Horen, zien en zwijgen, we kennen allemaal wel dat gezegde
en heel dikwijls is het een zeer verstandig advies, maar niet altijd.
Bij wat we horen en zien mag niet altijd gezwegen worden.
Er zijn situaties dat we zouden moeten reageren en toch maar zwijgen,
dat is immers veel gemakkelijker, het bespaart je een hoop narigheid.
Want als je voor je mening uitkomt, loop je het risico
dat men je een uitslover vindt, een aansteller, wat verbeeld je je wel.
Dan kan het gebeuren men je belachelijk maakt, je het leven zuur maakt.
Nee, horen, zien en zwijgen is veel veiliger.
Maar voor je het weet hoor je dan bij die zogenaamde zwijgende
meerderheid,
die veelheid van mensen die het helemaal niet eens zijn
met bepaalde ontwikkelingen in de samenleving of in de kerk,
met dingen die gedaan worden, gezegd worden door mensen in de omgeving
maar die toch hun mond maar houden en zich niet uitspreken,
bang als ze zijn voor onaangename gevolgen.
Horen, zien en zwijgen, die houding neemt men ook vaak aan,
als het gaat over zaken waar men geen raad mee weet,
waar men geen inzicht in heeft, die men niet begrijpt maar de moed niet
heeft om zich in de materie te verdiepen.
En ook dan is het maar het veiligste te zwijgen,
maar soms ben je eigenlijk aan jezelf verplicht om wel serieus over
dingen na te denken en je een mening te vormen.
Horen, zien en zwijgen, gelukkig zijn er ook mensen die wel de moed
hebben om hun stem te verheffen
als de dingen horen of zien die in hun ogen niet goed zijn.
Die mensen zijn van levensbelang in elke samenleving.
Zij zijn het die een gemeenschap op de goede weg houden
en steeds de juiste weg naar de toekomst wijzen.
Dat zijn profeten, ook wel zieners genoemd, mensen met een visie.
Profeten worden vaak gezien als toekomstvoorspellers,
mensen die toekomstige dingen voorzien en voorzeggen.
Maar dat is slechts voor een heel klein gedeelte het geval.
Een profeet ziet dat iets de verkeerde kant op gaat,
hij waarschuwt: als je zo doorgaat, gebeuren er ongelukken.
En soms is het heel eenvoudig zoiets te voorspellen.
Maar het gaat niet om dat voorspellen,
het gaat om de juistheid of onjuistheid van inzichten en handelswijzen.
Profeten zien hoe het zou moeten zijn in een samenleving,
ze spreken hun idealen uit, sommigen vinden het prachtig,
anderen vinden het overdreven of ergerlijk.
Profeten leveren kritiek op degenen die tegen hun idealen ingaan
en omdat ze vaak hun vinger op zere plekken leggen,
omdat ze vaak op lange tenen trappen van mensen die hun eigen gang
willen gaan,
krijgen ze volop te maken met onbegrip en tegenwerking.
Profeten zijn heel lastige mensen, voor hun omgeving maar ook voor
zichzelf.
Jezus was zo'n profeet. Hij bracht een boodschap,
een boodschap van liefde, van zorg voor de medemens,
een boodschap van oprechtheid en waarachtigheid
en velen vonden het prachtig: ze voelden zich aangesproken.
Anderen vonden hem maar een verwaande kwast, wat verbeelde hij zich wel?
Hij kwam in conflict met de joodse overheid,
omdat die meer waarde hechtte aan de letter van de wet
dan aan het welzijn van de mensen,
zijn kritiek op hun houding was ongezouten.
Geen wonder dat hij uit de weg geruimd moest worden,
Nee, profeet zijn is beslist geen lolletje.
Profeten van alle tijden hebben onbegrip en tegenwerking ontmoet.
Profetische mensen die zich uitspraken op het gebied van
arbeidersrechten,
over de milieuvervuiling, over schendingen van mensenrechten,
over vrede en ontwapening, over ontwikkelingen in de kerk,
ze hebben praktisch allemaal ervaren, vaak aan den lijve,
dat ze een zware taak op zich genomen hadden, soms zelfs te zwaar.
Horen, zien en zwijgen is meestal veel gemakkelijker, ook voor ons.
En toch, als wij echt Jezus' volgelingen willen zijn,
als wij echt in zijn boodschap geloven, hem echt serieus nemen,
als we zijn weg willen gaan van waarachtigheid, van dienstbaarheid,
dan mogen ook wij niet altijd zwijgen als we zien of horen
hoe in onze samenleving mensen in de knel komen,
hoe men vaak negatief spreekt over minderheden,
hoe men zorg voor de kleine verwaarloost.
