We hebben het feest van Sinterklaas weer gevierd.
De goedheilig man heeft weer veel kinderen blij gemaakt met speelgoed,
in de meeste gevallen met een heleboel speelgoed in alle vormen.
Sinterklaas is altijd al een leuk en gezellig feest geweest, voor jong
en oud.
Vroeger waren we blij met een eenvoudige speeltje, een chocoladeletter
en een nieuwe trui die moeder stiekem voor je gebreid had.
Tegenwoordig is er vaak zo'n overdaad aan speelgoed,
dat ik me wel eens afvraag of dat de kinderen nog wel gelukkig maakt.
En ook of men soms veel belangrijker dingen niet vergeet
in de drang naar meer luxe en steeds duurdere cadeautjes.
Een kind komt bij zijn moeder en vraagt: Mam, gaan we vanmiddag naar
het park de eendjes voeren? En de moeder antwoordt: nee Jantje ik heb
nu geen tijd, ga maar fijn zitten lezen in dat boek dat je van
Sinterklaas gekregen hebt.
Een kind vraagt aan zijn vader: Papa, wil je me helpen met een boot
plakken. En de vader zegt: Nou niet, Pietje, ik wil nu naar het
voetballen kijken, ga maar fijn spelen met die mooie legodoos die je
van Sinterklaas hebt gehad.
Kinderen brengen een pakje naar hun oude moeder: Hoi mam, we hebben
iets leuks voor u gekocht, voor Sinterklaas.
Maar nu moeten we gaan, hoor, want we hebben het nog zo druk, we gaan
samen met vrienden naar een kerstmarkt in Duitsland.
Sinterklaas is het feest van de overvloed, voor de kinderen vaak een
soort luilekkerland. Sinterklaas doet toch elk jaar weer goede zaken.
Die overvloed is iedereen natuurlijk van harte gegund
maar ik vraag me wel eens af of het niet verstandiger zou zijn
als het allemaal wat minder zou zijn,
als kinderen zouden leren blij te zijn met kleine dingen.
We zeggen niet voor niets: het zijn de kleine dingen die het doen.
Dat geldt trouwens niet alleen voor kinderen maar voor ons allemaal.
We willen elkaar best een heleboel geven maar we vergeten vaak
dat het belangrijkste dat we elkaar kunnen geven tijd is,
tijd om te luisteren, tijd om samen te zijn, tijd om iets samen te
doen.
Maar in ons jachtige bestaan is dat vaak het moeilijkste te geven.
Geen tijd, dat beheerst vaak ons leven.
We hebben te vaak geen tijd voor mensen, we hebben ook dikwijls geen
tijd voor God,
geen tijd om echt van harte te luisteren naar Jezus'boodschap,
geen tijd om na te denken over de zin van ons leven,
geen tijd om stil te staan bij ontwikkelingen in de samenleving.
Vroeger werd er heel de dag door tijd ingeruimd voor gebed:
morgengebed, avondgebed, voor en na het eten, het angelus, het
rozenhoedje.
Je kunt natuurlijk best wat vraagtekens stellen
bij de manier waarop al de bekende gebeden afgeraffeld werden,
en bij de zin van twee of drie keer op zondag naar de kerk moeten,
maar er werd wel tijd voor genomen, en dat was op zichzelf toch
waardevol.
Vandaag hoorden we in de lezingen de oproep:
De Heer komt, baan voor Hem weg door de woestijn,
m.a.w. Hij komt, maar je moet Hem wel de kans geven jou te bereiken.
Hij komt, maar Hij kan alleen komen met zijn vrede en vreugde
als jullie ruim baan voor hem maken.
Dus, aan het werk: ruim oneffenheden op en daarbij moet je niet alleen
denken aan heuvels en dalen in de woestijn
maar aan de oneffenheden en hobbels in je eigen leven, en in de
samenleving waar je deel van uit maakt.
Die weg door de woestijn is beeldspraak, geen letterlijke
werkelijkheid.
Dat is ook precies wat Johannes de Doper deed in de tijd dat hij
optrad:
mensen oproepen zich te bekeren, om oneffenheden in hun leven op te
ruimen.
Die woorden krijgen wij te horen in deze voorbereidingstijd op
kerstmis,
dat feest van vrede op aarde voor alle mensen.
Ook wij worden opgeroepen om oneffenheden op te ruimen,
en de grootste berg die wij samen moeten wegwerken is
de haast waarmee wij elkaar soms voorbij lopen, het feit dat we vaak
geen tijd hebben om iets voor anderen te doen
Het dal wat we moeten opvullen is onze materialistische levenshouding
waardoor we steeds meer moeten hebben/krijgen om voldaan te zijn.
Dat is een gat waar velen in vallen.
