Gebeden op de Pinksteren
Inleiding:
Ik las onlangs de volgende
gedicht, dat helemaal bij Pinksteren past.
De titel was: een nieuwe kerk.
Een nieuwe taal moeten we spreken
en die ook durven leren!
Als al die zekerheden gaan verbleken
zullen zwevers weer terugkeren.
Dus laat die nieuwe kerk maar komen
waar twijfel geloofshouding mag zijn!
Een plek waar mensen kunnen dromen
en ruimte blijft voor groot en klein.
Dogma's en leerstellingen zullen zwijgen.
Een notenbalk speelt nieuwe akkoorden.
Alles is op de menu kaart te krijgen
Behalve holle en lege antwoorden!
Pinksteren is het feest van beweging, van vuur en enthousiasme.
Pinksteren is de dag dat de apostelen, ontmoedigd door de dood van
Jezus,
gingen beseffen dat zij zijn werk moesten voortzetten.
Pinksteren vertelt ons dat ze de straat op gingen om te getuigen
en zo een nieuw begin te maken met de beweging die Jezus had opgezet.
Helaas is die beweging voor een deel verstard
daarom is het zinvol om vandaag te bidden voor een nieuwe kerk
waarin de geest van Jezus volop waaien kan.
Gebed
Geest van God, Geest van Jezus,
Geest van water en vuur,
Geest van storm en wind,
wees voor ons als een verfrissend bad
opdat wij opstaan uit de slaap
van sleur, van onverschilligheid.
Vuur ons aan om in beweging te komen,
opdat wij niet bang zijn onze nek uit te steken
voor de zaak van Jezus van Nazaret,
in onze geloofsgemeenschap.
Geef ons inspiratie, geef ons kracht,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed:
God van leven, soms houden we onze adem in als we zien wat er allemaal
in uw wereld gebeurt zoveel verdriet is er, zoveel dat verkeerd gaat
zoveel dat misloopt, daarom bidden wij: zend toch uw geest van
vernieuwing.
Soms raken we buiten adem, God alsof we geen lucht krijgen door alles
wat ons bedrukt en benauwt voor alles waar we ons zorgen om maken en
alles waar we bang voor zijn daarom bidden we: zend toch uw geest van
kracht.
Op deze dag van licht en vuur en wind
bidden wij om geestkracht, om nieuwe moed,
om lucht en liefde om samen in beweging te komen
op de weg die Jezus ons gewezen heeft. Amen
Voorbede
Kom, Adem van God, blaas ons leven in
en maak ons tot mensen die handelen in uw geest,
opdat wij uw schepping in stand houden en verbeteren.
Kom, Kracht van God, ondersteun ons in onze zwakheid,
versterk onze goede wil, dat we het goede willen
voor ieder medemens en daar ook daadwerkelijk inhoud aan geven.
Kom, Vuur van God, maak ons vurig en enthousiast,
roep ons wakker uit de slaap van sleur en gewenning
opdat we ons geestdriftig inzetten voor Jezus' idealen.
Kom, Wijsheid van God, geef ons inzicht in goed en kwaad,
geef ons een beter zicht op alles wat beter kan
zowel in ons eigen leven als in onze samenleving.
Kom, Stormwind van God, zet ons in beweging,
opdat we niet passief achteroverleunen uit gemakzucht,
dat we niet wegzakken in het drijfzand van egoïsme en zelfoverschatting.
Kom, Licht van God, verlicht onze levensweg
opdat wij Jezus' boodschap steeds beter gaan verstaan
en de mogelijkheden zien om die boodschap in ons eigen leven waar te
maken.
Kom, Liefde van God, leer ons wat echte liefde betekent,
hoe we die waar kunnen maken aan elkaar,
niet alleen aan hen die we leuk en aardig vinden
maar ook aan hen aan wie we een hekel hebben.
