Gebeden op de tweeëndertigste zondag door het jaar

Openingsgebed

Hier zijn wij, God, bij elkaar gekomen in deze grijze tijd van het jaar. De zomerzon heeft ons echt verlaten, de nachten zijn lang en donker. Geef dat wij licht zijn voor elkaar in de kleine dingen die wij voor elkaar kunnen doen. in de gastvrijheid van ons hart, in de hulpvaardigheid van onze handen. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Gebed over de gaven:

Gastvrije God, u nodigt ons aan uw tafel, uw wilt uw liefde met ons delen in deze tekenen van brood en wijn. Geef dat wij, gevoed en gesterkt door deze gaven, ook ons leven en onze liefde kunnen delen met anderen. Laat niet toe dat we gevangenen worden van zelfzucht en eigenliefde, maar in vrijheid en blijheid weten te geven van wat we hebben, naar het voorbeeld van Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen

Slotgebed:

God van het verbond, wij danken U dat wij hier uw liefde mochten vieren, uw droom van een innige verbondenheid tussen alle mensen. Maak ons sterk in het delen van wat we hebben, ons bezit, onze tijd, onze aandacht en zorg, opdat door ons verbondenheid moge groeien in onze gemeenschap, opdat niemand tekort komt of in de steek gelaten wordt. Mogen wij zo uw kinderen zijn, vandaag en alle dagen. Amen

Voorbede
    God, geef ook onze tijd mensen die kunnen geven,
    die van hun overvloed kunnen geven aan de armen,
    die aandacht kunnen geven aan mensen die zich eenzaam voelen,
    die zorg kunnen geven aan zieken en invaliden,
    die een lach kunnen geven aan hen die verdrietig zijn,
    die tijd kunnen geven aan belangen van de gemeenschap.
    Laat ons zingend bidden.

    God, geef ook onze tijd onbaatzuchtige mensen,
    mensen die niet uit zijn op geld en goed, op macht en aanzien,
    die niet in alles hun eigen voordeel of eigen gemak nastreven,
    maar die zich belangeloos inzetten voor medemensen in nood.
    Moge hun voorbeeld gezien worden en navolging vinden.
    Laat ons zingend bidden.

    God, geef ook onze tijd idealistische mensen,
    die zich niet laten ontmoedigen door alle negatieve dingen
    die zij zien en horen,
    die ondanks alles blijven geloven in de kracht van het goede
    en ook alles doen om iets van hun idealen te verwerkelijken.
    Moge hun levenshouding gezien worden en anderen inspireren.
    Laat ons zingend bidden.

    God, geef ook onze tijd principiële mensen,
    die niet met alle winden meewaaien
    maar duidelijk weten wat belangrijk is in het leven,
    die zich niet laten verleiden tot een leven van haasten en hollen
    maar steeds tijd hebben voor mensen om zich heen.
    Moge hun levenshouding gezien worden en anderen aan het denken zetten.
    Laat ons zingend bidden.

    God, geef ons iets van de geest die Jezus van Nazaret bezielde
    opdat we de moed hebben om niet voor onszelf alleen te leven
    maar ook voor de anderen. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de tweeëndertigste zondag door het jaar
HET WOORD VAN GOD
    Het woord, het goede woord van God,
    dat licht geeft aan de blinden en dove mensen horen doet:
    waar is dat woord te vinden?
    Waar goedheid heerst in ons bestaan
    is God niet ver van ons vandaan.
    Het wordt ons in de mond gelegd,
    weerklinkt in alle talen in woorden uit het goede boek
    die van Gods trouw verhalen.
    Het is een mens van goede wil
    die dienaar is geworden van armen en vernederden:
    het woord is vlees geworden.
    Het woord is midden onder ons in mensen van vergeving,
    vol liefde en barmhartigheid: daar kiest het zich een woning.
    Het is een licht op onze weg, muziek voor onze oren:
    het woord, het goede woord van God, is overal te horen.

    Henk Jongerius
GELUKKIGE MENSEN
    Bij het zoeken,
    naar de diepste reden, van menselijk geluk,
    heb ik nooit het geld gevonden,
    het bezit, de luxe, het nietsdoen,
    het profiteren, het feesten, het genieten
    Bij gelukkige mensen vond ik aan de basis,
    altijd een diepe geborgenheid
    en een spontane vreugde,
    om kleine dingen en een grote eenvoud
    Bij gelukkige mensen was ik steeds verbaasd,
    over de afwezigheid van dwaze begeerten
    Bij gelukkige mensen vond ik nooit,
    ongedurigheid of gepassioneerde jacht,
    nooit die drang naar zelfverheerlijking
    Ze bezaten meestal.. ...een flinke portie humor
KNIPOOG VAN GOD
    een onverwachte ontmoeting...
    een open gesprek met een wildvreemde...
    een zonnestraal op een grauwe dag
    een lief kaartje bij de post
    een vriendelijk telefoontje...
    een mens die je ongevraagd
    - maar o zo welkom - terzijde staat
    "'t zijn de kleine dingen die het doen"
    is de titel van een populair liedje
    't zijn de kleine dingen die het doen...
    inderdaad...
    maar als gelovig mens
    wil ik die kleine gouden momenten in het leven
    graag vertalen als "knip-oogjes van God"
IK HOU VAN JE.
    "Menslief, ik hou van je."
    Een vreemde blijde boodschap,
    of is het een illusie, een hersenschim?

