Mensen die op vakantie zijn geweest In Azië of Afrika, die hebben
meestal hele verhalen over de grote gastvrijheid die zij daar hebben
ontmoet. Hoe mensen van hun armoede toch hun gasten het beste
probeerden voor te zetten, ook als die gasten wildvreemden waren met
een dikke portemonnee. Natuurlijk, we hebben hier in onze eigen
samenleving ook best onze gastvrijheid, maar die is meestal toch wel
wat anders. Je bent bij de meesten van harte welkom en je wordt best
gastvrij onthaald als je maar wel even van te voren gebeld hebt dat je
komt. Je moet niet zomaar binnenvallen. Onze gastvrijheid is meestal
heel wat beperkter dan die van het Oosten, niet alleen wat het gulle
onthaal betreft, maar nog veel meer naar vreemde gasten toe, zeker als
die geen dikke portemonnee hebben, dan zijn ze niet welkom.
Nu heeft gastvrijheid altijd een dubbele laag. Dat wordt heel scherp
aangegeven in de evangelietekst van deze viering.
Marta en Maria vertegenwoordigen beide een ander aspect van de
gastvrijheid. Marta staat voor het gulle onthaal, iemand gastvrij
welkom heten in je huis, ervoor zorgen dat de gast niets tekort komt
aan eten en drinken, en eventueel een bed om op te rusten. Dat is voor
haar het belangrijkste en daar zet zij zich helemaal voor in.
Maar Maria gaat aan de voeten van de Heer zitten om naar hem te
luisteren: zij verwelkomt de Heer gastvrij in haar hart, en zoals Jezus
op de klacht van Marta antwoordde: zij had het beste deel uitgekozen.
Deze tweede vorm van gastvrijheid is de belangrijkste in Jezus' ogen,
omdat zij ook wezenlijk te doen heeft met het grote gebod van de liefde
dat hij ons gegeven heeft.
Gastvrijheid is in wezen: de ander, wie of wat hij ook is, voorrang
geven op jezelf, in je huis of in je hart, of eigenlijk, als het goed
is, in allebei, maar minstens in je hart. Gastvrijheid is een hele
wezenlijke houding van welwillendheid naar de medemens toe,
welwillendheid die begint met open staan voor een ander, die omgezet
wordt in goed zorgen voor die ander, en die vraagt dat je niemand van
je welwillendheid uitsluit.
En dat laatste maakt het vaak ook zo moeilijk om echt gastvrij te zijn.
Hoe gauw wordt er niet gezegd: maar die komt er bij mij niet in, met
die of die wil ik niets te maken hebben. En soms zijn daar misschien
ook wel geldige redenen voor aan te geven. Je hoeft echt niet zomaar
iedereen welkom te heten in je huis.
Maar in je hart zou er toch voor iedereen een soort gastvrijheid moeten
zijn, minstens in de vorm van respect en beleefdheid.
Ook hier geldt vaak: voor die of die is er geen plaats in mijn hart,
punt, uit.
Maar er is nog iets meer: ook al willen we wel van harte gastvrij zijn
jegens iemand, dan slaan we toch nogal eens de plank mis met het
invullen ervan. Een heel wezenlijk element van gastvrijheid is: kunnen
luisteren naar de ander, zoals Maria in het evangelie. Luisteren is de
ander en zijn of haar verhaal voorrang geven op jezelf, en dat is verre
van eenvoudig, en er zijn mensen die dat nooit klaar krijgen.
