Lezingen: Genesis 2, 18-24 ; Marcus 10, 2-12

Zevenentwintigste zondag door het jaar 1997

Het is niet goed dat de mens alleen blijft, ik ga een hulp voor hem maken, hoorden we zojuist in de eerste lezing. En God schiep de vrouw als hulp voor de man, om zijn eten te koken, zijn kleren te wassen, zijn sokken te stoppen en om te zorgen voor zijn kinderen. Als ik dit zo zeg, dan krijg ik het denk ik wel aan de stok met de meeste vrouwen van vandaag, zeker met degenen die zich bezig houden met de emancipatie van de vrouw.
In de tijd dat het boek Genesis geschreven werd, was de joodse samenleving een echte mannenmaatschappij, waarin de vrouw echt op de tweede plaats kwam, zij was letterlijk het bezit van de man. In een groot deel van de Arabische wereld vindt je nog steeds een soortgelijke situatie.
In de joodse samenleving mocht een man wel zijn vrouw wegsturen, scheiden dus, met een scheidingsbrief, zoals we in het evangelie hoorden, maar andersom was ondenkbaar. Maar Jezus maakt duidelijk dat in Gods bedoelingen man en vrouw gelijk zijn, met gelijke rechten en gelijke plichten, Een verbond in liefde heeft van zichzelf iets blijvends.
Het is niet goed dat de mens alleen blijft, dat gaat veel verder dan het huwelijk: de ene mens heeft de andere nodig, zijn hulp, zijn diensten, om wat hij voor je doen kan.
Zeker in onze ingewikkelde maatschappij kunnen we niet zonder de diensten van anderen, de bakker, de slager, de buschauffeur, de boekhouder, en noem maar op. En zeker als je gebrekkig bent geworden, gehandicapt, oud, versleten, aan kun je niet zonder de diensten van anderen.
Een mens alleen kan het niet bolwerken in onze wereld. De ene mens heeft de ander nodig, maar niet alleen om zijn diensten, niet alleen om wat hij voor je doen kan, maar ook als partner, als vriend, als geliefde in de volle zin van het woord, en dat niet alleen in het huwelijk maar in heel de gemeenschap. De ene mens heeft de ander nodig om zijn genegenheid, zijn goedheid, zijn liefde aan te geven. En daarbij gaat het niet om de vraag: wat kan die ander voor mij doen, maar veel meer: wat kan ik voor die ander doen, voor die ander betekenen.
De ene mens heeft de ander nodig: vroeger hadden de plantagehouders slaven nodig, de fabrikanten arbeiders, de mevrouwen hun dienst-meisjes etc. Dat was gebruik maken van de ander, van de diensten van de ander, en heel vaak was het misbruik maken van de ander. Die mistoestanden van vroeger zijn dan wel verleden tijd, de mentaliteit is nog lang niet helemaal veranderd: het draait nog steeds veel te veel om de vraag: wat kan die ander voor mij doen, welke diensten kan hij mij leveren, wat kan ik aan hem verdienen. Maar de houding waartoe Jezus ons steeds weer oproept, nI. zorg en aandacht voor de ander, niet uit zelfzucht en egoïsme maar uit eerlijk meeleven en liefde, die komt er in onze zakelijke samenleving vaak bekaaid van af.
Een huwelijk loopt stuk als een van de partners alleen maar aan zijn eigen denkt, zijn belangen, zijn voordelen, zijn gemak, en dat ten koste van de ander. Dat zelfde geldt voor heel de samenleving.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Zevenentwintigste zondag door het jaar 2000

Het is niet goed dat de mens alleen blijft, hoorden we in de eerste lezing. Hij heeft een hulp nodig die bij hem past.
Francesco koos als zijn gezel in het leven een grote Duitse herder, hij ging er elke dag mee wandelen, hij praatte ertegen en was heel gelukkig met zijn huisgenoot. Dit dier is me liever dan de mensen, zei hij. Voor Francesco was het misschien een hulp die bij hem paste, maar de meeste anderen willen toch wel iets meer. Dat werd ook al uitgebeeld in het oude bijbelverhaal: bij de dieren vond de mens geen hulp die bij hem paste.
