De zondvloed van Noach kent ook zijn hedendaagse versies. Een voorbeeld
ervan is het Filippijnse eiland Mindanao. Dat eiland kende enorme
oerwouden. Na de oorlog begon daar de handel en de uitvoer van hout op
gang te komen en die nam steeds grotere vormen aan. Er was flink geld
mee te verdienen. En zo werd de ene berghelling na de andere van zijn
bomenkleed ontdaan.
Al gauw waren er mensen die waarschuwden tegen de gevolgen: de kale
berghellingen zouden het regenwater niet meer vast kunnen houden en
overstromingen zouden het gevolg zijn. Maar de firma's die aan het hout
hakken waren zeiden: maak u geen zorgen, het zal zo'n vaart niet lopen.
En ook de autoriteiten zeiden dat de gevaren sterk overdreven werden.
Maar toen een aantal jaren later bij buitengewone regenval een
geweldige overstroming plaats vond, verloren honderden mensen het
leven. En nog steeds wordt het eiland bijna jaarlijks geteisterd door
overstromingen.
Iets dergelijks is ook de achtergrond van het verhaal van de zondvloed.
Misschien wel letterlijk, maar in de bijbelse kontekst ligt de nadruk
op het slechte leven van de mensen die de wereld onbewoonbaar maakten
en die al Gods waarschuwingen in de wind sloegen. Alleen Noach vond
genade in Gods ogen, voor hem en de zijnen was er redding en toekomst.
Het is het eeuwige verhaal van mensen die geen weerstand bieden aan
bekoringen die op hen afkomen. Het is een verhaal van een catastrofe
die daar het gevolg van is maar ook een verhaal van hoop, niet alleen
vernietiging maar ook redding, want ondanks alle menselijke fouten en
domheden blijft Hij toekomst schenken.
Terug naar onze tijd. Er is nog steeds niet veel veranderd. Steeds weer
wordt er van alle kanten gewaarschuwd en steeds weer doen mensen net of
hun neus bloedt. Steeds weer laten mensen zich bedriegen door de schone
schijn der dingen.
Het zal zo'n vaart niet lopen, dachten producenten van giftige
chemische stoffen en loosden die vrijelijk in de rivier, tot dat alle
vis dood ging.
Het zal zo'n vaart niet lopen, zei de chauffeur die teveel gedronken
had en toch achter het stuur kroop, totdat hij tegen een boom knalde.
Het zal zo'n vaart niet lopen, zeiden jongeren die ondanks alle
waarschuwingen toch eens drugs wilden proberen, totdat ze verslaafd
waren en niet meer terug konden.
Het zal zo'n vaart niet lopen, dachten ouders die hun kinderen meer
geld gaven dan tijd en liefde, totdat ze naar het politiebureau
geroepen werden waar hun kinderen vastzaten voor diefstal.
Het zal zo'n vaart niet lopen, zeggen en denken elke dag weer talloze
mensen, en ze doen wat water bij de wijn, en ze geven toe aan de
bekoring, ze schipperen een beetje met de normen en regels, met hun
verplichtingen en overtuigingen. En heel vaak loopt het ook niet zo'n
vaart en dan zeggen ze: zie je wel, je moet niet alles zo heel precies
nemen. Maar even vaak gebeurt er wel iets, soms ook iets ernstigs, iets
dat hun leven overhoop haalt, en dan zeggen ze: ja maar, dit heb ik
niet gewild.
Nee, dat hebben ze zeker niet gewild, maar als je je hoofd in het zand
steekt, als je slordig omspringt met belangrijke waarden in je leven,
als je gemakkelijk risico's neemt, onverantwoorde risico's, dan moet je
ook niet verbaasd staan als iets mis gaat.
Ze hebben zeker niet gewild dat zaken verkeerd zouden aflopen, maar men
geeft toe aan de bekoring van geld en goed, van goedkoop plezier, en
later zitten ze met de brokken.
En als ze nu alleen zelf de dupe ervan waren, dan kan iedereen zeggen:
eigen schuld, dikke bult, maar al te vaak zijn vele anderen daar de
dupe van, vaak heeft het verstrekkenden gevolgen voor velen. Soms is
zelfs letterlijk het leven of de dood van velen ermee gemoeid.
