Lezingen: Jeremia, 33, 12-17; Lucas 21,25-28,34-36

Eerste zondag van de advent 1997

Ik wil samen met U even kijken naar Peter, Hij is ziek, heeft AIDS. Hij is opgegroeid in een streng gereformeerd gezin op de Veluwe. Rond zijn 18-de werd hem duidelijk dat hij homosexueel van geaardheid was. Lange tijd wist hij dit verborgen te houden, maar op een keer werd hij betrapt met een vriend. Dat betekende grote heibel in de familie en de dominee kwam eraan te pas, dreigend met hel en verdoemenis als hij niet zou veranderen.
Zijn vader stelde hem voor de keuze: ofwel je verandert je leven ofwel je bent mijn zoon niet meer en dan is er voor jou geen plaats meer in ons gezin. Hierop reageerde Peter met: ik kan mijn geaardheid niet veranderen, ik heb het al genoeg geprobeerd. Dan is daar de deur, zei zijn vader, en hij kon vertrekken.
Peter kwam, via kennissen, in Utrecht terecht waar hij op een klein zolderkamertje woonde. Maar na enkele jaren van wisselende relaties, werd hij ziek en bij onderzoek bleek dat hij AIDS had. Vanaf dat moment was hij een paria, door iedereen gemeden. Hij durfde zich bijna niet meer op straat te vertonen,' alleen de de hoogst noodzakelijke boodschappen kwam hij nog te deur uit. Hij zat met al zijn miserie te vereenzamen op zijn kamertje.
Op eenzame avonden verlangde hij naar zijn familie. Op een avond schraapte hij al zijn moed bijeen en schreef hij een brief aan zijn ouders, waarin hij zijn excuses aanbood dat hij anders was dan zij gehoopt hadden. Hij schreef ook hoe hij Aids opgelopen had en een hele moeilijke tijd doormaakte. Maar hij kreeg geen antwoord op zijn brief.
Hij hoorde zijn vader gewoon zeggen: je verdiende loon, God straft je voor je zonden. Hij dacht vaak aan God, maar hij kon niet meer geloven in de God die hij van zijn ouders had meegekregen. Maar op een dag werd er aan de deur geklopt, en toen hij opendeed stond daar een jongeman die zich voorstelde als Jan en zei dat hij namens de een of andere instantie kwam en dat hij wist dat Peter AIDS had en dat hij zijn buddy wilde zijn.
Peter wist niet goed wat hij hier mee aan moest. Hij was wantrouwend maar Jan wist hem wat op zijn gemak te stellen en dat eerste bezoekje werd gevolgd door een tweede en al heel gauw was Jan een regelmatige bezoeker. Zeker twee keer in de week was hij een avond bij Peter waarbij over van alles gepraat werd, soms tot diep in de nacht. Peter keek steeds meer naar die bezoeken uit zijn buddy ging steeds meer voor hem betekenen, hij was zijn hulp en toeverlaat in moeilijke dagen.
Anderhalf jaar later stierf Peter met Jan aan zijn zijde, en Jan was de enige die bij zijn crematie was. Tot zover het verhaal van Peter en Jan. Of Jan een gelovige mens was, is niet bekend, maar wat hij deed was zonder meer christelijk, terwijl die christelijke familie van Peter onchristelijk handelde.
Als je de evangelieverhalen leest dan zie je daarin een Jezus die heel veel aandacht had voor de zieken en gebrekkigen, een Jezus die ook steeds wist te vergeven. Er worden vele ontmoetingen vermeld waarin een helende kracht van Jezus uitging, waardoor die zieken en verschoppelingen weer toekomst kregen.
In die Jezus was God aan het werk, God die herder en hoeder wil zijn van alle schapen, heel bijzonder ook van de zieke en gebrekkige schapen, zoals we in de eerste lezing hoorden. En zoals God geboren werd in Jezus, zoals we met kerstmis zingen, zo wil Jezus steeds weer tot leven komen in ieder van ons, juist ook in onze zorg voor de zieken en gehandicapten. En, natuurlijk, wij kunnen geen wonderen doen zoals Hij, maar van de aandacht en zorg die wij kunnen geven gaat ook een helende kracht uit waardoor zieken hun lot beter kunnen dragen. Zoals die Jan een buddy was voor Peter, zo moeten wij allemaal buddies zijn voor de zieken, voor mensen die het moeilijk hebben, dan schijnt ook door ons het licht van kerstmis.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Eerste zondag van de advent 2003