Je hebt wel eens mensen die op ziekenbezoek gaan. Dat is natuurlijk
heel goed, echt een uiting van welwillendheid jegens mensen die door
ziekte getroffen zijn. Maar ik hoor zo wel eens verhalen dat de
bezoeker alleen maar over zichzelf en zijn belevenissen of ervaringen
aan het praten is en dat de zieke zelf de kans niet krijgt om er ook
maar een woord tussen te krijgen. Hoe goed bedoeld ook, is het wel een
gemiste kans en zeker geen echte gastvrijheid. En naar luisterende
mensen is zoveel behoefte, zeker in onze jachtige tijd, waarin mensen
vaak zo weinig tijd voor elkaar hebben. Er zijn zoveel mensen die hun
verhaal, hun verdriet eens kwijt moeten, die zo verlangen naar een
luisterend oor. Zou er niet veel minder verdriet en eenzaamheid zijn in
onze samenleving als we met zijn allen wat meer gastvrij konden zijn,
in ons hart, in ons leven, misschien ook in ons huis, in onze
gemeenschap als geheel?
Je bent ergens op bezoek en je wilt er je verhaal vertellen,
maar je merkt dat er niet naar je geluisterd wordt,
want de televisie of de radio blijft gewoon aanstaan.
Dat kan heel frustrerend zijn.
Je bent op een feestje en je ontmoet iemand met wie je graag wat zou
praten,
maar de muziek staat zo hard dat de een zich niet verstaanbaar kan
maken en de ander er niets van kan verstaan.
Heel frustrerend
Je komt op het spreekuur van een dokter, en je vertelt je verhaal,
maar je ziet dat hij poppetjes zit te tekenen op een kladblok,
en aan het eind merk je dat hij maar de helft van je verhaal echt
gehoord heeft.
Zeer frustrerend.
Je komt een goede vriend tegen en je wilt hem je verhaal vertellen,
maar je krijgt gewoon de kans niet omdat hij bij elk woord zegt:
ja, dat ken ik, ik heb ook zoiets meegemaakt.
Dat kan heel vervelend zijn.
Luisteren naar een ander, is een heel wezenlijke vorm van gastvrijheid,
maar ook een verschrikkelijk moeilijke opgave en maar al te vaak
krijgen we het niet klaar.
Het gaat hier niet om luisteren naar allerlei oppervlakkige dingen die
vaak te pas en te onpas gezegd worden,
of naar een of andere lolbroek die zijn gehoor weet te boeien.
Hier wordt vaak beter naar geluisterd dan naar een serieus verhaal.
Het gaat hier niet om luisteren naar allerlei roddelpraatjes.
Er wordt vaak verschrikkelijk veel gekletst over mensen,
en daar wordt meestal juist heel goed naar geluisterd.
Het gaat om luisteren naar een ander
die zijn overtuigingen, zijn idealen of verwachtingen met jou wil
delen,
maar dat gaat onze goede wil vaak te boven.
Het gaat zeker ook om luisteren naar mensen
die hun verdriet, hun zorgen, hun problemen willen delen,
soms met de al dan niet uitgesproken vraag:
geef me eens goed advies, help me eens.
meestal is het feit dat er naar hen geluisterd wordt, dat er meegeleefd
wordt,
genoeg om weer verder te kunnen.
Echt luisteren naar anderen is verschrikkelijk moeilijk.
Het vraagt dat je er met je hoofd bij bent,
dat je je concentreren kunt om echt aandacht te hebben voor de ander.
Maar als je bijvoorbeeld barstende koppijn hebt, dat is dat luisteren
praktisch niet op te brengen.
Maar ook als je hoofd vol zit van eigen zorgen, eigen verdriet,
of misschien juiste het tegenovergestelde,
als je hoofd vol blije gedachten zit, dat kan gelukkig ook,
dan is het heel moeilijk om echt naar een ander te luisteren.
Je kunt alleen luisteren als het stil wordt in je hoofd,
als je je eigen gedachten even stil kunt zetten,
alleen dan kun je je openen voor een ander en zijn of haar verhaal.
Je moet er met je hoofd bij zijn,
maar je moet er ook met je hart bij zijn.
Als het gaat om officiële hulpverleners dan hoor je wel eens de klacht
dat ze wel luisteren, maar dat hun luisteren koel en afstandelijk
blijft,
zonder enige persoonlijke betrokkenheid.
