Gebeden op de vierde zondag van de
paastijd
Inleiding:
Ik las dezer dagen de volgende uitspraak:
paarden moet je mennen, schappen moet je hoeden.
Zo'n uitspraak lijkt niet zoveel om het lijf te hebben
en toch zit er een heel groot verschil in,
een verschil van mentaliteit, van de manier van leiding geven.
Paarden moet je mennen, die moet je je wil opleggen.
Paarden moeten weten dat jij de baas bent en daarom moet je de teugels
strak houden.
Jij maakt uit waarheen en hoe het lopen moet.
Maar voor schapen moet je zorgen.
Je moet de weg wijzen maar je kunt dat niet afdwingen,
je hebt geen teugels om je wil op te leggen.
De herder, de hoeder van de schapen moet een soort geestelijk overwicht
op hen hebben,
de schapen moeten zijn zorgzaamheid voelen
en daarom zich door hem laten leiden.
Jezus was zo'n herder. Hij noemde zich de goede Herder.
En hij roept in zijn kerk mensen op om in zijn geest herders te zijn,
geen menners, maar zorgzame hoeders.
Daar willen we even over nadenken.
Openingsgebed:
God, onze Vader in de hemel,
Jij die niet schreeuwt, maar intens luistert.
Jij die de geknakte mens niet breekt, maar heelt.
Jij die niet onderuithaalt, maar omhoog haalt.
Jij die niet uitdooft, maar verwarmt.
Jij die niet heerst, maar dient.
Jij die niet angstig maakt, maar bevrijding brengt:
Leg Jouw kracht in ons. Laat Jouw Stem hoorbaar worden in ons midden,
en hoorbaar blijven in alle tijden. Amen
Gebed over de gaven:
God, U hebt ons uitgenodigd aan uw tafel van vrede en liefde,
in woord en daad voor ons bereid door Jezus, uw gezondene.
Om uw rijk op aarde te vestigen heeft Hij zich gegeven tot in de dood.
Lijden en dood is Hij niet uit de weggegaan,
om ons te leren die weg van breken en delen,
van onbaatzuchtigheid en zelfvergeten liefde.
Moge Hij tot leven komen in dit samenzijn
en bij ons blijven in tijd en eeuwigheid. Amen.
Slotgebed:
God die ons roept.
Zo veel stemmen horen we zoveel geluiden vangen we op zoveel lokroepen
om te volgen. . . Kom mee, maak plezier; kom mee, word rijk; kom mee,
word populair
kom mee, vecht voor jezelf; Iaat achter de zwakke
Iaat achter wie hongert; Iaat achter de trage; Iaat achter je naaste
Vol zitten onze oren ermee ons hart wordt erdoor ingepakt. Vergeef ons
Heer . . . Open onze oren, leg open ons hart,
overstem alle stemmen dat wij uw stem herkennen,
dat ons hart U verstaat, dat wij de naaste in ons hart sluiten. Amen.
Voorbede
Wij bidden voor de kerk van Christus
dat zij een open en gastvrije geloofsgemeenschap moge zijn,
waarin eenheid niet hetzelfde betekent als uniformiteit,
en geloven meer is dan blinde gehoorzaamheid,
dat zij steeds heel mild en ruimdenkend moge zijn jegens
andersdenkenden.
Wij bidden voor alle gezagsdragers in de christelijke kerken,
dat zij goede herders mogen zijn voor alle schapen,
ook voor de zwarte schapen en de zondebokken,
dat zij alles doen wat in hun vermogen ligt
om eenheid en verbondenheid tussen alle christenen te bevorderen,
en geen onnodige en zinloze barričres opwerpen tegen anders-gelovigen.
Wij bidden voor alle christenen, bij welke kerkgemeenschap zij ook
horen,
dat zij samen zoeken naar de weg en de waarheid die Jezus wijst,
en de moed hebben om bewust te kiezen voor zijn idealen;
dat hun gelovige verbondenheid met Jezus zichtbaar mag worden
en een steeds groeiende saamhorigheid met elkaar.
Wij bidden voor heel onze samenleving,
dat niet de macht van reclame en mode het laatste woord heeft,
maar dat iedereen moeite doet om zelf na te denken
over de zin en de waarden van het leven;
dat het leven niet beheerst wordt door wat "men" gewoon vindt
maar dat iedereen kan en durft kiezen vanuit eigen overtuigingen.
