Gebeden op het feest van de H.
Drie-eenheid
Openingsgebed:
God, Vader, Moeder van alle mensen,
onvindbaar in de ruimte boven ons, maar te vinden in de stilte van ons
hart,
onzichtbaar in de wereld om ons heen,
maar wel te zien in mensen die door uw Geest bewogen worden,
zonder gezicht maar wel te herkennen in Jezus, de profeet van Nazaret.
Wees aanwezig in ons midden, raak ons met uw Geest,
dat wij steeds meer gaan gelijken op Jezus,
dat anderen U kunnen herkennen in onze manier van leven. Amen
Gebed over de gaven:
God, Vader, Moeder van alle mensen,
U heet ons welkom aan uw tafel van verbondenheid,
betekend in deze maaltijd van breken en delen
zoals Jezus ons heeft voorgedaan.
Moge uw Geest ons samenbinden opdat dit teken van eenheid
ook vruchtbaar mag worden in groeiende saamhorigheid,
tot welzijn van heel onze mensengemeenschap. Amen
Slotgebed:
God, Vader, Moeder van alle mensen.
Een hand op onze schouders zegt meer dan duizend woorden.
Een arm om ons heen laat ons de warmte voelen van iemand die met ons
meeleeft, die om ons geeft.
Neem ons in uw armen, houd ons in uw beschermende handen,
opdat wij zinvol kunnen leven, juist in moeilijke dagen.
Laat ons uw warmte voelen in de handen van mensen om ons heen,
in de goedheid en genegenheid die zij ons geven,
vandaag en alle dagen. Amen
Voorbede:
Wij bidden vandaag voor alle mensen die zeggen dat ze in God geloven,
terwijl dat op geen enkele manier zichtbaar wordt in hun manier van
leven.
Dat hun geloof in God te zien mag zijn
in grote eerbied voor zijn schepping,
in liefdevolle zorg voor de medemens.
Wij bidden voor die mensen die denken dat ze alles over God weten,
terwijl hun beeld van God vaak al te menselijk is;
voor hen die star en onverdraagzaam zijn in hun godsdienstige
opvattingen.
Dat zij de moed hebben om vermeende zekerheden los te laten
en op zoek te gaan naar een nieuw en beter verstaan van God.
Wij bidden voor hen die zeggen dat ze niet meer in God geloven,
voor hen die menen dat zij God en godsdienst
helemaal niet nodig hebben in hun dagelijks bestaan.
Dat zij toch in verwondering open staan voor al wat bestaat,
oog krijgen voor het mysterie van het leven
en daarin toch weer iets ontdekken van die ongrijpbare God.
Wij bidden voor alle christenen, Joden en Moslims,
dat zij in de naam van ene God die zij allen aanhangen,
wegen zoeken en vinden om hun diep geworteld wantrouwen te overwinnen.
Dat zij leren om in vrede te leven als kinderen van een en dezelfde
God.
God, drie-ene, zeven-ene, duizend-ene God,
U wilt herkenbaar zijn in miljarden menselijke gezichten,
tastbaar aanwezig in alle mensen die verbondenheid beleven.
Mogen mensen iets van uw licht zien in ieder van ons.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij het feest van de H. Drie-eenheid
God is bij ons
God is bij ons
als een verterend vuur
God is bij ons
als bron van warmte
God is bij ons
als een tweesnijdend zwaard
God is bij ons
als een aansteker in de nacht
God is bij ons
als een pijnlijke waarheid
God is bij ons
als een teken van leven
in de doodsheid van ons bestaan.
Zo zijn wij onderweg.
Het Rijk der hemelen
Onze Vader de in de hemel zijt
geef mij een plek op aarde waarvan de naam mij heilig is
een koninkrijk dat mijn huis is
een plek die mijn spelend kind ruimte wil geven
waar dan ook
Geef mij een plek waar het koren groeit voor mijn brood
waar de wind in de bomen en het vuur in huis
vergeving van alle schuld is
zoals ook ik vergiffenis ben voor dat stukje aarde
dat zonder mij braak zou liggen
een plek die mij niet in verzoeking leidt
die mij verlost van angst
GOD REKENT OP ONS
God alleen kan geloof geven,
maar jij kunt van hem getuigen.
God alleen kan hoop geven,
maar jij kunt vertrouwen stellen in een medemens.
God alleen kan liefde geven,
maar jij kunt een ander leren lief te hebben.
God alleen kan vrede geven,
maar jij kunt eenheid zaaien.
God alleen kan kracht geven,
maar jij kunt ondersteunen
wie de moed verloren hebben.
God alleen is de weg,
maar jij kunt hem wijzen aan een ander.
God alleen is het licht,
maar jij kunt het laten schijnen voor alle mensen.
God alleen is het leven,
maar jij kunt anderen levenslust geven.
God alleen kan doen wat onmogelijk lijkt,
maar jij kunt al het mogelijke doen.
God alleen is zichzelf voldoende,
maar Hij geeft er de voorkeur aan op jou te rekenen.
