Gebeden op de zestiende zondag door het jaar

Inleiding:

Vorige week zaterdag stond er in de krant een artikel met de kop: "Er moeten eerste doden vallen". Het was een aanklacht tegen de overheid die te weinig luistert naar de gewone burger. Pas als er doden vallen luistert de politiek, werd er gezegd. Mensen protesteren soms al jaren tegen een gevaarlijk kruispunt, maar er wordt niet naar hen geluisterd, totdat er iemand verongelukt, dan lopen de emoties hoog op en blijkt er opeens wel iets aan gedaan te kunnen worden. Zo negeert men allerlei signalen uit de samenleving over de thuiszorg, zorginstellingen, scholen, noem maar op. De overheid lijkt doof te zijn, totdat er iets grondig misgaat. Maar zijn we dikwijls allemaal niet een beetje doof voor de signalen die links en rechts op ons afkomen? Denken we allemaal niet te vlug, och het zal wel meevallen? Hebben we allemaal wel een duidelijk zicht op wat echt van waarde is voor onszelf en voor onze samenleving? Zoeken we genoeg naar de ware zin van leven en samenleven? Daar willen we in deze viering een beetje over nadenken.

Gebed

God, geef ons de rust u te zoeken om op adem te komen en de stilte te horen geef ons mededogen voor hen, die op onze weg komen en de richting kwijt zijn. Laat ons zien wat voorhanden is Iaat ons het onmogelijke willen en al het mogelijke doen. Help ons onze overvloed delen zodat niemand te kort komt zodat uw koninkrijk komt. Amen

Gebed over de gaven

God, Herder en Vader van alle mensen, iedereen is welkom aan uw tafel, wie hij ook is, waar hij ook vandaan komt. Iedereen is uitgenodigd deel te nemen aan deze maaltijd, om samen uw volk van vrede en liefde te zijn. Voed ons met deze gaven opdat wij oprecht bekommerd zijn om elkanders welzijn, naar het voorbeeld van Jezus, de goede herder bij uitstek, voor tijd en eeuwigheid.

Slotgebed:

God, Herder en Vader van alle mensen, wij danken u voor dit uur van rust en innerlijke stilte waarin we konden luisteren naar Jezus' boodschap waarin we opgeroepen werden om echt mens te zijn, medemens, broeder en zuster met elkaar, in een hechte geest van verbondenheid. Geef dat we niet verloren lopen in een jachtig bestaan, dat oppervlakkigheid heel ons leven beheerst. Dat bidden wij in Jezus' naam. Amen

Voorbede
    Wij bidden voor alle mensen met een druk bezet leven,
    met lange en inspannende werkdagen,
    mensen die meegezogen worden in een jachtig bestaan.
    Help hen steeds weer rust te zoeken en te vinden,
    opdat zij zichzelf en de anderen niet voorbijlopen.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor hen die een burn-out hebben opgelopen,
    die afgeknapt zijn in hun vele bezighedenheden,
    die geen voldoening meer kunnen vinden in hun werk.
    Mogen zij, met de hulp van zorgzame medemensen,
    zichzelf weer terugvinden en weer zin in het leven krijgen.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor allen die zich diep ongelukkig voelen
    omdat tegenslag en verdriet hun levensweg gekruist hebben,
    mensen die niet meer weten hoe ze verder moeten in het leven.
    Mogen zij ervaren dat zij er niet alleen voor staan
    dat anderen tijd en zorg voor hen hebben.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor allen die in deze vakantietijd op reis zijn
    of hun tenten elders opgeslagen hebben,
    op zoek naar vermaak en ontspanning.
    Mogen zij met volle teugen kunnen genieten van hun vakantie
    en zichzelf de kans geven om ook innerlijk tot rust te komen.
    Mogen zij allen uitgerust en behouden thuis komen.
    Laat ons zingend bidden.

    God van alle leven, geef ons innerlijke rust
    opdat we een duidelijk zicht hebben op de zin van ons leven
    en zo ook gelukkig kunnen zijn met alles wat we kunnen doen,
    met iedereen met wie wij het leven delen.
    Dat bidden wij U in Jezus' naam. amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de zestiende zondag door het jaar
Gebed
    God, geef ons de rust u te zoeken
    om op adem te komen
    en de stilte te horen
    geef ons mededogen
    voor hen die op onze weg komen
    en de richting kwijt zijn.
    Laat ons zien wat voorhanden is
    Iaat ons het onmogelijke willen
    en al het mogelijke doen.
    Help ons onze overvloed delen
    zodat niemand te kort komt
    zodat uw koninkrijk komt.
Gebed (psalm 119, 169- 176)
    Mijn lippen willen U uitbundig loven,
    want U onderwijst mij uw regels.
    Laat mijn mond zingen,
    want wat U onderwijst is heilzaam.
    Uw helpende hand staat mij bij,
    uw leefregels gaan boven alles.
    Ik verlang naar uw heil,
    uw wet is mijn enige vreugde.
    Laat mij leven, laat mij U prijzen,
    uw voorschriften helpen mij.
    Als ik verloren loop als een dwalend schaap,
    ach, kom mij dan zoeken,
    want uw woorden vergeet ik nooit.
HET VERLOREN SCHAAP ZINGT ZIJN PSALM
    Was ik een schaap, was hij mijn herder.
    Was ik een schaap, bracht hij mij verder.

