Gebeden op de veertiende zondag door
het jaar
Inleiding:
Mensen die regelmatig met de trein reizen vertellen wel eens
dat ze vaak in een volle coupé zitten
maar dat er praktisch niet gepraat wordt.
Ieder leest zijn eigen krantje of tijdschrift.
Soms gebeurt het echter dat ze in gesprek raken
met hun buurman of buurvrouw in de coupé. Dan wordt er echt contact
gelegd met een ander,
dan krijgt die ander a.h.w. een concreet gezicht.
In het evangelie van vandaag horen we hoe Jezus zijn leerlingen eropuit
stuurt.
Ze moeten niet als een klein groepje bij elkaar blijven zitten,
ze moeten onder de mensen komen, mensen ontmoeten,
contact maken met mensen om hen te vertellen over Jezus,
over de dingen die zij hen hebben zien doen, hebben horen zeggen.
Op die manier kunnen ze anderen ook in contact brengen met Jezus'
boodschap.
We zijn hier ook samen om Jezus te ontmoeten,
en in hem ook onze verbondenheid met elkaar gestalte te geven.
Laten we daar in deze viering even bij stilstaan.
Openingsgebed:
God, wij dromen van uw rijk op aarde,
dat rijk van vrede en liefde voor iedereen,
wij verlangen naar een wereld waarin het goed toeven is voor al uw
mensen.
De weg ernaartoe blijkt een lange weg te zijn
en we raken vaak ontmoedigd.
Verdiep ons geloof in uw aanwezigheid
en laat ons voelen dat U met ons meetrekt.
Leidt ons bij de hand op de soms kronkelige weg van het leven
opdat wij niet verdwalen en onze idealen niet verliezen. Dat vragen wij
U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven:
God, U hebt ons Jezus gegeven als gids op onze tocht door het leven,
als kompas die onze koers bepaalt, als brood voor onderweg.
Geef dat wij zijn raadgevingen navolgen
en geen overbodige bagage met ons meedragen.
Moge onze verbondenheid met Hem die hier in deze viering gestalte
krijgt,
vruchtbaar worden in groeiende saamhorigheid met elkaar.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Slotgebed:
God, wij danken U voor het woord en het
brood van Jezus
en wij bidden U; zegen ons horen opdat wij in zijn woorden uw wil
herkennen,
zegen ons kijken opdat wij in zijn daden uw bedoelingen met de wereld
zien,
zegen ons met vertrouwen opdat wij in zijn geest op weg durven gaan
en juist als Hij elkaar nabij zijn in goede en kwade dagen,
en zo ook in deze uw rijk van vrede en liefde nabij brengen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Voorbede:
Wij bidden voor allen die actief zijn in de kerken,
die in woord en daad getuigen van het rijk Gods,
dat Jezus ons heeft voorgehouden en voorgeleefd,
dat zij de taal van deze tijd spreken en verstaan,
dat dienstbaarheid en saamhorigheid
duidelijk zichtbaar worden in hun leven.
Wij bidden voor allen die vastzitten aan de traditie
en het verleden als een zware last met zich meedragen,
die alle vernieuwingen en veranderingen afwijzen,
dat ze toch de moed hebben na te denken
over de werkelijke betekenis van Jezus' boodschap
en de waarde ervan voor onze tijd.
Wij bidden voor allen die onverschillig geworden zijn
en geen boodschap meer hebben aan kerk en geloof,
die zich door niets en niemand meer laten binden,
dat zij toch de moeite nemen om na te denken
over de zin van het leven en waarden en normen
die van belang zijn voor een goede samenleving.
Wij bidden voor alle vakantiegangers,
voor allen die in deze tijd gepakt en gezakt op weg gaan,
dat zij behalve alle materiële bagage
ook een houding van openheid en respect voor anderen meenemen,
opdat de ontmoetingen met vreemden een verrijking zullen zijn.
