Gebeden op de vierde zondag van de advent

Inleiding:

De klimaatconferentie in Kopenhagen is afgelopen. Velen, met name milieugroeperingen, hadden de hoop dat er werkelijk doortastende besluiten genomen zouden worden om de co2 uitstoot in de komende jaren te verminderen. Het resultaat van de besprekingen zijn echter niet hoopgevend, tenminste niet voor heel veel betrokken mensen. Een stap in de goede richting wordt het door sommigen genoemd, maar anderen spreken van een mislukking. Hoop op een betere toekomst, daar gaat het ook in deze advent over, dat is ergens ook de wezenlijke betekenis van het komende kerstfeest. Die hoop is noodzakelijk om mensen in beweging te houden, maar het is in de werkelijkheid van het leven een heel moeizaam proces. Pessimisten zullen spreken over een mislukking, optimisten blijven hopen en vinden elk stapje in de goede richting, hoe klein ook, de moeite waard. Als die hoop ons misschien te weinig in beweging houdt, vragen we eerst om vergeving in het drenpelgebed.

Bij het aansteken van de kaarsen

De vierde kaars mag branden; dat is een blij bericht, want God die ons nabij is laat ons leven in Zijn licht. Een groene krans, vier kaarsen, want Kerstmis komt in zicht. Het wordt steeds minder donker, dus zie je steeds meer licht.

Openingsgebed

God, wij danken U voor elk nieuw kind dat verwacht wordt, teken van hoop, teken van uw vertrouwen in ons mensen, teken van uw werkzaamheid in deze wereld Wij bidden U voor ouders, jong en oud: dat zij inspirerende voorbeelden zijn zodat hun kinderen het leven zullen Ieren. Wij bidden U voor de kerk: dat zij een stapsteen is voor haar jeugd en geen struikelblok bij het doorgeven van de dingen van U. Amen

Gebed over de gaven:

God van alle mensen, telkens weer roep u ons tot eenheid en verbondenheid. Moge de saamhorigheid die wij hier aan deze tafel van uw zoon beleven, zichtbaar worden in de manier waarop wij omgaan met elkaar in ons gewone leven van alle dag. Amen

Slotgebed:

God van mensen, U bent ons nabij als wij U zoeken in tastend geloof. U bent in ons midden als U vieren in woord en gebed. Schenk ons uw geest van wijsheid en kracht om uw heil zichtbaar te maken in de wereld van vandaag, opdat het licht van kerstmis ook in en door ons schijnen zal in heel onze gemeenschap. Amen

Voorbede
    Moge het licht van Gods barmhartigheid schijnen
    voor alle vrouwen en mannen die geen kinderen kunnen krijgen
    voor alle moeders en vaders die verdriet hebben om hun kinderen
    omdat die andere wegen gaan dan zij zouden willen,
    voor alle ouders en kinderen die elkaar niet meer begrijpen.
    Moge de band van de liefde sterker zijn dan alle problemen.
    Moge Jezus, de Komende, hun dit licht brengen.

    Moge het licht van Gods liefde schijnen
    voor alle kinderen die geen liefdevol thuis hebben,
    voor alle jeugdigen die mishandelt of misbruikt worden,
    voor alle jongeren die op het criminele pad terecht gekomen zijn
    voor hen die opgroeien zonder doel in het leven
    en zonder enig besef van waarden en normen.
    Mogen ze toch mensen ontmoeten die hen helpen
    de juiste weg door het leven te vinden.
    Moge Jezus, de Komende, hun dit licht brengen.

    Moge het licht van Gods goedheid schijnen
    overal waar mensen leven in de duisternis van armoede,
    in het donker van oorlog en geweld,
    in de schemering corruptie en bedrog.
    Moge zijn licht schijnen overal waar mensen
    blijven geloven in een betere wereld
    en ook alles doen om die naderbij te brengen.
    Moge Jezus, de Komende, hun dit licht brengen.

    God, verlangend zien wij naar Hem uit,
    de vreugdebode van uw genade.
    Moge Hij in en door ons steeds weer tot leven komen,
    tot welzijn van heel onze mensengemeenschap. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de vierde zondag van de advent
Verwachten
    Vrouwen weten wat verwachten is
    zij alleen dragen, verdragen,
    voldragen de hoop
    belichaamd in elk kind dat op komst is.

    Mannen slaan (jaloers?) alle hoop de bodem in
    smelten ijzer om tot wapens,
    maken van madonna's hoeren,
    sterven voor hun voetbalclub,
    mannen calculeren, berekenen kansen
    ontkennen het onverwachte,
    zien zo ver als hun arm reikt
    en verlengen die met machines,
    mannen noemen God 'Vader'
    en maken zo zichzelf almachtig
    maar als het om leven gaat
    staan mannen aan de kant
    als de beste stuurlui.
Zegen (bede)
    Het beste namens God toegewenst
    aan allen die nieuw leven verwachten:
    dat zij een open gezin mogen zijn.
    aan allen die naar een kind verlangen
    maar al zo lang hopen en bidden:
    dat zij niet verbitterd raken.
    aan alle aanstaande vaders en moeders
    die niet blij in verwachting zijn
    maar worstelen met hun nieuwe rol:
    dat zij hun verantwoordelijkheid aankunnen.
    aan alle kinderen:
    dat er ruimte voor hen wordt gemaakt
    om te groeien en zichzelf te zijn.
    aan ons allen:
    dat wij tot vervulling laten komen
    alles wat van godswege gezegd is.
Gebed
    God, wij danken U voor elk nieuw kind dat verwacht wordt,
    teken van hoop, teken van uw vertrouwen in ons mensen,
    teken van uw werkzaamheid in deze wereld
    Wij bidden U voor ouders, jong en oud:
    dat zij inspirerende voorbeelden zijn
    zodat hun kinderen het leven zullen leren.
    Wij bidden U voor de kerk:
    dat zij een stapsteen is voor haar jeugd
    en geen struikelblok
    bij het doorgeven van de dingen van U.
Op weg naar Kerstmis In verwachting van Kerstmis EEN PAREL VAN ONSCHATBARE SCHOONHEID