Het is bijna Kerstmis. Hopelijk hebben we allemaal wat tijd
om stil staan bij de komst van dit kind van de vrede.
Zo kunnen en moeten we de weg banen voor zijn komst.
Vorige week zaterdag hadden we hier de vormselviering.
46 Jongens en meisjes werden toen door de bisschop gezalfd
en kregen de hand opgelegd met de woorden: ontvang het zegel van de
heilige Geest.
Eigenlijk betekent het gewoon: ga op weg in de geest van Jezus Christus.
De bisschop had in theorie bij elke vormeling
ook de woorden van het evangelie van vandaag kunnen gebruiken:
bereid de weg van de Heer, maak de paden recht.
Elke hobbel en obstakel in het leven moet je helpen opruimen,
kronkelpaden moet je proberen recht te maken
en je moet proberen verruwing en verharding te voorkomen.
De vormelingen zouden zich een ongeluk geschrokken zijn
als de bisschop iets soortgelijks tegen hen gezegd zou hebben.
Maar misschien zouden ze wel iets beter begrepen hebben
waar het om gaat als je de weg van de Heer wil gaan in je leven,
als je zegt: ik wil bij die club van mensen horen
die zich laten inspireren door de boodschap van het evangelie,
die heel concreet met elkaar en voor elkaar de dingen doen
die Jezus ons heeft voorgedaan.
Maar je kun je afvragen of wij, volwassenen, wel precies begrepen
hebben wat het betekent christenen te zijn, de weg van Jezus te gaan in
je leven.
In een krant van de afgelopen week vond ik behalve een foto van het
vormsel
ook twee artikeltjes die naar mijn idee mooie voorbeelden waren van
hoe je concreet de weg van Jezus kunt gaan.
Meestal gooien de krantenberichten je dood met allerlei slecht nieuws,
maar nu vond ik er een paar heel positieve dingen in.
Het eerste artikel ging over iemand die besmet was met het Hiv virus,
het virus dat aids kan veroorzaken.
Tegenwoordig zijn er goede medicijnen maar 25 jaar geleden was iemand
die seropositief was ten dode opgeschreven
en het besmettingsgevaar van hiv-patiënten werd toen sterk overdreven.
Het gevolg was dat die mensen gemeden werden als de pest.
Angst en onbegrip op de werkvloer resulteerden in regelrechte
discriminatie.
Meestal werden ze meteen ontslagen als het bekend werd,
uit angst dat andere medewerkers besmet zouden worden.
Dat overkwam ook de persoon in het krantenartikeltje.
Met hulp van een kerkelijke organisatie liet hij zich omscholen en hij
vond na lang solliciteren een baan als maatschappelijk werker.
Tegelijk zet hij zich landelijk in om een beter begrip te kweken
voor de mensen die seropositief zijn, dat zij bij normaal gedrag
absoluut geen gevaar voor anderen zijn.
Dat is een heel concrete vorm van obstakels opruimen en kronkelpaden
recht maken, van een uitweg banen voor mensen
die ten onrechte in een verdomhoekje zaten.
In diezelfde krant stond een artikeltje over een maatschappelijke stage
die middelbare scholen hun leerlingen aanbieden.
Dat zij enkele uren in de week gaan helpen in een school of in een
verzorgingstehuis of bij mensen thuis.
Het artikel ging over twee meisjes die een middag in de week
optrokken met een jongeman die flink gehandicapt was
door een ongeluk van zes jaar geleden.
Hij was heel gelukkig met de aandacht die hij van hen kreeg.
Ook dat is heel concreet een vorm van paden recht maken
voor iemand die moeilijk zijn eigen weg kan gaan.
Dat is heel concreet een manier om de samenleving toegankelijk te maken
voor iedereen, ook voor hen die het moeilijk hebben,
die op de een of andere manier buiten de boot vallen.
Dat is een manier om ontstane tegenstellingen te overbruggen
zodat mensen elkaar echt kunnen ontmoeten en samen kunnen optrekken.
Dat was de opdracht die de profeet Jezus van Nazaret
op allerlei manieren in zijn leven heeft waargemaakt.
Dat was de opdracht voor Johannes de Doper en al die profeten van het
oude testament.
Dat is ook de opdracht voor ieder van ons.
Die hebben op ons genomen toen we gedoopt en gevormd werden.
Velen lijken in deze tijd die opdracht te vergeten,
anderzijds laten we ook oog hebben en houden voor al die mensen
die deze opdracht in hun leefomstandigheden heel concreet uitvoeren.
Ook in deze tijd van individualisering zijn er gelukkig nog heel veel
die op een onopvallende manier bruggen slaan naar anderen,
oneffenheden gladstrijken en mensen bij elkaar brengen.
