Gebeden op de vierentwintigste zondag
door het jaar
Inleiding:
In het evangelie van vandaag horen we hoe Jezus twee vragen stelt aan
zijn leerlingen:
Wie zeggen de mensen dat ik ben
en vervolgens: wie zeggen jullie dat ik ben.
Wat de mensen zeggen vindt hij niet zo interessant,
maar wel hoe zijn vrienden en volgelingen hem zien.
Als het gaat om de vraag wie is Jezus, kan het heel leerzaam zijn
om te kijken wat de theologen over hem te zeggen hebben,
maar het is veel belangrijker om jezelf de vraag te stellen
wie is voor mij die Jezus, hoe kijk ik tegen hem aan.
En minstens even belangrijk: wat betekent hij voor mijn leven,
voor de manier waarop ik omga met medemensen.
Geloven in Jezus moet toch zijn consequenties hebben voor ons concrete
leven.
Wie is Jezus, daar willen we in deze viering even over nadenken.
Gebed:
God, wij komen hier bij U
om te luisteren naar uw boodschap,
ons gebracht door Jezus, uw gezondene.
Soms lijkt het ons dat Hij teveel vraagt van ons,
meer dan we kunnen opbrengen.
Schenk ons daarom uw geest van kracht
opdat wij, door Hem gedragen, geen macht naastreven
maar dienstbaar aan elkaar durven zijn,
zoals Hij dat was in zijn aardse leven.
Dat vragen wij U in zijn naam. Amen
Gebed over de gaven
God, hier samen aan uw tafel,
stellen we dat heilige gebaar van breken en delen
zoals Jezus, uw gezalfde, ons heeft voorgedaan.
Mogen ook wij, juist als Hij, de moed hebben
ons leven te delen met de mensen om ons heen
en waar nodig iets van onszelf af te breken ten gunste van anderen.
Mogen wij zo mensen zijn die vrede brengen ,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed:
God, wij danken U voor het voorbeeld van Jezus, uw gezalfde,
die niet de macht zocht maar de dienstbaarheid,
die zichzelf geheel en al weggeschonken heeft voor de ander.
Ga met ons mee met uw geest van kracht
opdat wij hem durven navolgen in die totale houding van dienende liefde
tot het uiterste.
Mogen wij in praktijk brengen wat we hier gevierd hebben,
vandaag en alle dagen. Amen
Voorbede
Wij bidden voor die volgelingen van Jezus
die kost wat kost willen vasthouden aan oude tradities,
voor hen die zich heftig verzetten tegen elke vernieuwing in de Kerk.
Mogen zij oog hebben voor het voorbeeld van Jezus,
voor wie de mens altijd belangrijker was dan de letter van de wet.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor die volgelingen van Jezus,
die wel in zijn naam gedoopt zijn en zich christenen noemen
maar die er in feite niets mee doen in hun leven.
Mogen zij oog hebben voor het voorbeeld van Jezus
en zich, juist als hij, inzetten voor het welzijn van de medemens.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor die volgelingen van Jezus
die open staan voor zijn boodschap en zijn idealen beamen,
maar die niet thuis geven als het wat moeilijk wordt.
Mogen zij oog hebben voor het voorbeeld van Jezus
en, juist als hij, niet afhaken als zij onbegrip en tegenwerking
ondervinden.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor onszelf, ook wij zijn volgelingen van Jezus,
maar onze kennis van zijn idealen is vaak heel beperkt,
en we schrikken er vaak voor terug
om in ons dagelijks leven echte keuzes te maken in zijn geest.
Mogen wij oog hebben voor zijn voorbeeld
en, juist als hij, eigen gemakken en eigen belangen loslaten.
Laat ons zingend bidden.
God onze Vader, open ons hart voor de liefde van Jezus, uw gezondene,
open onze geest voor de kracht van zijn woord, open onze handen
opdat wij ons geloof zichtbaar en tastbaar maken in daden. Amen.
Teksten, gebeden, gedichten bij de vierentwintigste zondag door het jaar
Wie van Jezus?
Hij was geen koningszoon
die opgeleid is om gediend te worden.
De zoon van een timmerman
had geleerd zich te plooien
naar de nukken van het hout
en de grillen van de klanten.
