Lezingen: Prediker 1, 2-11; 2, 21-23; Lucas 12, 13-21.

Achttiende zondag van het jaar 1998

Een paar jaar geleden stond er in de krant een bericht over een man bij wie ze na zijn dood ƒ 127.000.- onder de vloer verstopt vonden. Eigenlijk heel triest. Iemand die altijd blijkbaar heel zuinig en sober geleefd heeft, maar die nooit van zijn vele centen heeft kunnen genieten. De man uit het evangelieverhaal zou dat wel gaan doen, hij zou flink gaan genieten van zijn bezit, alleen, jammer voor hem: hij kreeg er de tijd niet voor.
Willen genieten van het leven is natuurlijk een hele goede intentie, dat willen we toch allemaal, en dat is niet iets voor later, als je gepensioneerd ben, maar dat moet je elke dag van je leven proberen: elke dag blij zijn dat je leeft, blij zijn met het goede dat het leven je geeft, ook als er misschien eens donkere wolken komen overdrijven. Dat is je ware levenskunst. En streven naar welvaart, werken aan een goede toekomst, ook in materieel opzicht, geld verdienen dus, ook dat hoort bij het leven.
Geld en goed en welvaart zijn iets heel waardevols en we kunnen ons alleen maar gelukkig prijzen dat we in een welvarend land wonen. Materiele gemakken zijn er om van te genieten. Maar om dat goed te kunnen is wel een hele grote levenskunst nodig, een kunst die te velen maar niet lijken te kunnen leren. Geld en goed en welvaart, hoe prachtig ook, maken toch heel veel mensen ongelukkig, dat is een werkelijkheid die we overal om ons heen kunnen zien. En waarom?
Omdat velen niet goed weten om te gaan met hun welvaart, omdat velen er tezeer aanvastzitten, erdoor verblind worden, zodat zij belangrijker zaken niet meer zien en daarom niet echt van het leven genieten kunnen. Zoals die man met zijn ƒ 100.000.- onder de vloer, misschien is hij alle dag wel bang geweest dat het gestolen zou worden, hij heeft er beslist geen vreugde aan beleefd. Of zoals die man die dag en nacht werkte, ofschoon hij eigenlijk een hekel aan zijn werk had, maar hij wou per se veel geld verdienen om straks rijk te kunnen leven, maar hij werd ziek en in plaats van genieten ging hij als invalide verder door het leven. Of zoals die ambitieuze zakenman die al zijn tijd en energie in zijn zaak stak, maar wel zijn vrouw en kinderen verloor, omdat zij het niet meer bij hem kon uithouden en ging scheiden.
Als je teveel vasthoudt aan bepaalde dingen, dan kun je belangrijker dingen verliezen, vaak ongemerkt en dan kan het heel moeilijk worden om nog vreugde te vinden in het leven. En het hoeft hierbij niet alleen te gaan over materiele dingen, het kunnen ook andere zaken en verhoudingen zijn. De ware levenskunst vraagt dat je soms bepaalde dingen moet loslaten om belangrijker zaken te behouden. En mensen die dat niet kunnen, die te star vasthouden, dat zijn verliezers, en dat zijn mensen die dan ook alles in het leven waardeloos vinden. De ware levenskunst, de kunst om steeds te kunnen zeggen: ik ben blij dat ik leef, ik geniet ervan, die kunst vraagt dat je de betrekkelijkheid van de dingen onder ogen kunt zien, dat je weet te kiezen voor wat werkelijk waardevol is in het leven. Die kunst blijkt steeds weer een hele moeilijke opgave te zijn, maar wel de enige weg om van het leven te kunnen genieten.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Achttiende zondag door het jaar 2004

Er was eens een succesvol zakenman. Snelle Harrie noemde iedereen hem omdat hij altijd haast had en van de ene plek naar de andere holde. Maar hij had al veel bereikt in zijn leven: op zijn vijfendertigste was hij al directeur van een eigen bedrijf dat onder zijn leiding veel winst maakte. Hij had een lieve vrouw en drie kinderen. En Hij deed ook nog aan tennis en golf. Het was een druk bezet leven, de hele dag was het hollen en vliegen.
Maar toen gebeurde er iets dat zijn leven even door elkaar schudde. Tijdens een vergadering zakte hij plotseling in elkaar en na de nodige onderzoeken werd er geconstateerd dat hij leed aan oververmoeidheid, hij had een burn out zoals dat heet. Hij was gewoon opgebrand en hij kreeg het dringende advies om het wat rustiger aan te gaan doen.
