Gebeden op de elfde zondag door het jaar

Inleiding:

We leven in een tijd van de instant koffie en de kant en klare maaltijden. Klaar in in mum van tijd. Je hebt prefab huizen, in een week op te bouwen. Je hebt allerlei machines en computers, die in een uur doen waar we vroeger een hele dag voor nodig hadden. Het gevolg is wel dat we haastige mensen geworden zijn. We zijn weggegroeid van de natuur, die steeds een geleidelijk proces laat zien. Hoeveel mensen eten een snee brood zonder te weten van het graan, gezaaid, na verloop van tijd geoogst, gedorst, gemalen en gebakken? Hoeveel mensen halen hun eten uit de muur, allerlei hapklare brokken, zonder dat ze weten wat erin zit? We zien wel de producten maar niet de lange weg die daaraan voorafgegaan is, en dat is een enorme verarming. De lezingen van vandaag vragen om geloof en geduld, en dat samen. Het geloof dat er iets groeit, ook al zie je niet hoe. Het geduld dat het tijd nodig heeft. Vandaag zaaien en morgen de vruchten plukken, dat kan niet. Moge het wonder van de natuur, onze ogen ook openen voor het wonder van Gods kerk op aarde.

Voorbede
    Wij bidden om idealisten,
    om mensen die geloven in de groeikracht van het goede
    en die daarom blijven hopen op een betere wereld,
    om mensen die de moed hebben om tegen de stroom in te gaan
    en alles doen om hun dromen werkelijkheid te maken.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden om optimisten,
    om mensen die verder kunnen kijken dan alle negatieve berichten
    en oog blijven houden voor het vele goede dat er overal gedaan wordt,
    om mensen die niet passief aan de kant gaan staan,
    maar zich blijven inzetten voor een beter leven voor iedereen.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden om profeten,
    om mensen die ook in onze tijd hun stem verheffen tegen onrecht
    en protesteren tegen schendingen van mensenrechten,
    om mensen die de samenleving wijzen op hun dwaalwegen
    en zo steeds weer het zaad van een goede toekomst uitzaaien.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden om doorzetters,
    om mensen die niet toegeven aan gevoelens van machteloosheid,
    en zich niet laten ontmoedigen door teleurstellingen,
    om mensen die met veel geduld blijven geloven in hun idealen
    en er alles aan doen om die beetje bij beetje werkelijkheid te maken.
    Laat ons zingend bidden.

    God, oorsprong van alle leven,
    geef dat we zijn als het mosterdzaadje,
    dat wij in de kleine dingen die wij doen voor elkaar
    mogen groeien in medemenselijkheid eene liefde,
    opdat velen bij ons steun en geborgenheid vinden. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de elfde zondag door het jaar
Een groot wonder
    Het is een groot wonder,
    dat het eeuwige woord van de almachtige God
    in mij woning zoekt,
    in mij geborgen wil zijn
    als de zaadkorrel in de akker.
    Gods woord is niet geborgen in mijn verstand,
    maar in mijn hart.
    Het doel van het woord dat uit Gods mond komt is niet,
    tot het einde doordacht en geanalyseerd te worden,
    maar in het hart te resoneren,
    zoals het woord van iemand van wie wij houden
    in ons hart woont,
    ook wanneer wij er niet bewust aan denken.
    Heb ik Gods woord alleen in mijn verstand,
    dan zal mijn verstand vaak door andere zaken in beslag worden genomen
    en ik zal tegen God zondigen.
    Daarom zijn wij er nooit mee klaar Gods woord gelezen te hebben;
    het moet diep in ons zijn ingegaan,
    in ons wonen, zoals het allerheiligste woont in het heiligdom,
    opdat wij niet zondigen in gedachten, woorden en daden.
    Het is vaak beter,
    weinig en langzaam in de Schrift te lezen
    en te wachten tot het tot ons is doorgedrongen,
    dan van Gods woord veel te weten,
    maar het niet in zich te 'bergen'.

      DIETTRICH BONHOEFFER

Wasdom
    Alwat bestaat is gegroeid uit een ander;
    alwat is hangt aan elkaar.
    Alle zaad van kruid tot mens
    kent zijn eigen vrucht
    bereikt zijn eigen wasdom.

    Het simpelste bloempje
    het doodgewone vogeltje
    heeft een vorm en kleur
    een voorkomen en taal,
    die geen mens beschrijven
    laat staan bedenken kan.

    Daarom kan ik niet anders
    dan geloven in Uw orde
    in uw geest,
    in U die huist in het leven,
    de aarde vernieuwt
    en uiteindelijk alles
    tot voltooiing brengt.
    Goddank.
Zaaien en afwachten
    We leven in een tijd van zaaien,
    zaadjes bijna onzichtbaar voor onze ogen
    verdwijnen in de grond, op hoop van zegen.

    Dus laten we de verhalen die ons boeien,
    vertellen aan de kinderen in ons midden
    zonder ze uit te leggen, zonder te verwachten
    dat zij die nu al begrijpen.

    Laten we hen onze liederen horen
    zonder te vragen dat zij ze nu al leren zingen.
    We leven in een tijd van wachten,
    méér kunnen we nu niet doen.
    Wat we hebben gezaaid zal op eigen kracht moeten groeien.

    Dus laten we een stap terug doen,
    de zon en de aarde de kans geven om hun werk te doen.
    Laten we erop vertrouwen dat onze liederen en verhalen
    voldoende kracht bezitten
    om uit te groeien tot de bloemen waartoe ze zijn bedoeld.
HET WOORD WORDT ZAAD
    Een woord is o, zo gauw gezegd,
    maar denk: waar komt dat woord terecht?
    't Is als een klein onooglijk zaad
    dat stil verborgen wegen gaat.

