Gebeden op de zesde zondag van de
paastijd
Inleiding:
Vorige week zondag vielen er in Waalwijk twee zusjes van drie jaar uit
het raam van de eerste verdieping.
De moeder was op dat moment niet thuis.
Nu kan de moeder best een goede reden hebben gehad
om even van huis weg te zijn, maar iedereen zet toch wel vraagtekens
bij het feit dat zij kinderen van die leeftijd alleen thuis laat.
Een goede moeder doet zoiets niet, is toch het algemene gevoel.
Vandaag is het Moederdag, een dag om de moeders te eren en te danken
voor hun zorgzaamheid voor het gezin,
voor al die kleine en grote dingen waarin die zorgzaamheid gestalte
krijgt.
Het is een kenmerk van moeders dat zij eerder te bezorgd zijn
dan dat ze tekort schieten in zorgzaamheid.
Moeders dragen hun kinderen, niet alleen voor de geboorte maar heel hun
leven lang.
Ook al verandert de manier van dragen in elke leeftijdsfase,
het is altijd een dragen in liefde, liefde die verbondenheid schept.
Dat is van levensbelang voor elk gezin
en ergens ook voor elke vorm van gemeenschap.
Gebed:
God van mensen, wij zoeken vrede,
d.w.z. we willen met rust gelaten worden,
we willen rustig ons eigen gangetje door het leven willen gaan.
Maar dat is niet de vrede die U ons geven wil,
die gaat veel dieper, die deel je met anderen,
die vraagt dat we in beweging komen ten gunste van anderen
in een geest van verbondenheid en saamhorigheid.
Help ons hierin Jezus' voorbeeld na te volgen,
vandaag en alle dagen. Amen
Gebed over de gaven:
God van mensen, gastvrije God,
iedereen is welkom in uw huis, wie of wat hij ook is.
Mogen wij brekend en delend in de geest van Jezus, uw gezondene,
die gastvrijheid ook tot de onze maken,
dat wij zo bijdragen aan ware vrede in ons midden,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed:
God, bewaar ons ervoor lijnen te
trekken,
die grenzen worden,
aan onze kant zij van wie wij houden,
aan de andere kant de rest.
Behoed ons ervoor drempels op te werpen
die laten struikelen,
barrières die anderen buitensluiten.
Laat niet toe dat wij woorden spreken
die onverstaanbaar zijn,
en geen liefde en vrede kennen.
Schenk ons de Geest van Jezus Christus,
om bruggen te bouwen naar elkaar toe. Amen
Voorbede:
Bidden wij om de Geest van Jezus
dat Hij ons mag behoeden voor verstarring en valse zekerheden,
dat Hij ons in beweging mag houden op de weg die Jezus ons gewezen
heeft,
dat Hij ons zoekend geloven de juiste richting mag geven.
dat Hij ondanks verschillen en tegenstellingen gelovigen mag
samenbinden
rond de boodschap van Jezus.
Bidden wij om de Geest van Jezus
dat Hij in ieder van ons alle onverschilligheid mag verdrijven
jegens onrecht dat mensen wordt aangedaan,
jegens de noden van mensen, ver weg en dichtbij,
opdat Jezus' aandacht en zorg voor de medemens
steeds beter zichtbaar kan worden in ons leven.
Bidden wij om de Geest van Jezus
dat Hij ons kracht mag geven om te leven met onzekerheden,
om de moed niet te verliezen
als we niet meteen een antwoord vinden op onze vragen,
om ons geloof in Jezus' boodschap te vertalen in concrete daden.
Bidden wij om de Geest van Jezus
dat Hij ons steeds weer mag inspireren en motiveren
om de idealen van Jezus waar te maken in onze tijd,
dat Hij ons mag bezielen met liefdevolle zorg voor de medemens,
met vindingrijkheid om ijzer en brood met handen te delen,
met mildheid en zachtmoedigheid om geweld te beteugelen.
Goede God, schenk ons de Helper, uw Geest,
opdat wij in beweging komen en blijven
op de weg ons gewezen door Jezus,
onze leidsman ten leven voor alle tijden. Amen.
Teksten, gebeden, gedichten bij zesde zondag van de paastijd
Vrede
'Vrede laat Ik jullie na,
niet zoals de wereld die geeft,
geef Ik hem jullie'.
Niet de vrede
van dikke woorden over gastvrijheid
met de deuren dicht
- die vrede geef ik niet,
maar de vrede van de ander
die plots aan je deur staat
en jou iets te zeggen heeft
- die vrede geef ik je!
Niet de vrede
van iedereen denkt dat ik bezig ben
maar ik doe maar alsof
- die vrede laat ik je niet
maar de vrede van doen
wat gedaan moet worden
- die vrede gun ik je!
Niet de vrede
van ik ga niet op bezoek bij die zieke
hij zal wel goed verzorgd worden
- die vrede geef ik je niet
maar de vrede van de confrontatie
met jouw zieke medemens
die méér nodig kan hebben
dan alleen verzorging
- die vrede geef ik je!
Niet de vrede
van bemoei je nooit met gekke mensen
je weet maar nooit
- die vrede krijg je niet van mij
maar de vrede van de ontdekking
dat zij mensen zijn als jij
- die vrede gun ik je!
Niet de vrede
van God wat erg,
maar ieder huisje heeft zijn kruisje
-die vrede laat ik je niet
maar de vrede van je eigen huisje verlaten
om dat kruisje lichter te maken
- die vrede geef ik je!
