Gebeden op de vijftiende zondag door
het jaar
Inleiding:
Niet alleen maar samen, dat zou de
titel van deze viering kunnen zijn.
Wil onze geloofsgemeenschap levend blijven,
dan moeten we daar samen met elkaar aan werken.
Een bisschop alleen kan weinig uitrichten
als hij geen mensen om zich heen heeft,
die samen met hem hun schouders eronder zetten.
Een pastoor alleen kan geen parochie levend houden,
dat kan hij alleen samen met alle parochianen.
Als bijvoorbeeld een avondwakegroep maar uit één persoon zou bestaan,
dan was er binnen de kortste keren geen avondwake meer.
Zo kan ik nog wel even doorgaan.
In het evangelie van vandaag stuurt Jezus zijn leerlingen erop uit,
niet ieder apart, niet alleen maar samen met zijn tweeën.
Twee weten meer dan een alleen, is een oud gezegde.
Twee kunnen ook meer dan iemand alleen.
Daar willen we in deze viering even over nadenken.
Gebed:
God van mensen,
U roept ons om deze wereld bewoonbaar te maken voor iedereen,
Ieder van ons hebt U de opdracht gegeven om te werken aan vrede en
gerechtigheid, aan vriendschap en solidariteit.
Schenk ons uw kracht om samen met elkaar te bouwen
aan een gemeenschap waarin ieder zich thuis voelen kan.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven:
God van mensen,
zie welwillend neer op ons hier samen rond brood en wijn,
om onze verbondenheid te vieren met Jezus,
die ons roept om te getuigen van zijn boodschap van dienende liefde,
ieder voor zich en allen tezamen
Moge de verbondenheid met elkaar die wij hier beleven vruchten dragen
in ons leven van alle dag.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Slotgebed
Heer, U zendt ook ons om te getuigen van uw rijk op aarde.
Geef dat wij beseffen wat dit betekent:
Gezonden zijn is niet buitenspel blijven staan, maar jezelf op het spel
zetten. Gezonden zijn is op weg gaan van waar je bent naar waar je
eigenlijk moet zijn. Gezonden zijn is feestmaaltijden bereiden op
gloeiende kooltjes van hoop en verwachting. Gezonden zijn is niet
alleen aan mensen ver weg denken maar vooral ook hier en nu aan de slag
gaan. Heer, schenk ons daartoe uw kracht.
Dat bidden wij in Jezus' naam. Amen
Voorbede
Wij bidden voor paus en bisschoppen,
voor allen die voorgaan in onze geloofsgemeenschappen,
dat zij echt leren luisteren naar de mens van vandaag,
naar zijn vragen en twijfels, naar zijn noden en problemen.
Mogen ze dan leren spreken met de woorden van Jezus,
in een duidelijk verstaanbare en herkenbare taal.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle ouders en opvoeders,
voor allen die kinderen de juist weg door het leven willen bijbrengen,
dat ook de boodschap van Jezus Christus meeklinkt
in alles wat zij de jeugd proberen mee te geven
als noodzakelijke bagage voor hun toekomst.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor hen die zich nog wel christenen noemen
maar die niets meer afweten van Jezus en zijn boodschap
en die dus ook niet echt door Hem geïnspireerd kunnen worden.
Mogen zij in staat zijn veel overbodige bagage af te leggen
en zich te verdiepen in Jezus' idealen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle mensen die leven in welvaart en rijkdom,
maar toch zelden echt tevreden kunnen zijn.
Mogen zij in staat zijn hoofdzaak en bijzaak te onderscheiden,
en niet teveel onnodige bagage met zich mee te slepen,
dat ze blij kunnen zijn met de kleine dingen van het leven.
Laat ons zingend bidden.
God, U roept ons allen om te bij te dragen aan uw rijk op aarde,
dat rijk van vrede en gerechtigheid, van verbondenheid en liefde.
Schenk ons steeds weer de kracht om die roeping waar te maken,
met elkaar en voor elkaar, vandaag en alle dagen. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de vijftiende zondag door het jaar
De boodschap van een profeet:
Enkel vragend weert de waarheid zich,
klagend roert zich het verzet.
Voorbij de einder van het heden ligt haar oorsprong.
Draagt zij vrucht in onze tijd?
Waar vindt de waarheid vaste grond?
Waar is gerechtigheid gevestigd?
Blijft ons hart de mensen trouw?
Hoe kan het kwaad toch steeds opnieuw beginnen,
dat addergif zich straffeloos verspreiden?
Enkel biddend leeft de waarheid nog,
voorbij de einder van het kwaad reikhalst zij
om vrucht te dragen in deze tijd.