Snelle Harrie begreep dat hij keuzes moest gaan maken. Hij moest prioriteiten gaan stellen. Hij nam pen en papier en schreef op wat hij belangrijk vond. Punt een werd zijn bedrijf. Punt twee werd zijn sport, en punt drie werd zijn gezin. Dat betekent, zo redeneerde hij, dat ik wat minder tijd aan mijn gezin moet besteden. Dat is de enige manier om het wat rustiger aan te doen.
En zo gebeurde het dat Snelle Harrie na enkele weken weer aan de slag ging, volop actief in zijn bedrijf, volop bezig met zijn hobby's. En zijn gezin? Hij bleef slapen in de zaak en alleen in het weekend kwam hij nog thuis, en dat niet eens altijd, want dikwijls had hij er geen tijd voor. En hij leefde nog lang en ongelukkig.
Ik denk dat u allemaal verwacht had dat Snelle Harrie zijn gezin wel bovenaan zou zetten. Eigenlijk kun je je niet voorstellen dat iemand zijn gezin op de laatste plaats zet. Ik denk dat de meesten van u dat vreselijk dom vinden, ik hoop tenminste dat u dat heel dom vindt Als je jezelf ongelukkig wil maken, moet je zoiets doen.
En toch in de praktijk van het leven gebeurt iets dergelijks wel, meestal niet bewust, niet vanuit een bewuste keuze, maar je ziet toch hoe werk en hobby's mensen soms zo opeisen dat gehuwden amper tijd hebben voor elkaar. En dan staan ze vaak zelf verbaasd als ze op een gegeven ogenblik ontdekken dat ze helemaal uit elkaar gegroeid zijn, van elkaar vervreemd zijn. En dan is het meestal verschrikkelijk moeilijk om de klok weer terug te zetten.
Je ziet soms hoe ouders zo'n druk bestaan hebben dat ze amper tijd hebben voor hun kinderen, geen tijd om te luisteren naar hun verhalen, naar wat ze op hun hart hebben, geen tijd om samen met hen allerlei dingen te ondernemen. En dan staan ze soms verbaasd dat hun kinderen dingen doen waar zij helemaal niet achter kunnen staan.
De lezingen van vandaag roepen ons op om na te denken over wat werkelijk belangrijk en zinvol is in het leven. Als je echt beseft wat werkelijk waardevol is, dan zul je ook de juiste keuzes kunnen maken als dat door omstandigheden nodig mocht worden.
We maken ons vaak zo druk om allerlei bijkomstigheden, wellicht plezierige franje in het leven maar niet wezenlijk. En zolang we ons bewust zijn dat het franje is, mogen we er natuurlijk gerust van genieten. Maar als die bijkomstigheden ervaren worden als onmisbaar, dan lopen we het risico dat we op een zinloze weg terecht komen en onszelf en mensen om ons heen ongelukkig maken.
Je komt soms mensen tegen die tegenslagen hebben te incasseren, bijvoorbeeld ziekte of invaliditeit bij zichzelf of bij dierbaren. Soms zie je dan mensen die nergens meer zijn omdat ze zoveel voor vanzelfsprekend hebben aangenomen en zich niet kunnen voorstellen dat hun leven ook zonder die vanzelfsprekendheden toch nog zin kan hebben.
Anderen blijven wel overeind, die kunnen aanvaarden en dragen omdat zij altijd al oog hadden voor de werkelijke waarden in hun leven en heel goed beseften wat hun leven werkelijk zinvol maakte.
Ik hoop dat niemand door omstandigheden gedwongen wordt om keuzes te maken over wat zinvol en belangrijk is en wat niet. Dan ben je eigenlijk te laat. Dat moet je eerder doen. Bij voorbeeld vandaag.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Achttiende zondag door het jaar 2007

U kent denk ik allemaal wel het gezegde: je leert je familie pas kennen als je er de erfenis mee moet delen. We hebben allemaal wel verhalen gehoord over families waarin het delen van de erfenis tot knallende ruzies leidde. Dat soort dingen kwamen blijkbaar ook al voor in Jezus' tijd, getuige de vraag die hij krijgt in het evangelie van vandaag: "Zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt".