Teksten, gebeden, gedichten bij Pinksteren
Voortdurende opstanding
Deze oude geteisterde verscheurde aarde
vol schreeuwende mensen en kinderen, oorlogen rampen
leven verkracht en vernietigd, verwoesting, geweld,
overstroming, vervuiling, water is te veel of te weinig
dorst en verlangen, tranen van angst en verdriet
moord en doodslag, vuur, geweren, kanonnen,
brandende haat, egoïsme en strijd
verstikkende lucht, beklemming,
grote benauwdheid en rook, zwart is het donker
stilte, dood? stilte,
in het eerste licht, storm, bries, ochtenddauw,
in zuivere lucht, vrij ademen
stralende zon, vreugde en juichen,
warmte en vreugde
vuur vol van de Geest
opstaan, lopen over water, tranen van vreugde,
eb en vloed, leven, stromend water,
de regenboog in de wolken
groen in de velden, bloeiende bloemen,
spelende dieren, rotsen doorbroken,
deze wereld, onze vruchtbare moeder aarde,
mensen en kinderen, samen hand in hand.
Riemke de Groot
Het lied van kennis, inkomen en macht
Een lied tegen de wijzen
die wijs zijn voor zichzelf,
die denken en bewijzen
ten bate van zichzelf.
dat zij zich herbezinnen
op God die Schepper is
en die van den beginne
een bron van wijsheid is.
Een lied tegen de rijken
die rijk zijn zondermeer,
die enkel nog bekijken
het spel van meer en meer.
Dat zij in deze dagen
nog de Messias zien
in mensen die geslagen,
gedeerd zijn, ongezien.
Een lied tegen de sterken
het volk van stand en staat,
die aan hun status werken,
gedreven zonder maat.
Dat zij niet tegenstreven
de Geest van alle tijd,
die over alle leven
haar kracht heeft uitgespreid.
Een lied voor alle mensen
die hier verzameld zijn
en die niet anders wenzen
dan broer en zus te zijn.
Kom armen en kom rijken
en maak geschiedenis:
dat wij weer leren kijken
naar wie de minste is.
A. Bosch
LIED VAN ROEPING: OVER EN WEER
Verborgen vuur, een sterk vermoeden.
Verwaaide flarden van een lied.
Voldoende om de hoop te voeden
op 't rijk waarin God zelf voorziet.
Als wij in machteloze woede
vertwijfeld vragen waar God blijft,
komen soms mensen als geroepen
om stem of hand van God te zijn.
De Geest wil in de harten wonen.
Van jong tot oud, van laag tot hoog
spelen wij in op wat gaat komen.
Pijlen van vrede op Gods boog.
Wij mogen sprekend op God lijken.
Hij brengt ons samen in een kring,
waar wij elkaar de handen reiken:
de laatste wordt steeds eersteling.
De rollen zijn ons voorgeschreven:
de koning komt als één die dient
om machtigen de les te lezen,
de armen delen in de winst.
Wij scholen samen rond de Schriften.
de weg wordt vóór ons uitgelegd,
woorden doorbreken onze driften.
Mens Gods, uit duister opgedregd
. Vermenigvuldig dan de vreugde
waarmee gij rijk gezegend zijt,
om in de wereld te getuigen
van liefde en gerechtigheid.
Henk Abma
Kom o heilige Geest
Kom, o Geest van heiligheid,
die van al zo hoge zijt,
ons bestralen met uw licht.
Kom, Gij kiest de arme kant, kom,
Gij geeft met gulle hand,
kom, Gij hartverwarmend licht.
Allerbeste trooster, Gij, goede gast,
ons zo nabij, goede koelte die verfrist.
Door U krijgt ons tobben rust,
door U wordt de koorts geblust,
door u tranen afgewist.
Dring dan met uw zachte gloed
diep door tot in het gemoed
van wie uw getrouwen zijn.
Waar Gij ons niet inspireert,
blijft de mens niet ongedeerd,
zal niets ongeschonden zijn.
Was dan, al wat morsig is;
drenk, wat dor geworden is;
heel dan, wat vol wonden is.
buig, wat star geworden is;
koester, wat bevroren is;
recht, wat krom getrokken is.
Schenk uw gift in zevenvoud ieder
die op U vertrouwt, ieder die gelovig is.
Geef ons deugd die dienstbaar is,
geef ons, wat ons zalig is:
geef ons vreugd die eeuwig is.
Jan van Laarhoven
PINKSTEREN - OM NIEUWE GEEST
Kom, Schepper, Geest ontsteek jouw vuur,
in ons gedoofd door tijd en duur,
door woorden hol en leeg gemaakt,
door beelden los van jou geraakt.
