Gebeden op de derde zondag door het jaar
Inleiding:
Vandaag is de laatste dag van de
bidweek voor de eenheid,
bidden om meer eenheid tussen al die verschillende christelijke kerken
en kerkgenootschappen.
Ergens is het heel beschamend dat de boodschap van Jezus
zo versplinterd wordt beleefd en doorgegeven.
Wat ons samenbindt in Jezus en zijn leven is veel groter en
belangrijker
dan de verschillen in zienswijzen en geloofsbeleving.
Bidden om meer eenheid is natuurlijk goed,
maat misschien moeten we meer bidden dat we leren luisteren naar
elkaar.
Al luisterend zouden we waarschijnlijk meer respect kunnen opbrengen
voor ieders eigen standpunten.
Dat geldt trouwens niet alleen voor de vele kerken,
dat geldt ook voor onze eigen katholieke kerk,
waarin ook veel verschillende standpunten worden ingenomen,
waar heen en weer nogal wat met kritiek gegooid wordt.
Ook hier zou meer luisteren naar elkaar mensen en standpunten
dichter bij elkaar kunnen brengen.
Gebed:
God van het verbond,
open ons voor uw woord dat ons oproept tot saamhorigheid,
schenk ons uw Geest dat wij verbondenheid beleven en vieren.
Maak ons zo bereid mee te bouwen aan een samenleving
waarin mensen om elkaar geven en wat voor elkaar over hebben,
zodat niemand van uw mensen verloren loopt.
Dat vragen wij U omwille van Jezus Christus onze Heer en broeder
tot in eeuwigheid. Amen
Gebed over de gaven:
God van het verbond,
zie genadig neer op ons, mensen van velerlei pluimage,
toch met elkaar verbonden, samen uw volk op aarde.
Nu wij in brood en wijn het nieuwe altijddurende verbond vieren
dat U met ons bent aangegaan in Jezus, uw gezondene,
vragen wij U:
mogen wij brekend en delend saamhorigheid beleven,
nu dit uur en alle dagen van ons leven. Amen
Slotgebed
God, wij kwamen hier om te luisteren
naar de woorden van jouw Zoon Jezus
onze broeder, de beloofde messias
wij vragen U:
zegen ons horen
opdat wij in de woorden van Jezus
uw wil met de mensen herkennen;
zegen ons kijken
opdat wij in de daden van Jezus
uw bedoeling met de wereld zien;
zegen ons verbazen
opdat wij in de gebaren van Jezus uw hand ervaren;
zegen ons vertrouwen
opdat wij in de wijsheid van Jezus
uw grootheid gewaar worden;
zegen ons ontvankelijk zijn
opdat uw genade in ons kan werken.
Maak messiaanse mensen van ons
die uw wil met de wereld uit-zeggen en doen
vandaag en altijd. Amen.
Voorbede:
Moge de Geest des Heren komen over alle mensen van goede wil,
dat zij het aandurven om profeet te zijn in deze tijd,
dat zij hun stem verheffen tegen onrecht in de wereld van vandaag,
en protesteren tegen schendingen van mensenrechten,
onderdrukking van de armen en misbruik van kinderen.
Moge de Geest des Heren komen heel over onze geloofsgemeenschap,
dat ieders gelovig zijn zich niet beperkt tot wat theorie of wat bidden,
maar dat velen in beweging komen om te metterdaad te doen
wat Jezus ons heeft voorgehouden en voorgedaan.
Moge de Geest des Heren komen over alle verenigingen,
dat zij gemeenschapszin en saamhorigheid bevorderen,
dat zij ook steeds ruimte hebben voor de zwakkere broeders en zusters.
Mogen zij zo bijdragen tot een goede en gezonde samenleving.
Moge de Geest des Heren komen
over alle ouders en leerkrachten die kinderen helpen opgroeien,
over allen die werkzaam zijn in de verzorgende beroepen,
over allen die actief zijn in de politiek.
Moge het welzijn van de ander steeds hun eerste zorg zijn.
Moge de Geest des Heren komen over ieder van ons,
dat ieder, niemand uitgezonderd, zijn verantwoordelijkheid
voor de gemeenschap op zich durft te nemen. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de derde zondag door het jaar
Jij zou toch God zijn?
Jij zou toch God zijn?