Alleen als je hart uitgaat naar de ander, met welwillendheid en
genegenheid,
alleen dan kun je ook aanvoelen wat die ander bezielt, waar hij mee
zit,
alleen dan kun je echt luisteren.
Als je een vreselijke hekel hebt aan iemand,
of als iemand je totaal onverschillig laat,
dan kun je ook niet echt open en onbevooroordeeld luisteren.
Luisteren vraagt ook altijd dat je er de tijd voor neemt.
Als je iemand je verhaal wilt vertellen en die ander zegt meteen: ik
heb maar vijf minuten voor je,
want ik moet hoognodig naar een afspraak,
dan is je zin om je verhaal te vertellen al over.
Of als iemand elk moment op zijn horloge zit te kijken,
dan gaat die zin ook gauw over.
Luisteren naar een ander, het is veel moeilijker dan we meestal denken.
Maar al te vaak brengen we er niets van terecht.
En toch, daar ligt de ware gastvrijheid,
zo nodig om onze samenleving leefbaar te maken en te houden.
De luisterende Maria had het beste deel gekozen, niet het
gemakkelijkste, wel het belangrijkste voor een gezonde samenleving.
Zouden ook wij wat vaker die keuze kunnen maken?
In een van zijn vaak zo kernachtige versjes zegt Toon Hermans: Wat
schort er aan de samenleving, vraagt ons een vette krantenkop. Mijn
antwoord luidt: de samenleving houdt meestal bij de voordeur op.
Daar zit best veel in.
Natuurlijk zijn er, gelukkig, nog heel veel gastvrije mensen,
gelukkig hoor je nog steeds over mensen zeggen: het is bij hen net een
zoete inval, iedereen is er welkom,
maar er zijn ook mensen bij wie de voor- en achterdeur gesloten blijft,
mensen wier leven beheerst wordt door eigen hobby's, eigen interesses,
of door hun eigen televisiekastje of computer,
zodat je geen tijd meer hebben voor medemensen die bij hen aankloppen.
Zoals die pastoor overkwam die ergens op huisbezoek wilde gaan.
Hij belde aan en een kind deed de deur open. Ze zei:
"Ik moet van mamma zeggen dat ze niet thuis is."
Dat is dan duidelijk: je bent er niet welkom.
Maar het kan ook gebeuren dat je wel binnengelaten wordt,
dat je zelfs koffie krijgt, dat er wat gepraat wordt, of althans dat
dit geprobeerd wordt maar niet erg goed lukt
omdat die televisie keihard aan blijft staan.
Dat is ook een vorm van niet echt welkom zijn.
En dan staan we verbaasd dat er tegenwoordig zoveel eenzame mensen zijn.
Het evangelie van vandaag geeft duidelijk twee aspecten aan van
gastvrijheid. Martha houdt zich bezig met het gulle onthaal, de zorg
dat de gast niets tekort komt aan eten en drinken.
Dat is natuurlijk een heel belangrijk element van gastvrijheid, zeker
ook in het Midden Oosten van die tijd.
Maria echter gaat aan Jezus' voeten zitten om naar hem te luisteren, en
Jezus maakt duidelijk dat hij dat toch het belangrijkste vindt.
Gastvrijheid is in wezen aandacht hebben voor de ander en die aandacht
gaat heel wat verder dan een stuk materiele zorg. Het gaat om aandacht
voor die mens, aandacht voor zijn verhaal. En dan gaat het in feite om
die moeilijke kunst van het luisteren, en dat is meestal niet onze
sterkste kant.
Bij een hoogbejaarde moeder van een collega van me kwam elke maand de
pastoor op bezoek. En hij was welkom, toch zei ze:
Ik word altijd zo moe van die man, hij praat alleen maar over zichzelf.
En wie zelf veel praat, kan niet tegelijk luisteren.
