Gebeden op de vijfde zondag van Pasen
Inleiding:
Het is volop lente. In korte tijd is alles groen geworden.
De natuur doet weer zijn werk, wat doods leek is weer tot leven
gekomen.
Overal zie je ook mensen bezig in hun tuinen.
Als je een mooie tuin wilt dan moet je er wel wat aan doen,
dan moet je de natuur wel een handje helpen
en vaak ook een beetje bijsturen
zodat je tuin beantwoordt aan jouw ideeën.
Je ziet veel prachtige tuintjes, goed onderhouden,
maar je ziet hier en daar ook verwilderde tuinen,
waar weinig of niets aan gedaan wordt.
Wij mensen zijn ook een stukje van die natuur,
en willen we goed groeien en bloeien dan vraagt dat onderhoud, dan
vraagt dat je kijkt hoe het zou moeten zijn,
waar je dingen misschien wat moet bijsturen.
En ook of er hier en daar misschien iets gesnoeid moet worden.
Het evangelie van vandaag spreekt over snoeien
maar nog veel meer over verbondenheid
als voorwaarde tot groei en bloei van individu en gemeenschap.
Daar willen we in deze viering wat over nadenken.
Openingsgebed:
God, vader van alle mensen, U roept ons om het leven te delen met
elkaar,
om samen een hechte gemeenschap te vormen,
waarin niemand verloren loopt
en iedereen de zorg krijgt die hij nodig heeft.
Geef dat wij in verbondenheid met elkaar veel vruchten dragen,
tot welzijn van heel onze mensengemeenschap. Amen
Gebed over de gaven:
God, Vader van alle mensen,
U nodigt ons uit om hier samen zijn aan uw tafel
om onze verbondenheid met U en met elkaar te vieren,
rond brood en wijn, de tekenen van Jezus' liefde en trouw.
Mogen wij gesterkt door deze gaven groeien
in verbondenheid met elkaar en in onderlinge solidariteit.
Dat vragen wij U omwille van Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Slotgebed:
God, die ons leven vernieuwt door Uw Heilige Geest
opdat wij een vruchtvol leven hebben in kleine dingen die we kunnen
doen: een gebaar van begrip, een woord van troost,
een blijk van openheid en geduld
Dat de vruchten van Uw Koninkrijk, gerechtigheid, vrede, heelheid,
meer en meer zichtbaar mogen worden in onze gemeenschap.. Neem daartoe
weg wat niet goed is, snoei in ons leven en samenleven
Doe ons opleven en blijf met ons verbonden
op leven en dood. Amen
Voorbede
Wij bidden voor alle christelijke kerken en gemeenschappen,
dat zij mogen groeien in verbondenheid met Jezus
en in Hem ook met elkaar, met alle andere gelovigen.
Mogen zij in staat zijn tegenstellingen te overbruggen
opdat Jezus' boodschap ook nu nog velen kan inspireren
tot een hechte geest van saamhorigheid. Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor de leiders van de christelijke gemeenschappen
dat ze kunnen luisteren naar wat er leeft binnen en buiten de kerken,
dat zij openstaan voor nieuwe ontwikkelingen in de samenleving
en zich niet krampachtig vastklampen aan oude tradities.
Moge door hun inzet de boodschap van Jezus vruchten dragen
voor heel de mensengemeenschap.
Laat ons zingen bidden.
Wij bidden voor onze parochiegemeenschap,
dat steeds meer parochianen zich ook echt betrokken voelen
bij alles wat er in en rond de kerk gebeurt en gebeuren moet.
Mogen allen groeien in gemeenschapsgeest
en bereid zijn ook wat voor die gemeenschap over te hebben.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle moeders en ook voor alle vaders
dat zij hechte verbondenheid weten te scheppen in hun gezinnen
dat de kinderen door hun liefdevolle en trouwe zorg
de juiste weg door het leven leren ontdekken,
dat alle ouders ook steeds vreugde vinden in hun kinderen.
Laat ons zingend bidden.