God, Herder en Vader, zo wilt U graag gezien worden,
moge uw geest ook ons de kracht schenken
om herders en hoeders van elkaar te zijn,
opdat door ons uw vaderlijke zorg zichtbaar wordt.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij vierde zondag van de paastijd
Gebed:
God die ons roept
Zo veel stemmen horen we
zoveel geluiden vangen we op
zoveel lokroepen om te volgen. . .
Kom mee, maak plezier
kom mee, word rijk
kom mee, word populair
kom mee, vecht voor jezelf
laat achter de zwakke
laat achter wie hongert
laat achter de trage
laat achter je naaste
Vol zitten onze oren ermee
ons hart wordt erdoor ingepakt.
Vergeef ons Heer . . .
Open onze oren,
leg open ons hart,
overstem alle stemmen
dat wij uw stem herkennen,
dat ons hart U verstaat,
dat wij de naaste in ons hart sluiten. Amen.
De meste stemmen gelden
De meeste stemmen gelden -
zo raakt een minderheid
haar recht op spreken kwijt.
De meeste stemmen gelden -
ik hoor ze liever niet
als jij geen uitzicht ziet.
Iedereen praat vrolijk mee
zonder iets te zeggen,
taal van leegte, niet in staat
hart in woord te leggen.
Taal van afstand, buitenkant,
veilig uit te spreken
doet de stem die liefde vraagt
onbegrepen breken.
Ik geloof wat jou beweegt:
blijf dus met me praten
dat ik jouw verlangen deel
leven los te laten,
dat ik op jouw vraag antwoord ben
als twijfels je bedreigen.
Schaamte past niet jou maar mij
die het liefst blijft zwijgen.
Jouw stem
Jij die niet schreeuwt,
maar intens luistert.
Jij die de geknakte mens
niet breekt, maar heelt.
Jij die niet onderuithaalt,
maar omhoog haalt.
Jij die niet uitdooft,
maar verwarmt.
Jij die niet heerst,
maar dient.
Jij die niet angstig maakt,
maar bevrijding brengt.
Leg Jouw kracht in ons.
Laat Jouw Stem hoorbaar worden
in ons midden.
Was jij dat, God?
Die zachte fluistering,
was jij dat God?
Heel zacht, heel stil, haast ongemerkt?
Zó dat ik het eerst niet hoorde?
Luisterde ik niet goed?
Sprak jij te stil?
Of hoorde ik je niet
omdat jouw aanwezigheid zo vanzelf spreekt,
en jouw fluistering er altijd is?
Net als de wind,
die door de bomen ruist,
die mijn gezicht streelt,
en die pas opvalt als hij zwijgt.
Zoals de lucht
die ik in- en uitadem
er altijd is.
Ongemerkt.
Gewoon.
Onmisbaar.
Ik mocht je gaan ervaren, God,
in de warmte van mens tot mens,
in een blik, een handdruk, een gebaar.
En gaandeweg de rit,
langzamerhand, op kousenvoeten,
ben ik het gaan horen:
jouw roep naar mensen,
en naar mij.
Blijf ons toch roepen, God!
Naar buiten geroepen (Anselm Grün)
Ik trek mijn wandelschoenen aan
pak mijn rugzak, maak thee en brood klaar
neem afscheid van thuis
van wat me lief is geworden
Ik ben bang voor het onbekende
schrik terug voor de uitdaging
twijfel aan de weg
ik mis landkaarten en wegwijzers.
Zomaar op pad gaan
op uw woord
de stad achter mij laten
bereid zijn de weg met U te gaan
Angst
onmacht, wanhoop
en toch ook vertrouwen
een heel groot vertrouwen
en protest en overgave
Ik geef me aan U, ik ga met U
ik laat los en hou me vast aan U
ik doe mee en laat los
Ik ben bereid
omdat U me vasthoudt
Ik ben bereid
omdat U me roept
Liefde is riskant
Als je iets
voor een ander wilt doen,
loop je de kans
dat het geweigerd wordt.
Als je op een ander afgaat,
is er de kans
dat je bedrogen uitkomt.
