Gebeden op de zevenentwintigste zondag door het jaar

Inleiding:

Bij een TV show in Amerika werd aan een actrice gevraagd: "Wat is het geheim van je succesvolle huwelijken." Je hebt soms van die filmsterren en andere beroemdheden die met meerdere partners het leven gedeeld hebben, maar om dan te spreken van succesvolle huwelijken is wel erg wrang. In de lezingen van vandaag gaat het over huwelijkstrouw In de joodse samenleving mocht in bepaalde gevallen een man wel zijn vrouw verstoten maar niet andersom, want in hun beleving was de vrouw het eigendom van de man. Een succesvol huwelijk is er een waarin men elkaar trouw blijft in goede en kwade dagen, tot de dood hen scheidt Gelukkig zijn er heel veel succesvolle huwelijken, jammer genoeg gaat het ook wel eens mis, en daarbij kunnen allerlei factoren een rol spelen. We willen hier in deze viering even over nadenken.

Openingsgebed:

God van liefde, U roept elke mens om zijn leven in liefde te delen met anderen, een mens alleen loopt verloren in de grote wereld, alleen samen met anderen kan hij geluk en vrede vinden. Toch gebeurt het dat mensen elkaar het leven zuur maken, dat oorlog en geweld teweegbrengen in plaats van vrede. Help ons trouw te zijn aan uw roeping door trouw te zijn aan elkaar. Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen. Amen

Gebed over de gaven

God van liefde, U nodigt ons uit om verbondenheid te vieren rond brood en wijn, de tekenen bij uitstek van Jezus' liefde en trouw. Mogen wij in de kracht van zijn Geest steeds meer op hem gelijken opdat ook wij weldoende rondgaan zoals Hij gedaan heeft, en vol welwillendheid openstaan voor ieder ander. Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen. Amen

Slotgebed

God van liefde, wij danken U voor dit samenzijn. Moge de verbondenheid die wij hier beleefden ook zichtbaar worden in ons gewone leven van alledag, in onze respect voor ieder ander, in onze bereidheid anderen een helpende hand te bieden, en ook in onze wil niemand te veroordelen die niet tot het geven van duurzame liefde in staat bleek. Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen. Amen

Voorbede
    Wij bidden voor alle gehuwden
    voor allen die zich in liefde aan elkaar gegeven hebben,
    en elkaar trouw beloofd hebben voor goede en kwade dagen.
    Mogen zij steeds op hun hoede zijn
    dat de sleur en het jachtige bestaan van alle dag
    geen bedreiging wordt van hun verbondenheid.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor alle gehuwden
    die het moeilijk hebben, wier relatie onder druk staat.
    Mogen zij in staat zijn deze crisis te overwinnen,
    de wijsheid hebben om hulp van anderen te zoeken,
    en de moed en de kracht vinden opnieuw te beginnen.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor alle gehuwden
    wier huwelijk stuk gelopen is en weer hun eigen weg gaan,
    vaak verdrietig, gefrustreerd of verbitterd.
    Mogen zij niet veroordeeld worden door hun omgeving
    maar juist veel begrip en steun ontvangen
    en geholpen worden om zinvol verder te gaan in hun leven.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor alle kinderen
    die de dupe zijn van echtscheidingen
    en soms heen en weer geslingerd worden
    in hun genegenheid voor hun beide ouders.
    Mogen zij toch veel liefde en steun ontvangen
    en kunnen uitgroeien tot gezonde volwassenen.
    Laat ons zingend bidden.

    God onze Vader, zegen ons met eerlijke zorg een aandacht voor elkaar.
    Sterk ons in de overtuiging dat alleen wederzijdse liefde mensen tot voltooiing brengt. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de zevenentwintigste zondag door het jaar
Gebed
    God,
    Gij hebt de mensen geschapen voor elkaar,
    omdat Gij zag, dat een mens alleen
    niet werkelijk mens kan zijn.
    Doe ons beseffen, iedere dag opnieuw,
    dat we door U met elkaar verbonden zijn,
    niet met één andere mens maar met velen. Amen.
Gebed:
    Eeuwige, Aanwezige, wij brengen voor uw aangezicht
    het vele leed dat mensen meemaken in het samenleven met elkaar:
    vrouwen- en kindermishandeling, gedwongen huwelijken,
    mensen die hun partner niet trouw zijn.
    We denken ook aan de mensen die tevergeefs zoeken naar een partner
    en mensen die hun partner verloren door dood of door echtscheiding,
    of mensen die, heel gewoon, eenzaam zijn.
    Maar tegelijk willen wij danken
    voor de vele mensen die gelukkig leven met elkaar,
    die elkaar aanvullen en steunen.
    Want zo hebt Gij ons gemaakt als mens tussen mensen.
    Amen.