Op bezoek gaan bij een zieke of eenzame mens, is een goede daad,
maar kunnen luisteren naar zijn of haar verhaal,
naar zijn of haar belevenissen, hoort er wezenlijk bij, is het
belangrijkste,
ook al is het wel eens heel vermoeiend om ernaar te luisteren,
zeker als het al voor de zoveelste keer verteld wordt.
Maar dat luisteren is en blijft vreselijk belangrijk en het kan enorm
veel betekenen voor mensen die het moeilijk hebben.
Maar je kunt alleen luisteren als je zelf stil wordt.
Het komt ook nogal eens voor dat mensen zich in een groep eigenlijk
onmogelijk maken omdat ze altijd het hoogste woord willen hebben, omdat
ze altijd bezig zijn over zichzelf, en zeker als dat dan over hun
ziekte en hun pillen gaat dan is de lol van het samenzijn wel gauw
eraf.
Nu is praten over jezelf veel gemakkelijker dan echt luisteren naar de
ander.
Luisteren is: jezelf, je eigen problemen en zorgen, je eigen interesses
even naar de achtergrond schuiven en je zo vrij maken voor de ander, je
openstellen voor zijn verhaal, voor de dingen die voor hem op dit
moment belangrijk zijn. Daar de tijd voor nemen, daar het geduld voor
opbrengen, dat is luisteren, dat is een stuk echte gastvrijheid.
En alleen in die sfeer van wederzijdse gastvrijheid
kan een mens echt gelukkig worden.
Gelukkig worden, dat wil iedereen,
het begint met anderen gelukkig te maken.
door van binnen stil te worden, zodat we kunnen luisteren,
zodat we tussen de regels door leren lezen,
zodat we voelen wat een ander op zijn hart heeft.
Dan alleen kan de vreugde van de ander jouw vreugde worden.
Dan alleen kan het verdriet van de ander verzacht worden
en dat maakt die ander en jezelf een beetje blijer.
Jezus komt op bezoek bij twee zussen, bij Marta en Maria.
In het verhaal komen ze naar voren als twee heel verschillende
karakters,
vertegenwoordigers van twee verschillende werelden van doen en denken.
Marta is de bezige bij, die duikt meteen de keuken in.
Bedenken we wel dat Jezus hoogstwaarschijnlijk niet alleen geweest is
maar dat zijn twaalf apostelen ook bij hem waren. Je zult maar opeens
dertien man over de vloer krijgen.
Wil je die gastvrij onthalen, dan komt er wel wat bij kijken.
Een diepvrieskist met allerlei voorraden hadden ze toen nog niet.
En die Marta gaat dan ook meteen aan het werk.
Maria is duidelijk een ander type, zij gaat meteen bij de gasten
zitten.
Misschien was ze een beetje lui, misschien heel nieuwsgierig,
misschien was zij zo gefascineerd door die man Jezus
dat zij nergens anders meer aandacht voor had.
Maar ik vind het toch niet netjes dat zij haar zus alleen liet werken.
Marta had groot gelijk dat zij protesteerde, vind ik.
Maar de arme Marta krijgt de kous op de kop: maak je toch niet zo druk,
krijgt ze te horen.
Ik vind het wel heel erg sneu voor haar en ik vind het ook wat vreemd.
Verbeeld je dat Marta ook meteen was gaan zitten om te luisteren,
en niet gedacht zou hebben aan eten en drinken voor de gasten.
Dan had zij waarschijnlijk een donderpreek gekregen
over haar gebrek aan gastvrijheid.
Als ik Jezus geweest was, zou ik gezegd hebben:
Maria, ga eerste je zus helpen en kom daarna terug om naar mij te
luisteren.
Dat zou in die situatie heel logisch zijn geweest.
Ik begrijp wel wat Jezus met dit voorval wil zeggen.
Marta vertegenwoordigde de meer materiele gastvrijheid:
je gasten welkom heten in je huis en ze ook laten voelen dat ze welkom
zijn.
En Oosterse landen was dat zeker ook in die tijd een soort heilige
plicht.