God, onze Vader, houd ons verbonden met Jezus, de ware wijnstok,
vernieuw in en door Hem ons leven, elke dag weer,
opdat wij vruchten dragen van goedheid en saamhorigheid,
voor vandaag en alle dagen. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de vijfde zondag van Pasen
Gebed
God, die ons leven vernieuwt
door Uw Heilige Geest
wij danken U voor
kracht
die U door ons leven wilt laten gaan
dat wij mogen bloeien
en blijven groeien in U.
Dat wij een vruchtvol leven hebben
in kleine dingen die we kunnen doen:
een gebaar van begrip
een woord van troost
een blijk van openheid en geduld.
Dat de vruchten van Uw Koninkrijk,
gerechtigheid, vrede, heelheid,
meer en meer zichtbaar mogen worden.
Neem daartoe weg wat niet goed is,
snoei in ons leven en samenleven
Met het oog op deze wereld
bepaald geen wijngaard van overvloed.
Doe ons opleven
en blijf met ons verbonden
op leven en dood.
(AH. Drost)
Gedachten bij het thema
Actie is nog geen beweging,
Beweging is nog geen groei,
Contact is nog geen verbondenheid
Stilstand is niet altijd achteruitgang
Vooruitgang is niet altijd ontwikkeling
lawaai is nog geen leven
Stilte is nog geen dood
Pijn is nog geen lijden
lijdzaamheid geen deugd
(Ype Kingma)
TOEVERTROUWEN
Je toevertrouwen
aan een ander
als je kwetsbaar bent.
Je toevertrouwen
aan een ander
zonder je uitgeleverd te voelen,
zonder je slechts overgeleverde te weten.
Je eigen gezicht,
je eigen waarde
omhoog houden.
Je toevertrouwen
als je zelf niet meer kunt,
zonder gezichtsverlies.
Dat vraagt om
mensen die zichzelf
en elkaar hoogachten.
Marinus van den Berg
Het lied van de regenboog
Ze zeggen: als je anders bent
dan hoor je er niet bij.
Ze doen alsof je niemand bent
als je niet bent als zij.
Maar kijk eens naar de regenboog
Zie jij het soms gebeuren
dat van de zeven kleuren
bijvoorbeeld rood of groen -
er een niet mee mag doen?
Nee, de een staat naast de ander
en ze zijn, zoals je ziet
steeds verbonden met elkander,
Kunnen mensen dat dan niet?
Ze zeggen: als je anders bent
dan doe je niet normaal
Ze wijzen naar je kleren en
ze lachten om je taal.
Ze zeggen: als je anders bent
dan kun je beter gaan.
Alsof je nooit geboren bent -
dat is toch geen bestaan.
Partnerschap tussen God en mens
Partnerschap tussen God en mens
Vriendschap tussen gelijken
Jij en Ik, Ik en Jij
Gesprek
Dialoog
dat is wat wij leren
uit de ontmoeting tussen God en Mozes
God en Elia
God en Samuel
God en Jezus
En God spreekt
de mens antwoordt
De mens spreekt
vraagt
smeekt
God geeft antwoord
zwijgt
stilte
de stilte als Aanwezigheid
God in de stilte
God is stilte
Wij ontmoeten God
als wij stil worden
openstaan
langzaam opengaan
voor het onbegrijpelijke
voor Zijn Naam
Zijn woord van leven
klank van water
kabbelend van de rotsen
Bron van leven
Lamp voor onze voeten
mens en God
Ik en Gij
Ik en Jij
partners
vrienden voor het leven
Wie zouden wij zijn
Wie zouden wij zijn, hoe zouden wij bewaard blijven,
als God ons niet zou dragen?
Gods liefde is het fundament, de grond van ons bestaan.
Ik zal er zijn heet Hij. Wij mogen er zijn, al onze dagen,
de goede en de slechte. In geluk en pijn.
ln zorgen en in vreugde.
Wie zouden wij zijn, waar zouden wij zijn,
als er geen nieuw begin was?
Als God niet steeds opnieuw, het met ons zou proberen.
Als wij alles mee moesten dragen, hoe ver zouden wij dan komen?
Met handen en voeten, met lichaam en ziel
zijn wij gebonden aan de aarde.
Gebonden aan hebben en houden, aan wat niet blijft.
Wie zouden wij zijn, als de Eeuwige ons niet wilde kennen?
Kwetsbaar zijn wij, klein.
