Verwarring, verbijstering, schrik, ongeloof.
Dat zijn de eerste gevoelens van de vrouwen
die naar het graf van Jezus waren gegaan.
De steen voor het graf was weggerold
Het graf was leeg. Jezus was er niet.
Dit verrijzenisverhaal vertolkt het paasgeloof van de eerste
christenen:
Jezus is wel dood en begraven maar Hij is niet te vinden in het graf,
je moet Hem niet bij de doden zoeken maar bij de levenden.
Zijn vrienden van toen waren diep geschokt
door wat op Goede Vrijdag gebeurd was.
Jezus, hun voorman en leider, was vermoord.
Het was allemaal afgelopen.
Maar langzaam maar zeker kwamen ze tot het besef
dat het helemaal niet afgelopen was.
Alles wat Jezus betekende, zijn idealen, zijn overtuigingen,
het was niet afgelopen. Het leefde verder, het ging door, in hen en
door hen.
Zoals Hij hen vroeger de weg wees, zo bleef Hij ook nu voor hen uitgaat.
In de verrijzenisverhalen is dit geloof is gekoppeld aan één dag, de
paasmorgen.
in feite is het een proces dat een hele tijd in beslag nam, een proces
vol verwarring, vol vragen en twijfels.
Maar in dat proces zijn Jezus' leerlingen tot het geloof gekomen:
dat ze Jezus niet moesten zoeken op het kerkhof maar in het volle
leven,
niet in het graf maar in mensen, in zichzelf,
in de manier waarop zij omgingen met elkaar en anderen.
En vanuit dat geloof zijn ze toen zelf in beweging gekomen om Jezus in
leven te houden, om zijn idealen verder te dragen.
We zeggen met Pasen: de Heer is opgestaan uit de dood.
Misschien mag je ook zeggen: zijn leerlingen zijn opgestaan
uit de dodelijke verlamming van hun ontreddering en wanhoop.
We zeggen: Jezus kwam op de paasmorgen weer tot leven.
Maar je kunt ook zeggen: zijn leerlingen kwamen weer tot leven
toen ze met Pasen gingen beseffen dat Jezus geen verleden tijd was,
dat Hij voortleefde in het heden en de weg wees naar de toekomst.
En als wij Pasen vieren, dan moeten ook in ons
die beide aspecten van Pasen tot uitdrukking komen.
We vieren dat Jezus is opgestaan uit de dood,
maar staan ook wij steeds weer op uit de dood van sleur en gewenning?
Laten wij Jezus ook opstaan uit het graf zodat hij kan voortleven in
ons midden
of laten we Hem op het kerkhof, de plek waar mensen verleden tijd
worden,
en niet meer van het heden zijn?
Geven we Hem de kans verder te leven in ons,
of begraven we Hem opnieuw op het kerkhof van onze goede voornemens
die een vroegtijdige dood gestorven zijn?
Pasen is het feest van het nieuwe leven,
het is een echte lentefeest: de natuur komt weer tot leven.
Voor ons moet Pasen zijn: Jezus, zijn boodschap, zijn idealen
komen weer tot leven in ons.
En juist zoals in de natuur dat nieuwe leven zichtbaar wordt
in het frisse groen dat overal verschijnt,
zo wordt het pas echt Pasen als die levende Jezus
ook zichtbaar worden in onze manier van leven.
Pasen is het feest van "en toch",
van hoop dat toch kan gebeuren wat je eigenlijk niet verwacht
dat toch werkelijkheid kan worden wat je voor onmogelijk houdt.
Jezus was dood en begraven en toch ging zijn leven verder.
Zijn tegenstanders hadden hem de mond gesnoerd, voor altijd dachten ze,
en toch bleef zijn stem klinken, en toch ging zijn boodschap verder.
Alles leek afgelopen, zijn optreden, zo veelbelovend, leek een fiasco,
en toch werd zijn werk een wereldwijd gebeuren,
zijn werk gaat door tot op de dag van vandaag.
Dat is het wezen van ons Paasfeest. Dat was het al voor de joden.
Voor hen was Pasen het feest van bevrijding van de slavernij uit
Egypte:
dat ze een nieuwe toekomst in vrijheid kregen, leek onmogelijk: dat de
farao hen liet gaan leek onmogelijk,
dat ze door de zee naar de overkant konden, leek onmogelijk,
dat ze die barre tocht door de woestijn overleefden, leek onmogelijk.
Telkens weer wanhoopte het volk, dan morden en mopperderden zij,
en telkens weer gebeurde het schijnbaar onmogelijke:
ze konden verder, op weg naar hun vrijheid, hun toekomst, hun leven.