Jezus gooit die vraag echter heel ver van zich af en begint een stevige preek over de zinloosheid van het verzamelen van geld en goed als hoogste doel in het leven. In het uur van de dood, en voor iedereen breekt dat moment eens aan, hebben materiële bezittingen geen enkele betekenis. Of zoals men vroeger wel zei: in een doodshemd zitten geen zakken. M.a.w. wat je ook verzamelt op aarde, je kunt niets meenemen.
Er is een verhaaltje over een man die er anders over dacht. Hij liet zich begraven met een grote zak vol goudstukken in zijn kist. Het zou hem niet overkomen dat hij met lege handen zou staan in het andere leven, wat hij daar ook aantreffen zou. Toen hij in dat andere leven aankwam zag hij tot zijn vreugde dat hij in een soort zomermarkt terecht gekomen was: er stonden overal kraampjes en winkeltjes met allerlei koopwaar; de mooiste en lekkerste dingen waren er te krijgen. Ben ik blij dat ik wat geld meegenomen heb, dacht de man.
Hij zocht in een kraampje een fles heerlijke wijn uit, maar toen hij die met een goudstuk wilde betalen zei de verkoopster tegen hem: Sorry, meneer, aards geld heeft hier geen enkele waarde. Hier kun je alleen betalen met geestelijk geld. En hoe kom ik aan geestelijke geld, vroeg de man, is hier ergens in de buurt een wisselkantoor. Nee, zei de verkoopster, die bestaan hier niet. Die zijn er alleen op aarde als je je geld en goed deelt met anderen. Door anderen ermee te helpen wissel je het in voor geestelijk geld. Jammer voor u, zei ze nog, ik zie dat u platzak bent.
Geld en goed spelen een heel grote rol in het leven, maar in het leven na de dood heeft het geen enkele betekenis. Er zijn wel eens mensen geweest die dachten dat ze zich konden verzekeren van een plekje in de hemel door geld te geven aan religieuze instellingen en dergelijke. U kent misschien wel het gezegde: geld is het slijk der aarde, maar geef het aan de pastoor dan krijgt het zijn waarde. Maar geld en goed krijgt alleen geestelijke en eeuwige waarde als je het weet te delen met elkaar, met name ook met hen die niets hebben en veel tekort komen.
In onze materialistische wereld nemen geld en goed een belangrijke plaats in. Niemand zal het belang ervan ontkennen, tot op zekere hoogte kunnen we niet zonder. Maar je ziet ook dat het veel mensen ongelukkig maakt als het een allesoverheersende rol in een leven gaat spelen. Om geld en goed worden hele ruzies uitgevochten, worden mensen onderdrukt en uitgebuit en zelfs vermoord. Economische macht en met name het gewetenloos najagen ervan brengt heel wat ellende teweeg in onze wereld.
En ook op persoonlijk vlak maken velen zichzelf en anderen ongelukkig omdat het jacht op geld en goed hen verblind zodat ze geen oog meer hebben voor al die andere waarden die veel en veel belangrijker zijn. Je hebt mensen die in kasten van huizen wonen, maar wel zuchten onder de lasten van de zware hypotheek. Mensen die alles hebben wat hun hartje begeert en toch op een gegeven ogenblik tot de ontdekking komen dat ze helemaal niet gelukkig zijn.
Pas las ik in een tijdschrift een stukje over iemand die de luxe van het leven hier achter zich liet en tijdelijke verruilde voor een primitief en armoedig bestaan in een weeshuis voor aidspatiëntjes in Zuid Afrika. Dat is de gelukkigste tijd van mijn leven, zei de betreffende persoon. Dat zijn de echt rijke mensen
Als het gaat om geld en goed dan is het waardeloos voor de hemel na dit leven, maar het kan heel belangrijk zijn voor een stukje hemel op aarde hier en nu, als we tenminste weten te delen.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Achttiende zondag door het jaar 2010

Alles is leegte, hoorden we in de eerste lezing van vandaag. Lucht en leegte, niets om je leven echt zin en inhoud te geven. Dat klinkt nogal somber, maar de auteur van het boek Prediker was ook een beetje een pessimist, dat proef je in heel de tekst.. Wat heb je eraan je druk te maken in je leven, zegt hij, wat heb je aan je werken, aan je zorgen, wat heb je eraan om te dromen van een goed en mooi leven. Het is toch allemaal maar gebakken lucht, leegte, want in werkelijkheid brengt het leven je toch alleen maar narigheid. Hij is echt een zwartkijker, die auteur van prediker.