Als je iemand
in vertrouwen neemt,
kan die ander je wel verraden.
Als je een ander helpt,
riskeer je ondank.
Als je iemand liefhebt,
zal die ander
je misschien in de steek laten.
En toch zou dat ons
niet moeten afschrikken
om onszelf te geven.
Liefde
Liefde: een wonderlijk woord.
Misschien het mooiste woord dat bestaat.
Liefde is van centrum veranderen.
Niet in jezelf opgesloten blijven, niet egocentrisch zijn.
Liefde is je centrum in de ander leggen: onderduiken in hem.
Liefde is je afvragen: Wat gaat er in de ander om,
wat zijn de behoeften van die ander?
Liefde is loslaten, overgave, één worden.
Liefde is openheid, prijsgeven.
Liefde is jezelf kwetsbaar maken:
spel van pijn en vreugde, van rijkdom en armoede.
Liefde is klaarstaan, helpen, een dienst bewijzen,
teleurstellingen besparen.
Liefde is ruimte scheppen waarin een ander zichzelf kan zijn.
Hem in staat stellen om het mooiste van zichzelf
tot ontplooiing te brengen.
Hem helpen te worden wie hij is.
Liefde is communicatie, samenspel, uitwisselen.
Liefde is bemoedigen, waarderen, bevestigen.
Het is de ander nemen zoals hij is:
met zijn zwakke en sterke kanten:
zoals jij bent mag je zijn en het is goed zo.
Liefde is de ander niet beoordelen
naar uiterlijkheden: prestatie, resultaten, successen.
Liefde is niet: wat beteken jij voor mij, wat heb ik aan je,
maar wat beteken ik voor jou.
Liefde is warmte en leven,
goedheid en verdriet, vreugde en pijn.
Liefde is ondoorgrondelijk. onuitputtelijk, mysterie.
Liefde is de ander worden.
Predikant en luisteraar
Een priester die week na week neergekeken had vanaf de preekstoel op
rijen onbewogen gezichten, gesloten ogen en knikkebollende hoofden, zag
op een zondag toen hij weer de kerk inkeek, ineens twee wakkere,
intelligente ogen die heel aandachtig naar hem keken.
Het waren de ogen van een Chinees, en een ware verademing temidden van
de doezelende parochianen. En de Chinees luisterde niet alleen, hij
reageerde ook. Als de priester over de hemel sprak, straalde de Chinees
van plezier. Wanneer de zonde ter sprake kwam, keek hij verdrietig en
berouwvol.
Soms knikte hij de priester bemoedigend toe of schudde met de priester
mee zijn hoofd over de beschamende toestand van de mensheid. Aan het
eind van de preek zond hij glimlachjes en goedkeurende blikken naar de
priester, die opgewekt naar zijn ontbijt ging in de overtuiging dat
zijn preek gewaardeerd werd. Toen de Chinees week na week bleef komen,
probeerde de priester zijn preek te verfraaien. Hij zocht naar
toepasselijke verhalen die zijn onderwerp dichter bij de mensen
brachten, hij las wel eens een gedicht voor of vertelde over wat hem
zelf die week getroffen had. De voorbereiding van zijn preek nam heel
wat meer tijd is beslag. En de Chinees genoot.
Maar net zoals die priester wilt u natuurlijk weten wie die Chinees
was. Op de vijfde zondag wachtte hij de man op na de dienst en nodige
hem uit voor een kop koffie. De Chinees glimlachte, boog en zei niets
-tenminste geen woord Nederlands, want die taal sprak of verstond hij
niet.
En deze schok was niet de enige. Want door middel van een tolk kwam de
priester er later achter dat de Chinees ook geen Christen was. Hij had
het alleen lekker warm gevonden in de kerk. Hij had slechts op de bus
zitten wachten.
Wat de Chinees ons leert? De preek helemaal begrijpen is niet
wezenlijk. Maar de priester moet kunnen merken dat hij voor levenden en
niet voor doden spreekt. En dat sommigen graag naar hem luisteren: een
instemmend knikje, een goedkeurende glimlach, misschien zelfs even een
opsteken van een duim.
Misschien was die Chinees toch een engel met een boodschap: als
priesters slecht preken, is dat ook de schuld van een slecht publiek.
terug naar de overweging