Maria symboliseert de meer geestelijke gastvrijheid:
anderen welkom heten in je hart en dan is luisteren heel belangrijk.
als teken dat je eerlijke aandacht hebt voor de ander.
En Jezus maakt hier zijn toehoorders duidelijk dat hij die geestelijke
gastvrijheid het belangrijkste vindt.
Als ik Jezus geweest was, zou ik gezegd hebben: allebei zijn ze
belangrijk.
Het is niet het een of het ander, maar ze moeten samengaan.
Materiele gastvrijheid en geestelijke gastvrijheid, die kun je niet uit
elkaar halen, die moeten elkaar aanvullen.
Echte gastvrijheid in welke vorm ook moet altijd van harte zijn,
en niet een soort ritueel dat nu eenmaal voorgeschreven is.
En luisteren alleen is nog geen echte gastvrijheid.
Ik ben wel eens ooit bij iemand op bezoek geweest,
die begon met mij meteen een hele discussie over allerlei zaken,
en dat bleef maar duren, er kwam geen eind aan.
En ik dacht wel eens bij mezelf: je zou me een groot plezier doen
als je nu even naar de keuken ging en een kop koffie voor me ging
zetten.
Slechts één ding is nodig, hoorden we Jezus in het evangelie zeggen.
En voor mij is dan de grote vraag: wat bedoelt hij daarmee, waar denkt
hij aan?
Ik kan me niet goed voorstellen dat hij heeft willen zeggen:
luisteren is het enige dat echt noodzakelijk is in het leven.
Natuurlijk is luisteren naar anderen heel belangrijk,
veel belangrijker dan we vaak beseffen.
In het jachtige leven van tegenwoordig wordt het veel te weinig gedaan.
Er is vaak zoveel lawaai om ons heen maar ook in onszelf
dat we gewoon niet kunnen horen wat anderen zeggen, proberen te zeggen.
En in onze tijd zijn er veel mensen die snakken naar een luisterend
oor,
om mensen die even stil staan bij hun verhaal.
Maar luisteren alleen is niet genoeg, vind ik.
Het moet ook gepaard gaan met je handen uit de mouwen steken.
Die twee aspecten van open staan voor anderen kun je niet uit elkaar
halen.
Marta en Maria, ze lijken twee geheel tegengestelde figuren te zijn,
maar in feite vullen ze elkaar aan, moeten ze elkaar aanvullen.
Gastvrij zijn voor anderen kan allerlei vormen aannemen.
Een huis kan een zoeten inval zijn, omdat iedereen zich welkom weet
in een sfeer van hartelijkheid en welwillendheid van de bewoners.
Maar je hebt ook mensen waar velen graag mee te doen hebben
omdat ze bij hen hun verhaal kwijt kunnen,
mensen die kunnen luisteren en zo nodig ook een helpende hand bieden.
Slechts één ding is nodig, zei Jezus
En dat is: gastvrij zijn, aandacht hebben voor de mensen die op de een
of andere manier bij je aankloppen.
Misschien vergeten we dat in onze tijd wel eens te vaak.
De luisterende Maria heeft het beste deel gekozen,
aldus Jezus in het evangelie van vandaag. Martha gaf vorm aan de
materiële gastvrijheid,
die in het Midden Oosten zo belangrijk was.
En Jezus zal best hebben genoten van een goede maaltijd
en daar zal hij zijn gastvrouw Martha ook best uitgebreid voor bedankt
hebben.
Maar bij Jezus en Maria ligt het eigenlijk andersom.
Daar is Jezus meer de gastheer en Maria de ontvangende partij.
In zijn spreken reikte hij Maria geestelijk voedsel aan
en de luisterende Maria nam dat dankbaar aan.
Hoe belangrijk die materiële gastvrijheid ook is,
luisteren naar een ander vindt Jezus nog belangrijker.
Het gaat hier niet zozeer over luisteren naar allerlei oppervlakkige
dingen die zo vaak in gezelschap gezegd worden.