Dan moeten we onszelf niet toestaan bij die zwijgende meerderheid te
horen.
Maar hebben wij de moed en de kracht om dat op te brengen?
We leven in een tijd van veel verwarring, juist ook bij gelovige
mensen. Vroeger leek het allemaal veel gemakkelijker: je wist precies
waar je je aan te houden had, je kende je christelijke plichten, van
vasten en onthouding en biechten enz.
en je wist daarmee ook of je een goede gelovige was of niet.
Tegenwoordig is er zoveel verdeeldheid in de kerk, zoveel verschillende
meningen en opvattingen die met elkaar botsen, dat je vaak niet meer
weet wat je nu wel of niet moet geloven.
Je kunt dan wel eens denken: kwam er nog maar eens een profeet die
precies zou vertellen hoe alles in elkaar steekt, wat je moet doen om
een goede gelovige te zijn.
Kwam Jezus nog maar eens terug dan kon hij ons precies vertellen
wie gelijk heeft en wie ongelijk.
Dan zouden we weer precies weten waar we aan toe waren.
Zo denken is in feite nogal zinloos vind ik. Ten eerste komt Jezus niet
in onze tijd.
en de profetische figuren die er ook in onze tijd zijn
worden vaak niet herkend, juist zoals Jezus in zijn tijd niet erkend
werd.
En als Jezus toch zelf zou komen, is het nog een hele grote vraag of
wij hem wel zouden herkennen en erkennen.
Waarschijnlijk zouden we net als de bewoners van Nazaret zeggen: wat
verbeeldt hij zich wel. En het zou best kunnen zijn dat hij dan net al
toen verwonderd zou staan over ons ongeloof.
Nu zult u misschien denken: dat moet je niet tegen ons zeggen
maar tegen al die mensen die niet meer naar de kerk komen. wij zijn
toch gelovige mensen, anders waren we hier toch niet. Dat is natuurlijk
wel zo, maar de vraag is wel of wij met ons geloven wel altijd op de
golflengte zitten die hij van ons wil. De Joden van Jezus' tijd dachten
ook dat zij gelovige mensen waren en toch is Jezus vol kritiek op hun
manier van geloven.
Als we in het evangelie lezen wat Jezus zegt tot de Joodse priesters en
schriftgeleerden, dan krijgen we wel eens de indruk dat zij allemaal
heel corrupt en kwaadwillend zijn. Toch is dat niet zo: op hun manier
waren zij heel godsdienstige mensen, en ze waren er zelf heilig van
overtuigd dat zij het op de enig goede manier handelden,
ze onderhielden toch alle wetten en regels tot in de kleinste puntjes.
En toch zegt Jezus dat hun geloof dood is en dat ze op een verkeerde
golflengte zitten.
We zijn allemaal mensen die graag vastigheid willen, we willen graag
precies weten waar we aan toe zijn,
dat geldt voor de joden van toen , dat geldt evenzeer voor de meesten
van ons.
Daarom willen we zo graag alles in hokjes zetten en willen we regels
voor alles, dan kan het niet mis gaan. Maar leven en samenleven en alle
situaties die zich daarbij kunnen voordoen zijn te complex, te
verschillend om ze te kunnen vast leggen in hokjes en regeltjes.
Dat is juist wat hij de Joodse leiders verweet: dat ze meer aandacht
hadden voor de letter van de wet, en te weinig waar het werkelijk om
ging.
Een voorbeeld: als hij op een sabbat een zieke mens geneest, krijgt hij
het aan de stok met de Joden want op de sabbat mag er niet gewerkt
worden.. Maar hij verweet hun bekrompenheid en gebrek aan
realiteitszin, alsof de sabbatsrust belangrijker was dan het redden van
een medemens.
Het is in onze tijd vaak verwarrend, maar als we precies willen weten
wie wel of niet gelijk heeft, zal bij Jezus aan het verkeerde adres
zijn: hij is geen vraagbak die voor alle situaties in het leven een
kant en klaar antwoord heeft. Net als alle profeten geeft hij een
bepaalde richting aan, de richting die God aan ons leven wil geven. Het
gaat om een bepaalde levenshouding van barmhartigheid, van liefde, van
openstaan voor elkaar, van elkaar steeds het goede toewensen en geven.
En een echt gelovige mens is hij die steeds zoekende is om die houding
heel concreet in zijn leven en in zijn levensomstandigheden te
verwerkelijken. Moge hij dat geloof bij ons vinden.
Zijn ook wij een beetje profeten? Dat is de vraag waar we even bij stil
willen staan. Profeten worden vaak gezien als toekomstvoorspellers.