Armando zocht ook een hulp die bij hem paste, een hulp die zijn eten kookte, zijn kleren waste en zijn huis schoon hield. Daarom trouwde hij met Sarita, een mooi meisjes van 18 lentes. Trouw en toegewijd vervulde zij haar rol als huisvrouw. Als ze samen op straat liepen, liep zij drie passen achter Armando, en als die bezoek had, at zij in de keuken. Voor Armando was dit de ideale hulp die bij hem paste. In verschillende culturen is dit de gewoonste zaak van de wereld, maar in onze samenleving gaat dit beslist niet op. Hier zijn man en vrouw gelijke partners, in liefde verbonden met elkaar, tenminste zo zou het altijd moeten zijn.
Dat was ook de boodschap van het oude bijbelverhaal uit het boek Genesis. Voor die tijd, voor die door mannen gedomineerde maatschappij, was het een heel revolutionaire boodschap. God maakte een hulp die bij hem paste, zo vertelt het verhaal, en hij nam daartoe een rib uit zijn lijf, een stuk van de man zelf, en wel een stuk dat heel dicht bij zijn hart ligt. Het is een prachtige beeld dat de verteller gebruikt om aan te geven hoe nauw man en vrouw met elkaar verbonden zijn, hoezeer ze elkaar ter harte gaan en moeten gaan.
De vrouw is geen dienstmeisje, geen bezit, maar in liefde verbonden. Voor oosterse oren moet dat een ingrijpende boodschap zijn geweest.. Dit wordt in het evangelieverhaal nog eens benadrukt door Jezus. In die toenmalige mannenwereld was de vrouw bezit van de man, hij was de baas, hij mocht over haar beschikken, en in bepaalde omstandigheden mocht hij haar wegsturen. Dat was ook toegestaan door de joodse wet. Maar Jezus is het daar helemaal niet mee eens: ook voor hem is het huwelijk boven alles een verbond in liefde. De man heeft het recht niet om de vrouw weg te sturen, en andersom natuurlijk ook niet: een vrouw mag de man niet weg sturen, maar dat laatste was in die tijd gewoon uitgesloten.
Een verbond in liefde heeft altijd iets blijvends. Zo zou het moeten zijn. Dat is Gods bedoeling. Maar we weten allemaal dat de werkelijkheid soms anders is. Juist ook in deze tijd komen veel echtscheidingen voor. Het zou eigenlijk niet moeten, maar het gebeurt wel. Waar het gebeurt, waar twee mensen uit elkaar gaan, omdat zij het niet bij elkaar kunnen uithouden, voor welke reden dan ook, dan moeten we wel bedenken dat dit altijd een heel verdrietig gebeuren is, op de eerste plaats voor de betrokkenen, en als er kinderen zijn, misschien nog meer voor hen.
Het grijpt altijd heel diep in, doet altijd veel pijn, want niemand zoekt dit, niemand wil dit, maar soms is het de enige uitweg uit een onhoudbare situatie. En de schuldvraag, wie is schuldig aan de verwijdering, aan de scheiding, is eigenlijk niet zo belangrijk, zeker achteraf niet. En buitenstaanders zouden die vraag ook nooit mogen beantwoorden omdat ze nooit helemaal weten wat er zich heeft afgespeeld. We mogen mensen die gescheiden zijn ook nooit veroordelen.
Idealen zijn helaas in de werkelijkheid van het leven niet altijd haalbaar. Maar we moeten wel naar de ideale situatie streven en ons er helemaal voor inzetten. De verbondenheid in liefde is te kostbaar om er nonchalant mee om te springen. Man en vrouw moeten alles doen om de liefde van het begin levend te houden en te verdiepen, dat lijkt zo eenvoudig maar blijkt toch vaak moeilijker dan gedacht.
De sleur van het leven, het drukke bestaan, is altijd weer een bedreiging. Ieder heeft zijn eigen werk, zijn eigen hobby's, zijn eigen interesses dat is prima maar als men daardoor te weinig tijd heeft voor elkaar, dan ligt daar de kiem voor een geleidelijke verwijdering, waardoor man en vrouw ongemerkt van elkaar vervreemd raken, tot de kloof zo groot is dat er geen weg meer terug is.
Het huwelijk is te kostbaar om er slordig mee om te springen en helaas wordt dat soms vergeten.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Zevenentwintigste zondag door het jaar 2003

Toen enige jaren geleden werd ingevoerd dat er meerdere gevangenen in één cel opgesloten mochten worden, stond er in de krant een foto van een gevangeniscel in Tilburg, ingericht voor twee personen. En wat me het meest opviel was dat er twee televisies waren in die cel: iedere gedetineerde kon zo naar zijn eigen programma's kijken. Je kunt het blijkbaar wel maken om iemand op te sluiten, maar het gaat te ver als ze allebei naar hetzelfde programma moeten kijken. Als je niet van voetballen houdt, en je moet toch meekijken omdat je maat daar gek op is, dan is dat een ramp. Dat kan niet, zelfs niet in de gevangenis.