Jezus stond ook bloot aan de bekoring om macht en roem te zoeken in
plaats van dienaar te zijn. Och, werd hem ingefluisterd: je bent gek
als je niet wat meer aan jezelf denkt. Jezus gaf niet aan die bekoring
toe, hij dacht niet: het zal zo'n vaart niet lopen als ik even mijn
zending opzij zet.
Geloven in Jezus' blijde boodschap is geloven dat je juist als hij
trouw moet zijn aan jezelf, aan Gods bedoelingen, dat je niet te
gemakkelijk mag schipperen. Water bij de wijn doen, als is het nog zo'n
beetje, kan toch negatieve gevolgen hebben, voor jezelf, voor de
gemeenschap, voor onze eigen toekomst, voor de toekomst van onze wereld.
Het zal zo'n vaart niet lopen, dachten de mensen in de tijd van
Noach
en ze leefden er maar op los, totdat de zondvloed kwam.
Het zal zo'n vaart niet lopen, dachten producenten van giftige stoffen
en loosden die vrijelijk in de rivier, totdat alle vis dood ging en de
mensen kanker kregen.
Het zal zo'n vaart niet lopen, zei die chauffeur die teveel gedronken
had en toch achter het stuur kroop, totdat hij tegen een boom knalde.
Het zal zo'n vaart niet lopen, zei de suikerpatiënt en hij bleef
snoepen van de suikerpot, totdat zijn been geamputeerd werd.
Het zal zo'n vaart niet lopen, zeiden jongeren die ondanks alle
waarschuwingen toch eens drugs wilden proberen, totdat ze verslaafd
waren en niet meer terug konden.
Het zal zo'n vaart niet lopen, dachten ouders die hun kinderen meer
geld dan tijd en liefde gaven, totdat ze naar het politiebureau
geroepen werden waar hun kinderen vastzaten voor diefstal.
Het zal zo'n vaart niet lopen, zeggen en denken elke dag opnieuw
talloze mensen, en ze doen wat water bij de wijn, ze schipperen een
beetje met de normen en de regels, met hun plichten en overtuigingen.
En vaak loopt het ook niet zo'n vaart en dan zeggen ze: zie je wel dat
het kan. Maar even vaak gebeurt er wel iets, soms ook iets heel
ernstigs, iets dat heel hun leven overhoop haalt, soms zijn de gevolgen
pas op de lange duur te merken
en dan zeggen ze: ja maar, dit heb ik niet gewild.
Nee, ze hebben dat zeker niet gewild, maar als je je hoofd in het zand
steekt, als je slordig omspringt met belangrijke waarden in je leven,
als je risico's neemt, onverantwoorde risico's, dan moet je ook niet
verbaasd staan als iets mis gaat.
We zijn allemaal mensen van goede wil: niemand van ons wil slechte
dingen doen, maar we geven wel vaak toe aan die bekoring om een beetje
te schipperen, om bepaalde dingen niet te zien, niet te willen zien, of
om toch maar dingen te doen waarvan we eigenlijk wel weten
dat we ze beter achterwege zouden laten, of, heel vaak, dingen niet
doen, dingen alsmaar uitstellen, die we beter wel zouden moeten doen,
maar ach: het zal zo'n vaart niet lopen.
En toch loopt het vaak wel zo'n vaart, zo niet meteen dan wel na
verloop van tijd.
Verstandig en zinvol leven is vooruitkijken,
is de consequenties van je handelen onder ogen zien,
is oog hebben en houden voor het welzijn van anderen.
We staan echter allemaal bloot aan de bekoring om wat te schipperen,
om even niet verder te kijken dan onze neus lang is en te kiezen voor
de gemakkelijkste weg om te vergeten wat het doel is van ons leven met
elkaar,
even de andere kant op de kijken als mensen onze hulp en steun vragen.
Ook Jezus stond bloot aan de bekoring om dingen om te buigen naar zijn
eigen gemak toe, naar eigen invloed.
In die zin was hij een mens als ieder van ons.