Herstel in ons die oude kracht
die mensen tot bezieling bracht,
die hen deed gaan waar niemand ging,
die groot noemt wat nog heet gering.
Herleef in ons met jouw geloof,
die tegenkracht van mensenroof,
die roept om solidariteit,
om leven dat geen aandacht krijgt.
Herschep in ons dat oude woord
misbruikt voor oorlog, broedermoord;
die Naam van God hier ooit ontstaan
vanwege land dat moet bestaan.
Herneem daarom jouw oudste recht:
sta op in ons als minste knecht,
die mens die om de ander geeft,
misschien voor hem zijn leven geeft.
Kom, Geest van leven,
Kom, Geest van leven
Ziel van ons bestaan,
Hart van het heelal,
kom, Licht van toekomst,
Zicht van morgen,
Inzicht voor vandaag,
Toezicht op ons doen en laten,
kom, Liefde voor alles en allen,
Hoop van de kleinen,
Geloof in het minste,
kom, Machteloos-Machtige,
mosterzaadje,
graankorrel
zuurdeeg
van onze ommekeer ten goede,
kom, Stille Roepkracht
van vernieuwing en bevrijding,
dring door tot achter onze huid,
tot in ons hoofd en hart.
Kom, Grondige Genezer,
geef ons nieuw terug aan onszelf
en aan de anderen,
doe ons elkaar zien
met nieuwe ogen
kom, Geest van menswording,
help ons recht doen
en vrede zoeken,
en laat ons niet los,
houd ons vast ten einde,
ten goede.
Jan van Opbergen
ADEM IS LEVEN
Je ademt leven in
Je ademt leven uit.
Je ademt naar anderen toe met je woorden,
je lachen je zingen je huilen je klagen.
Die adem, dat ben jij zelf.
Het is jouw levensadem.
De Geest van God is als God die uitademt naar ons toe.
En wij mogen die Geest van God weer inademen.
Maar je moet het zelf wel willen.
De Geest van God, is een goede Geest.
Hij zet mensen in beweging.
Hij maakt mensen vurig.
Hij zet hen in vuur en vlam.
En wat doen ze dan, die mensen?
Ze maken een nieuwe wereld.
Ze troosten waar verdriet is.
Ze geven waar gebrek is.
Ze luisteren waar nood is.
Ze bevrijden waar slavernij is.
Ze zingen en dansen.
Soms komen ze samen, dan bidden ze tot God
en vragen opnieuw om zijn Geest.
De Geest
De Geest wil mensen inspireren
en reinigen van alle schijn
met eindeloos geduld hen leren
getuigend kind van God te zijn.
De Geest wil mensen troostend leiden
uit klamme schaduwen van dood,
ook hen van alle pijn bevrijden
en voeden met het hemels brood.
De Geest zal mensen nooit beschamen,
reikt kleingelovigen de hand,
doorgrondt het hart, roept hen bij name,
geleidt hen naar het Beloofde land.
De Geest leert mensen te verwachten,
Hij daalde neer en geeft hen hoop,
onttroont de angsten, boze machten,
Zijn trouw bezegeld door de doop.
De Geest wil mensen samenbinden,
van alle ras, en taal en tijd,
hen helpen elkaar terug te vinden,
door grenzen heen en wereldwijd.
De Geest leert mensen te aanvaarden,
bereidt een weg, bemoedigt hen,
behoedt de kerk, bewaart de aarde,
dat ik, Heer, zo de Geest herken.
Jan Mobach
Talenkennis
In Zwitserland leefde eens een oude graaf. Hij had maar één zoon. Maar
die was dom en kon niets leren. Toen zei de vader: "Hoor eens, jongen.
Ik kan niets in je hoofd krijgen; wat ik beginnen moet, ik weet het
niet. Je moet weg van hier. Ik zal je bij een beroemde meester in de
leer doen; die moet het maar proberen." De jongen werd naar een vreemde
stad gestuurd, en bleef bij de meester een vol jaar lang. Na die tijd
kwam hij weer naar huis, en de vader vroeg: "Nu, mijn zoon, wat heb je
nu geleerd?"
Hij antwoordde: "Vader, ik heb geleerd, wat de vogeltjes zeggen."
