Er zijn zeven soorten heiligen. Ik heb ze geteld,
de soorten wel te verstaan, niet het totaal aantal heiligen,
dat aantal is, zoals de eerste lezing al zei, ontelbaar.
Ik kwam tot zeven categorieën van heiligen, de schijnheiligen niet
meegerekend, die zijn er ook nogal wat:
mensen die aan de buitenkant mooier lijken dan ze van binnen zijn.
De eerste categorie heiligen zijn de martelaren.
In de eerste eeuw van de kerk waren dat dé heiligen,
het waren helden die men bewonderde en vereerde
om hun moed, hun trouw en opoffering.
Ze werden gezien als bijzondere voorsprekers bij God.
Wij hebben misschien ook wel bewondering voor deze helden,
maar voor de rest kunnen we er niets mee in ons leven.
De tweede categorie heiligen zijn de doe-het-zelf-martelaren.
Dat zijn mensen die zichzelf martelden met verstervingen en allerlei
vormen van boete doen,
en dat alles om maar welgevallig aan God te zijn.
In hun tijd en in hun omgeving werden ze gezien als heiligen.
Ik denk wat wij meer ons hoofd schudden en hun gedrag maar vreemd
vinden,
in elk geval niet iets om na te volgen.
De derde categorie heiligen bestaat uit mensen
die in hun leven aan de weg getimmerd hebben
als paus of bisschop, als ordestichter of groot theoloog.
Omdat het in hun tijd bekende figuren waren, vond men dat ze ook maar
vlug heilig verklaard moesten worden.
De vierde categorie heiligen zijn de vrome zielen,
heel brave mensen bij wie eigen ziel en zaligheid centraal stonden,
die zich helemaal wijdden aan een biddend leven, al of niet in een
klooster,
om zo heel dicht bij God te staan.
We hebben misschien wel bewondering voor deze heiligen,
maar hun vroomheid trekt ons toch niet zo.
De vijfde categorie heiligen wordt gevormd door mensen
die heel veel voor hun medemensen gedaan hebben,
mensen die uitblonken in naastenliefde en hulpvaardigheid.
Deze mensen worden ons als voorbeeld voorgehouden,
en hun manier van leven spreekt ons meer aan dan die van de meeste
andere heiligen.
Als een zesde categorie zie ik alle officiële heiligen,
al degenen die officieel door de kerk heilig verklaard zijn.
Eigenlijk is dit natuurlijk geen aparte groep,
alle eerder genoemde categorieën vallen er onder.
Anderzijds zitten er daar ook bij die nooit heilig verklaard zijn.
Als zevende groep zie ik de onofficiële heiligen,
al die gewone goede mensen die heel heilzaam door het leven gaan,
die anderen tot heil en zegen zijn.
Het woord heilig schijnt ook te maken te hebben met helen,
met heel maken van wat kapot is, van beter maken waar iets niet goed
zit.
En van deze heiligen, heilzame, heelmakende mensen zijn er ontelbaar
veel,
alle tijden door, ook in onze tijd.
Als je ze heiligen zou noemen, dan zouden ze je uitlachen
of in elk geval fel protesteren.
Maar zij zijn mensen naar Gods hart, omdat ze hart hebben voor anderen,
en dat laatste is heel fundamenteel voor het koninkrijk der hemelen.
Meestal wordt heiligheid gezien als een soort bijzondere relatie met
God.
en dat is het natuurlijk ook wel, maar het kan nooit los staan van je
relatie naar de medemens toe.
In het evangelie van vandaag hoorden we negen zaligsprekingen,
je zou ook kunnen zeggen: negen heiligverklaringen,
negen soorten mensen die in Jezus' ogen zalig waren, heilig, hemels.
Gelukkig wie zachtmoedig zijn, barmhartig, zuiver van hart, arm van
geest,
dat zijn voor hem de mensen die in het koninkrijk der hemelen thuis
horen.
En bij de koninkrijk der hemelen moeten we niet zozeer denken
aan die hemel die we na dit leven hopen te bereiken
maar aan een stukje hemel hier en nu op aarde dat goede mensen met
elkaar en voor elkaar kunnen verwerkelijken.
Sommige van de zaligsprekingen zijn heel duidelijk gericht op de ander:
zalige mensen zijn zij die barmhartig zijn, die dorsten naar vrede en
gerechtigheid,
die opkomen voor anderen ondanks tegenwerking en vervolging.
Maar bij alle zaligsprekingen gaat het om een houding naar anderen toe
Zalige mensen zijn zij die zachtmoedig zijn jegens anderen,
die treuren, niet om zichzelf maar om anderen.
Zalige mensen zijn de armen van geest: dat zijn geen simpele zielen of
zoiets
maar wel mensen die klein en zwak durven zijn en zich niet boven
anderen verheven voelen.