Maar hij liet zich niet verleiden, hij bleef trouw aan de taak waarvoor
hij zich gesteld zag, namelijk:
het koninkrijk van God, het rijk van vrede en liefde brengen
en dat vraagt dat je je niet je eigen belangen nastreeft
maar trouw bent aan de ander, trouw aan de gemeenschap waar je bij
hoort
dat je die trouw gestalte geeft in de manier waarop je je inzet voor
die gemeenschap.
Er zijn in elke parochie mensen die aan de zijlijn blijven staan en
zeggen: ze doen maar, daar heb ik geen boodschap aan, of: ze doen maar
als ze maar niet teveel veranderen,
of: ze doen maar ik doe er niet aan mee.
Aan die bekoring staan we misschien allemaal wel een beetje bloot.
Veranderingen schrikken altijd een beetje af.
Maar als we hopen op een goede toekomst voor onze parochies,
als we erin geloven dat we samen die parochies levend kunnen houden,
dan vraagt dat ook dat we trouw zijn aan onze taak,
dat we die parochies en de parochiële eenheid steunen,
en er actief toe bijdragen.
Nog niet zo lang geleden vond er op het Filippijnse eiland Leyte
een ramp plaats in de vorm van een enorme modderlawine
die een heel dorp van de aardbodem wegvaagde.
Meer van 1000 mensen verloren daarbij het leven.
De oorzaak van deze lawine was deels de vele regen, je zou kunnen
spreken van een zondvloed,
maar veel meer nog het feit dat in de Filippijnen op grote schaal hout
gekapt wordt
waarbij de berghellingen in snel tempo ontbost worden en dus geen water
meer kunnen vasthouden.
In de regentijd heb je in de Filippijnen regelmatig overstromingen
tengevolge van de ontbossing van berghellingen.
Er werd en wordt wel tegen gewaarschuwd
en officieel is men verplicht nieuwe bomen aan te planten.
Maar de houthandelaren staan bloot aan de verleiding om zoveel mogelijk
geld te verdienen met zo laag mogelijke onkosten,
en dus wordt de heraanplant vaak op de lange baan geschoven. Bovendien
is er veel illegale houtkap en dan wordt er nergens naar gekeken.
De ambtenaren die dit moeten controleren
staan bloot aan de verleiding om tekortschieten door de vingers te
zien,
omdat de houthandel veel mensen in dat gebied aan werk helpt
en ook omdat ze zelf vaak flinke bedragen aan smeergeld ontvangen.
De gewone burgers staan bloot aan de verleiding
om te denken: het zal allemaal wel meevallen, want het gaat al zo lang
goed.
Totdat de ramp gebeurde en toen was het voor velen te laat.
Iets soortgelijks deed zich voor In de tijd van Noach Men leefde er
vrolijk op los, lapte God en gebod aan zijn laars zonder zich zorgen te
maken over de toekomst.
Alleen Noach zag de bui hangen en was zo verstandig om
voorzorgsmaatregelen te nemen
en zodoende overleefde hij en zijn gezin de ramp.
Soortgelijke situatie hebben zich alle tijden door voorgedaan, en doen
zich nog steeds voor, ook in onze eigen samenleving, ook in onze tijd.
Toen in de nieuwjaarsnacht in Volendam een café in vlammen opging
met vele doden en velen die voor hun leven misvormd waren,
toen kwamen er opeens allerlei maatregelen los die de brandveiligheid
in openbare ruimtes moesten bevorderen.
De mogelijkheid van zo'n ramp had men kunnen voorzien,
maar caféhouders en cafébezoekers gaven toe aan de verleiding
om te denken dat het allemaal niet zo'n vaart zou lopen
en ook de autoriteiten gaven toe aan de verleiding om hun ogen te
sluiten voor de gevaren van uitbundige kerstversieringen.
Totdat de ramp gebeurde en toen was het voor velen te laat.
Zakenlieden hebben altijd de neiging om wat te smokkelen met de regels
als het gaat om geld verdienen.
Politici hebben altijd de neiging om dingen goed te praten
omdat het hun op dat moment beter uitkomt.
Gewone burgers hebben altijd de neiging om te denken:
och, het zal zo'n vaart niet lopen als ik een water bij de wijn doe.
Totdat er iets fundamenteels misgaat.
Iedereen staat in het leven regelmatig voor keuzes,
soms minder belangrijke keuzes, soms juist heel belangrijke
die grote gevolgen kunnen hebben.