Twee televisies in een cel sluit echter helemaal aan bij wat in de maatschappij gewoon is. Die gevangenis in Tilburg is helemaal up to date. Dat elk huis maar één televisietoestel had is allang voorbij. Veel gezinnen hebben twee of meer televisies in huis, een in de huiskamer, een op de slaapkamer, vaak nog een in de keuken en als er grotere kinderen zijn, hebben die ook dikwijls hun eigen toestel.
Iedereen moet zijn eigen programma's kunnen zien: Pa naar het voetballen, ma naar een soapserie, kinderen naar een film. Dan is iedereen tevreden en wordt er geen ruzie gemaakt naar welk programma er nu gekeken gaat worden. Leve de vrede in huis. Toch kun je wel wat vraagtekens hierbij zetten. Niet zozeer bij die televisies maar wel bij de mentaliteit die erachter zit.
In onze tijd moet iedereen zijn eigen leven kunnen leiden. Dat is een recht, zegt men, en dat is natuurlijk waar. Maar je eigen leven leiden kent natuurlijk wel enige beperkingen. We leven met elkaar in een land, in een stad of dorp, in een gezin en waar mensen het leven met elkaar delen, moet je ook rekening houden met elkaar, met elkanders rechten maar ook met elkanders wensen, zeker als je samen onder één dak woont.
Dat vraagt verdraagzaamheid, aanpassingsvermogen, inschikkelijkheid. Je kunt niet altijd je eigen programma bekijken, je eigen programma uitvoeren, helemaal je eigen weg gaan zonder je iets van anderen aan te trekken.
Tegenwoordig is het heel gewoon dat in een gezin beide ouders werken. Daar is niets op tegen. Beide ouders hebben vaak hun hobby's waar ze tijd voor inruimen. Daar is niets op tegen. Kinderen zitten op allerlei clubs, daar is niets op tegen. Maar het gevaar is wel dat ze geen tijd meer hebben voor elkaar, geen tijd om samen te eten, geen tijd om naar elkaar te luisteren, geen tijd om de dingen van de dag met elkaar te delen. En als ze eens allemaal thuis zijn, zit ieder achter zijn eigen televisie of computer. En als dat regelmaat wordt, vervreemden mensen van elkaar, groeien ze vaak, millimeter bij millimeter, ongemerkt dus, weg van elkaar, man en vrouw, ouders en kinderen. En als er dan eens problemen om de hoek komen kijken, dan kunnen ze elkaar niet meer bereiken.
In het evangelie van vandaag gaat het over echtscheiding. In de joodse samenleving van toen kon een man zijn vrouw wegsturen, andersom was onmogelijk in die mannenmaatschappij. Jezus maakt zijn toehoorders duidelijk dat dat eigenlijk niet kan: volgens Gods bedoelingen is de huwelijksband blijvend. Dat is zeker het ideaal, maar mensen zijn zwak en het lukt niet altijd.
In onze tijd zijn er veel scheidingen en het is altijd een drama, voor de partners, en nog meer voor de kinderen als die er zijn. Het geeft echter geen pas om beschuldigende vingers uit te steken, meestal is er sprake van onmacht, onmacht om elkaar te bereiken omdat ze in een langzaam proces uit elkaar gegroeid zijn.
Daarom is het zo belangrijk dat we in de samenleving weer gaan beseffen dat we tijd moeten hebben, moeten maken voor elkaar, dat we moeten luisteren naar elkaar, en daar is tijd samen voor nodig.
Daarom moeten we beseffen dat het individualisme dat ons tegenwoordig in de greep heeft, te ver kan doorschieten, waardoor het steeds moeilijker wordt om blijvende relaties aan te gaan. Natuurlijk moet iedereen zijn eigen leven kunnen leiden, maar ieder mens die geen rekening kan houden met de wensen van anderen kan ook niet echt zichzelf zijn, zichzelf worden.
Je wordt pas echt mens als je het leven deelt met anderen, als gehuwden, als gezinsleden, als vrienden, als dorpsgenoten. En delen betekent onherroepelijk: niet altijd je eigen zin kunnen doen. Gelukkig de mens die dat kan opbrengen.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Zevenentwintigste zondag door het jaar 2009

Bij het lezen van dit evangelie moest ik denken aan een verhaaltje. Op de vooravond van haar huwelijk wandelde de aanstaande bruid met haar moeder op het strand en zij vroeg haar moeder: "Moeder, wat is het geheim van jullie huwelijk, dat jullie elkaar altijd trouw gebleven zijn."
