Voorbede op de negenentwintigste zondag
door het jaar
Wij bidden voor de heersers der volkeren van deze tijd,
voor alle bestuurders en regeringsleiders van onze landen,
dat zij geen misbruik maken van hun macht
dat zij zorg dragen voor een eerlijke verdeling van goederen en gunsten,
opdat ook de minderbedeelden kans hebben op een menswaardig bestaan .
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle gelovige mensen, overal ter wereld,
voor allen die zeggen te geloven in Jezus' boodschap,
dat zij zich ook daadwerkelijk dienstbaar willen maken
aan het welzijn van medemensen, aan de zwakken het meest,
opdat ook de arme en machteloze mensen de kans krijgen
te bouwen aan een menswaardig bestaan.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle missionarissen, waar ook ter wereld werkzaam,
voor allen die in woord en daad getuigen van Jezus' blijde boodschap,
dat zij niet alleen oog hebben voor de geestelijke noden van mensen
maar ook voor hun materiële en sociale problemen,
opdat zij juist als Jezus solidair zijn met de kleine en zwakke
medemens.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor onze geloofsgemeenschap hier ter plaatse,
voor onszelf dat we dankbaar zijn voor de welvaart die we kennen,
en steeds oog en aandacht houden voor de mensen om ons heen,
dat we in vriendschap en verbondenheid leven met ieder ander
en altijd opkomen voor elkanders zorgen en noden.
Laat ons zingend bidden.
God, wij willen U geven wat U toekomt, daarom zijn we hier bidden
tezamen,
maar geef dat wij U ook steeds ontdekken
in de minsten van onze broeders en zusters
en hen geven wat hen toekomt: recht op een menswaardig bestaan.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de negenentwintigste zondag door het
jaar
GEBED
Geef ons, God, een warm hart.
aan ons die leven in een kille tijd.
Geef ons vertrouwen dat uw rijk komt.
Op Jou kunnen we vertrouwen.
Jij wilt ons brengen naar een wereld
vol vrede, recht en zachtheid.
Red ons van de dood.
Neem ons mee naar de wereld waar Jij woont.
IK WEET HET NIET
Ze zeggen dat je goed moet kiezen. Waarvoor dan?
Kiezen voor een snelle baan,
Een prachtig huis en hypotheken?
Kiezen voor een zekerheid,
Houvast in barre tijden.
Wie houdt mij vast in barre tijden?
Een zak met geld, een prachtig huis.
Verlost van al het lijden?
Ik weet het niet.
Die man van toen vertelt me dan dat ik dienen moet.
En mensen minnen mag.
Zoals Hij deed bij tijden.
Ik weet het niet.
Ik weet niet of ik het ooit zal weten.
Eén ding hoop ik wel.
Dat die man van toen mij nooit zal vergeten.
GEBED:
Voor mensen in de wijde wereld
die zich blindstaren op hun macht,
met ijzeren vuist de kleinen onderdrukken.
Dat zij hun handen openen
en uitsteken naar de mens die is in nood.
Voor mensen die geloven
in een God die mensen knecht,
die bang zijn voor een ander woord
en vergeten om te dienen.
Dat zij hun ogen openen
en God zien die liefde is.
Voor de mensen om ons heen
die leven in geluk en ongeluk,
die twijfelen en toch vertrouwen.
Om een toekomst vol vrede en liefde.
Voor onszelf die het ook niet weten,
hopend en verlangend naar een andere wereld
zonder angsten en geweld;
dat zijn rijk mag komen,
een wereld die er wezen mag.
Hoor ons dan roepen,
God van leven en van licht.
Maak ons hart vol van liefde;
dat wij durven leven
en de weg gaan van Jezus,
uw kind en onze reisgenoot.
Amen.
JEZUS
Met een menigte vrienden (ook vriendinnen)
door Galilea's dorpen en steden trekkend,
heeft hij zieken genezen en verhalen verteld
over de hartstocht van de eeuwige god voor de wereld.
Privileges van de ontwikkelde stand telden niet voor hem.
Hij telde dagloners en tollenaars onder zijn gezelschap.
Waar gebrek aan voedsel of drank aan het licht trad
deelde hij vissen brood en wijn uit voor velen.
De macht van machthebbers verachtte hij,
machtelozen heeft hij de aarde beloofd.