Dat soort profeten zijn we hoogstwaarschijnlijk niet, daar gaat het ook
niet om.
Als je naar Jezus van Nazareth kijkt, of naar Ezekiel of naar een van
die vele andere profeten van vroeger en nu, dan zie je dat het op de
eerste plaats heel kritische mensen zijn, mensen die vaak felle kritiek
leveren op ontwikkelingen en situaties in de samenleving, omdat zij
vinden dat die slecht zijn en onheil brengen. Vaak zeggen ze dan: als
je zo door gaat, dan gaat het helemaal mis,
dat is dan een vorm van toekomst voorspellen.
Zijn ook wij een beetje profeten?
Kritiek leveren op wat anderen doen of zeggen, dat doen we vaak genoeg,
dat lijkt een soort algemene hobby te zijn. Maar met kritiek leveren
alleen ben je nog lang geen profeet, verre van zelfs. Anderen
bekritiseren is gemakkelijk zat, maar slechts weinigen hebben ook recht
van spreken. Tegenwoordig meent iedereen een beetje dat hij overal over
meepraten kan en mag, en niets deugt er, niet in de samenleving, niet
in de kerk. De politici zijn niet te vertrouwen en de politie is veel
te laks. De bisschoppen en de priesters zijn ofwel veel te ouderwets en
te streng, ofwel veel te slap: ze laten alles maar toe.
Als het gaat om de kerk dan is het ook heel opvallend dat veelkritiek
vaak van mensen komt die nooit meer naar de kerk komen en er eigenlijk
niets vanaf weten, en die dus ook geen recht van spreken hebben. Je mag
alleen dan kritiek leveren als je eerst goed nagedacht hebt als je niet
alleen maar afgaat op wat mén zegt, als je ook verder kijkt dat de
buitenkant van de dingen. Kritiek hebben vraagt dat je je echt in zaken
verdiept, dat je achtergronden wilt weten, voorgeschiedenis,
bedoelingen, want alleen dan heb je ergens recht van spreken, en
slechts weinigen hebben dat. Maar ook als je kritiek terecht is, ook
als je recht van spreken hebt
dan ben je daarmee nog lang geen profeet.
Het gaat bij profeten nooit om een soort theoretisch gelijkhebberij, zo
van "ik heb gelijk en die anderen hebben het verkeerd". Zeker als je
felle discussie krijgt, lijkt het daar wel een beetje op,
maar het gaat niet om theoretische zaken, maar juist om hele praktische
dingen. Een echte profeet wordt bewogen door het welzijn van de
gemeenschap, dat is de kern. Een echte profeet wil dat welzijn
bevorderen of redden, en hij zal zijn stem verheffen, kritiek leveren
op alles wat tegen dat welzijn in gaat: als mensen misbruik maken van
hun macht, als mensen verkeerde gewoonten hebben aangeleerd, als mensen
onverschillig zijn geworden voor het welzijn van anderen.
Je ziet meestal dat de profeten opkomen voor de zwakken en misdeelden
en juist kritiek leveren op de rijken en machtigen. Echte profeten zijn
mensen die gedreven worden door een groot idealisme, dat op de eerste
plaats hun eigen leven bepaalt en richting geeft. Kritiek leveren heeft
vaak iets vrijblijvends, zo van de beste stuurlui staan aan wal, zo van
de zijlijn terwijl je zelf buiten spel blijft. Maar een echte profeet
is iemand die er helemaal middenin staat. Je kunt anderen alleen dan op
hun fouten wijzen als je het zelf goed doet, anders heb je geen recht
van spreken.
Zijn wij, als Jezus' volgelingen, ook een beetje profeten? Een
moeilijke vraag, niet zomaar te beantwoorden, maar wel de moeite waard
om er even bij stil te staan, om jezelf nu en dan een paar vragen te
stellen. Zijn Jezus' idealen en zijn overtuigingen ook echt de onze en
zijn wij juist als hij ook bereid om daar iets voor over te hebben,
ondanks tegenwerking en onbegrip die ook wij kunnen ontmoeten? Of horen
we juist bij die mensen die daar geen begrip voor kunnen opbrengen?
Horen we bij die vele passieve vastgeroeste mensen die het allemaal wat
overdreven vinden. Maar echte profeten zijn niet gauw tevreden, niet
met anderen, maar nog veel minder met zichzelf.
Je hebt natuurlijk profeten in alle soorten en maten,
en we hoeven niet allemaal op de eerste rij te staan
om onze bezorgdheid omtrent bepaalde ontwikkelingen te ventileren.
Maar een beetje profetisch zouden we allemaal moeten zijn
als we tenminste echt geloven in Jezus' boodschap.