    Hij wist waar groen grasland was en fris helder water.
    Als ik weg wilde lopen gaf hij mij een tik met zijn stok.

    En was ik zoek, ging hij mij zoeken.
    Was ik stom ging ik verdwalen,
    hij keerde om om mij te halen.

    Ik was niet bang want hij was bij mij.
    Al moesten we langs smalle enge paden,
    ik durfde best,
    want leeuwen en wolven jaagt hij de stuipen op het lijf.
    Wie kwaad wil doen die lacht hij vierkant uit.

    Ik voelde mij goed, kon op hem bouwen.
    Ik kreeg weer moed, had weer vertrouwen.
    Hij moedigt mij aan, en maakt mij dapper.
    Met hem erbij lukt het mij alle dagen van het leven.

    Was ik een schaap dan wist ik het wel.
Broeder van ons
    Jezus als brood
    zijt Gij door de wereld gegaan,
    als licht hebt Gij U uitgedeeld,
    goede herder, mens onder mensen,
    broeder van ons - als een lam
    zijt Gij ter slachting geleid,
    ons leven hebt Gij geleefd,
    ons lot hebt Gij gedeeld,
    onze dood zijt Gij gestorven,
    wij mensen leven voor onszelf,
    wij misgunnen elkaar het geluk,
    slechte herders zijn wij,
    andermans nood doet ons deugd,
    zijn pijn is onze genezing,
    zijn dood ons brood,
    o Heer, erbarm U over ons,
    wij leven ons eigen leven,
    sterven wij ons eigen dood?
HET LIED VAN JEZUS
    Licht in onze ogen,
    dagelijkse zon,
    uitzicht veelbelovend,
    glimlach om Gods mond.

    Vrijheid van beweging,
    richting die wij gaan,
    ruimte om te leven,
    zin van ons bestaan.

    Brood op onze tafel,
    herder die ons hoedt,
    bron van levend water,
    land van overvloed.

    Hart van deze aarde,
    dak boven ons hoofd,
    blijk van Gods genade,
    broeder, huisgenoot.

    Vrede allerwegen,
    kracht die ons vervult,
    hand van God die zegent,
    Jezus ons geluk.
Wees ons een herder.
    Wees ons een herder.
    Wij vertrouwen op u,
    op u die ons leidt
    door dag en nacht
    naar de nieuwe morgen.

    Geef ons de rust als van
    voortkabbelend water
    dat onze heetste dorst lest
    ons diepste verlangen vervult.

    Neem ons bij de hand
    zoals een vader zijn kind.
    Ga met ons door het aardedonker
    en geen duisternis benauwt ons,
    geen kwaad valt te vrezen.

    Want Gij zijt ons
    een stok, een staf;
    Gij nodigt ons
    bij u te komen.

    Schenk onze beker vol,
    zalf met olie ons hoofd.
    Heel en heilig ons,
    Gij de levende
    in tijd en eeuwigheid.
Rust en stilte

    Aan een monnik, die teruggetrokken in een klooster leefde, werd eens gevraagd: 'Wat is de zin van een leven in stilte en eenzaamheid?' De monnik was juist bezig een emmer water te putten. Daarom vroeg hij zijn bezoekers dichterbij te komen. 'Kijk nu eens in de put. Wat ziet u daar?' Ze keken de diepte in maar zagen helemaal niets. Korte tijd later zei de monnik: 'Kijk nu nog eens naar beneden.' Opnieuw bogen de bezoekers zich over de rand van de put. 'Wat ziet u nu?' vroeg hij. 'Nu zien we onszelf,' was het antwoord.
    Daarop vervolgde de monnik: 'Toen ik zojuist water uit de put haalde was het oppervlak onrustig. Maar nu is het rustig geworden. Dat is de ervaring van de stilte: je ziet jezelf. En als je in jezelf tot rust gekomen bent, zie je niet alleen de hele wereld met heel andere ogen, maar ook God.'

De visser

    Eens zat iemand te vissen aan het meer. De zon scheen. De visser was rustig en gelukkig. Er kwam iemand langs, die vroeg: "Waarom gebruik je niet meer dan één hengel; dan kun je meer vangen."
    De visser zei: "Nou, wat dan?" "Nou," zei de voorbijganger, "dan verdien je meer."
    "En wat dan?", zei de visser.
    "Dan kun je een boot kopen en het meer opgaan, om nog meer te vangen."
    "Ja, ja, en wat dan?" zei de visser.
    "Na verloop van tijd kun je misschien een groot schip kopen en dan uitvaren en veel vis vangen."
    "En wat dan?", zei de visser.
    "Dan huur je een knecht," zei de voorbijganger, "die samen met je vangt, en zo verdien je veel geld met je vis."
    "En wat dan?" zei de visser.
    "Ja, wat dan?", zei de voorbijganger, "ja, eens kijken: dan kun je bijvoorbeeld lekker gaan vissen en zitten in de zon."
    "Zo is het," zei de visser, "laat mij dus maar rustig zitten . . .

terug naar de overweging