Zijn thema: de toekomst van god op aarde ,
het einde van heerschappij van mensen over mensen .
In een patriarchale wereld bleef hij de zoon
en een pleitbezorger van onmondige vrouwen en kinderen;
wilden Galileërs hem soms tot koning verheffen?
Hij gaf niet thuis, hij wilde alleen maar dienaar zijn.
HET LIED VAN KENNIS INKOMEN EN MACHT
Een lied tegen de wijzen
die wijs zijn voor zichzelf,
die denken en bewijzen
ten bate van zichzelf.
dat zij zich herbezinnen
op God die Schepper is
en die van den beginne
een bron van wijsheid is.
Een lied tegen de rijken
die rijk zijn zondermeer,
die enkel nog bekijken
het spel van meer en meer.
Dat zij in deze dagen
nog de Messias zien
in mensen die geslagen,
gedeerd zijn, ongezien.
Een lied tegen de sterken
het volk van stand en staat,
die aan hun status werken,
gedreven zonder maat.
Dat zij niet tegenstreven
de Geest van alle tijd,
die over alle leven
haar kracht heeft uitgespreid.
Een lied voor alle mensen
die hier verzameld zijn
en die niet anders wenzen
dan broer en zus te zijn.
Kom armen en kom rijken
en maak geschiedenis:
dat wij weer leren kijken
naar wie de minste is.
A. Bosch
BROEDER VAN ONS
Jezus als brood
zijt Gij door de wereld gegaan,
als licht hebt Gij U uitgedeeld,
goede herder, mens onder mensen,
broeder van ons - als een lam
zijt Gij ter slachting geleid,
ons leven hebt Gij geleefd,
ons lot hebt Gij gedeeld,
onze dood zijt Gij gestorven,
wij mensen leven voor onszelf,
wij misgunnen elkaar het geluk,
slechte herders zijn wij,
andermans nood doet ons deugd,
zijn pijn is onze genezing,
zijn dood ons brood,
o Heer, erbarm U over ons,
wij leven ons eigen leven,
sterven wij ons eigen dood?
Drie bomen
Er waren eens drie mooie grote bomen die vlak bij elkaar stonden
Zij hadden het regelmatig met elkaar over hun toekomst.
De eerste boom droomde ervan een prachtige luxe kast zou worden
waarin allerlei kostbaarheden bewaard werden.
De tweede boom droomde ervan dat hij een luxe zeilboot zou worden
die rijke mensen over de wateren zou vervoeren.
De derde boom wilde gewoon blijven staan en de grootste worden
ver uitstekend boven alle andere bomen.
Maar op een dag kwamen de houtakkers
en zij maakten een eind aan de dromen van die bomen.
Ze werden stuk voor stuk alle drie omgehakt
en hun hout werd naar een houtfabriek gebracht.
Daar werden er dienbladen van gemaakt.
De bomen waren diep teleurgesteld, ze voelden zich vernederd.
Maar op een dag kwamen ze elkaar weer tegen op een groot feest.
Zij droegen allerlei lekker eten naar de gasten
die er allemaal heel blij van werden.
Toen kregen ook de dienbladen, de bomen, een goed gevoel.
Aan dit soort dienstbaarheid hadden ze nooit gedacht,
maar het was toch heel fijn om te doen.
En dankbaar aanvaardden ze hun lot.
DE SLEUTEL
Er was eens een arme sleuteldrager. Hij had alleen maar een
sleutel en dat was iets heel bijzonders.
Hij paste op de deur van de hemel en als je zoiets verliest dan ben je
niet gelukkig, had de pastoor gezegd.
De arme sleuteldrager echter had de sleutel al jaren en hij was ook
niet bang om de sleutel te verliezen want hij had hem met ijzerdraad om
zijn middel gebonden.
En iedere morgen als hij wakker werd was hij de gelukkigste mens van de
wereld en 's avonds ook.
Nu gebeurde het dat de arme sleuteldrager op zekere dag een andere arme
sleuteldrager tegenkwam. Deze was de ongelukkigste mens van de wereld,
want hij had zijn sleutel verloren.
Onze arme sleuteldrager bedacht zich geen ogenblik. Hij gaf zijn eigen
sleutel weg. de ander was daar zeer verwonderd over en vroeg: "Hoe moet
jij nou in de hemel komen als jijzelf geen sleutel meer hebt."
