Gebeden op de achtentwintigste zondag
door het jaar
Inleiding:
Je hebt slimme mensen en je hebt domme mensen,
een waarheid als een koe.
Dat kan val alles betreffen maar heel vaak gaat het daarbij om geld
verdienen.
Slimme mensen hebben dikwijls gouden handen,
alles wat zij ondernemen brengt geld op
en ze weten dar geld goed te beleggen zodat het nog meer opbrengt.
Domme mensen kopen vaak op afbetaling,
bouwen soms enorme schulden op en krijgen zo een hoop problemen.
Veel schulden maakt een mens ongelukkig,
maar heel veel geld vaak ook.
Je hebt slimme mensen en je hebt domme mensen,
ook op geestelijk gebied.
Slimme of wijze mensen denken na over de zin van het leven,
wat werkelijk belangrijk is voor hun levensgeluk.
Domme mensen leven vaak voor de voet weg
en maken zichzelf en anderen niet gelukkig met hun manier van leven.
Er is wel een probleem:
wat de een wijs en slim vindt, vindt een ander dom, en andersom.
Daar willen we in deze viering even over nadenken.
Openingsgebed:
God, U die er bent voor de mens met uw levenskracht,
U die uw leefregels hebt neergelegd in ons hart,
opdat wij geluk mogen vinden in ons leven,
U bidden wij: Schenk ons uw Geest van wijsheid
dat wij niet alleen onze plichten herkennen
maar ook de moed hebben iets meer te doen
dan de geboden en verboden van ons vragen.
Dan alleen zullen we echt uw mensen zijn,
vandaag en alle dagen. Amen
Gebed over de gaven:
God, U die er bent voor de mens met uw liefde,
U die ons hier uitnodigt aan uw tafel,
de tafel van het altijddurende verbond U bidden wij:
Moge de verbondenheid die wij hier vieren
zichtbaar worden in groeiende saamhorigheid, juist met hen die veel te
kort komen,
ook wanneer dat veel van onszelf vraagt.
Mogen wij zo mensen naar uw hart zijn,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed
God, U die er bent voor de mens,
U vraagt van ons dat wij er zijn voor elkaar,
in goede en in kwade dagen.
U die ons ondersteunt met uw onzichtbare kracht,
U vraagt van ons dat wij elkaar ondersteunen,
ook als wij daarvoor iets van onself moeten opofferen.
Schenk ons uw Geest van kracht
om meer van onszelf te geven dan we verplicht zijn.
Moge Jezus' boodschap zo zichtbaar worden in ons,
vandaag en alle dagen. Amen
Voorbede
Wij bidden voor alle gewone mensen van goede wil,
dat zij niet blijven steken in een leven
vol middelmatigheid en oppervlakkigheid,
maar dat zij idealen mogen hebben
en de moed zich ook voor die idealen in te zetten.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle mensen die leven in grote welvaart,
die gewend zijn aan luxe en overvloed,
dat zij geen gevangenen zijn van hun rijkdom
en alleen leven en werken om zichzelf te verrijken
maar dat zij van harte kunnen delen met de armen in de wereld.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle verstandige mensen
voor allen die echt nadenken voordat zij beslissingen nemen,
dat zij niet alleen kijken naar de zakelijke aspecten van het leven,
maar ook oog hebben voor de diepere zin van de dingen
en zo de weg zien naar zinvol menselijk geluk.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle gelovige mensen, overal ter wereld,
voor allen die zeggen te geloven in Jezus' boodschap,
dat zij zich ook daadwerkelijk dienstbaar willen maken
aan het welzijn van medemensen, ook al dat veel gevraagd lijkt.
Laat ons zingend bidden.
God van liefde, schenk ons uw kracht en wijsheid,
opdat wij vreugde vinden in het goed doen aan anderen,
ook als ons dat zwaar valt.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de achtentwintigste zondag door het jaar
Zonnelied van Franciscus
Geloofd bent u, mijn God, om al uw schepselen,
vooral de heer broeder zon,
die de dag is en ons verlicht door zichzelf.
En hij is mooi, en stralend met grote glans.
Van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.
Geloofd bent U, mijn Heer,
door zuster maan en sterren.
Aan de hemel hebt U ze gemaakt,
helder en kostbaar en mooi.
Geloofd bent U, mijn Heer,
door broeder wind en door de lucht
en door bewolkt en helder, en ieder weer
waardoor U uw schepselen onderhoudt.
Geloofd bent U, mijn Heer,
door zuster water
die heel nuttig is en nederig
en kostbaar en kuis.
Geloofd bent U, mijn Heer,
door broeder vuur door wie U licht brengt in de nacht;
en hij is mooi en speels en robuust en sterk.
Geloofd bent U, mijn Heer,
door zuster onze moeder aarde,
die ons voedt en hoedt
en allerlei vruchten voortbrengt
en kleurige bloemen en groen.