We zijn mensen van een dag. Dat wordt wel eens gezegd van ernstig zieken en hoogbejaarden, maar eigenlijk geldt het voor ons allemaal. Iemand heeft eens gezegd: je moet elke dag zo leven alsof het de laatste dag van je leven is. Dat lijkt me nu niet zo verstandig, en eigenlijk gewoon niet haalbaar. En toch: er zit wel iets in.
Elke dag gaat het erom dat we hem goed besteden, elke dag zouden we moeten opstaan met de vraag: wat kan ik vandaag doen om wat geluk te vinden en misschien nog meer: om anderen wat geluk te bezorgen. Vandaag, daar gaat het om, tegelijk is het een feit dat vandaag altijd ligt ingeklemd tussen gisteren en morgen.
Elk vandaag wordt voor een groot deel bepaald door de voorgaande dag en dagen, door wat we in het verleden hebben meegemaakt, hebben geleerd.
Elk vandaag moet echter ook meebepaald worden door de dagen die nog komen, door de toekomst, door je toekomstverwachtingen, je verlangens, je dromen. En laten we niet vergeten: voor vandaag is de dag van morgen veel belangrijker dan de dag van gisteren. Want als het goed is, moet de zin van de dingen die we vandaag doen liggen in onze verwachtingen.
Als je geen toekomst ziet, als je niets hebt om naar te verlangen, dan wordt je leven van vandaag zinloos en dat werkt verschrikkelijk verlammend. Maar je geloof in de toekomst geeft je vandaag de kracht om ook actief doende te zijn voor die toekomst.
Sportslui die dromen van een kampioenschap of een gouden medaille bij de Olympische Spelen. Zij beulen nu zich af met training en nog eens training, om straks daarvan de vruchten te plukken. Ondernemende mensen die b.v. een zaak willen opbouwen, steken daar nu alle tijd en energie in, zijn nu bereid zich een heleboel te ontzeggen om iets van hun droom te verwerkelijken. Maar datzelfde lijkt niet meer op te gaan als het gaat om de allerbelangrijkste waarden voor de mens: een beetje hemel op aarde, geluk en vrede voor iedereen, niemand uitgezonderd.
Als het gaat om de toekomst, voor ieder van ons, ons allemaal samen, dan lijken veel mensen niet verder te kijken dan hun neus lang is, in hun kortzichtigheid leven ze van dag tot dag en gaan daarbij vaak de weg van de minste weerstand. Tot hen zegt het evangelie: weest waakzaam.
Als het gaat om de toekomst, lijken velen wel hun dromen en verwachtingen te hebben, ze zijn wel van goede wil om zich ervoor in te zetten, maar de sleur en de zorgen van alle dag verslijten de sterkste dromen. Tot hen zegt het evangelie: zorg ervoor dat uw geest niet afgestompt wordt.
Als het gaat om de toekomst lijken velen geen verwachtingen meer te hebben, het gaat toch allemaal de verkeerde kant op en tot al die pessimisten zegt het evangelie: heft uw hoofden op want uw verlossing is nabij.
Want dat is steeds weer de boodschap van kerstmis en van heel de advent: er is hoop voor de toekomst, in en door Jezus Christus. Laten we niet vergeten: geloven in God, geloven in Jezus is wezenlijk ook geloven in de toekomst, in verlossing, en dat geloof moet je hier en nu ook de kracht schenken om je in te zetten voor Jezus verwachtingen, zijn idealen, zijn toekomst, onze toekomst.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Eerste zondag van de advent 2009

