Lezingen: Ezechiël 17,22-24;  Marcus 4, 26-34

Elfde zondag door het jaar 1997

Naar aanleiding van deze twee verhaaltjes van Jezus uit het evangelie wil ik u nog een ander verhaaltje vertellen.
Een jongeman had een droom. Hij ging een winkel binnen en achter de toonbank zag hij een engel staan. Hij vroeg: "Wat hebt u te koop, meneer"? De engel antwoordde: "Alles wat u maar wilt!" De jongeman begon meteen te bestellen: "Dan zou ik graag overal een democratische regering willen hebben, het einde van alle oorlogen in de wereld, betere levensomstandigheden voor de randgroeperingen in onze samenleving, opheffing van alle kroteenwijken in de derde wereld en . . . " Maar nu viel de engel hem in de rede: "Neem me niet kwalijk, jongeman. Ik ben bang dat u me verkeerd begrepen hebt. Wij verkopen hier geen vruchten, we verkopen alleen zaden."
Ik ben opgegroeid op een boerderij. Als kind zag je al hoe alles groeide. Je zag de kersen rijp worden aan de boom, de noten en de appels en peren. De vruchten die je zelf van de boom plukte waren het lekkerst.
Maar hoeveel kinderen in de grote steden kennen dat groeiproces, van nabij. Ze kennen de vruchten. Als je tegenwoordig bij de groenteboer komt, dan kun je allerlei vruchten kopen, uit binnen en buitenland. Maar van heel dat proces dat daaraan voorafgegaan is, daar hebben de meesten geen weet van. En de trend van deze tijd is dat we alleen geïnteresseerd zijn in het product, en we zijn haastig: tijd is geld, dus: op iets wachten is te duur.
Net als die jongeman uit het verhaaltje, willen we het liefst alles meteen kant en klaar: ook wat belangrijke zaken in de wereld betreft, zoals vrede overal, maar we vergeten dat de vrede de vrucht is van een langzaam proces, we vergeten dat we eerst het zaad van de vrede moeten zaaien. We vergeten dat we daarvoor eerst de grond moeten bewerken, want anders kan het zaad niet ontkiemen. We vergeten dat we moeten wieden en schoffelen en sproeien. Nee, we willen meteen het product. En als dat er niet is, dan zeggen we: vrede, een onmogelijke droom, dat komt toch nooit.
Net als die jongeman uit het verhaaltje willen ook wij betere leefomstandigheden voor mensen die aan de rand van de samenleving terecht zijn gekomen. Liefst een instant oplossing van de armoede die ook mensen in onze samenleving ondervinden. Maar we vergeten dat er eerst gezaaid moet worden, dat je van alles moet doen om dat zaadje niet te laten verdrogen of te laten overwoekeren door het onkruid.
We vergeten dat het een hele tijd kan duren voor dat dat zaadje vrucht draagt. Maar tijd is geld, en we verlangen meteen een oplossing. Maar die is er niet. En wonderen zijn de wereld wel uit. En als we denken dat zo'n wonder toch zal gebeuren, dan komen we beslist bedrogen uit. En als we geen snelle oplossing zien, dan verliezen we de moed en zeggen we: het kan toch niet anders, zo is het nu eenmaal, daar moet je je bij neerleggen. En dan gaan we met de armen over elkaar zitten en gebeurd er ook niets meer.
Maar als je niet met zaaien begint, dan zullen er ook nooit geen vruchten zijn. En wie het aandurft te zaaien, die mag hopen dat er, op de lange termijn, toch vruchten komen, zelfs hele goede vruchten.
Met betrekking tot de armoede in eigen land, hebben we een duidelijk voorbeeld van zaaien: daar is bisschop Muskens volop mee bezig. Hij vraagt ieders aandacht voor dat probleem. En alleen als er aandacht is, kan er iets gaan groeien: en alleen als we met velen dat groeiproces begeleiden en in stand houden, alleen dan kan er iets veranderen. En als we naar de kerk kijken, dan ben je geneigd om te zeggen: de bloeitijd is voorbij, ze is wat verwelkt geraakt. En velen vragen zich bezorgd af: heeft de Kerk nog wel toekomst.
Ten eerste moet je zeggen: de bloeitijd mag in onze streken wat verleden tijd zijn, maar elders in de wereld bloeit de Kerk volop. Bovendien zijn er ook hier en nu in onze Kerk vele bloeiende bloemen, vele aktieve gelovigen. Laten we dat alsjeblieft niet vergeten.
Als wij in Jezus en zijn boodschap geloven, dan moeten we blijven zaaien, blijven werken met veel geduld en doorzettingsvermogen, dan mogen we blijven hopen dat het toch ooit vrucht zal dragen, ook al wordt ons geduld misschien wel op de proef gesteld. Maar geduldig hopen op vruchten zit vast aan elk groeiproces, ook in deze zaken.

Gebeden en teksten bij deze zondag