmans
Geld:
WAAR denk je aan als ik zeg: GELD:
Je hebt het eenmaal nodig.
Geld, is er om te leven, niet leven om het geld.
Het is maar wat gemakkelijk.
Tien miljoen voor een voetballer.
Een schamel A.O.W.
Ze zeggen, dat geld stinkt,
maar ik heb het nooit geroken.
Geld!
Sinds de dood van mijn vader hebben we ruzie in de familie.
Een hulpmiddel dat tot doel van de samenleving werd.
H Mourits
Waardeloos of waardevol?
Een klein jongetje had zijn hand in een kostbare vaas gestoken en kreeg
hem er met geen mogelijkheid meer uit. Hij schreeuwde om hulp. Maar hoe
men ook aan zijn arm rukte en trok, hij schreeuwde alleen maar nog
harder. Tenslotte moest de kostbare vaas er aan geloven om de hand te
bevrijden. En toen ontdekte men ook waarom die hand er niet meer uit
kont: in de vaas had een gulden gelegen en die hield de jongen stevig
in zijn vuist.
De arme houthakker
Er was eens een arme houthakker. Hij leefde tevreden en gelukkig met
zijn gezin in een huisje aan de rand van het bos. 's Avonds na het werk
hoorde je ze lachen en zingen. Dat vonden de mensen vreemd, want wat de
houthakker verdiende was nauwelijks genoeg om zijn gezin te onderhouden.
De koning van het land, die dagelijks voorbij het huisje kwam op weg
naar zijn kasteel, ergerde zich aan de vrolijkheid van het
houthakkersgezin. 'Wat valt er te lachen voor een dagloner?' vroeg hij
grimmig. Op een dag stuurde hij zijn dienaar naar de houthakker met de
boodschap: 'Mijn heer en koning beveelt je vijftig zakken zaagmeel
klaar te zetten tegen morgenvroeg. Lukt je dat niet, dan moeten jij en
je gezin sterven.'
'Dat lukt me heel zeker niet', klaagde de arme houthakker. Maar zijn
vrouw troostte hem: 'Lieve man, we hebben een goed leven gehad. We zijn
gelukkig geweest met elkaar en met onze kinderen en hebben geprobeerd
ook anderen te laten delen in onze vreugde. Het is waar, het lukt ons
niet de zakken te vullen. Laten we daarom vannacht feestvieren met onze
kinderen en onze vrienden. Dan zullen we sterven zoals we geleefd
hebben.'
En zo vierden de arme mensen in het houthakkersgezin hun mooiste en
gelukkigste feest. Na middernacht gingen de gasten de een na de ander
slapen. De houthakker en zijn vrouw waren weer alleen.
's Morgens, toen de opkomende zon de lucht rood kleurde, werden ze
bedroefd. 'Nu is het afgelopen met ons, klaagde de vrouw. 'Rustig
maar', troostte haar man. 'Het is beter gelukkig en in vrede te sterven
dan te leven in droefheid en angst.' Toen werd er op de deur geklopt.
De houthakker deed de deur wijd open om de verwachte dienaar van de
koning binnen te laten.
Aarzelend kwam de hofbeambte dichterbij. Na een korte stilte zei hij:
'Houthakker, maak twaalf eiken planken klaar voor een kist. De koning
is vannacht gestorven.
Terminaal
Een nog jonge man lijdt aan kanker. Hij is terminaal. Als zijn zus op
bezoek is zegt die tegen hem: "Als je daarvoor zou voelen, kun je
rustig bij ons in huis komen."
Hij zoekt eerst nog haar hand, grijpt die stevig en wendt dan
tegelijkertijd het hoofd volledig en met een ruk van haar af. Zij zoent
die hand die droog, warm en bruin is en weet niet beter dan meteen door
te praten.
"Dat we een bed in mijn werkkamer kunnen zetten, door de grote ruit,
weet je wel?, heb je meer te zien dan hier. In elk geval geen
afpeigerde medepatiënten,"
zeg ze.
"We kunnen de buurman-boer vragen of ie de paarden in de wei zet,"
lacht ze onhandig. "Nou ja, en je hebt dag en nacht je eigen mensen om
je heen en ken, muziekjes, een mensenhuis, de hele rataplan. Waarom
zouden we het niet een beetje plezierig maken? Bij ons is daar alle
gelegenheid en ruimte voor".
Zij hoorde hem sniffen en een paar maal trillend zuchten, maar ze
praatte maar door. Dan komt zijn hoofd weer terug, weer met een ruk.
Tranen lopen over zijn gezicht.
"God, kind," zegt hij met die ogen. "Jezus Christus. Wat moet ik
zeggen.
Ik ben er echt even helemaal van de kaart."
Hij legt het hoofd recht in het kussen, veegt met de linkermouw z'n
ogen, wangen, hals droog en tracht zichzelf tot de orde te roepen.
"Waarom doe je dit," vraagt hij, zo klein als ik nooit voor mogelijk
gehouden zou hebben.
"Waarom niet," vraag zij terug "Fred en ik hebben gedacht: stel wij
lagen daar? Voor hetzelfde geld konden wij daar liggen of kunnen er
komen te liggen, dan zouden wij het fijn vinden, denken we, als er
iemand kwam en zei: Wil je achter mijn ruit liggen?
terug naar de overweging