    Een woord van goedheid of venijn:
    't maakt mensen groot of... kraakt ze klein;
    't kan zijn een woord dat stil vergeeft
    waardoor een mens opnieuw weer leeft.

    Soms is het woord een goede raad
    ofwel een striem die mensen slaat...
    per telefoon een lieve groet
    die eenzaamheid verdwijnen doet.

    Een woord kan zijn als een gebed
    dat nieuwe wegen open zet;
    een brug naar God voor 't hart dat lijdt.
    zo'n woord dat overstijgt de tijd.

    Hoe kostbaar is de taal, het woord
    de ene spreekt... de ander hoort...
    Heer, laat ons luisteren en verstaan
    en maakt ons woord tot kostbaar graan.

      Margaretha Pijpers
Alleen maar zaadjes
    Vannacht had ik een rare droom. Ik wandelde door het dorp en ik zag opeens een winkeltje dat ik nog nooit eerder gezien had. Op de ruit stond met grote letters: hier zijn alleen maar goede dingen te koop. Nou, daar wilde ik wel wat meer over weten en dus ging ik naar binnen.
    Er was eigenlijk niets te zien in het winkeltje maar achter de toonbank zag ik een engel staan. Wat zenuwachtig vroeg ik: Verkoop u echt alleen maar goede dingen? De engel zei vriendelijk: Ja zeker, alle goede dingen die je je maar bedenken kunt.
    Ik zei toen: Dan wil ik vrede op aarde, geen gepest meer in de scholen, einde aan alle oorlogen, groot en klein, einde aan alle verdeeldheid, alleen maar heel goede harmonieuze gezinnen, gelijkheid tussen alle mensen, geest van hechte saamhorigheid in het dorp.
    Ik wilde nog veel meer vragen maar de engel onderbrak me en zei: Pardon, u begrijpt het niet helemaal, wij verkopen geen vruchten. Wij verkopen hier enkel maar zaadjes.
Helpen groeien?!
    Een oud Chinees verhaaltje vertelt, hoe een boer het zaad uitstrooide, maar achteraf gekweld werd. omdat het niet scheen te groeien. Dag na dag groeide zijn angst, zodat hij niet meer kon slapen. En op een dag trok hij naar zijn akker en begon de kleine sprietjes een beetje te helpen. Hij trok ze wat naar boven, een heel klein beetje maar. Langzaam kwam hij aan de andere kant van zijn land.
    En hij was erg moe. Maar blij riep hij naar zijn buren: 'Ik heb mijn tarwe geholpen bij het groeien! Nieuwsgierig liep iedereen naar het veld van de boer en wat zagen ze daar? Een veld met verwelkte sprietjes.
Grondgevoel
    Waar land en zee tezamen komen
    delen in elkaar overgaan
    kom ik uit het geschapen land
    de grond van mijn bestaan.

    Kom ik uit zaad ben ik
    schepsel van het eerste zaad
    gebaard uit moedersgrond
    de aard van mijn bestaan.

    Groeit het leven naar de hemel
    vanuit zaad naar grasgewas,
    uit de grond het brood van graan
    de bron van mijn bestaan.

    De zaaier wil nog oogsten
    van zaad dat aandacht heet
    bewustzijn is het nieuwe graan
    de vrucht van het bestaan.

    Medeleven is dit brood
    maaltijd van de stervelingen,
    in de grond
    de zin van het bestaan.

      Johan Vermeulen
Een vriend op je weg
    Indien ik je dragen kon over de diepe grachten
    van je getob en je angsten heen,
    dan droeg ik je, uren en dagen lang.

    Indien ik de woorden kende om antwoord te geven
    op je duizenden vragen over leven, over jezelf,
    over liefhebben en gelukkig worden,
    dan praatte ik met je, uren en dagen lang.

    Indien ik vrede in je hart kon planten
    om geduldig te wachten en te hopen tot het zaad
    van vrede in je openbrak,
    dan wachtte ik, uren en dagen.

    Indien ik genezen kon wat omgaat in je hart,
    aan onmacht, ontevredenheid en onverwerkt verdriet,
    dan bleef ik naast je staan, uren en dagen.

    Maar ik ben niet groter, niet sterker dan jij
    en ik weet niet alles en ik kan niet zoveel,
    ik ben maar een vriend op je weg,
    al uren en dagen lang.

    En ik kan alleen maar hopen dat je dit weet,
    je hoeft nooit alleen te vechten of te huilen,
    als je een vriend hebt, voor uren en dagen.

      Uit: De geestelijke Genezer, tijdschrift van de NVGN
DE NIEUWE DAG
    Niemand die weet
    waar de einder ligt
    die ons eens beloofd is
    als een droomgezicht

    Niemand die weet
    dat de nieuwe dag
    eenmaal aan zal breken
    zo maar, onverwacht

    Niemand verwacht
    dat de aarde nieuw
    voor ons zal bloeien
    uit het zaad dat viel

    Niemand verwacht
    voor de wereld brood
    uit een mensenleven:
    liefde totterdood

    Niemand vermoedt
    hoe de mens bemind
    en door God geleid wordt
    in een mensenkind

    Niemand vermoedt
    hoe er goede moed
    in ons hart gelegd is:
    Geest die leven doet

      Henk Jongerius
terug naar de overweging