Gebeden op de eerste zondag van de
veertigdagentijd
Inleiding:
In de eerste lezing van vandaag horen we
hoe God na de zondvloed een nieuw begin maakt.
De mensen hebben een woestenij gemaakt
maar Noach en de zijnen mogen verder
en de regenboog is voor hen het teken van een nieuwe toekomst.
In het evangelie van vandaag horen we hoe Jezus op retraite gaat in de
woestijn.
Dat markeert bij hem ook een nieuw begin.
Hier wordt hij zich bewust van zijn messiaanse taak
en tevens van de consequenties ervan voor zijn leven.
Hierna gaat hij aan het werk om zijn boodschap uit te dragen.
In deze veertigdagentijd gaan ook wij een beetje in retraite
om na te denken waar het omgaat als je gelooft in Jezus' boodschap,
om weer eens onder ogen te zien wat dat van ons vraagt.
Daar willen we even over nadenken in deze viering.
Openingsgebed:
God van alle mensen,
van mensen voor wie het leven een dorre woestijn is,
van hen die in een rijke oase leven en niets tekort komen,
van mensen die het hoofd niet boven water kunnen houden
en van hen die alle geluk van de wereld lijken te hebben.
God van alle mensen,
die ons roept om samen door leven te gaan
in een geest van verbondenheid en solidariteit,
geef dat wij elkaar de hand reiken, daadwerkelijk met elkaar delen,
al wat vreugde brengt, maar ook wat verdriet geeft.
Dan zitten we op de goede weg,
de weg die leidt naar Pasen, naar uw beloofde land,
het land van licht en vrede voor ieder mens. Amen
Gebed over de gaven:
God van het verbond, zie genadig neer op ons hier samen
om uw nieuwe en altijddurende verbond te vieren
dat U in Jezus met ons gesloten hebt.
Help ook ons trouw te zijn aan dat verbond
en dat zichtbaar te maken als we breken en delen met elkaar,
ons brood, onze tijd, onze welvaart, ons leven.
Mogen wij zo op de goede weg zitten,
de weg die leidt naar Pasen, naar licht en leven. Amen.
Slotgebed:
God van het verbond, trek met ons mee, verlicht onze wegen,
opdat wij niet vast komen zitten in de woestijn van leegte en dorheid,
opdat we niet verdwalen in deze vaak verwarrende wereld,
behoed ons voor moedeloosheid,
opdat we niet verlamd raken door ons gevoel van machteloosheid,
versterk onze zwakke wil,
opdat we niet toegeven aan de verleidingen die op ons af komen.
Dat vragen wij U omwille van Jezus,
die in moeilijke dagen trouw was aan zijn zending. Amen
Voorbede
Wij bidden om vrede en veiligheid in al die landen
waar moord en doodslag de gewoonste zaak van de wereld zijn,
waar een mensenleven niets waard lijkt te zijn,
waar mensen elke dag weer leven in doodsangst.
Kom hen bevrijden en schenk hun nieuwe toekomst.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden om vrede en verzoening in alle landen,
waar oud zeer steeds weer voor nieuwe conflicten zorgt,
waar wederzijds wantrouwen de samenleving vergiftigt,
waar mensen door politieke leiders tegen elkaar opgehitst worden.
Kom hen bevrijden en schenk hun nieuwe toekomst.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden om vrede en welvaart voor de Maasai in Tanzania.
Hun leefgebied wordt voortdurend kleiner,
hun cultuur en tradities komen steeds meer onder druk te staan,
de ziekte aids maakt veel slachtoffers.
Kom hen bevrijden en schenk hun nieuwe toekomst.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden om vrede en geborgenheid ook hier in eigen land,
voor die medeburgers die zich niet begrepen voelen en gekleineerd,
voor hen die te lijden hebben onder vooroordelen,
voor degenen die het slachtoffer zijn van discriminatie.
Kom ons bevrijden en schenk ons nieuwe toekomst.
Laat ons zingend bidden.
Vrede op aarde voor alle mensen,
God, dat is de droom, de hoop van al uw mensen.
Raak ons met uw liefde opdat wij in beweging komen
om die droom waar te maken, met elkaar en voor elkaar,
vandaag en alle dagen. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij eerste zondag van de veertigdagentijd
De regenboog
De regenboog
palet van veelkleurigheid,
visioen of kunstwerk in wording?
Regen die met bakken uit de hemel valt
alles grauw en grijs
gevangen in kleurenblindheid
niets mag zich onderscheiden van het andere alles moet hetzelfde lijken.
Maar kleuren willen schitteren
als op een palet
dan weer door elkaar heen,
dan weer even apart
Pas dan kan het kunstwerk
gestalte krijgen.
Watervloed en woestijn
Watervloed en woestijn,
in realiteit twee uitersten
een overvloed aan water
een totaal gebrek aan water
maar wanneer je het water
aan de lippen staat
en je geen uitweg meer ziet,
er sprake is van totale ontreddering en hopeloosheid,
doemt de woestijn voor je op
verlatenheid, stilte,
op jezelf teruggeworpen,
er is geen water, geen bron,
je zult zelf op zoek moeten,
nieuwe bronnen moeten creëren uit het niets,
op zoek naar water dat leven geeft.
Vlieg eens met me mee (Trijntje Oosterhuis)
Laat je hoofd niet hangen,
ook al heb je verdriet.
De wereld is zo slecht nog niet,
het is wat jij er in ziet.
Kijk maar om je heen,
ik wijs je de weg,
wees maar niet bang.
Het leven stelt op zich niets voor,
het is wat jij er van maakt
Alles wordt nu anders,
het is tijd dat je ontwaakt.