    Een oester zei tot een van de andere oesters in haar buurt: "Ik voel zo'n diepe pijn binnen in me: het lijkt wel iets hards en ronds, en ik ben er helemaal ellendig van."
    Zelfvoldaan antwoordde de andere oester: "God en de zee zij dank, ik heb helemaal geen pijn. Ik voel me lekker fit en gezond, van binnen als van buiten."
    Op dat ogenblik kwam er een krab voorbij, die de beide oesters hoorde praten. Tot degene die zich zo lekker fit en gezond voelde van binnen en van buiten zei ze: "Ja, je bent lekker en wel, maar de pijn die je buurvrouw draagt is een parel van onschatbare schoonheid."

      Kahlil Gibran
Bruidskeuze (sprookje van Grim)

    Er was eens een jonge herder; hij wilde gaan trouwen en hij kende drie zusters, en de één was nog mooier dan de ander; de keus was moeilijk en hij kon maar niet besluiten om één van hen te nemen.
    Toen vroeg hij zijn moeder om raad; en zij zei: "Nodig ze alle drie uit en zet ze een stuk kaas voor; dan moet je goed opletten, hoe ze hem eten."
    Dat deed de jongeman; maar de eerste hapte de kaas met korst en al op; de tweede sneed inderhaast de korst ervan af, maar in haar haast liet ze er nog heel wat aan zitten en gooide dat ook weg; de derde sneed het korstje zorgvuldig weg, niet te veel en niet te weinig. Dat vertelde de herder aan zijn moeder, en zij zei: "Neem jij die derde tot vrouw." Dat deed hij, en hij had een tevreden en gelukkig leven met haar.

Moeder en zoon

    Drie vrouwen zaten bij de waterput. Ze rustten nog even, voordat ze de loodzware kruiken naar het dorp gingen sjouwen. Vermoeid keken ze de weg langs die ze straks zouden gaan.
    'Kijk eens hoe gezegend ik ben !' riep een van de vrouwen onverwachts. Vanuit het dorp kwam een wandelaar met een boek in zijn hand. 'Ik heb de beste zoon die er is. Hij is de knapste van ons allemaal’. Vol trots keek ze naar de jongeman, die lezend voorbij liep, de vrouwen niet zag en in de verte verdween.
    'Ik heb de beste zoon,' antwoordde de tweede vrouw. Ze wees naar een zwaar gespierde man die op hen af kwam hollen. Hij wint alle sportprijzen. Nu loopt hij vast zijn trainingsronde.' Vol trots keek ze hem na, terwijl hij snel in de verte verdween.
    'En dat is mijn zoon,' zuchtte de derde vrouw. Ze zweeg. Haar zoon kwam altijd achteraan. Zijn onnozelheid kende iedereen. Maar toen hij bij de put kwam, pakte hij de kruik van zijn moeder. Samen liepen ze naar het dorp. ‘Ik ben wel het mééste gezegend,' glimlachte de moeder. Haar zoon keek haar niet begrijpend aan ...

De adelaar

    Iemand vond eens het ei van een adelaar en legde het in het nest van een kip die op een binnenplaats aan het broeden was. Het ei kwam uit en de adelaar groeide op met de kuikens van de kip. Heel zijn leven lang deed de adelaar wat de kippen deden; hij wist niet beter of hij was een kip die op de binnenplaats thuis hoorde. Hij krabde in de aarde naar wormen en insecten.
    Hij tokt en kakelde en soms spreidde hij zijn vleugels uit en vloog net als de kippen een klein eindje de lucht in. Zo vliegt een kip toch, hé?
    Jaren gingen er voorbij en de adelaar werd heel oud.
    Op zekere dag zag hij een schitterende vogel hoog boven hem in de lucht vliegen. Hij liet zich majestueus drijven op de kracht van de wind en bewoog zijn sterke gouden vleugels nauwelijks.
    De oude adelaar keek ernaar vol eerbied en ontzag. "Wie is dat?" vroeg hij aan zijn buurman.
    "Dat is een adelaar, de koning van de vogels," zei zijn buurman. "Maar denk er maar niet meer aan. Jij en ik lijken in de verste verte niet op hem."
    En dus dacht de adelaar er niet meer aan. Hij stierf in de overtuiging dat hij een kip was die op de binnenplaats thuis hoorde.

      (Vrij naar: The song of the bird, A. de Mello, S.J.)
terug naar de overweging