Het gaat ook niet om luisteren naar dingen die beter niet gezegd kunnen
worden.
Er wordt veel onzin gezegd en veel gekletst in negatieve zin. En
eigenlijk moet je zeggen: jammer dat er dan vaak wel geluisterd wordt.
Maar in het evangelie gaat het om het luisteren naar de ander als die
zijn overtuigingen uitspreekt, zijn verwachtingen, zijn idealen. Het
kan ook zijn: luisteren naar iemands verdriet, zijn zorgen, zijn
problemen.
Daar bij Martha en Maria heeft Jezus vast geen moppen zitten tappen,
hij heeft het vast en zeker gehad over wat hem bezielde,
en Maria stond daar open voor en nam de tijd om naar hem te luisteren.
Echt luisteren naar de ander, dat vraagt veel meer dan we vaak beseffen.
Het vraagt op de eerste plaats dat je er met je hoofd bij bent: dat je
je concentreren kunt om echt aandacht te hebben voor de ander. En dat
is om allerlei redenen heus niet altijd zo eenvoudig. Als je
bijvoorbeeld verschrikkelijke hoofdpijn hebt, of je hoofd zit vol van
je eigen zorgen en problemen, dan is echt luisteren naar de ander haast
niet op te brengen. Als er veel lawaai is, van binnen of van buiten,
ook dan kun je niet echt luisteren, niet echt aandacht hebben voor de
ander. Ik ben wel eens bij iemand geweest die wilde praten met me, maar
hij liet de televisie keihard aan staan. Toen hij begon te praten, heb
ik gezegd: zet eerst die tv eens af, want zo kan ik niet naar je
luisteren. En er is zoveel lawaai in onze wereld, rond om ons heen maar
ook in ons: dat het vaak moeilijk is om voldoende rust in je hoofd te
hebben,
om heel je aandacht naar de ander te laten uitgaan.
Echt luisteren naar de ander vraagt niet alleen dat je er met je hoofd
bij bent
maar ook dat je met je hart bij die ander bent en dat is misschien nog
het moeilijkste.
Als je een vreselijke hekel aan iemand hebt of als je kwaad op hem bent
kun je ook bijna niet echt naar hem luisteren, dan sta je niet echt
open voor hem.
Alleen als je hart uitgaat naar de ander, met genegenheid en
welwillendheid, alleen dan kun je wat gaan aanvoelen wat die ander
bezielt, of waar hij mee zit, alleen dan kom je toe aan echt luisteren.
En dit luisteren met je hart is vaak moeilijk genoeg.
Als het gaat om officiële hulpverleners hoor je vaak de klacht dat ze
wel luisteren met hun hoofd en met al de kennis die ze in hun hoofd
hebben zitten, maar dat hun luisteren koel en afstandelijk blijft,
zonder persoonlijke betrokkenheid. Nu is een zekere afstandelijkheid
hierbij gewoon en misschien wel noodzakelijk,
maar het gevolg is wel dat velen het gevoel krijgen
dat er niet echt naar hen geluisterd wordt, dat ze maar een nummer
zijn,
een probleemgeval.
Echt luisteren naar de ander, echt openstaan voor anderen
dat is en blijft een hele moeilijke opgave en te vaak schieten we erin
tekort Maar als we echt met hoofd en hart kunnen luisteren naar elkaar,
dan is dat meestal ook heel verrijkend voor ons als luisteraars.
Door te luisteren kun je ook veel leren van anderen,
niet alleen als het gaat om zijn ideeën en idealen
maar ook als ze verdriet hebben of problemen, of als het gaat zaken die
je niet kunt oplossen,
ook dan kan het toch verrijkend zijn als je echt naar hen luistert.
En voor degene die jou deelgenoot maakt van zijn leed en zorgen kan het
evenzeer een grote steun zijn als je echt luistert.
Daarom zegt het evangelie ook dat Maria het beste deel heeft
uitgekozen.
En hopelijk kan men dat ook van ons zeggen.