Ga je met me mee?
Dit is je kans,
grijp 'em meteen.
Wie of wat je ook bent,
dit is het moment,
het is nu of nooit,
vlieg weg en kijk niet achterom,
er ligt meer voorbij die grens
dan je ooit denken kon.
Gebed
Gij die de aarde aan ons hebt gegeven
om haar te bewonen en in stand te houden,
leer ons die zo gebruiken
dat wij anderen de ruimte niet ontnemen
opdat zij frank en vrij kunnen leven.
Gij die het stille gehuil hoort van mensen
die rouwen om hun geliefde doden,
wees bij hen in angst en verdriet,
dat zij troost mogen ervaren.
Gij die steeds weer een nieuw begin maakt met mensen,
wees met de moedelozen
Gij roept ons, mens na mens, groot en klein
om recht te doen en vrede te stichten.
Gij die de ellende van de wereld ziet,
leer ons het geweld ten iet te doen,
niet alleen in onze eigen huizen,
maar ook in de wereld om ons heen.
Gij die ons ruimte en vrijheid gunt,
die niet durven hopen, dromen en geloven
dat zij keuzes durven maken
en zichzelf een nieuw perspectief scheppen.
Gij die weet wat in mensen omgaat wij bidden U,
ga met ons mee, houd ons in leven
wij zijn toch uw mensen.
(Chantal Sluijsmans)
Wees een bron van hoop
Wees een bron van hoop
voor de vele vluchtelingen overal ter wereld
die tegen hun wil hun huis moesten verlaten,
gevlucht vanwege oorlog, armoede, verkrachting,
dat ze niet verdrinken in hopeloosheid,
dat hun bron niet opdroogt.
Wees een vuurkolom
voor de velen die de weg zijn kwijtgeraakt,
de daklozen, de thuislozen,
de mensen die vervreemd zijn
van zichzelf en anderen
Verwarm hen en wijs hun een uitweg.
Wees een regenboog aan de hemel
voor de vele mensen
voor wie Nederland niet hun thuisland is,
die zich hier vreemdeling voelen,
een andere taal, een andere klimaat, een andere cultuur,
Wees een belofte van veelkleurigheid en veelzijdigheid.
Wees een wolk
voor mensen onderweg,
lucht, adem, geestkracht,
voedsel om de tocht te volbrengen.
Het verhaal gaat verder (bij Genesis 9,8-15)
De bedrijfsleider van de snoepfabriek zat met z'n handen in het haar.
Al een paar dagen was er iets gigantisch mis bij de afdeling die de
toverballen maakte. Er lukte er geen één meer. Het leek wel alsof de
toverballen het vertikten. De kleuren wilden maar niet blijven plakken.
Wat was er aan de hand? De toverballen hadden besloten in verzet te
komen. Waarom zouden zij zich nog tot toverbal laten omtoveren, nu de
wereld het nog steeds weigerde om een veelkleurige wereld te worden.
Ja, zij waren ook niet gek. De bazen van de fabriek waren allemaal
witte mannen, elke dag vergaderen op het pluche en maar zeggen dat je
het zo druk hebt. De allochtone vrouwen mogen poetsen, hard werken voor
weinig geld. Dat moet maar eens veranderen, een paar dagen met elkaar
ruilen zou nog niet zo gek zijn. Daarvoor voerden de toverballen actie.
Mochten de toverballen de komende weken uitverkocht zijn in de winkels,
dan kan er wel eens een toverballenstaking aan de gang zijn.
Het geweten
Een aantal gevangenen zat samen opgesloten in de barak van een
concentratiekamp. Elke avond kwam de bewaker langs en deze zocht
telkens dezelfde man uit om hem af te ranselen. De anderen keken in
machteloze woede toe. Maar wat konden ze doen? Immers elke poging om
hun kameraad te helpen zou leiden tot nog meer geweld.
Totdat iemand op een avond zei: 'Als u dan beslist elke avond iemand
moet martelen, neem dan mij vandaag eens in plaats van hem.'
Deze reactie kwam voor de bewaker volkomen onverwacht omdat hij er vast
op rekende dat de angst zou overheersen. Maar na wat aarzelen zei hij:
'Goed, ik neem vanavond jou en niet die ander. En omdat je zo flink
bent om jezelf aan te bieden mag je me zeggen hoeveel slagen je wilt
hebben.'
De gevangene zei: 'Dat laat ik over aan uw geweten.'
Volkomen verward gaf de bewaker ten antwoord: 'Ik heb geen geweten.'
Waarop de gevangene reageerde: 'Natuurlijk hebt u wel een geweten, want
anders had u mij allang afgeranseld.'
De bewaker verdween en kwam nooit meer terug in de barak.
Leid ons niet in bekoring
Er waren eens twee monniken op reis gingen. Ze stapten welgemoed en
uiteraard zwijgend verder tot ze bij een woeste rivier kwamen.
Er stond een buitengewoon knap meisje aan de kant: ze huilde, want
niemand wilde haar helpen over de rivier. De jongste monnik bedacht
zich niet lang, nam haar in zijn armen en droeg haar door de wilde
stroom.
De gehele dag liepen de monniken verder in diep zwijgen. Maar tegen de
avond barstte de oudste uit: 'Hoe durf je het eigenlijk. Een monnik mag
niet eens een vrouw aanzien, en jij neemt er zelfs een in je armen en
draagt haar!'
En de jongste antwoordde: 'Ik heb haar daar aan de oever weer
losgelaten, maar jij draagt haar nu nog.
terug naar de overweging