Haar moeder zweeg, dacht even na en bukte zij zich toen om haar beide handen te vullen met het droge zand van het strand. Zonder verder iets te zeggen kneep zij haar ene hand samen en hoe sterker haar vingers om het zand knelde, hoe meer zand glipte uit haar hand. Toen zij haar hand openmaakte kleefden er nog maar een paar vochtige zandkorrels aan haar handpalm.
Maar haar andere hand had de moeder opengehouden alsof het een kleine schaal was. Daar bleven de zandkorrels liggen. Zij schitterden steeds rijker en voller in het licht van de zon. Dat is het geheim van een goed en duurzaam huwelijk.
Ik moest ook denken aan een ander verhaaltje. Een klein jongetje had zijn hand in een kostbare vaas gestoken en kreeg hem er met geen mogelijkheid meer uit. Hij schreeuwde om hulp. Maar hoe men ook aan zijn arm rukte en trok, hij schreeuwde alleen maar nog harder. Tenslotte moest de kostbare vaas er aan geloven om de hand te bevrijden. En toen ontdekte men ook waarom die hand er niet meer uit kon: in de vaas had een euro gelegen en die hield de jongen stevig in zijn vuistje. Jammer van die kostbare vaas, zei iedereen.
Als een huwelijk stuk loopt, en helaas gebeurt dat nogal eens, dan is dat ook een kostbare vaas die gebroken wordt. Er kunnen talloze redenen zijn dat een huwelijk stuk loopt, maar heel vaak heeft het te maken met een gebalde vuist, dat men iets niet kan loslaten, wil loslaten. Vaak heeft het te maken met een krampachtig vasthouden aan eigen voorkeuren, eigen hobby's, eigen wensen en verlangens, waardoor iets dat veel kostbaarder is kapot gaat. Het is altijd een heel verdrietige zaak voor alle betrokkenen vooral ook voor de kinderen als die er zijn.
Waar een huwelijk stuk loopt, gaat het er niet om om een beschuldigende vinger uit te steken naar de een of de andere of naar allebei. Daarvoor liggen zaken vaak veel te ingewikkeld. In onze samenleving zijn een heleboel factoren aan te wijzen die een duurzaam huwelijk kunnen bedreigen.
Een ervan is het feit dat echt rekening houden met elkaar steeds moeilijker wordt in onze samenleving. Iedereen wil vasthouden aan zijn eigen levenswijze, zijn eigen leefstijl, en te gemakkelijk wordt vaak gedacht dat de ander zich maar moet aanpassen.
Vroeger had je grote gezinnen, vaak klein behuisd. Kinderen leerden haast automatisch rekening te houden met elkaar, ze moesten wel, meer kinderen op één slaapkamer, twee in één bed, samen aan tafel in een krappe keuken, samen spelen met dezelfde spelletjes. Spelende wijs leerden ze rekening houden met elkaar, dat je echt niet altijd je eigen willetje kunt opleggen aan anderen.
Nu zijn de gezinnen veel kleiner, de meeste kinderen hebben hun eigen slaapkamer, vaak ook hun eigen computer, hun eigen televisie, hun eigen speelgoed. Voor de huidige generatie kinderen is het veel moeilijker om te leren dat je op allerlei terreinen rekening moet houden met elkaar. Maar dat gemis nemen ze wel mee hun leven in en als ze zich binden aan een ander dan kan dat in hun nadeel werken.
Nu wil ik echt niet terug naar de grote gezinnen van vroeger, dat kan natuurlijk niet meer maar ik wil wel benadrukken hoe belangrijk het is dat kinderen leren echt rekening te houden met elkaar, en dat dit soms kan betekenen dat je dingen moet loslaten en je niet krampachtig eraan vast moet klampen.
Ik kwam laatst een mooie spreuk tegen: liefde en grenzen maken van kleine kinderen lieve mensen. Liefde voor een kind is niet alles maar toestaan en goed vinden. Een kind moet leren dat er grenzen zijn en waarom er grenzen zijn. Het moet leren dat het niet in alles zijn eigen zin kan doen. Dat is belangrijk voor de kinderen, maar evenzeer voor de volwassenen.

Gebeden en teksten bij deze zondag