Een leven kan zomaar over zijn.
In het licht van de eeuwigheid, wie zijn wij dan nog?
Toch, het gras en de bloemen in het veld,
zo kwetsbaar als zij zijn, zijn zo volmaakt.
Uit liefde geschapen. Wat zou een mens dan nog vrezen?
Als wij ons gedragen weten, als wij er mogen zijn;
kleine mensen, aarde, stof;
als God zich aan ons bindt
kunnen wij dan anders dan antwoorden met liefde?
Kunnen wij voor een ander, hart en handen zijn van God?
Broederliefde
Twee broers - de ene vrijgezel, de andere getrouwd - deelden een
boerderij en een stuk vruchtbare grond dat hen rijkelijk van graan
voorzag. Het graan werd in twee precies gelijke helften verdeeld.
Aanvankelijk ging alles goed. Maar na een tijd kreeg de getrouwde broer
last van kopzorgen die hem uit zijn slaap hielden. 'Dit is niet
eerlijk,' prevelde hij. 'Mijn broer is niet getrouwd en hij krijgt de
helft van de opbrengst. Ik heb een vrouw en vijf kinderen; mijn oude
dag is verzekerd. Maar wie zal er voor hem zorgen als hij oud wordt ?
Hij moet zich verzekeren voor de toekomst. Hij heeft dus meer nodig dan
ik'.
En na zo'n nachtelijke overpeinzing stond hij op en ging een extra zak
graan hij de voorraad van zijn broer leggen.
Maar ook de vrijgezel kreeg last van nachtelijke muizenissen 'Dit is
niet eerlijk,' zei hij bij zichzelf. 'Mijn broer heeft een vrouw en
vijf kinderen en hij moet bet stellen met de helft van de opbrengst. Ik
moet alleen maar voor mezelf zorgen. Zijn behoeften zijn veel groter
dan de mijne.
En dan wipte ook hij uit zijn bed en bracht stiekem een extra zak graan
naar de voorraadschuur van zijn broer.
Het moest er natuurlijk van komen: op een nacht liepen ze elkaar tegen
het lijf, ieder met een zak graan op hun rug! Op de plaats waar zij
samen kwamen zal de stad van de vrede gebouwd worden.
Vriendschap
Een jongeling ze tot de wijze man: Spreek tot ons over vriendschap.
En hij antwoordde, zeggende: Je vriend is een antwoord op je verlangen.
Hij is je akker die je met liefde bezaait en vol dankzegging oogst.
En hij is je tafel en haardvuur.
Want je komt tot hem met je honger en bij hem zoekt ge rust.
Wanneer je vriend je zijn eigen geest ontsluit,
ben je niet bang voor het 'neen' in je eigen geest,
noch onthou je hem het 'ja'.
En wanneer hij zwijgt, blijft je hart luisteren naar zijn hart;
want zonder woorden worden in vriendschap
alle gedachten, alle verlangens, alle verwachtingen
en gedeeld, vol ongevraagde vreugde.
Wanneer je afscheid neemt van je vriend, treur je niet;
want wat je het diepst in hem bemint, kan
klaarder voor je zijn bij zijn afwezigheid, zoals
een bergbeklimmer de berg duidelijker ziet vanuit de vlakte.
En laat je vriendschap geen andere bedoeling
hebben dan een verdieping van de geest.
Want de liefde die iets anders zoekt dan de
openbaring van haar eigen mysterie is geen
liefde, maar een net dat uitgeworpen wordt; en
alleen het waardeloze wordt gevangen. En laat het beste voor je vriend
zijn.
Als hij de eb van je getij moet ervaren, doe hem
ook de vloed kennen.
Want wat is je vriend dat je hem enkel zoeken
zou om de tijd te doden.
Zoek hem steeds om de tijd te leven je tekort vullen, maar niet je
ledigheid.
En laat er een lach zijn in de zoetheid der vriendschap en een samen
beleven van genoegens.
Want in de dauw der kleine dingen vindt het
hart zijn morgen en wordt verfrist.
Uit "De Profeet" van Kahil Gibran
De ring
In het Oosten woonde eens een man met een kostbare ring. Deze bezat de
kracht om degene die hem droeg voor God en mensen aangenaam te maken.