Hij was geen Romeins staatsburger,
kon zich nergens op beroepen.
De rechtenloze jood uit Galilea,
ver van het politieke forum,
had geleerd zich te onderwerpen aan de bezetter.
Hij was geen priester en geen wetgeleerde.
Kon niet terugvallen op enig privilege.
De simpele leek had geleerd
hoe mensen zich achter God verschuilen
om hun eigen belangen beter te behartigen.
Hij stond weigerachtig en argwanend
tegenover elke vorm van macht:
de macht van de tollenaar
en de macht van de opperpriester;
de macht van het geld
en de macht van de godsdienst.
Hij hield het bij de macht
van de geweldloosheid,
de macht van offer en gebed.
Alleen op die manier kon macht
worden omgezet in dienst,
kon de meester voetenwasser worden.
Ik ben de waarheid
"Ik ben de waarheid," zei Jezus,
waarheid als een zonsopgang aan het meer
met de tinteling van het licht
en de zekerheid van een nieuwe dag.
Zo'n waarheid overrompelt,
neemt je zodanig in beslag
dat al het andere bijkomstig wordt.
"Ik ben de waarheid," zei Jezus
en zijn glimlach was een zonsopgang
in het leven van de mensen.
Maar toen kwamen zij
met hun eigen kleine waarheid,
krenterig verpakt bij stukjes en beetjes:
een proefneming hier, een uitspraak daar,
een kernachtig woord en een slogan:
kleine waarheden, met zorg gekoesterd
om zichzelf wat in te dekken.
Maar zijn waarheid sneed in hun leven,
wilde hen veranderen en bekeren.
Zoals velen weer naar huis gingen.
De schemering viel, de zon ging onder.
EEN FOTO VAN JEZUS
Ik heb nog nooit een foto van Jezus gezien;
ik weet ook niet hoe hij liep, wel met wie.
Ik weet niet hoe zijn stem klonk,
wel de woorden die Hij gebruikte.
Ik weet niet welke kleur ogen Hij had,
maar wel hoe Hij keek.
Ik weet niet of hij een sterk hart had,
wel dat hij een groot hart had.
Ik weet niet alles van zijn karakter,
maar wel dat kinderen Hem graag mochten
en armen zich bij Hem thuis voelden.
Dat hij mild was voor eerlijke mensen
en streng voor ogendienaars.
Dat hij niet te snel oordeelde
maar eerder verontschuldigde.
Dat hij niet haatdragend was,
maar ongelooflijk vergevingsgezind.
Ik weet eigenlijk veel meer van Jezus
dan ik aanvankelijk dacht.
Alleen van binnen uit
Op een tentoonstelling hing een schilderij dat Christus
voorstelde, in een donkere tuin, met in de linkerhand een lantaarn. Met
de rechterhand klopte hij aan op een zware, met ijzer beslagen deur.
Een bezoeker sprak een beetje spottend de schilder aan: "Uw schilderij
is nog niet klaar: de deur heeft nog geen klink."
De kunstenaar antwoordde: "Dit is de deur van het menselijke hart. Zij
kan alleen van binnenuit geopend worden.
Christus
Christus heeft geen andere handen dan mensenhanden
om zijn werk hier op aarde te doen.
Hij heeft geen andere voeten dan mensenvoeten
om mensen op zijn weg te brengen.
Hij heeft geen andere lippen dan mensenlippen
om mensen van zijn geboorte, dood en opstanding te vertellen.
Hij heeft geen andere hulp' dan onze hulp
om mensen aan zijn zijde te brengen.
Wij zijn de enige bijbel die de wereld nog leest.
Wij zijn Gods laatste boodschap
met woorden en daden geschreven.
De Christus van vandaag (door Manu Verhulst)
De Christus van vandaag
wordt niet meer onder baldakijn en wierookgeur
langs de straten gedragen.
Hij wordt incognito door de buurvrouw
in de ziekenkamer thuisgebracht,
een bete hoop in zachte handen
en op tafel mag de kaars nog even verder branden.
De Christus van vandaag wordt niet meer gedragen
tussen vaandels en fanfare en maagdekens in 't wit.
Hij wordt nu veeleer zichtbaar
in de inzet en de moeite van mensen
die in Hem geloven
en hun medemensen dienstbaar zijn.