Die mensen maken het koninkrijk der hemelen waar, in verleden en heden.
Ook nu is hun aantal zo groot dat niemand ze tellen kan.
En ook al zien we onszelf helemaal niet als heiligen,
hopelijk horen we wel bij die zalige mensen.
Een grote hobby van de vorige paus was: mensen heilig verklaren.
Hij heeft er al meer heilig verklaard van tientallen van zijn
voorgangers samen.
Vroeger was een heiligverklaring iets heel aparts,
nu lijkt het haast op lopende bandwerk.
Er zijn wel mensen die zeggen: dit is een devaluatie van het begrip
heilige.
Als er zoveel mensen heilig verklaard worden,
dan is dat niets iets bijzonders meer, dan wordt het gewoon.
Zo gewoon is het nu ook weer niet, maar op zich is het goed
dat het wat gewoner wordt. Heilig zijn is eigenlijk iets gewoons, of
misschien moet je zeggen: het zou iets gewoons moeten zijn.
Wij zijn vanuit de traditie gewend om heiligen te zien als heel
bijzondere mensen, een soort krachtpatsers,
die met kop en schouder uitsteken boven andere mensen.
Dat klopt ook wel, maar er lopen ook heel veel mensen rond
die helemaal niet opvallen in hun manier van leven,
die dus ook nooit heilig verklaard zullen worden.
Het zijn gewone mensen die gewoon goed leven,
en die mensen zijn ergens nog veel belangrijker dan de officieel heilig
verklaarden.
Dat sommige mensen wel opvallen en anderen niet
is vaak afhankelijk van allerlei factoren die iemand zelf niet in de
hand heeft.
Neem zo'n moeder Teresa die pas zalig verklaard is.
Die heeft veel bekendheid verworven door haar werk in Calcutta,
maar er zijn daar in Calcutta en elders nog veel meer mensen
die juist als zij veel goed gedaan hebben aan de armsten der armen
maar die nooit in de publiciteit gekomen zijn,
maar die misschien nog veel heiliger zijn dan moeder Teresa.
We maken vaak de vergissing om heilig te zien als volmaakt.
Maar geen mens is volmaakt, ook de heiligverklaarden niet.
Alleen God is volmaakt en elke mens heeft de opdracht
om zo goed mogelijk te leven, voorzover dat in zijn omstandigheden
mogelijk is.
Heilig zijn heeft wezenlijk te maken met goed leven
en goed leven heeft alles te maken met goed zijn voor anderen.
In die zin is moeder Teresa een goed voorbeeld.
Maar dat goed zijn voor en goed doen aan medemensen kan op duizend en
een manier gestalte krijgen.
In die zin zijn er veel meer heiligen dan de officieel
heiligverklaarden:
gewone onopvallende mensen die gewoon goed leven:
ouders die op een fijne manier voor hun kinderen zorgen, kinderen die
goed voor hun oud geworden ouders zorgen,
vrijwilligers in allerlei soorten en maten
die zich dienstbaar maken aan de samenleving.
Met hun fouten en gebreken zijn het toch heilige mensen.
Alleen wordt het begrip heilige zo nooit verstaan.
Vroeger werd heiligheid vaak opgehangen aan heel speciale dingen
die mensen in hun leven gedaan hadden.
De eerste heiligen in de geschiedenis van het christendom waren de
martelaren: mensen die vanwege hun geloof gemarteld en vermoord werden.
Later kreeg je van die aparte, soms heel vreemde figuren die allerlei
vormen van boetedoening en versterving deden,
die bijvoorbeeld zichzelf geselden of op andere manieren kwelden.
Het heeft volgens mij niets met heiligheid te maken,
tenminste niet heiligheid in de zin van goed leven en goed doen aan
anderen.
Met dat soort heiligen kun je ook niets.
Heiligen staan veel dichter bij ons dan we vaak denken.
Als Paulus het heeft over heiligen, dan bedoeld hij gewoon alle mensen
die in Jezus geloven en die zijn weg proberen te gaan,
die weg van liefdevolle dienstbaarheid.
Als wij in deze dagen meer dan anders denken aan onze overledenen,
dan zullen we niet gauw zeggen: het zijn allemaal heiligen,
want dan denken we toch weer in termen van volmaaktheid
en dat is geen mens.
Maar we denken wel aan alles wat zij voor ons betekend hebben, aan alle
mooie en goede herinneringen die wij aan hen bewaren.
En in die zin horen zij wel bij die gemeenschap van heiligen.
In die zin zijn ze ook een voorbeeld voor ons:
Dat het goede dat zij gedaan hebben, ook in ons navolging vindt.
Dan kunnen we terecht het feest van Allerheiligen vieren.