LIED VAN ROEPING: OVER EN WEER
Verborgen vuur, een sterk vermoeden.
Verwaaide flarden van een lied.
Voldoende om de hoop te voeden
op 't rijk waarin God zelf voorziet.
Als wij in machteloze woede
vertwijfeld vragen waar God blijft,
komen soms mensen als geroepen
om stem of hand van God te zijn.
De Geest wil in de harten wonen.
Van jong tot oud, van laag tot hoog
spelen wij in op wat gaat komen.
Pijlen van vrede op Gods boog.
Wij mogen sprekend op God lijken.
Hij brengt ons samen in een kring,
waar wij elkaar de handen reiken:
de laatste wordt steeds eersteling.
De rollen zijn ons voorgeschreven:
de koning komt als één die dient
om machtigen de les te lezen,
de armen delen in de winst.
Wij scholen samen rond de Schriften.
de weg wordt vóór ons uitgelegd,
woorden doorbreken onze driften.
Mens Gods, uit duister opgedregd.
Vermenigvuldig dan de vreugde
waarmee gij rijk gezegend zijt,
om in de wereld te getuigen
van liefde en gerechtigheid.
Henk Abma
Op Gods manier
Waarom zou ik het zwakke minachten
als God het nu uitverkiest?
waarom zou ik het kleine niet eren
als God het nadrukkelijk prijst?
waarom zou ik niet levenslang zoeken
als God mij er zeker eens brengt?
waarom zou ik bang zijn en vrezen
als God toch mijn sterkte is?
waarom zou ik het arme niet kiezen
juist omdat mijn God het verkiest?
waarom zou ik het grote nog zoeken
als God in het kleine is?
waarom zou ik mijn kind - zijn ontkennen
als God dat het meeste bemint?
Even de hemel zien
Hij had haar in het park ontmoet,
een lieve, oude dame
en eigenlijk tezelfdertijd
ze bij het bankje kwamen.
Hij, jong, soms zoekend naar een God,
zij, door de tijd gebogen
en toen hij haar eens goed bekeek,
zag hij twee zachte ogen.
Hij bood haar iets te drinken aan,
wat hij had meegenomen.
Ze zijn er door een diep gesprek
dicht bij elkaar gekomen.
Het leek, als werd de hemel wijd
geopend door hun woorden.
Er was iets lief'lijks in hun stem
dat ze maar weinig hoorden.
Toen hij weer thuis bij moeder was,
zei hij ietwat verlegen:
"Zeg mam, vandaag kwam ik in 't park
zomaar ineens God tegen,
wel ouder dan ik had verwacht!
En zij sprak diep bewogen:
"Ik heb vanmiddag God gezien,
Hij heeft heel jonge ogen!"
Zo samen iets van Vader zien,
al is het maar in ogen
of in een vriendelijk gebaar,
afkomstig uit den hoge!
Wat wordt het leven dan een feest,
een hemel in het kleine.
Dan gaat dwars door een wolkenlaag
het gouden zonlicht schijnen!
Hier
Tussen de bomen kan ik wel geloven
bomen zijn een lied voor God
of liggend in het gras
wat is er nederiger dan gras
maar hier in deze stad
stad van steen en rook
steen dat maar geen brood wordt
rook dat Gods adem verdrijft
stad van flats en auto's
vogels die weg vluchten
bomen die geen kans krijgen
hoe moet ik hier geloven
ontdek ik op rotondes
de lijnen van Gods hand
hoor ik zijn stem
als lawaai mij verdooft
ontmoet ik mijn naaste
als ik stik in de massa
maar ik woon hier
hier moet ik geloven
hier tussen steen en rook
mijn God als ik uw adem niet voel
uw zoon niet herken geloof ik niet.
Ik geloof
Ik geloof in de heilige God,
God is licht, Hij kent geen duisternis,
zijn gedachten gaan hoger dan onze gedachten,
Hij zint op vrede en recht, een bewoonbare wereld,
Hij stelt zijn eer in het geluk van de mensen,
God is anders dan wij, onze wegen lopen dood,
wij beminnen het kwaad, God staat vrij,
Hij gaat zijn gang, Hij komt ons tegemoet,
honger en dorst, ziekte en dood, bederf allerwegen,
wij hebben het gewild,
een gave schepping legde God in onze handen,
om te bewerken en te bewaken, te noemen met een naam,
te hoeden als een herder,
wij hebben gefaald,
wij wisten Gods belangen niet te behartigen.
deze geteisterde wereld,
die een chaos dreigt te worden, is onze wereld,
zij ligt niet in de lijn van Gods verwachtingen,
Hij is teleurgesteld in ons,
ik geloof dat God trouw is aan zijn schepping,
Hij is begaan met onze wegen, Hij kent onze tijden,
Hij neemt het in zijn hand en Hij maakt ze nieuw,
heilig en vrij als Hij is werpt Hij ongebroken lich
t in onze duisternis,
Hij bevrijdt ons van schuld,
Hij stuurt ons zijn Zoon, Jezus het verlossende Woord,
licht der wereld, eerst geborene der doden,
Gods wil aan ons geschied,
Hij leidt ons leven, brengt ons thuis bij God,
goede herder,
wie hem volgt is een nieuwe schepping.