      (A. Potma)
ALS TOEN
    De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
    Dat ik jou tegenkwam
    met in jouw ogen die blik
    die vraag en ja-woorden van vrede spreken,
    en die ik nooit vergeten zal.
    Ogen die spraken en zwegen.
    En even stond de wereld stil
    toen jouw ziel de mijne raakte
    en de mijne aan je vroeg
    met mij op weg te gaan.
    En wat ons dreef,
    zal ons ook morgen drijven.
    Wonderen gaan met ons vervullen met goede moed
    als we elkaar in de ogen blijven zien
    als toen en vandaag en alle dagen
    En wat groter is dan ons hart,
    zal jou en mij tot zegen zijn:
    onze levens met elkaar verbonden zijn,
    en liefde aan liefde toevertrouwd.
    Want de wonderen
    zijn de wereld nog niet uit:
    het gras groeit
    en in de bomen zingt de wind
    het lied van zijn verlangen.
    En mensen zijn onze weg door het leven.
    Met dromen die hen gaande houden
    tot ver voorbij de horizon.
TROUW
    Trouw ontkiemt
    waar mensen kiezen voor elkaar.
    Trouw is een woord
    dat gegeven blijft
    een huis van beschutting.
    Trouw blijkt
    in nabijheid en ontferming.
    Trouw biedt blijvend grond en vergezicht,
    houdt stand in de hitte van de dag
    en sterft niet wanneer het winter wordt.
    Trouw geeft niet op,
    trouw stelt niet teleur,
    trouw is vasthoudend en blijft geloven.
    Trouw voedt zich met de waarheid,
    leeft van liefde
    en geeft zich als genade.
    Trouw vraagt om vertrouwen,
    trouw wil duren en wekt toekomst.
    Trouw maakt groot
    en deelt zich uit als zegen.
    Trouw leeft van de lange adem van God zelf.

    Sytse de Vries
VRAGENDE MENS
    Waarom heeft een mens soms pijn?
    Omdat mensen wolven zijn:
    koud, gemeen, verscheurend hard,
    haat die alle liefde tart.

    Dan denk je: God is dit het nou,
    wat Jij de mensen geven wou?

    Waarom staat een mens alleen,
    zonder vrienden om hem heen?
    Moe, verbitterd, star en stug,
    valt hij op zichzelf terug.

    Dan denk je: God is dit het nou
    wat Jij de mensen geven wou?

    Waarom heeft een mens verdriet?
    Omdat hij 't 'waarom' niet ziet.
    Schreeuwend van verslagenheid
    raakt hij alle houvast kwijt.

    Dan denk je: God is dit het nou
    wat Jij de mensen geven wou?

    Waarom is een mens soms bang?
    Omdat hij een leven lang
    doodsbenauwd zichzelf niet geeft
    en beseft: 'Ik heb nooit geleefd..'

    Dan denk je: God is dit het nou
    wat Jij de mensen geven wou?
HUWELIJKSLIEFDE
    Bij onze liefde komt zo'n warmte vrij
    dat er een vuur ontbrandt in dorre takken.
    Je zou daarop van alles kunnen bakken,
    bijvoorbeeld poppetjes gemaakt van klei.

    Als wij een kleihomp samen aan gaan pakken,
    maak ik een beeld van jou en jij van mij,
    en als ze dan goed droog zijn allebei,
    gaan we ze fijn in duizend stukjes hakken.

    Pas als hun vorm geheel is weggewist,
    als we de brokken hebben laten weken,
    boetseren we opnieuw onszelf in klei.

    Ik ben in jouw klei, jij in die van mij.
    We delen in de slaap dezelfde deken;
    we delen in de dood dezelfde kist.

      Kwan Tau Sjeng
WAT BEN IK ZONDER DE ANDEREN
    Leven is leven met anderen,
    leven met anderen is leven met hen,
    met wie ik alles moet delen,
    die ik moet aanvaarden,
    die ik geen pijn mag doen,
    die ik moet liefhebben.

    Zonder de anderen is leven,
    liefhebben en gelukkig zijn een utopie.
    We zijn door ontelbare banden
    met elkaar verbonden.
    Ik kom pas tot ontplooiing
    dank zij de anderen.
    Ik heb de anderen nodig,
    niet alleen omdat zij zoveel voor mij doen,
    maar ook omdat ik zoveel voor die anderen kan betekenen.

    Ik heb ogen en oren om de ander te ontdekken,
    voeten om naar hen toe te gaan,
    handen om te geven en te helpen
    en een hart om lief te hebben.
    Ik mag geen eiland zijn
    in een zee van mensen!
WAAROM HOUDEN DE MENSEN DE LIEFDE NIET VOL
    Ik zit altijd met de vraag:
    Waarom houden de mensen de liefde niet vol?
    Waarom wordt het zo moeilijk als men dagelijks moet samenleven?

    Ik geloof, dat we heel dikwijls onszelf iets wijsmaken.

    We beweren de ander te beminnen
    en in feite houden we alleen van onszelf, van ons eigen "ik".
    Men verwacht teveel van de ander.

    De ander moet vriendelijk zijn,
    de ander moet me ophemelen,
    moet me op handen dragen,
    mag geen kwade bui hebben,
    mag me niets verwijten.

    Bij de minste ontgoocheling voel ik me gekwetst in mijn liefde.

    We denken te weinig of bijna nooit,
    aan hetgeen we zelf kunnen geven en kunnen doen voor de ander.