Een groot deel van de bijbelse verhalen onderstreept dit gegeven:
waar mensen er vaak een puinhoop van maken,
waar mensen wanhopen aan de toekomst,
blijkt God toch dingen ten goede te kunnen keren.
Iets dat alleen mensenwerk is, staat zwak en kan ten onder gaan,
maar als God erachter zit, dan is er toch toekomst.
Zo hebben mensen God ervaren.
En zo hebben velen in God de moed gevonden om door te gaan,
om niet het hoofd in de schoot te leggen en te zeggen: het haalt toch
niets uit.
Wat betekent Pasen voor ons? Is het voor ons ook dat feest van hoop,
van "en toch".
Vrede in de wereld, geen oorlogen meer, geen moordpartijen,
is dat voor ons een droom, waarvan we zeggen: doe komt toch nooit uit,
of zeggen we: ondanks alles wat ik op TV zie, blijf ik erin geloven
en blijf ik me ervoor inzetten.
Een goede samenleving waarin mensen om elkaar geven,
die geen vooroordelen,vervreemding of verharding kent,
heeft het wel zin om daarin te geloven,
of zeggen we: ondanks alles wat ik zie, blijf ik er toch in geloven,
blijf ik er toch voor werken.
Pasen is het feest van de optimisten, van hen die positief denken,
die zich niet laten verlammen door wat ze zien,
maar telkens weer op te staan en aan het werk te gaan.
Het is soms een puinhoop wat we zien
en toch blijven we proberen er iets moois van te maken.
Dat is het Pasen van Jezus van Nazaret,
dat is hopelijk ook ons Pasen.
De steen voor het graf was weggerold en het graf was leeg.
Dat gegeven symboliseert het paasgeloof van Jezus' leerlingen
Daar willen we even bij stil staan om ons eigen paasgeloof te verdiepen.
De steen voor het graf betekent duisternis, uitgeschakeld zijn;
duisternis voor degene die in het graf opgesloten zit,
die gevangen zit in de dood, tot niets meer in staat.
Dat is de werkelijkheid van de dood maar de dode merkt er zelf niets
van.
Je hoort wel eens griezelverhalen over mensen die levend begraven
werden.
Goed materiaal voor nachtmerries en eventuele filmscenario's.
Letterlijk zal het tegenwoordig wel niet meer voorkomen,
maar in figuurlijke zin zijn mensen wel eens levend begraven.
Soms zitten mensen opgesloten in een graf van machteloosheid,
van wel willen leven in de volle zin van het woord, maar het niet
kunnen,
en zelf zijn ze niet in staat die steen voor hun graf weg te rollen.
Soms zitten mensen in een donker graf van eenzaamheid,
van verdriet en frustraties die ze met niemand kunnen delen.
want ze zijn alleen niet in staat om die steen voor hun graf weg te
rollen.
Soms zijn er mensen die gevangenen zijn
van hun gevoelens van haat en nijd, van hun wraakzucht.
Ook dat is een graf waarin het aardedonker is, een graf waar ze niet
zomaar uit kunnen komen.
Want in die situaties lijkt het wel eens alsof ze die steen niet weg
willen rollen.
Er zijn nogal wat mensen die a.h.w. levend begraven zijn,
mensen die geestelijk dood zijn, geen leven meer hebben.
En dat is voor hen altijd een afschuwelijke situatie.
Slechts weinigen kunnen op eigen kracht uit hun graf opstaan,
slechts weinigen hebben het vermogen om uit te breken
uit die duistere gevangenis waarin ze vastzitten.
En dan is het te hopen dat zij mensen om zich heen treffen,
engelen van mensen, die de steen voor hun graf wegrollen,
zodat er weer licht binnendringt in hun doods bestaan.
Dan is het te hopen dat er mensen zijn die hen niet laten zitten, hen
niet aan hun lot overlaten
maar die hen helpen om op te staan uit hun graf.
En als ons paasgeloof groot genoeg is, dan kijken we om ons heen,
naar mensen in onze omgeving die in een moeilijke situatie zitten,
die niet vooruit kunnen, voor wie alles donker is.
Dan kijken we naar mogelijkheden om die steen voor hun graf weg te
rollen.
We vieren Pasen: feest van het nieuwe leven, van opstaan uit de dood.
Letterlijk uit de dood opstaan is ons niet gegeven.
Maar anderen helpen op te staan uit hun doodse levenssituatie,
uit het duistere graf van hun onmacht en verdriet,'
ook dat is nieuw leven scheppen.
Anderen helpen leven, zinvol leven, opstaan tot leven,
dat is de opdracht die Jezus ons allemaal meegeeft.
Als we dat concreet invullen in ons leven,
dan leeft Hij in ons. Dan is het echt Pasen,
niet alleen vandaag maar alle dagen van het jaar.
Zalig Pasen allemaal.