In hun zorgende handen
is Hij opnieuw aanwezig.
In hun voeten, onvermoeibaar,
brengt hij triomfantelijk zijn vrede
Hij heet Jezus Christus
Hij heet Jezus Christus en lijdt honger
hij huilt door de mond van de hongerenden
en de mensen lopen voorbij als zij hem zien
zij haasten zich om vlug in de kerk te komen.
Hij heet Jezus Christus en heeft geen huis
hij slaapt in de goot
en de mensen versnellen hun pas, als zij hem zien
en zeggen, hij is een dronken landloper.
Hij heet Jezus Christus en is analfabeet
hij werkt niet en hij bedelt
en de mensen zeggen als zij hem zien:
die deugt nergens voor
hij zou moeten gaan werken in plaats van te bedelen.
Hij heet Jezus Christus en is verbannen
uit de gemeenschap en uit de kerk
zij stellen zich hem voor als koning
terwijl hij toch samenleefde met de armen.
Hij heet Jezus Christus en is ziek
hij leeft achter de tralies van de gevangenis
en wij bezoeken hem nauwelijks
wij weten dat hij geen kant meer uit kan.
Hij heet Jezus Christus en wordt afgewezen
Hij is onder ons en wij hebben hem niet herkend
hij is onder ons en wij verachten hem.
Hij was in de wereld.
Hij was in de wereld
een licht voor blinden te zien
een lied voor doven te horen
een woord voor stommen te zeggen.
Hij ging met allen die
belast beladen gebukt geknakt
door het leven gaan;
reikte ziek en eenzaam de hand
en hielp lammen overeind.
Onecht, onoprecht verdroeg hij niet,
schone schijn ontmantelde hij;
hij had een zwak voor
die werden gemeden en wees
aan kinderen de hemel toe.
Zoals iedereen heeft hij gehuiverd
voor de beker die Hij drinken moest
totdat hij in vol vertrouwen zeggen kon:
Vader, bij U, in U leg ik me neer.
KENNIS VAN JEZUS
Een dialoog tussen een mens die zich pas tot Christus bekeerd
heeft en een gelovige vriend: "Dus u bent christen geworden?" "Ja."
"Dan moet u veel van Jezus af weten. Vertel me eens: in welke land werd
hij geboren?" "Dat weet ik niet." "Op welke leeftijd stierf hij?" "Dat
weet ik niet." "Hoeveel preken heeft hij gehouden?" "Dat weet ik niet."
"U weet maar heel weinig voor een mens die beweert christen geworden te
zijn." "U hebt gelijk. Ik schaam me dat ik zo weinig van Jezus af weet.
Maar één ding weet ik wel. Drie jaar geleden was ik een echte
dronkaard. Ik had heel veel schulden. Mijn gezin ging eraan ten gronde.
Elke avond zaten mijn vrouw en kinderen in angst voor mijn thuiskomst.
Maar nu ben ik van de drank af; ik heb mijn schulden afbetaald: we
hebben nu een gelukkig gezin; mijn kinderen springen nu blij op als ik
's avonds thuis kom. Dit alles heb ik aan Jezus te danken. Zijn
voorbeeld heeft me bekeerd. Ik wil voortaan leven zoals hij geleefd
heeft. Dit alles weet ik wel van hem. Iemand echt kennen, dat is,
beïnvloed worden door wie men kent.
Jullie zijn mijn handen
Het gebeurde in een klein dorpje in Duitsland na de oorlog. De
bewoners kwamen terug en zagen dat de oorlog alles verwoest had:
huizen, school, kerk. Geen enkele steen was op de andere blijven
liggen. Tussen al de brokstukken en het puin lag ook een kapot
kruisbeeld, dat vroeger midden op het marktplein stond. De bewoners van
het dorp wilden het kruisbeeld herstellen en aan elkaar plakken; doch
de handen waren niet meer terug te vinden. In het dorp lag ook nog een
groep Engelse soldaten gekazerneerd. Een van hen maakte een bordje en
hing het onder het kruisbeeld. Op dat bordje schreef hij de volgende
woorden: 'I have no hands but yours'. ('Ik heb geen handen, tenzij de
jouwe.')
terug naar de overweging