    Ik geloof in een nieuwe lente over de wereld.
    Als iedere soldaat, overal waar gevochten wordt,
    zijn wapen in de grond steekt
    en naar de zichtbare of onzichtbare vijand zal roepen:
    "Menslief, ik hou van je,
    ik zal je niet doden, ik zal je geen kwaad doen."

    Ik geloof in een massa nieuwe kansen,
    als de rijke, zich schamend over zijn rijkdom,
    zal afstand doen van zijn macht en bezit
    en naar de armen zal gaan met de woorden:
    "Menslief, ik hou van je,
    vergeef me, ik nam teveel voor mezelf.
    Ik zal aan jouw tafel gaan zitten met hetzelfde brood
    en met bloemen van vrede in de zon."

    Ik geloof in het wonder,
    als in ieder huis, in iedere straat, in elke stad
    de een tegen de ander zal zeggen:
    "Menslief, ik hou van je,
    ik zal alle bittere woorden uit mijn mond nemen.
    Mijn hart vullen met tederheid
    en mijn handen met de gave van de vriendschap."

    "Menslief, ik hou van je."
    Zeg het voort, met of zonder woorden.
    Zeg het met een glimlach, met een gebaar van verzoening,
    met een handdruk, met een woord van waardering,
    met een klop op de schouder, met een spontane omhelzing,
    met een kus, met een ster in je ogen.
    Zeg het voort met duizend kleine attenties, elke dag opnieuw:
    "Menslief, ik hou van je."
ONS DAGELIJKS BROOD
    Voor ons die zien
    dat koren opschiet uit de aarde en
    dat brood van de akker komt -

    voor ons die
    in brood de aarde proeven
    die het laat groeien,
    de zon die het warm koestert,
    bron en regen die het drenken -

    voor ons die weten
    dat brood in 't zweet des aanschijns
    gezaaid, gemaaid, geoogst
    en met zorg bereid wordt -

    voor ons is het brood
    wat het was in Jezus' handen
    onweerspreekbaar teken
    van het geheimvolle leven,
    van het leven de mens gegeven -

    voor ons is te eten geven
    met anderen genade delen;
    voor ons is te eten vragen
    medemensen deelgenoot maken
    aan het geluk dat we beleven,
    aan de moeite die we doen,
    de zorgen die we kennen,
    het verdriet dat we hebben -

    voor ons is samen eten
    -alledag thuis en morgen hier -
    tijd en eeuwigheid,
    aardedonker en hemels helder
    delen met die bij ons zijn en
    allen die ons zijn voorgegaan.
WANNEER BEN JE EEN MENS?
    Wanneer ben je een mens?
    Je bent pas iemand, je wordt pas mens,
    als je deel mag hebben aan het leven van een ander,
    als je mag funktioneren in het geluk van een mens naast jou,
    als je kunt geven maar ook ontvangen,
    als je de ander kunt aanvaarden
    maar ook zelf genomen wordt zoals je bent.

    Iedere mens kan het weten
    door schade en schande -dat geven en delen
    alles te maken heeft met ons geluk,
    en dat je van het jouwe moet breken en weggeven
    en dat het anders gewoon geen leven is.

    Hoe zou je dit kunnen zeggen en geloven,
    als het niet eerst aan je zelf was gebeurd,
    als je niet zelf ontvangen had en ontvangen was,
    door je ouders en zoveel mensen meer?

    Door anderen dus.
    Door anderen ben je aanvaard en bemind,
    tot je zelf iemand bent die anderen aanvaarden en beminnen kan,
    en met een ander samen~ leer je opnieuw,
    dat niemand leeft of sterft voor-zich-alleen.
De werkelijke waarde van geld De ring

    Aan een arm mens, die aan zijn deur kwam toen er geen geld in huis was, gaf rabbi Sjmelke een ring.
    Een ogenblik later merkte zijn vrouw dat en overlaadde hem met hevige verwijten dat hij zo een kostbare edelsteen had weggedaan aan een onbekende bedelaar.
    Rabbi Sjmelke liet de arme man terugroepen en zei tegen hem: 'Ik ben zo juist te weten gekomen dat de ring die ik je gegeven heb grote waarde heeft, pas op dat je hem niet al te goedkoop wegdoet.'

Gedeelde rijkdom

    Op een keer ging ik met een vriend naar een afgelegen dorpje op het Guatemalteekse platteland om met de dorpelingen te spreken over hun hoop en geloof. In de geest van Franciscus waren we op weg gegaan, zonder iets mee te nemen voor onderweg. Het was drie uur 's middags en we hadden nog niets gegeten.
    In een van de armoedigste hutjes gekomen, vroeg een oude vrouw ons: 'Hebben jullie al gegeten?' We zagen snel om ons heen. Op een paar vierkante meter stonden alleen een bed, een paar stoelen, wat brandhout en kookgerei. Ze nam twee oude tortillas (= maïspannenkoek) en warmde die voor ons op. Wij wisten dat het hier niet gebruikelijk was om gasten oude, opgewarmde tortillas voor te schotelen.
    Zodoende wisten we dat ze geen deeg voor later had. De oude vrouw leerde ons veel. Wij, die onderweg waren met het Woord in ons hoofd, ontdekten in haar de kracht om armoede met ons te delen. Of was het haar rijkdom die ze deelde?

terug naar de overweging