Vorige week stond er een bericht in de krant over het aidsprobleem in Zuid-Afrika. Dat land behoort tot de zwaarst besmette landen ter wereld. Van de 49 miljoen inwoners leeft ruim één op de tien met hiv: en dan gaat het om meer dan vijf miljoen mensen. Gemiddeld sterven ruim duizend mensen per dag aan het virus en komen er tegelijk 1.300 nieuwe besmettingen hij. De gemiddelde levensverwachting ligt zo rond de 50 jaar. Bijna 6 op de 10 Zuid-Afrikanen overlijden voor hun 50ste . Bij kinderen onder de 5 is aids de voornaamste doodsoorzaak. Schrikbarende cijfers en de regering is eindelijk in actie gekomen. Met een bewustwordingscampagne hoopt zij dit tij te keren.
Deze adventsperiode wil ook een bewustwordingscampagne zijn. En op deze eerste zondag word je echt niet vrolijk van de evangelietekst. Blijkbaar moeten mensen eerst met sombere berichten geconfronteerd worden voordat zij gaan nadenken of er niet iets veranderen moet. Dat geldt niet alleen voor het aids-probleem in Afrika, dat geldt evenzeer voor het probleem van de milieuvervuiling, ook voor het probleem van de verwildering in de maatschappij. Alleen als er iets heel ernstigs gebeurd, worden mensen wakker geschud, en dan wordt er nagedacht over zaken en actie ondernomen.
We hebben dat jaren geleden gezien met de Nieuwjaarsbrand in Volendam, toen stond opeens de brandveiligheid van openbare plaatsen midden in de belangstelling. Toen werd men pas bewust van de potentiële gevaren in plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen. Toen werden opeens allerlei regels opgesteld, We zien het nu met die moord op een 14-jarige jongen in Urk, nu zie je opeens artikelen over verwildering van de tegenwoordige jeugd, en hoe men meer kan doen aan goede begeleiding van deze jongeren. Blijkbaar worden mensen alleen wakker geschud en tot nadenken gebracht door ingrijpende en rampzalige gebeurtenissen.
Dat wist Jezus ook, want het is iets van alle tijden. Het evangelie schetst de ene ramp na de andere: het einde van de wereld. Maar het is ook een manier om de aandacht van de mensen te wekken en een bewustwordingsproces op gang te brengen, met de bedoeling dat er iets gaat veranderen in de samenleving. De eerste lezing schetst een nieuwe toekomst, maar, zo zegt Jezus, die komt er alleen als mensen veranderen.
Let op want uw verlossing komt nabij, zegt het evangelie. En verlossing betekent hier bevrijding van alles waardoor mensen vastzitten aan het kwaad in de wereld. Verlossing is samen met elkaar nieuwe wegen gaan naar een betere wereld waarin mensen niet langs elkaar heenlopen maar aandacht en zorg hebben voor elkaar. Verlossing, bevrijding, verstandig en wijs omgaan met het leven, en vooral met de mensen met wie je het leven deelt, je daarvan bewust maken is de boodschap van deze advent. Gaan beseffen dat we vaak heel slordig omgaan met belangrijke warden en normen.
Regelmatig zijn er allerlei campagnes om mensen bewust te maken van bijvoorbeeld de gevaren van rijden met een borrel teveel op, terwijl iedereen die een beetje gezond verstand heeft heel goed weet dat het gevaarlijk kan zijn. Zo'n campagne zou niet nodig moeten zijn. Maar er wordt zo gemakkelijk gedacht: het zal mij niet overkomen, of, een keertje zondigen kan toch geen kwaad. Jammer genoeg is er soms eerst een ernstig ongeluk nodig om mensen aan het denken te zetten en te veranderen.
Ook op andere terreinen zijn we soms verkeerd bezig. Iedereen weet dat geld je uiteindelijk niet gelukkig maakt, ook al heb je het natuurlijk wel nodig om te kunnen leven. Toch het leven van velen beheerst door de jacht op geld, meer geld, worden daar grote offers voor gebracht. Zoals die man die een bloeiend bedrijf had opgebouwd, dag en nacht aan het werk was, praktisch geen tijd had voor vrouw en kinderen. Zelfs onder de vakantie zat hij bijna de hele dag met zijn laptop en telefoon leiding te geven aan zijn bedrijf. Hij gunde zich geen rust. Maar op een dag belandde hij met een hartinfarct in het ziekenhuis en kreeg hij opeens een hoop tijd om na te denken. Toen werd hij zich pas bewust dat hij dom bezig geweest was, hoeveel fijne dingen met zijn gezin hij gemist had. Jammer dat er eerst iets ergs moet gebeuren om ons wakker te schudden.
Wees waakzaam, zegt het evangelie van vandaag, kijk uit je doppen, denk na, zo kun je rampen vermijden.

Gebeden en teksten bij deze zondag