Breek de tanden van het kwaad,
stop de vraatzucht van het onrecht,
laat geweld ineenkrimpen tot niets,
dat hun pijl de terugweg vindt,
verstik het strovuur van hun macht,
laat deze misgeboorte gaan.
Enkel schouwend wordt de afbraak van het kwaad
bewaard, voorbij de einder van de tijd
wortelt het verzet, een boom, haar vrucht groeit in het heden.
Profeet zijn
Je bent ongelukkig af
als je geroepen wordt om profeet te zijn,
je moet je stem verheffen tegen onrecht dat je ziet,
je moet klokkenluier zijn, dingen en mensen aanklagen,
maar dat wordt je niet in dank afgenomen
Profeet zijn: durf je dat en kun je dat?
Je bent ongelukkig af
als je ziet dat mensen verkeerde wegen gaan
en je voelt je geroepen om daar tegen te protesteren.
Dan zeggen ze tegen je: hou toch je mond,
je bent een lastpost, je verstoort de goede orde.
Profeet zijn, daar is moed voor nodig.
Je bent ongelukkig af
als je niet met de grote stroom meegaat,
niet doet wat iedereen gewoon lijkt te vinden,
maar vasthoudt aan je overtuigingen.
Als je daar ook openlijk voor uitkomt
dat ben je in de ogen van velen niet normaal.
Profeet zijn, durf je zo gek te zijn?
Jezus van Nazareth was een profeet in hart en nieren,
het bracht hem tot de dood op het kruis,
Hij wil verder leven in ons, geroepen en gezonden
om zijn boodschap uitdragen in de wereld van vandaag.
Profeet zijn, durf je dat en kun je dat?
Wat zijn we?
Wij, u, ik, liefste, vreemde,
alle personen waar we doorheen gaan,
waarin we beurtelings ontstaan,
wat zijn we? verlorenen, ontheemden?
in wat we doen, dag in dag uit,
daarin zijn we maar nauwelijks
onszelf, want waar zijn we, kouwelijk
op zoek naar anderen, naar geluid?
hoe zouden we ons onbeschreven
kunnen openen, hoe ons tonen
tussen het dagelijkse, blinkend ongewoon
worden, al was het maar even?
hoe gelukkig en ongelukkig wonen
in jezelf en in anderen, hoe leven?
hoe moet je zeggen dat je bang
bent, bang voor het lege,
voor wat in de grote lucht is verzwegen,
voor een seconde van eeuwen lang?
en hoe te spreken van het goede
dat we geluk noemen, ontroering,
die zachte voering van het vermoeden?
geen woord is er voor.
geen woord is er voor.
Voor iemand uitgaan . . .
Voor iemand uitgaan is meer dan alleen vóór hem lopen
op een weg bochtig en smal
zonder om te kijken hopend dat hij je zo wel volgen zal.
Voor iemand uitgaan: soms vrijwillig
dan gedwongen soms gewild dan ongewild.
Voor de pijl die niet op jou is gericht, ben jij het schild.
Voor iemand uitgaan: verkenning
en egalisering van een onbegaanbaar terrein;
zorgen dat de hindernissen voor hem weggenomen zijn.
Voor iemand uitgaan: jij bent het die wordt getroffen,
jij raakt gewond, jij lijdt pijn
wetend dat ondanks dit alles de laatste
toch het eerst zal zijn.
Voor iemand uitgaan: hiertoe worden
wij geroepen, uitgezonden twee aan twee.
Niets kan overkomen want wij krijgen Gods adem mee!
GEZONDEN ZIJN
Gezonden zijn
is altijd maar weer risico's nemen
om echt mens voor een ander mens te worden.
Gezonden zijn
is overal en met iedereen vieren dat de dood
zich verkeken heeft op het leven van Jezus
Gezonden zijn
is niet buitenspel blijven staan,
maar jezelf op het spel zetten.
Gezonden zijn
is op weg gaan naar waar je bent
naar waar je eigenlijk moet zijn.
Gezonden zijn
is feestmaaltijden bereiden
op gloeiende kooltjes van hoop en verwachting.
Gezonden zijn
is woedend worden, wanneer onze stierlijkheden
als gouden kalveren bewierookt worden.
Gezonden zijn
is niet alleen aan mensen ver weg denken
maar vooral ook hier en nu aan de slag gaan.
Schuldbelijdenis
Wij zijn geroepen om te getuigen van Gods liefde,
om te werken aan saamhorigheid in onze gemeenschap,
om elkaar nabij te zijn met verdraagzaamheid en genegenheid,
met eerlijk meeleven en hartelijke betrokkenheid.