Ik hoop dat ook wij bij die mensen horen.
Het klinkt heel mooi in de lezingen van vandaag:
Gods redding komt langs goed gebaande en brede wegen.
Maar is dat wel zo? Gebeurt dat ook zo?
Ik moest hierbij denken aan een woord van Jezus bij Matteüs:
"Ga binnen door de nauwe poort. Want wijd is de poort en breed is de
weg die naar de ondergang leidt; er zijn vele mensen die daarlangs
gaan. Hoe nauw is de poort en hoe smal de weg die naar het leven leidt;
er zijn maar weinig mensen die hem vinden."
Dat klinkt heel anders, valt dat met elkaar te rijmen? Het is goed om
daar even over na te denken.
De brede weg is meestal de weg van de vanzelfsprekendheid.
Als je kiezen moet tussen een mooie brede weg en een modderig
karrenspoor,
dan kies je vanzelf voor de brede weg, dat doet toch iedereen.
Nou ja, niet helemaal iedereen.
Je hebt ook mensen die een persoonlijke keuze maken,
die de moed hebben om te kiezen voor de smalle poort en de smalle weg
omdat zij beseffen dat die weg naar duurzaam levensgeluk leidt en niet
de brede weg die het meest aantrekkelijk lijkt voor iedereen.
Ik las daar onlangs een heel mooi voorbeeld van.
Een man komt verheugd thuis. Verheugd omdat hij een flinke
salarisverhoging heeft gekregen. Maar in plaats van een blij gezicht
van zijn vrouw te ontvangen, ontmoet hij verontwaardiging. "Waaraan heb
je dat nou verdiend?" wil zij weten om onmiddellijk daaraan toe te
voegen: "Wij hebben dat geld toch niet nodig? Kijk eens om je heen! We
hebben meer dan genoeg. We zijn tevreden met wat we hebben. Waarom
zouden we meer willen? Ik wil niet dat dat geld het huis binnen komt."
Onvoorstelbaar toch? Hoezo genoeg? Iedereen wil toch altijd meer? Je
zou verwachten dat de vrouw protesteert omdat manlief meer behoort te
verdienen, omdat hij zich weer heeft laten afschepen met een veel te
laag bedrag. Maar, genoeg? Wie haalt dat in zijn hoofd? Dit schijnt
ergens echt gebeurd te zijn, maar het is wel bijna onvoorstelbaar.
Maar hier is wel sprake van iemand die niet zomaar voor de brede weg
kiest,
iemand die heel bewust in het leven staat en die kan zeggen: genoeg is
genoeg.
Dat klinkt in onze tijd waarschijnlijk heel absurd,
maar ik denk dat die vrouw gelukkiger is in het leven
dan al die mensen voor wie niets genoeg is.
Je hoort het trouwens wel eens meer van mensen die een tijdlang gaan
wonen en werken in een derdewereldland,
in vaak heel primitieve omstandigheden en die dan vertellen
dat ze daar gelukkiger waren dan in al de welvaart thuis.
Maar er is wel moed voor nodig om te kiezen voor de smalle weg.
En hoe zit het dan met de lezingen van vandaag
die Gods redding toch zien als een goed gebaande en brede weg?
Is dat dan een verkeerd beeld? Ik denk dat je het zo moet zien.
Gods redding, Gods heil is volop aanwezig in onze wereld, overal te
vinden als je tenminste goed weet te kijken.
Het is als een brede weg vol geluk en vrede,
een brede rivier van goedheid en liefde in een wereld die maar al te
vaak op een woestijn lijkt.
Maar om daar te komen, om er deel aan te hebben, moet je door een smal
poortje en langs een smal weggetje.
En als je in je leven kiest voor de brede weg en de brede poort,
kan kun je overal terecht komen, maar meestal niet bij de weg van Gods
heil.
Laten we niet vergeten: geluk zit niet in grote dingen
maar veeleer in kleine dingen die we voor elkaar doen.
We vieren het feest van sinterklaas, een dag van cadeaus.
Het is heel mooi om elkaar blij te maken met cadeautjes,
maar als je elkaar alleen blij kunt maken met heel dure cadeaus
dan ziet het er niet goed uit als het gaat om echt levensgeluk.
Kinderen die overladen worden met allerlei cadeaus
en die dan later kunnen opscheppen tegen klasgenootjes
over alles wat ze gekregen hebben, kunnen toch heel ongelukkige
kinderen zijn
als ze veel warmte en geborgenheid tekort komen,
en dat. kun je niet compenseren met dure cadeaus.
Genoeg is genoeg, en dat heel goed beseffen is voor groot en klein
een hele opgave, een smalle poort, een smalle weg,
maar wel een die levensgeluk een stuk dichterbij brengt.