    Zeg niet te vlug: "Je houdt niet van mij",
    zolang je zelf niet alles gegeven hebt.
JE KUNT NIET LEVEN ZONDER EEN ANDER
    Je kunt niet leven zonder een ander,
    Je hebt iemand nodig die van je houdt,
    die je de moeite waard vindt
    en je een plaats geeft in zijn gevoelens,
    iemand aan wie je je van tijd tot tijd kunt toevertrouwen,
    die bezorgd voor je is en bij wie je altijd welkom bent.

    Je ontmoet vele mensen in je leven, maar er zijn mensen
    die je leven binnendringen, die je eigen leven binnengroeien,
    die familie van je worden.
    Ik zeg: het is een genade, een zegen als dit goede mensen zijn,
    bij wie je thuis bent met je hart.
    Zonder zulke mensen om je heen
    wordt het leven door en door ondraaglijk.
    Begrijp hoe afschuwelijk het moet zijn
    als je in je leven nooit een mens ontmoet,
    die spontaan zijn armen voor je opent.
HOE RED IK MIJN HUWELIJK?

    Eens was er een jonge vrouw. Op de vooravond van haar huwelijk stond zij bij haar moeder en keek naar de zon die over het strand onderging in volle zee.
    Toen vroeg zij haar moeder: "Moeder, mijn vader houdt van je en hij is je altijd trouw gebleven. Wat moet ik doen opdat mijn man en ik steeds van elkaar zullen blijven houden? Wat moet ik doen om onze liefde steeds inniger te maken? Hoe doen vader en u dat?"
    De moeder zweeg en dacht even na. Toen bukte zij zich en vulde allebei haar handen met zand. Ze kwam ermee bij haar dochter staan. Zonder verder iets te zeggen knelde zij de vingers van haar ene hand steeds sterker om het zand. Het zand glipte er uit.
    Hoe krampachtiger zij haar hand balde hoe sneller het zand eruit gleed. Toen zij haar hand openmaakte kleefden er nog maar en paar vochtige zandkorrels aan haar handpalm.
    Maar haar andere hand had de moeder opengehouden alsof het een kleine schaal was. Daar bleven de zandkorrels liggen. Zij schitterden steeds rijker en voller in het licht van de zon.

Het kostbaarste

    Een man en een vrouw gingen naar een wijs man en vroegen of hij hen wilde scheiden. De man zei: Ik heb jullie getrouwd. Het was een groot feest, herinner ik mij. Ik vind dat jullie scheiding op dezelfde manier gevierd moet worden.
    Zo gebeurde het. Toen het feest ten einde liep, zei de wijze man: Laat de vrouw gaan naar het huis van haar ouders, maar ze mag het kostbaarste uit jullie woning kiezen om mee te nemen. Er was veel gegeten en gedronken.
    Ook de man had veel gedronken, want er was een groot verdriet op de bodem van zijn ziel. Hij viel om middernacht in een diepe slaap.
    Toen hij de volgende ochtend wakker werd, merkte hij tot zijn verbazing, dat hij zich bevond in het huis van zijn schoonvader.
    Zijn vrouw had het kostbaarste uitgekozen en meegenomen, zoals de wijze man het bepaald had.
    En wéér riepen zij alle vrienden en buren bijeen en wéér werd er bruiloft gevierd.

Het slavinnetje

    Een moslimkoning die tot over zijn oren op een slavinnetje verliefd was geworden, liet haar van de slaven vertrekken naar het paleis overbrengen. Hij wilde met haar trouwen en haar tot zijn uitverkoren vrouw maken, maar op de dag dat zij het paleis binnenkwam, werd het meisje, vreemd genoeg, ernstig ziek.
    Met de dag werd zij zieker. Elke bekende remedie werd beproefd, maar zonder resultaat. En nu zweefde het arme kind tussen leven en dood. In zijn wanhoop beloofde de koning de helft van zijn koninkrijk aan degene die haar kon genezen. Maar niemand durfde een ziekte te bestrijden waartegen de beste geneesheren van het rijk machteloos waren gebleken.
    Tot er zich een wijs man aanmeldde, die vroeg om het meisje te mogen zien zonder dat er iemand bij was. Nadat hij een uurtje met haar had gepraat, verscheen hij voor de troon van de koning. Gespannen wachtte de vorst zijn uitspraak af.
    'Majesteit,' zei de wijze, 'ik heb inderdaad een onfeilbaar geneesmiddel voor het meisje. En zo zeker van de deugdelijkheid ervan ben ik dat men mij mag onthoofden als ik faal. Maar het geneesmiddel dat ik voorstel, zal uiterst pijnlijk zijn -niet voor het meisje, maar voor u, Majesteit.'
    'Noem het geneesmiddel,' riep de koning, 'en zij zal het krijgen, wat het ook kost.'
    Vol medelijden keek de dokter naar de koning en zei: 'Het meisje is verliefd op een van uw dienaren. Geef haar uw toestemming om met hem te trouwen en op slag zal zij genezen zijn.'
    Arme koning! Om haar te laten gaan, daarvoor begeerde hij haar te zeer. Maar hij hield te veel van haar om haar te laten sterven.

terug naar de overweging