Allen: Heer, vergeef ons als we anderen achteloos voorbijliepen.
Wij zijn geroepen om te getuigen van Jezus' blijde boodschap,
om daadwerkelijk vorm te geven aan Gods rijk op aarde,
om juist als hij liefdevolle aandacht en zorg te hebben
voor zieken en gehandicapten, voor allen die het moeilijk hebben.
Allen: Christus, vergeef ons als we die opdracht soms vergeten.
Wij zijn geroepen om te getuigen van rechtvaardige wereld,
om in beweging te komen voor vrede en harmonie
om in de geest van Jezus op te komen voor de zwakken,
om ons te verzetten tegen onrecht en schendingen van mensenrechten.
Allen: Heer, vergeef ons als we passief aan de kant bleven staan.
Moge
God zich over ons ontfermen, onze zwakheden en tekortkomingen vergeven
en ons de kracht geven om door het leven te gaan in de geest van liefde
en dienstbaarheid, ons voorgeleefd door Jezus Christus, uw Zoon en onze
Heer. Amen
De prediker
Een van de zesendertig rechtvaardigen reisde naar Sodom, met de
bedoeling de inwoners te bekeren.
Dag en nacht liep hij door de stad, hij wees mensen op hun hebzucht,
veroordeelde bedrog en onverschilligheid en riep ze op om de armen niet
aan hun lot over te laten.
Aanvankelijk luisterden de mensen naar hem, sommige geamuseerd, anderen
spottend, maar spoedig verveelde het hun. En hoe hard hij ook riep, er
was niemand die nog naar hem luisterde.
Op een dag kwam er een kind naar hem toe en die zei: "Arme vreemdeling,
je loopt maar te roepen en te preken, zie je niet dat het toch niet
helpt?"
"Dat zie ik," zei de man.
"Waarom ga je er dan toch mee door?"
"Dat zal ik je zeggen," antwoordde de man. "In het begin dacht ik dat
ik de mensen kon veranderen. Vandaag weet ik wel beter. Als ik toch
doorga met roepen, dan is dat om te zorgen dat de mensen mij niet
veranderen.'
Predikant en luisteraar
Een priester die week na week neergekeken had vanaf de preekstoel
op rijen onbewogen gezichten, gesloten ogen en knikkebollende hoofden,
zag op een zondag toen hij weer de kerk inkeek, ineens twee wakkere,
intelligente ogen die heel aandachtig naar hem keken.
Het waren de ogen van een Chinees, en een ware verademing temidden van
de doezelende parochianen. En de Chinees luisterde niet alleen, hij
reageerde ook. Als de priester over de hemel sprak, straalde de Chinees
van plezier. Wanneer de zonde ter sprake kwam, keek hij verdrietig en
berouwvol.
Soms knikte hij de priester bemoedigend toe of schudde met de priester
mee zijn hoofd over de beschamende toestand van de mensheid. Aan het
eind van de preek zond hij glimlachjes en goedkeurende blikken naar de
priester, die opgewekt naar zijn ontbijt ging in de overtuiging dat
zijn preek gewaardeerd werd. Toen de Chinees week na week bleef komen,
probeerde de priester zijn preek te verfraaien. Hij zocht naar
toepasselijke verhalen die zijn onderwerp dichter bij de mensen
brachten, hij las wel eens een gedicht voor of vertelde over wat hem
zelf die week getroffen had. De voorbereiding van zijn preek nam heel
wat meer tijd is beslag. En de Chinees genoot.
Maar net zoals die priester wilt u natuurlijk weten wie die Chinees
was. Op de vijfde zondag wachtte hij de man op na de dienst en nodige
hem uit voor een kop koffie. De Chinees glimlachte, boog en zei niets
-tenminste geen woord Nederlands, want die taal sprak of verstond hij
niet.
En deze schok was niet de enige. Want door middel van een tolk kwam de
priester er later achter dat de Chinees ook geen Christen was. Hij had
het alleen lekker warm gevonden in de kerk. Hij had slechts op de bus
zitten wachten.
Wat de Chinees ons leert? De preek helemaal begrijpen is niet
wezenlijk. Maar de priester moet kunnen merken dat hij voor levenden en
niet voor doden spreekt. En dat sommigen graag naar hem luisteren: een
instemmend knikje, een goedkeurende glimlach, misschien zelfs even een
opsteken van een duim.
Misschien was die Chinees toch een engel met een boodschap: als
priesters slecht preken, is dat ook de schuld van een slecht publiek.
terug naar de overweging