Geloofd bent U, mijn Heer,
door hen die vergiffenis schenken door uw liefde,
en die ziekte en leed verdragen.
Zalig zij die dat verdragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, zullen zij gekroond worden.
En geloofd bent U, mijn Heer,
door zuster onze lichamelijke dood,
waaraan geen mens ontkomen kan.
Wee hen die sterven in doodzonde,
zalig zij die gevonden worden in uw allerheiligste wil,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
Overvloed
Heel veel mensen hebben een overvloed aan muziek,
maar ze zijn van binnen niet blij.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan televisie,
maar ze zien elkaar nauwelijks.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan mobieltjes,
maar ze kunnen elkaar niet meer ontvangen.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan geld,
maar ze zijn armer dan ze zelf weten.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan kennissen,
maar ze kennen niemand echt.
Heel veel mensen hebben een overvloed aan goden,
maar de onbaatzuchtige God is hun onbekend.
Heel veel mensen zoeken naar echt contact
naar echte ontmoeting die niet te koop is,
maar die je ontvangt
als je omziet naar elkaar,
als je aandachtig leeft met elkaar.
Gebed uit India
Hoe kan ik God danken,
als Hij slechts mij te eten geeft?
Als mijn buurman honger lijdt,
hoe kan ik dan zeggen:
Heer, dank voor deze maaltijd?
Moet ik God soms loven
als Hij slechts mijn lichaam kleedt
en alleen mijn gezin een woning geeft?
Als mijn buurman naakt is
en slapen moet op straat,
hoe kan ik dan zeggen:
Geloofd zij de goedheid van de Heer?
Zou ik God kunnen danken,
omdat ik uitverkoren ben?
Miljoenen mensen leven nog
in de duisternis en dood;
zou ik dan kunnen bidden:
Dank U, God, dank U voor Uw keuze?
Ik geef jou niet, mijn kind,
te eten en te drinken,
opdat jij alleen verzadigd raakt
en blij om al die gaven.
Ik schenk ze jou, opdat jij deelt
opdat een ieder door wat jij doet
mijn goedheid smaken mag.
Ik geef jou niet, mijn kind,
die kleding en een woning,
opdat jij alleen beschutting vindt.
Om je buurman te verwarmen, gaf ik kleren
en een huis als toevluchtsoord voor velen.
Door jou zullen ze mijn goedheid zien,
mij loven, overal.
Mijn kind, ik heb jou niet uitverkoren
om op je lauweren te rusten.
Als medewerker wil ik jou,
om mijn liefde uit te dragen.
En ieder zal mijn aanwezigheid ervaren,
duisternis zal in licht verkeren
en ieder zal mij prijzen.
Delen
Op de Grote Sabbat kwam de rabbi eens moe
en met lome pas van het bedehuis naar huis.
"Waardoor ben je zo uitgeput," vroeg zijn vrouw hem.
"De preek heeft me ontzettend veel gekost," zei hij.
"Ik moest over de armen preken en hun schrijnende nood,
want alles is peperduur geworden."
"En wat heeft je preek voor uitwerking gehad,"
vroeg zijn vrouw.
"Voor de helft van wat nodig is, is gezorgd," antwoordde hij,
"want de armen zijn namelijk bereid te ontvangen.
Hoe het met de andere helft ervoor staat,
of namelijk de rijken bereid zijn te geven,
dat weet ik nog niet!"
Alles weggeven
In de kerk was op zondag het verhaal gelezen uit Marcus l0, 17-31.
Het had indruk gemaakt op Sander. Hij bleef er de hele zondagmiddag
over nadenken op zijn kamer, onder het genot van de klanken van een
CD-tje. En ook op maandag liet het hem niet los, op zijn brommer, op
weg naar school. In feite had iedereen daar in de kerk elkaar wat voor
de gek zitten houden, bedacht hij zich, door te doen alsof ze serieus
luisterden, maar vervolgens naar huis te gaan zonder er iets mee te
doen. Want de boodschap was toch duidelijk? Alles weggeven wat je
bezit, en Jezus volgen. In feite was het hartstikke hypocriet. Daar
hield hij niet van. Na nog een paar dagen dubben, besloot hij dat hij
het gewoon moest proberen: Hij zou alles weggeven wat hij bezat. Dan
zou hij voortaan tenminste met een eerlijk geweten in de kerk zitten.
Maar nu kwam de volgende stap. Hoe moest hij het aanpakken? Zou hij
alles weggeven, ook de dingen die eigenlijk van zijn ouders waren
(kleren, meubels in zijn kamer)? Of alleen de dingen die hij echt zelf
gekocht had, met het geld van zijn zaterdagbaan? En aan wie zou hij het
eigenlijk geven? Bij hen in de buurt woonden geen armen. En dan, zou
hij dan gewoon bij zijn ouders blijven wonen? Dan zou hij in feite nog
steeds rijk leven. Maar ja, als hij weg ging, waar dan naartoe?