God, help ons een helder oog te hebben voor hoofdzaken en bijzaken in
het leven. Help ons hierin ook de goede keuze te kunnen maken. Dat
vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de veertiende zondag door het jaar
Een klein teken maar
Het is een klein teken maar,
een beetje onbeholpen:
we breken wat brood,
een hapje voor iedere mond,
terwijl wij het zelf niet kunnen:
brood zijn voor deze aarde,
voor alle mensen wereldwijd
die honger lijden
naar vrede en gerechtigheid.
Het kleine teken van
Jezus van Nazareth
die het wel gedurfd heeft
en zelf brood geworden is
voor mensen allerwegen:
een gebroken leven dat
sterker was dan de dood.
In de schaduw
van zijn verhaal
willen we nadoen
wat Hij heeft gedaan:
brood delen
op zoek naar zijn weg
want zo worden wij
het lichaam van Jezus.
Als toen
De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Dat ik jou tegenkwam
met in jouw ogen die blik
die vraag en ja-woorden van vrede spreken,
en die ik nooit vergeten zal.
Ogen die spraken en zwegen.
En even stond de wereld stil
toen jouw ziel de mijne raakte
en de mijne aan je vroeg
met mij op weg te gaan.
En wat ons dreef,
zal ons ook morgen drijven.
Wonderen gaan met ons vervullen met goede moed
als we elkaar in de ogen blijven zien
als toen en vandaag en alle dagen
En wat groter is dan ons hart,
zal jou en mij tot zegen zijn:
onze levens met elkaar verbonden zijn,
en liefde aan liefde toevertrouwd.
Want de wonderen zijn de wereld nog niet uit:
het gras groeit
en in de bomen zingt de wind
het lied van zijn verlangen.
En mensen zijn onze weg door het leven.
Met dromen die hen gaande houden
tot ver voorbij de horizon.
Vrede
Tegenwoordig gaan de wereldvoeten
over asfaltstraten, zij bewandelen
de weg van het geweld.
Maar het hart der nederigen
is sterker dan de tanks.
Niet van buiten komt de vrede
tot de mensen; niet met behulp van
kernwapens wordt zij geconstrueerd,
noch geschapen door regeringsverdragen.
Zij leeft in het hart van het heelal,
en alle dingen jagen vrede na.
Zij zal komen met het morgenrood
in deze gekwelde, afgematte wereld.
Zij wordt gebracht door de handen
van de eenvoudige mensen,
de nederigen en armen der aarde.
Door een kinderhand wordt zij aangereikt
en begeleid door de muziek van een moedige jeugd.
Vrede zal zijn als de dauw
voor deze uitgedroogde aarde.
Pijlen van vrede op Gods boog.
Wij mogen sprekend op God lijken.
Hij brengt ons samen in een kring,
waar wij elkaar de handen reiken:
de laatste wordt steeds eersteling.
De rollen zijn ons voorgeschreven:
de koning komt als één die dient
om machtigen de les te lezen,
de armen delen in de winst.
Wij scholen samen rond de Schriften.
de weg wordt vóór ons uitgelegd,
woorden doorbreken onze driften.
Mens Gods, uit duister opgedregd.
Vermenigvuldig dan de vreugde
waarmee gij rijk gezegend zijt,
om in de wereld te getuigen
van liefde en gerechtigheid.
Henk Abma
Dat onmogelijke rijk
Dat onmogelijke rijk
is niet van hier,
niet van de groten,
niet van de goudgerande machtigen,
niet van hen
die zetelen op geld.
In dat onmogelijke rijk
ligt de macht
in handen van de armen,
wordt de gemartelde gekroond,
wordt geluisterd
naar hen die vrede brengen,
wordt niet getwijfeld
aan de goede trouw van hen
die vergeving schenken.
In dat onmogelijke rijk
heerst alleen de liefde.