De afgelopen week stond er in de Gelderlander een bericht met de
kop:
Nijmeegse jonge helden krijgen eigen lintje.
Het ging over kinderen van de lagere school die een bijzondere
prestatie hebben verricht. Die worden dan een keer in het zonnetje
gezet
en dit zou vorm moeten krijgen in een jaarlijkse lintjesregen.
Vandaag vieren we Allerheiligen, het feest van al die mensen
die in hun leven een bijzondere prestaties hebben verricht.
Die worden vandaag in het zonnetje gezet.
Ze hebben, postuum, een bijzondere onderscheiding gekregen
namelijk de eretitel "heilige", hun bij de heiligverklaring verleend.
Iemand heeft eens gezegd: heiligen zijn de helden van de kerk.
Op zich is dat wel waar, toch ben ik niet blij met zo'n uitspraak.
Bij helden denken we altijd aan heldendaden, prestaties die in het oog
vallen en mensen bekend en beroemd maken, maar voor mij is dat niet het
criterium voor heiligen.
Heiligen zijn voor mij op de eerste plaats gelukkige mensen,
en dan denk ik niet aan het hemelse geluk waar ze nu deel aan hebben,
maar aan hun gelukkig zijn in het aardse leven,
omdat ze hier al horen bij het koninkrijk van de hemel.
En geluk zit niet in grote dingen die men verricht,
het zit niet in macht of rijkdom die men heeft,
het zit niet in dure vakanties of verre reizen.
Echt geluk zit in de gewone dingen van alle dag hoe je die ziet, hoe je
ermee omgaat, hoe je die zin en inhoud geeft.
Je ziet soms wel kleine kinderen die een hele berg vaak duur speelgoed
hebben, een halve kamer vol,
en ze spelen het meest met een heel klein onnozel poppetje.
Daar zijn ze het gelukkigst mee.
Datzelfde geldt ook voor ons allemaal
We bewegen ons in een wereld vol speelgoed, met allerlei mooie dingen.
We willen graag van alles cadeau krijgen, hoe meer hoe beter,
maar we vergeten vaak dat het geluk ligt in gewone kleine dingen,
dingen die we beleven met elkaar, doen voor elkaar.
Misschien denkt u nu: ja maar heiligen zijn toch bijzondere mensen.
Ja dat zijn ze, maar dat bijzondere zit niet in hun prestaties en
verrichtingen,
dat bijzondere zit in de manier waarop zij omgaan met de gewone dingen
van het leven.
Zalig de armen van geest, hoorden we in het evangelie.
Gelukkig de mensen die eenvoudig en bescheiden zijn.
In deze wereld met zijn drang tot zelfverheerlijking
is het heel bijzonder als mensen gewoon zichzelf blijven,
en zich bewust zijn van de betrekkelijkheid van alles.
Zalig de treurenden, het klinkt als een tegenstrijdigheid.
Maar in een wereld waarin de televisie ons dagelijks bedelft
met allerlei beelden van ellende, van dichtbij en veraf,
waarin we immuun dreigen te worden voor het verdriet van anderen,
is het heel bijzonder als mensen echt meeleven en treuren met elkaar.
In een samenleving waarin verruwing en verharding heel normaal lijkt te
zijn,
is het heel bijzonder als mensen toch zachtmoedig zijn en blijven,
als ze gevoelig blijven voor vreugde en verdriet van anderen.
In een samenleving waarin oneerlijkheid en bedrog heel gewoon lijken te
zijn,
waarin mensen geneigd zijn hun mond maar te houden
als ze dingen zien gebeuren die niet door de beugel kunnen,
is het heel bijzonder als er toch mensen zijn die niet passief aan de
lijn blijven staan maar protesteren.
Heiligen zijn op de eerste plaats gelukkige mensen
en je geluk kunnen vinden in gewone kleine dingen is heel bijzonder.
Bij heiligen denken we op de eerste plaats aan al die bijzondere mensen
die er in het verleden geweest zijn, met name aan al diegenen
die onderscheiden zijn met de eretitel heilige.
Maar naast de officiële heiligen zijn er nog miljarden meer
die in hun aardse leven gelukkige mensen waren.
En naast al die heiligen uit het verleden, zijn er ook nu vele
heiligen,
veel gewone onopvallende mensen die gelukkig zijn
met wat ze hebben, met wat ze doen,
mensen die gelukkig zijn in hun gezin waar ze alles voor over hebben,
mensen die gelukkig zijn met alles wat ze voor anderen kunnen doen.
We zullen ons wel niet bij de heiligen rekenen,
maar hopelijk horen we wel bij die gewone gelukkige mensen
in de zin van het evangelie.
Ik nodig u uit
om even
naar de tekening op de
voorkant van het boekje te kijken.