De man bepaalde dat zijn nakomelingen nooit van deze ring afstand
zouden mogen doen.
Nu kwam deze eenmaal in het bezit van een vader die zijn drie zoons
even lief had. Toen hij zijn einde voelde naderen liet hij een goudsmid
twee andere ringen maken, die niet van de oorspronkelijke te
onderscheiden waren.
Elke zoon gaf hij in het geheim een van de ringen. Na zijn dood
beweerde natuurlijk elke zoon dat hij de echte ring bezat. Maar niemand
kon bewijzen
wie gelijk had.
De zoons brengen de zaak voor de rechter. Diens uitspraak luidt
tenslotte: 'Hebt gij, zoals ge zegt, de ring zelf van uw vader, zo
beschouw dan ook uw ring als echt. En ieder van u doet zijn best om die
echtheid door liefde, weldoen en verdraagzaamheid te bewijzen. Dan daag
ik u na duizend jaar weer voor de rechterstoel. Een rechter, wijzer dan
ik, zal dan uitspraak doen. Ga heen!
(Zo, aldus Nathan, de verteller, is het ook niet uit te maken welke
godsdienst de enige ware is.)
De moeder (bij moederdag)
De goede God had besloten om de moeder te scheppen.
Hij was er zeker al zes dagen mee bezig, toen een engel kwam en zei:
"Wat staat u daarmee toch uw tijd te verdoen?"
En God antwoordde: "Zeker, maar hebt ge al eens gelezen wat er allemaal
nodig is om een moeder te maken? Ze moet een groot hart hebben en open
armen, waarin iedereen zich geborgen voelt... ze moet honderdtachtig
beweegbare delen hebben, allemaal vervangbaar... ze moet koffie kunnen
zetten, voordat de dag begint... ze moet een kus kunnen geven die alles
kan genezen; van een gebroken been tot liefdesverdriet toe... zes
handen".
De engel schudde het hoofd en herhaalde ongelovig: "Zes paar handen?"
"Och" zei God, "de handen zijn niet zo moeilijk, maar een mama moet ook
drie paar ogen hebben".
"Zoveel", vroeg de engel verbaasd.
En God knikte. "Ja, één paar om dwars door gesloten deuren te kijken
als ze vraagt: "kinderen wat doen jullie daarbinnen?", ook als ze heel
goed weet, wat ze aan het doen zijn. Een tweede paar in het achterhoofd
om te zien wat ze niet mag zien, maar toch moet weten. En dan nog een
derde paar, om aan het kind dat iets misdaan heeft zwijgend te zeggen:
"ik begrijp het, wees maar gerust."
"Maar Heer", zei de engel, hem bij de arm nemend. "ga slapen, morgen is
er ook nog..."
"Geen sprake van", antwoordde God, "trouwens ik ben bijna rond. Ik heb
er al één gemaakt die vanzelf geneest als ze ziek is, die een maaltijd
voor zes personen kan gereed maken met één kilo gehakt en die een
jongen van negen jaar onder de douche kan houden".
De engel draaide langzaam, om het model van de moeder heen, en
onderzocht het aandachtig.
"Ze is veel te zacht", besloot hij met een zucht.
"Maar ze is taai en stevig", verdedigde God met klem. "Ge hebt er geen
idee van wat zo'n mama kan doen en kan verdragen".
"En kan ze ook denken?", vroeg de engel.
"Dat niet alleen, ze kan ook uitstekend gebruik maken van haar verstand
en een oplossing vinden voor alles en nog wat," antwoordde de Schepper.
Toen boog de engel zich nog eens over het meesterwerk en streek met één
vinger over haar wang.
"Hier is iets fout gegaan!", stelde hij vast.
"Toch niet, dat is geen fout", verbeterde de Heer, "dat is een traan".
"En waar dient die voor?" wou de engel weten.
"Om vreugde uit te drukken, pijn, eenzaamheid, maar ook voldoening en
fierheid".
"Maar Heer", riep de engel uit, "U bent een genie!"
Met een glimlach merkte God op: "Om u de waarheid te zeggen, Ik was het
niet die deze traan aanbracht, het waren de kinderen".
terug naar de overweging