De aarde uit Jouw hand geschapen
met groen en blauw
met vuur en kou,
met zuur en zout,
die aarde aan de mens gelaten:
wat ooit was een grote tuin
is nu grijs van het puin.
Ken Jij de aarde nog?
Doet het Jou geen pijn
als het regenwoud wegkwijnt
de olifant verdwijnt
Jij zou toch God zijn?
De mensen, van Jouw adem levend,
met hart en hand,
met wil en verstand aan Jou verwant,
wij mensen aan elkaar gegeven:
wie niet past in het systeem
die leeft en sterft alleen.
Ken Jij de mensen nog?
Doet het Jou geen pijn
als een mens slachtoffer wordt
van onrecht en tekort
Jij zou toch God zijn?
Gebed om zegen
Wij kwamen hier om te luisteren
naar de woorden van jouw Zoon Jezus
onze broeder, profeet-bij-uitstek
wij vragen Je:
zegen ons horen
opdat wij in de woorden van Jezus
jouw wil met de mensen herkennen;
zegen ons kijken
opdat wij in de daden van Jezus
jouw bedoeling met de wereld zien;
zegen ons verbazen
opdat wij in de gebaren van Jezus
jouw hand ervaren;
zegen ons vertrouwen
opdat wij in de wijsheid van Jezus
jouw grootheid gewaar worden;
zegen ons ontvankelijk zijn
opdat jouw genade in ons kan werken.
Maak profeten van ons
d
ie jouw wil met de wereld uitzeggen
vandaag en altijd. Amen.
Ik geloof in een nabije God.
Ik geloof in een God
die mij dagelijks draagt.
Ook al zie ik Hem niet;
ook al hoor ik Hem niet.
Ik geloof in een God
die in dieren, in planten
zichzelf zichtbaar maakt
voor al wie gelooft.
Ik geloof in een God
van de ondergaande zon,
van de wolken aan de horizon
en de eindeloze stilte van de zee.
Ik geloof in een God
die alle stilte vervult
en alle geluid.
Ik geloof in een God
die in mensen aanwezig is.
Die wij vinden in hen
om wie wij ons bekommeren.
Ik geloof in een God
die mij dagelijks leidt,
die mij dagelijks houdt bij de hand.
Ik geloof in een God
die bereikbaar is voor ons.
Die de steen is
waarover we dagelijks struikelen.
Die de stem is
die ons dagelijks prikkelt.
Die de mond is
die we dagelijks voeden.
Die we vinden in het werk
dat we dagelijks doen.
gebed
God,
Grote woorden vallen ons zwaar
Heil, vrede, gerechtigheid
Ze klinken als een vloek
wanneer we om ons heen kijken.
Leer ons de mens te zien
zoals U ons ziet
De mens die bang is
De mens die vastzit in zijn bestaan
De mens die geen hoop meer heeft
De mens die te kort komt
De mens die niet begrepen wordt
De mens die niet mag meedoen
De mens die niet meer kan bidden
Wees hen nabij, God,
en help ons mens te zijn met hen. Amen
Waar zet ik mij voor in?
In wie van hun armoe delen,
voor de ander niet verhelen
dat zij elk anders rijkdom zijn,
komt mijn koninkrijk nabij.
In wie zo maar zonder vragen
lasten van elkander dragen,
de levensweg tezamen gaan,
breekt mijn koninkrijk zich baan.
Aan wie met elkander spreken,
hun gegeven woord niet breken,
verzoening stellen boven schuld,
wordt mijn koninkrijk onthuld.
Aan wie tot het eind vergeven,
vreugde vinden in een leven
waar liefde haat en onmacht heelt,
valt mijn koninkrijk ten deel.
Samen kerk
De kerkgemeenschap kun je vergelijken met een kerkgebouw.
Een kerkgebouw bestaat uit duizenden stenen.
Elke steen heeft zijn eigen plaats en functie.
Sommige stenen zitten, onzichtbaar, in het fundament;
ze dragen alles en geven stevigheid.
Andere stenen zijn zichtbaar,
sommige binnen, andere buiten, de een hoog, de ander laag.
Er zijn stenen die als functie hebben iets te ondersteunen of te
omlijsten.
Maar allemaal samen vormen ze het ene kerkgebouw.
Zo vormen we ook allemaal samen de kerkgemeenschap,
ieder met zijn eigen plaats en functie.
Ieder met zijn eigen talenten.
JIJ BENT JEZUS NIET!