Bovendien zou hij zijn ouders daar toch wel pijn mee doen, en dat was
toch ook niet zo christelijk. Dat verdienden ze niet. Eigenlijk had hij
wel behoefte aan een gesprek met iemand over zijn plannen. Maar met
wie? Zijn beste vriend, Kevin, zou hem zeker voor gek verklaren. Zijn
moeder? Met haar kon hij in het algemeen goed praten over bepaalde
dingen, maar dit zou ze waarschijnlijk toch niet begrijpen. Misschien
kon hij maar beter een paar jaar wachten, tot na zijn eindexamen. Dan
zou hij veel meer mogelijkheden hebben. En volgende week zondag zou hij
25 gulden in de collecte doen. Dat was tenminste een begin.
Gebed
Om wijsheid bidden wij,
voor de machtigen in de wereld
die het levenslot van velen
kunnen maken en breken.
Maar ook om wijsheid voor onszelf,
bij het uitstippelen van onze eigen levensweg.
Help ons te kiezen
met onze ogen en oren open
voor de noden van anderen.
Om goud en zilver bidden wij,
niet om rijkdom, niet om overdaad,
maar wel om genoeg voor alle mensen,
opdat er niemand sterft van de honger
en opdat er woningen zijn, en werk en onderwijs,
voor ons allemaal, uw kinderen.
Om gezondheid bidden wij,
voor ons lichaam en onze geest,
om medicijnen en ziekenhuizen ook voor mensen
die arm zijn en om wat minder stress,
bron voor vele ziektes.
Wij bidden ook om schoonheid,
die mensen dankbaar en gelukkig maakt.
Goede God,
Gij zelf zijt wijsheid
in de persoon van Jezus Christus.
Hij wees mensen de weg
Blijf ook ons de weg wijzen. Amen
Gebed
Goede God,
wij kennen de geboden en wij proberen ernaar te leven.
Maar iedere keer weer ontbreekt ons de moed
ook de laatste stap te zetten,
de stap die werkelijk moeite kost,
de stap om méér te doen dan het gewone.
Wij bidden U,
ontferm u over ons,
opdat wij steeds opnieuw de moed verzamelen
op zoek te gaan naar uw koninkrijk
Amen.
Kostbare steen
Een wijs man had zich juist gereed gemaakt om de nacht door te
brengen aan de rand van een dorp, toen een dorpeling op hem toegerend
kwam en riep:
"De steen! De steen! Geef mij die kostbare steen!"
"Vorige nacht verscheen mij in mijn droom iemand die zei dat ik als het
donker geworden was naar de rand van het dorp moest gaan. Ik zou daar
een wijs man vinden die mij een zo kostbare steen zou geven dat ik
voorgoed rijk zou zijn."
De wijze rommelde wat in zijn tas en haalde er een steen uit te
voorschijn. "Waarschijnlijk bedoel je deze," zei hij. "Enkele dagen
geleden vond ik hem op een bospad. Natuurlijk mag je hem hebben."
De man keek verbaasd naar de steen. Het was een diamant. Misschien wel
de grootste diamant ter wereld want hij was zo groot als het hoofd van
een mens. Begerig pakte hij de diamant en liep weg.
De hele nacht lag hij te woelen in zijn bed en kon de slaap niet
vatten. De volgende dag, bij het opkomen van de zon, zocht hij de wijze
man weer op. Deze lag nog te slapen.
De dorpeling maakte hem wakker en zei:
"Geef mij de wijsheid die het u mogelijk maakt deze kostbare steen zo
gemakkelijk weg te geven."
De blinde troubadour
Een oude Chinese keizer hoopte op een troonopvolger en was dan ook
heel gelukkig toen zijn zoveelste vrouw een zoon baarde. Na korte tijd
echter bleek het jongetje blind te zijn en de keizer was zo
teleurgesteld dat hij zijn dienaren het kindje te vondeling liet leggen
in het bos. Hij dacht dat de wilde dieren hem wel zouden verslinden.
Maar de dieren hadden medelijden met het kind en een tijgermoeder gaf
hem haar melk te drinken.
Het kind groeide op in het bos en de dieren leerden hem de mooiste
verhalen vertellen en de mooiste muziek maken. Hij kon prachtig zingen.
Toen hij groot geworden was, trok hij de wereld in en overal waar hij
komt, luisteren mensen naar zijn verhalen en zijn prachtige liederen.
En hij is ook een heel wijs man. Velen komen om zijn goede raad vragen.
Tijdens zijn omzwervingen komt hij ook in het paleis van zijn vader.
Die is zo onder de indruk van zijn wijsheid, dat hij hem benoemd tot
zijn troonopvolger.
Hij was nog altijd kinderloos, dacht hij. Maar zijn zoon werd de beste
koning die het land ooit gehad had.
terug naar de overweging