Het woord van God
Het woord, het goede woord van God,
dat licht geeft aan de blinden en dove mensen horen doet:
waar is dat woord te vinden? Waar goedheid heerst in ons bestaan
is God niet ver van ons vandaan.
Het wordt ons in de mond gelegd,
weerklinkt in alle talen in woorden uit het goede boek
die van Gods trouw verhalen.
Het is een mens van goede wil
die dienaar is geworden van armen en vernederden:
het woord is vlees geworden.
Het woord is midden onder ons in mensen van vergeving,
vol liefde en barmhartigheid: daar kiest het zich een woning.
Het is een licht op onze weg, muziek voor onze oren:
het woord, het goede woord van God, is overal te horen.
Henk Jongerius
DE GOD VOOR IEDEREEN
Ik ben de geest in de lucht,
ik ben de zwerver die ronddwaalt,
ik ben de wolk van niet-weten,
ik ben het water dat zuivert,
ik ben het gezicht van al wat goed is,
ik ben de ster die geleidt in de nacht,
ik ben de duif van vredige hemelen,
ik ben het hart dat alle leven beweegt,
ik ben de koning van iedere koning,
ik ben de zon om de aarde te verwarmen,
ik ben de liefhebber van het pure,
ik ben de rechter waar gerechtigheid heerst,
ik ben de aarde om op te leven,
ik ben de God voor iedereen.
Jim Donnelly
Niemand heeft verstand van God
Niemand heeft verstand van God
geen knappe kop die Hem in zijn hoofd haalt,
geen generaal die Hem in zijn rijen inlijft,
geen dichter die Hem in zijn woorden vangt,
geen zanger die een melodie voor Hem vindt,
niemand spreekt over God of hij valt door de mand,
alleen het diepste in een mens,
de angst voor wat te wachten staat,
verdriet om wat verloren is,
verlangen naar wat nog niet is
en wanhoop dat het nooit zal komen,
alleen de vreugdetranen nu en dan,
het stille lachen, verwondering om het leven,
alleen dat diepste in een mens
is groot en klein en stil genoeg om God te noemen
wij noemen Hem wel en zingen zijn naam,
maar diep blijft Hij verborgen.
De koning die God wilde zien
In een ver land leefde eens een koning die tegen het eind van zijn
leven treurig werd. 'Kijk,' zei hij, 'nu heb ik in mijn hele leven
alles meegemaakt wat een mens maar kan beleven en van alles gezien en
gehoord. Alleen één ding heb ik niet gezien: God. Dat zou ik toch nog
zo graag willen.'
Daarom gaf hij bevel aan alle wijze mensen in zijn land om hem God te
laten zien. Hij was gewend dat iedereen hem gehoorzaamde. En hij riep
alle wijze mensen bijeen, maar ze wisten niet wat ze zeggen moesten.
Toen kwam er een herder van het veld die het bevel van de koning had
gehoord en hij zei: 'Mag ik uw wens vervullen?' 'Goed,' zei de koning.
De herder bracht hem naar het open veld en wees naar de zon.'Kijk in de
zon,' zei hij. De koning keek omhoog, maar de glans van de zon
verblindde hem. Hij sloot onmiddellijk zijn ogen en boog zijn hoofd.
'Wil je soms dat ik blind word?' riep hij. 'Maar koning,' zei de
herder, 'dat is toch maar één ding in het grote heelal, een zwak
schijnsel van de heerlijkheid van God, een klein vonkje van zijn
eeuwige glans. Hoe wilt u dan met uw zwakke, tranende, knipperende ogen
God zien? Zoek hem met andere ogen!'
De koning was stil geworden. Hij zei: 'Ik zie dat je een wijs man bent.
Antwoord me nu: Wat was er vóór God er was?' Na enig nadenken zei de
herder: 'Begin maar te tellen.' De koning begon: Eén, twee...' 'Nee,
nee,' zei de herder, 'u moet beginnen met wat er voor de één komt.'
'Hoe kan dat nu?' zei de koning. 'Voor één is er toch niets?' 'Heel
goed bedacht, heer koning. Ook vóór God is er niets.'
'Nu nog mijn derde vraag: Wat doet God?' De herder zag dat het hart van
de koning al niet meer zo hard was als tevoren.'Goed,' zei hij, 'ik zal
u op die vraag antwoorden. Maar laten we dan onze kleren verwisselen.'
De koning legde zijn mantel en zijn kroon af en bekleedde daarmee de
herder. Zelf trok hij de oude vuile mantel van de herder aan en deed de
herderstas om. De herder ging op de troon zitten, nam de gouden scepter
en wees naar beneden waar de koning stond als een arme man. 'Kijk,' zei
hij, 'dat doet God. De één verhoogt hij en de ander laat hij naar
beneden gaan.' De koning stond stil en dacht na. Plotseling keek hij op
en zei verheugd: 'Nu begrijp ik iets van God.'
terug naar de overweging