Maar dat soort zwartkijkers kom je ook vandaag aan de dag nog wel tegen. Mensen die alleen maar oog hebben voor de dingen die niet deugen. Kijk maar om je heen, zeggen ze dan, kijk maar naar de krant, de T.V.: allemaal stelen en moorden, liegen en bedriegen. Het is een grote rotzooi in de wereld. De mensen hebben niets meer voor elkaar over, de jeugd deugt niet, de buitenlanders zijn hier alleen maar om van ons te profiteren. En al dat gedroom over vrede en liefde en verdraagzaamheid: waardeloos is dat, je bereikt er toch niets mee.
Het is heel verdrietig als mensen zo pessimistisch zijn. Het is ook beslist niet terecht, want dat is niet de enige werkelijkheid. Een pessimist zal altijd denken dat hij een realist is, maar een echte realist zal nooit een pessimist zijn. Want als je echt naar de werkelijkheid kijkt en eerlijk kijkt, dan zie je naast veel narigheid, dat er inderdaad is, ook veel goeds dat mensen zijn en doen voor elkaar.
Een echte realist zal nooit alles zwart zien, hij zal nooit zeggen: alles is waardeloos, alles is leegte. Het is ergens ook niet eerlijk om alleen maar oog te hebben voor de negatieve dingen die er gebeuren in kerk en samenleving. Bovendien werkt het heel ontmoedigend en verlammend. Een pessimist heeft geen hoop voor de toekomst, zal er dus ook niets voor doen, want je bereikt er toch niets mee, vindt hij. Maar voor een realist heeft het wel degelijk zin om zich in te zetten voor een goede samenleving, om met elkaar en voor elkaar iets moois proberen te bewerken, ook al beseft hij heel goed dat dit moeizaam en langzaam gaat, en dat de resultaten vaak teleurstellend klein zijn, maar hij vindt het wel de moeite waard om eraan te werken.
Alles is leegte. dat is zeker niet de werkelijkheid, maar zo'n uitspraak moet voor ons wel een reden zijn om eens na te denken over de zin van het leven, over onze opdracht ons leven te vullen met goede en zinvolle dingen. Heel belangrijk is het dat we realisten zijn die de juiste keuzes maken, die ons niet laten meeslepen door wat men gewoon vindt.
Het evangelie van vandaag houdt ons in duidelijke bewoordingen voor dat we ons niet druk moeten maken over bijkomstigheden, want veel geld en goederen zijn bijkomstigheden in het leven. Natuurlijk heb je ze nodig maar er zijn belangrijkere dingen. We worden uitgenodigd om toch vooral te zoeken naar die dingen die ons leven werkelijk inhoud en diepgang geven.
Iemand die elke dag zijn buik vol kan eten, kan toch een grote leegte voelen van binnen, want een mens leeft van meer dan brood alleen.
Iemand die in een prachtig huis woont, vol kostbaarheden, kan toch een grote leegte ervaren in zijn leven, en kan heel arm zijn aan liefde en genegenheid.
Iemand die altijd maar keihard werkt om flink te verdienen, die nooit tijd heeft om eens na te denken over levensvragen, kan toch failliet gaan aan het echte leven, want met geld kun je echt niet alles kopen en dan blijkt hij op een keer toch met lege handen te staan.
Alles is leegte, dat is natuurlijk vreselijk kort door de bocht en gelukkig ook echt niet de werkelijkheid. Toch komt het nogal eens voor dat mensen een leegte ervaren in hun leven, ook al kunnen ze alles doen wat hun hartje begeert. Soms doen ze de gekste dingen om die leegte te vullen, en het resultaat is al te vaak dat ze nog meer leegte ervaren. Ook het feit dat er steeds minder ruimte is voor geloven, voor bidden, voor nadenken over de zin der dingen in het licht van het evangelie, ook dat draagt bij aan een sfeer van oppervlakkigheid, van leegte, en als men in een crisis terecht komt, breekt die leegte hun op.
Gelovige mensen zijn haast per definitie juist optimistische mensen, want ze voelen geen leegte maar zijn vol hoop en vertrouwen dat met Gods hulp het goede zal winnen in de wereld.

Gebeden en teksten bij deze zondag