In het jaar god-weet-hoeveel toen de tijd in elk geval nog steeds
werd afgemeten naar het heersen en verdwijnen van de groten, een vorst,
een president, een oliesjeik, een generaal, een paus of hoe dan ook een
oppermacht; toen er nog wel gezongen werd "Iemand heeft ons gered",
maar enkel als slotlied in een kerk of bij gelegenheid, toen kwam de
zoon van de timmerman of van de stratenmaker -sommigen zeggen: zijn
vader was zelf predikant - en hij ging - in zover dat nog gewoonte was
-op zondag naar de kerk.
Omdat de vaste lektor niet verschenen was, werd hij gevraagd om voor te
lezen.
En hij las het verhaal van die dag over de kleine man, mijn dienaar:
"De goede geest zal op hem rusten, want hij zal te vinden zijn bij
armen en onderdrukten. Hij zal rondgaan als een ongewapende en de last
van velen zal hij op zijn schouders nemen."
Tot zover deze lezing, had hij moeten zeggen, en de gemeente zou
ingevallen zijn met: "Lof zij U, 0 Christus."
Maar hij keek de kerk in en zei:
"Wat er zojuist is voorgelezen, gaat vandaag beginnen.
Ik tenminste kan er niet onderuit en wil gaan doen wat hier geschreven
staat..."
De gemeente was stomverbaasd.
De meesten schudden hun hoofd, en op last van de pastoor kwamen er twee
naar voren en leidden met stevige hand de jongen naar buiten.
Bij de deur zeiden ze nog:
"Wat denk jij wel, jij bent Jezus niet."
Meneer Professor
Er was eens een meestersmid die een ijverig en vakbekwaam man was,
maar die wel een erg hoge dunk had van zijn eigen kunnen. Wie hem niet
met de titel 'Meneer Professor' aansprak, hoefde niet te verwachten dat
hij antwoord kreeg.
Op een goede dag verschenen Jezus en de heilige Petrus in zijn
werkplaats. "Meneer Professor," zei Jezus, "wilt u mij wel toestaan
iets te maken in uw werkplaats?"
"Als dat alles is," antwoordde de smid. "Wat wilt u dan maken?"
"Dat zult u wel zien."
Jezus greep een tang, pakte daarmee zijn apostel vast en hield hem in
het smidsvuur tot hij roodgloeiend was. Daarop haalde hij hem er weer
uit en begon lustig op zijn werkstuk los te hameren. In een handomdraai
was de oude, kale Petrus veranderd in een flinke jongeman met een
weelderige haardos.
Sprakeloos van verbazing stond de smid als aan de grond genageld,
terwijl zijn beide bezoekers beleefd afscheid namen. Uiteindelijk kwam
hij weer bij zijn positieven en rende hals over kop naar boven, waar
zijn zieke oude vader in bed lag.
"Vader, kom snel. Ik heb zojuist geleerd hoe ik weer een gezonde,
sterke jongeman van je kan maken!"
"Ben je soms gek geworden?"
"Geloof me toch. Ik heb het met eigen ogen gezien."
Toen de oude man zich hardnekkig bleef verzetten, sleepte zijn zoon hem
naar beneden de werkplaats in. Daar hield hij hem in het gloeiende
smidsvuur, maar alles wat hij er na enige tijd uithaalde, was een
verkoolde klomp vlees, die onder de slagen van zijn hamer tot gruis
uiteenviel.
Eindelijk begon het de smid te dagen wat hij had aangericht. Hij rende
naar buiten om de twee vreemdelingen te zoeken en trof hen tot zijn
opluchting nog aan op het marktplein. "Heren, wat hebben jullie me
aangedaan! Ik wilde het ook proberen en nu heb ik mijn bloedeigen vader
verbrand. Ik smeek jullie, kom me toch helpen, als dat tenminste nog
mogelijk is."
"Ga rustig naar huis," antwoordde Jezus. "Daar zul je je vader gezond
en wel aantreffen."
En tot zijn onuitsprekelijke vreugde was dat ook zo.
Sinds die dag was het gedaan met de hoogmoed van de smid. Als iemand
hem nog eens aansprak met 'Meneer Professor', dan riep hij: "Ach, schei
toch uit met die onzin. De rijke heren wonen in Venetië, de knappe
professoren in Padua en ik ben maar een doodgewone prutser."
terug naar de overweging