Vrede
Een groet uit de verte, soms even dichterbij
in een mens die je aankijkt, en zegt:
jij, met je somberheid, je cynisme,
ga op weg naar een plek
waar je wonen kunt
goed voor ieder mensenkind.
Vrede is je bestemming:
geen ziekte meer, armoede voorbij,
dieren met respect omgeven,
bomen op de hellingen van de bergen,
koffie zonder bijsmaak,
wapens overbodig, het verkeer veilig.
Vrede soms even dichterbij in openheid
om anders dan anderen te mogen zijn;
een doorbroken taboe
voor wie moet leven met incest, kanker, aids.
Liefde
Liefde gaat vanzelf.
Je kunt er niemand toe overhalen of dwingen.
Liefde wordt je geschonken: gratis, zonder voorbehoud.
Liefde is kwetsbaar.
Ze wordt geschonken, maar soms niet beantwoord.
Ze wordt veracht of uitgebuit.
Ze wordt met voeten getreden
en kan dan omslaan in haat.
Liefde is helderziend.
Ze kan door façades heen kijken, ijsblokken ontdooien
en stenen harten doen ontvlammen.
Ze laat mensen opbloeien: jij mag er zijn.
Liefde is blind.
Ze staat niet stil bij huidskleur of ras,
bij leeftijd of geslacht, bij uiterlijk of bezit.
Ze doet wat ze wil.
Liefde is God.
God is liefde.
Zo lang ruzie, oorlog en haat
de wereld verduisteren,
wordt de liefde geweld aangedaan;
wordt God geweld aangedaan.
Gebed:
God, bewaar ons ervoor lijnen te trekken,
die grenzen worden,
aan onze kant zij van wie wij houden,
aan de andere kant de rest.
Behoed ons ervoor drempels op te werpen
die laten struikelen,
barrières die anderen buitensluiten.
Laat niet toe dat wij woorden spreken
die onverstaanbaar zijn,
en geen liefde en vrede kennen.
Schenk ons de Geest van Jezus Christus,
om bruggen te bouwen naar elkaar toe. Amen
Je hart ophalen
Een joodse vader en zijn zoon woonden samen in een huis in Londen. De
vader was diep gelovig, de jongen was, zoals veel jongeren van deze
tijd. niet meer gelovig. De vader en de zoon kregen ruzie, het bekende
generatieconflict. De zoon ging graag uit naar de disco's. Vader maakte
zich zorgen over zijn zoon: wat moet er van hem toch terecht komen?
Zoonlief voelde zich beperkt in zijn vrijheid. Op een dag besloot de
zoon de wijde wereld in te trekken. Hij had genoeg van de ruzies met
zijn vader. Hij pakte zijn rugzak en ging door de wereld trekken.
Zes jaar lang zwierf hij door Europa. Op een dag, hij was in Turkije,
kreeg hij van een kennis uit Londen een telefoontje. Zijn vader was erg
ziek. De zoon twijfelde, of hij terug zou gaan naar zijn zieke vader.
Een paar dagen later belde de kennis weer op met het bericht dat zijn
vader overleden was. Vader en zoon hadden zich niet kunnen verzoenen.
De zoon kreeg na verloop van tijd steeds meer wroeging. Hoewel niet
religieus. reisde hij op een dag naar Jeruzalem en zag bij de Klaagmuur
hoe vrome joden aan het bidden waren. Zij stopten briefjes met hun
vragen en gebeden tussen de stenen van de muur. Hij dacht: dat ga ik
ook doen, dat kan geen kwaad. Hij schreef het volgende briefje: 'Beste
vader het spijt me dat ik het niet met je goed heb gemaakt. Vergeef me
mijn fouten. Nu pas weet ik hoe belangrijk jij voor me bent. Je zoon.'
Toen hij het briefje tussen de stenen wilde stoppen, merkte hij dat
zijn briefje er niet meer bij kon. Het zat propvol met andere briefjes.
Hij liep langs de Klaagmuur, op zoek naar een gaatje voor zijn briefje.
Aan het einde van de muur viel er een briefje uit een spleet. Daardoor
was er ruimte gekomen voor zijn briefje en hij stopte dat op de
vrijgekomen plaats. Omdat hij een beetje nieuwsgierig was, raapte hij
het gevallen briefje van de grond en ging het stiekem lezen.
Hij las: 'Beste zoon. Je zult dit briefje wel nooit lezen. Omdat ik
ongeneeslijk ziek ben, ben ik voor de laatste keer naar Jeruzalem
gegaan. Via God laat ik jou weten dat ik veel van je houd. Het spijt me
dat ik zo'n strenge vader was. Vergeef me. Je liefhebbende vader.'
Is deze man dan niet mijn broer?
Dom Helder Camara was nog hulpbisschop van Rio de Janeiro (Brazilië)
toen een zwarte Braziliaan bij hem werk kwam vragen. Camara belde
meteen een bevriend zakenman en zei: 'Vriend, mijn broer zit hier bij
me. Hij is op zoek naar werk. Kan jij hem helpen?'
'Stuur hem maar hierheen, graag zelfs', zei de zakenman. Toen hij de
zwarte man zag binnenkomen, pakte hij meteen de telefoon: 'Je zei me
toch dat je je broer zou sturen, bisschop, maar er staat een neger voor
me!'
'Denk eens even na, wil je', zei de bisschop. 'Moet ik niet het
evangelie van goedheid en universele liefde verkondigen? En is deze
zwarte man dan niet mijn broer?'
terug naar de overweging