De tekeningen op onze boekjes komen uit Latijns-Amerika
De tekenaar ervan legt heel veel symboliek in zijn tekeningen,
symboliek met een Zuid-Amerikaanse achtergrond
maar die ook ons heel veel te zeggen heeft.
We zien een groepje mensen, volwassenen en kinderen,
allemaal met een aureooltje, heiligen dus.
Maar je ziet het meteen: het zijn geen pilaarheiligen,
geen personen apart gezet, hoog verheven boven de gewone mensen.
Meestal zien we heiligen als een soort geestelijke krachtpatsers,
mensen die heel bijzondere dingen hebben gedaan.
Zoals bijvoorbeeld pater Damiaan de Veuster die onlangs heilig
verklaard is
omdat hij zich op heldhaftige wijze ingezet heeft voor de melaatsen
en dat in een tijd dat er nog geen medicijnen voor die ziekte waren.
Op de tekening zien we een groepje gewone mensen,
hoe gewoon blijkt wel dat ze allemaal op blote voeten staan,
geen rijke mensen eerder arme lui,
maar wel mensen die met beide voeten op de grond staan.
In het midden staat een priester, dat kun je zien aan zijn stola,
maar geen zwart pak met een boordje en ook op blote voeten,
gewoon iemand die midden tussen de mensen staat.
Dit groepje mensen wordt door Jezus omarmt als mensen naar zijn hart,
en daarboven zie je handen uit de hemel, handen van God die hen zegent,
en de wolk met de heilige Geest die ze inspireert en verlicht.
Wat zijn dat voor mensen die daar afgebeeld staan?
Wat hebben zij gedaan of niet gedaan om door Jezus omarmd te worden als
zijn vrienden?
Met een beetje fantasie zie ik op de hoek Alexia staan,
die vol toewijding les geeft op een schooltje in de krottenwijk van Sao
Paulo
en die heel veel bijdraagt aan de betere toekomst voor de kinderen.
Of misschien is het wel Anita, een onderwijzeres in Nederland,
die met veel geduld een klasje moeilijk opvoedbare kinderen begeleidt.
Naast haar zie ik Benita. Ze werkt als verpleegster in een ziekenhuis,
maar in haar vrije tijd gaat ze de krottenwijk in om daar zieken en
bejaarden te helpen.
Of misschien is het wel Bertha, een verpleegster in Nederland,
die elk jaar een maand lang naar Afrika gaat om daar in een
ziekenhuisje te helpen.
Naast haar zie ik pater Carlo, een buitenlandse missionaris,
die midden tussen zijn parochianen woont en werkt.
Of misschien is het die priester Cor die in de Bijlmer woont en werkt
en daar contacten heeft met mensen van allerlei afkomst en godsdienst.
Naast hem zie ik Diana, ze is kosteres in een klein kerkje
en maar eigenlijk is zij nog veel meer een soort pastoor die een
luisterend oor en goede raad heeft voor ieder die het moeilijk heeft.
Of misschien is het Dorothee, pastoraal werkster in een Nederlands
ziekenhuis,
en daar veel zieke mensen ondersteunt in moeilijke dagen.
Naast haar staat Emiliana, die dagelijks rondgaat in de krottenwijk
om wat brood te brengen aan de daklozen en zwervers.
Of misschien is het Erica die volop actief is bij de voedselbank in
Nederland,
en elke week weer mensen blij maakt met een voedselpakket.
Vooraan zie ik twee kinderen, het meisje Gratia die thuis het
huishouden doet omdat haar moeder ziek is
en de jongen Henrico die als schoenpoetser wat geld probeert te
verdienen
want zijn moeder is werkeloos en zijn vader is weggelopen.
Of misschien is het Greta die elke week naar het bejaardentehuis gaat,
naar haar bijna blinde oma om die voor te lezen uit de krant.
Of is die jongen Harrie die heel vaak gaat spelen
bij een geestelijk gehandicapte jongen in de buurt.
Een groepje gewone mensen, omarmd door Jezus omdat zij, ieder op eigen
wijze, zijn idealen proberen waar te maken.
Dan denk ik aan die ontelbare menigte mensen die gewoon goed leven,
die gewoon goed proberen te zijn voor anderen.
Dan denk ik aan al die vaders en moeders die goed voor hun kinderen
zorgen,
aan al die kinderen die zorgen voor hun bejaarde ouders.
Dan denk ik aan al die vrijwilligers die op allerlei terrein zich
dienstbaar maken
aan de gemeenschap of aan groepen en individuen in de gemeenschap.
Dat zijn allemaal mensen die door Jezus omarmd worden als zijn vrienden.
Dat zijn in mijn ogen de ware heiligen, maar zeg dat niet tegen hen.
Ze zouden heftig protesteren. Maar als heiligen voorbeelden zijn voor
ons,
dan zijn zij dat zeker ook.