Voor iemand uitgaan is meer dan alleen vóór hem lopen
Voor iemand uitgaan is meer dan alleen vóór hem lopen
op een weg bochtig en smal
zonder om te kijken hopend dat hij je zo wel volgen zal.
Voor iemand uitgaan: soms vrijwillig
dan gedwongen soms gewild dan ongewild.
Voor de pijl die niet op jou is gericht, ben jij het schild.
Voor iemand uitgaan: verkenning
en egalisering van een onbegaanbaar terrein;
zorgen dat de hindernissen voor hem weggenomen zijn.
Voor iemand uitgaan: jij bent het die wordt getroffen,
jij raakt gewond, jij lijdt pijn
wetend dat ondanks dit alles de laatste
toch het eerst zal zijn.
Voor iemand uitgaan: hiertoe worden
wij geroepen, uitgezonden twee aan twee.
Niets kan overkomen want wij krijgen
Gods adem mee!
GEZONDEN ZIJN
Gezonden zijn
is altijd maar weer risico's nemen
om echt mens voor een ander mens te worden.
Gezonden zijn
is overal en met iedereen vieren dat de dood
zich verkeken heeft op het leven van Jezus
Gezonden zijn
is niet buitenspel blijven staan,
maar jezelf op het spel zetten.
Gezonden zijn
is op weg gaan naar waar je bent
naar waar je eigenlijk moet zijn.
Gezonden zijn
is feestmaaltijden bereiden
op gloeiende kooltjes van hoop en verwachting.
Gezonden zijn
is woedend worden, wanneer onze stierlijkheden
als gouden kalveren bewierookt worden.
Gezonden zijn
is niet alleen aan mensen ver weg denken
maar vooral ook hier en nu aan de slag gaan.
Teveel bagage
Er was eens een man die een wandeling door de bergen wilde maken. Om te
kunnen genieten van zijn wandeling had hij alle voorzorgen genomen.
In zijn rugzak had hij een compleet overlevingspakket gepakt.
Zo zou hij kunnen wandelen zonder zorgen, dacht hij.
Maar de inhoud van de rugzak was loodzwaar.
Pas toen hij er van alles uitdeed, begon het genieten.
Toen hij ten slotte de lege rugzak af kon doen, was hij zelfs gelukkig.
Toen pas werd de wandeling een genot.
De waterdrager
Een waterdrager moet elke dag voor zijn meester naar de rivier om water
te halen. Aan weerszijden van zijn lichaam hangt een kruik aan een
houten juk. De ene kruik is zo goed als nieuw, puntgaaf en zonder lek.
De andere kruik is oud en gebarsten. Hij verliest permanent water. Bij
thuiskomst blijkt de helft van deze kruik soms al leeg te zijn. Dat
geeft de oude kruik veel verdriet.
Op een dag kan hij het niet meer voor zich houden en zegt tegen de
waterdrager: 'Meester, ik schaam me zo.' 'Maar waarom dan toch,' vraagt
de waterdrager.
'Omdat ik niet in de schaduw van uw andere kruik kan staan. Hij levert
dagelijks de volle inhoud water af, terwijl ik onderweg steeds water
verlies.'
'0, maar dat wist ik immers allang,' antwoordt de waterdrager. 'En toch
heb ik je al die tijd graag willen gebruiken. Zijn die mooie bloemen
langs de weg je dan niet opgevallen? Ze groeien alleen maar aan jouw
kant. Enige tijd geleden heb ik daar zaad uitgestrooid. Jij hebt ze
elke dag begoten en nu kan ik steeds een prachtig boeket plukken voor
mijn heer.'
Een poosje komt er geen antwoord van de gebarsten kruik. Zo heeft hij
het nog nooit bekeken. Hij heeft die bloemen wel zien groeien, maar dat
zijn meester hem bewust in dienst heeft gehouden, dat hij hem ondanks
alle gebreken toch kan gebruiken, nee, dat is nog nooit bij hem
opgekomen.
terug naar de overweging