Toen werd de vader boos en hij sprak: "O jij hopeloze jongen. Heb je je
kostelijke tijd verdaan en niets geleerd. Je moest je schamen. Ik zal
je nog een tweede kans geven en je naar een meester sturen, maar als je
nu nog niets leert, dan houd ik op je vader te wezen." De jongen bleef
bij de derde meester weer een vol jaar. En toen hij weer thuis kwam, en
de vader vroeg: "Jongen, wat heb je geleerd?" antwoordde hij:
"Vaderlief, nou heb ik in dit jaar geleerd, wat de kikkers kwaken."
Nu werd de vader werkelijk woedend; hij wilde niets meer met zijn zoon
te maken hebben en stuurde hem weg.
De jongeling trok de wijde wereld en na veel omzwervingen besloot hij
naar Rome te trekken. Onderweg kwam hij langs een moeras; daar zaten
kikkers in en ze kwaakten. Hij luisterde, en toen hij hoorde wat ze
zeiden, werd hij stil en treurig. Eindelijk bereikte hij Rome. Daar was
juist de Paus gestorven, en onder de kardinalen was grote twijfel
gerezen, wie ze tot opvolger zouden kiezen. Tenslotte werden ze het
erover eens: hij zou tot Paus worden gekozen aan wie zich een goddelijk
teken zou openbaren. Juist toen dat besloten was, kwam de jonge graaf
de kerk binnen; en plotseling vlogen twee sneeuwwitte duiven hem op de
schouders, en bleven zitten. De geestelijkheid zag daarin een goddelijk
teken, en men vroeg hem ter plekke, of hij Paus wilde worden. Hij keek
besluiteloos en wist niet of hij daartoe waardig was, maar de duiven
zeiden tegen hem in hun taal, dat hij 't maar doen moest, en hij zei
eindelijk: "Ja."
Toen werd hij gezalfd en gewijd, en daarmee was uitgekomen wat hij
onderweg de kikkers had horen zeggen, en wat hem zo beduusd had
gemaakt: dat hij de heilige Paus zou worden. Daarom moest hij een mis
zingen en hij wist er geen woord van, maar de twee duiven zaten aldoor
op zijn schouder en zegden hem ieder woord voor.
Het verhaal van de drie vlammen
Er liepen eens drie vlammen op straat. Ze hadden al een hele weg
gelopen en waren bijna opgebrand. Ze vonden zichzelf maar armetierige
vlammetjes. Ze waren druk met elkaar in gesprek hoe ze weer zouden
kunnen opvlammen. De eerste vlam wilde graag voor iedereen schitteren.
Toen hij dan ook in de buurt van een bos kwam, bedacht hij zich geen
moment en zette het hele bos in brand. Dat zou in elk geval indruk op
de mensen maken. Maar de vlam had zichzelf niet meer in de hand en
binnen de kortste keren was het hele bos opgebrand. De brandweer moest
komen om aan de laatste brandjes een einde te maken. De vlam had alleen
maar een bende aangericht en het hele bos verwoest. Hij werd gelukkig
dan ook snel vergeten.
Hoofdschuddend liepen de twee overgebleven vlammen door. Op een gegeven
moment kwamen de vlammen bij de zee. Eén van de vlammen werd een beetje
boos op het water dat daar zo zelfgenoegzaam en rustig lag te golven.
De vlam wilde het water wel eens een lesje leren om wat meer in vuur en
vlam te staan, zodat het meer op een vuurzee zou lijken. Met een grote
heldhaftige sprong dook de vlam in het water. Maar hoe de vlam ook zijn
best deed, het water wilde met geen mogelijkheid branden. De vlam ging
dan ook met een grote sisser uit. Niemand merkte hem op, dus kon hij
ook niet worden vergeten.
De derde vlam ten slotte vond langs de weg een armzalig stompje kaars.
Ze werden vrienden en besloten om samen te gaan werken. Als een lopend
vuurtje gingen ze op weg om andere kaarsen aan te steken. En ook al
waren ze allebei klein, ze gaven veel licht en warmte. En in het donker
wezen ze iedereen de weg. En hoewel de kaars en de vlam op een gegeven
moment waren opgebrand, ging het vuur door. En al diegenen die
tegenwoordig de kleine lichtjes zien, vergeten niet waar eens de
oorsprong lag.
terug naar de overweging