"Och," zei onze arme sleuteldrager, "ik zal die sleutel niet meer nodig
hebben, omdat de deur al open zal staan."
NIET ALLEEN
De mensen om ons heen
zijn ons door God gegeven
om samen mee te leven
want niemand leeft alleen.
Maar hoe? Dat is de vraag
die wij zo dikwijls stellen.
Wie kan ons dat vertellen?
Wat is Gods wil vandaag?
In 't kort is dit de wet:
heb God lief én je naaste,
de eerste en de laatste
zijn naast elkaar gezet.
De naaste hoort erbij.
Als God ons in dit leven
de schulden wil vergeven,
vergeven dan ook wij?
Het leed jou aangedaan:
kun je dat niet vergeven?
Dan blijft, zo zul je weten,
ook jouw schuld voortbestaan.
Vergeving die je vraagt
eerst aan de ander geven,
dan zal ook God vergeven
de schuld die jij nu draagt.
Het lam
Kort na de schepping waren alle dieren gelukkig en tevreden. Op
eentje na; dat dier was treurig en teleurgesteld. Dat dier was het lam.
De schepper merkte de teleurstelling bij zijn schepsel en vroeg: wat
mankeert er aan? Waarom zijn alle schepselen zo vrolijk en laten ze
opgetogen van zich horen en ben jij zo zwijgzaam en bedroefd?
Ach, mijn God, als ik het zeggen mag, waarom ben ik zo'n uitzondering
tussen die duizenden anderen? Waarom gaf u mij niet, zoals de andere
dieren een schild en wapen om me te verdedigen. Immers, de één heeft
spitse horens, de ander scherpe klauwen, weer een ander een krachtige
slurf of een gevaarlijke slagtand. Maar ik heb niets. Zoveel andere
dieren kunnen wegvliegen, omhoog klauteren, wegduiken in de diepte van
de zee, of vliegensvlug rennen. Maar wat kan ik?
God hoorde het klagen van het hulpeloze lam welwillend aan en zei: dan
mag je een wens doen. Kies maar of je klauwen wilt, of scherpe tanden
of wat ook maar om tegenstanders te verscheuren of te verjagen.
O nee, zei het lam, dat wil ik niet. Ik wil niemand leed toebrengen,
laat staan doden. Maar misschien wilt u mij dan die wapens geven die
mij helpen om het leed dat mij wordt toegebracht te kunnen vergeten, om
mijn lijden dragelijk te maken.
Dat is een verzoek dat ik niet kan weigeren, sprak God. Ik zal je de
drie krachtigste wapens geven, waardoor je in tegenspoed niet
ongelukkig zult zijn en zelfs in staat bent om het grootste kwaad te
overwinnen. Dit zijn jouw wapens: zachtmoedigheid, toewijding en
geduld.
Niet heersen, maar dienen
Niet heersen, maar dienen, dat zegt Jezus tegen mij, tegen ons,
tegen mensen die Hij geroepen heeft om anderen te leiden.
De scheidslijn tussen heersen en dienen is dun.
We dreigen tussen die twee polen heen en weer geslingerd te worden,
tenzij we vol zijn van de Geest van Christus.
Hij roept een totaal andere leiderschapsstijl tevoorschijn
dan we om ons heen zien. Gewoon samenwerken.
Anderen voorgaan is niet langer heersen, maar dienen.
Een heerser geeft leiding om zijn doelen te bereiken via de ander.
Een dienaar geeft leiding om zijn doelen te bereiken met de ander.
Een heerser zal alle aandacht proberen te vestigen op zichzelf.
Een dienaar zal alle aandacht richten op zijn medemens.
Een heerser praat veel.
Een dienaar luistert veel.
Een heerser dwingt respect af met zijn positie.
Een dienaar ontvangt respect vanuit zijn handelen.
De invloed van een heerser verdwijnt,
zodra de mensen zijn macht van zich hebben afgeschud.
De invloed van een dienaar blijft zichtbaar
in de mensen die hij mocht dienen.
En jij? En ik?
Ik weet dat ik soms nog teveel trucjes gebruik van een heerser.
Daarom wil ik mij dagelijks buigen en bidden:
Heer God, als ik mijn dagen mag vullen met dienen,
dan ben ik waar ik zijn wil: dicht aan uw hart.
terug naar de overweging