Iedereen, bijna iedereen, staat ergens bloot aan de verleiding
om te kiezen voor zichzelf, voor eigen belang, eigen gemak.
Vaak weet hij diep in zijn hart dat hij verkeerde keuzes maakt,
maar zo denkt hij dan, het zal allemaal wel meevallen,
ze doen het toch allemaal, waarom zou ik het niet doen.
Heel vaak vindt men eigen vooruitgang, eigen roem, eigen verrijking
belangrijker dan trouw zijn aan zijn principes.
En als je dat regelmatig doet gaan die principes vanzelf vervagen,
en dan heb je er ook geen last meer van.
Jezus was ook een mens zoals alle anderen.
Ook hij stond bloot aan de verleiding om alleen aan eigen belangen te
denken, om zijn bijzondere krachten te gebruiken voor zichzelf, om zijn
honger te stillen, om zijn bekendheid te vergroten.
Hij had kunnen denken: een keertje toegeven kan toch geen kwaad.
En iedereen zou gezegd hebben: man je hebt groot gelijk.
Maar hij stond stevig in zijn schoenen en gaf niet toe aan de
verleiding.
Daarom is hij ook zo'n bijzonder mens, een voorbeeld voor ons allen.
In deze veertigdagentijd worden we opgeroepen om na te denken
over de zin van ons leven, over de waarden en normen in onze
samenleving,
over de keuzes die we wel of niet maken in ons leven.
Ook voor ons geldt: Voorkomen is toch altijd beter dan genezen.
In de woestijn kom je jezelf tegen, je zwakke en je sterke kanten.
Ín de woestijn leer je dingen relativeren,
je leert zien wat werkelijk belangrijk is en wat van minder belang is.
Ik wil dit illustreren met een verhaaltje over twee vrienden die een
tocht door de woestijn maken.
Op een gegeven moment krijgen ze ruzie en de ene vriend geeft de ander
een klap in zijn gezicht. De vriend die wordt geslagen wrijft over zijn
gezicht, gaat zitten en schrijft in het zand: 'Vandaag sloeg mijn beste
vriend mij in mijn gezicht.'
Gezamenlijk lopen ze verder. Na een uur komen ze bij een oase. De
vrienden lessen hun dorst en nemen een bad in het verkoelende water.
Als hij weer uit het water wil stappen, komt de vriend die eerder
geslagen werd in drijfzand terecht. Zijn vriend snelt toe en redt hem
van de verdrinkingsdood. Nadat hij hersteld is van de wisse dood die
hij voor zich zag, schrijft de vriend op een steen: 'Vandaag heeft mijn
beste vriend mijn leven gered.'
De ander ziet wat zijn vriend aan het doen is en vraagt verbaasd:
"Nadat ik je sloeg schreef je in het zand. Nu ik je gered heb, schrijf
je op steen. Waarom doe je dat?" De vriend antwoordt: "Wanneer iemand
je kwetst en je schrijft het in zand, dan zal de wind van vergeving het
uitwissen. Als iemand iets goeds voor je doet, zou je het in steen
moeten schrijven. De wind kan het dan nooit uitwissen." De moraal van
het verhaal: leer je pijn in het zand te schrijven en beitel de mooie
dingen in je leven in steen.
In de barre omgeving van een woestijn ontstaan gemakkelijk ruzies.
Toen het joodse volk 40 jaar lang door de woestijn trok was dat ook
zo.Maar ondanks alle geruzie en gemopper groeiden ze toch naar elkaar
toe en leerden zij oog te hebben voor de dingen die werkelijk van
belang zijn in het leven.
In het evangelie van vandaag horen we dat Jezus 40 dagen en nachten in
de woestijn verblijft,
en ook hij komt er zichzelf tegen, zijn zwakke en zijn sterke kanten.
Ook in hem groeit het besef wat werkelijk belangrijk is
in de messiaanse taak die hij voor zich ziet.
Als elke mens heeft hij de neiging de weg van het gemak te gaan.
Als je honger hebt en je kunt van stenen brood maken,
waarom zou je dat dan niet doen, dat is toch het gemakkelijkst.
En als je in de die woestijn geconfronteerd wordt met je eigen
kleinheid,
waarom zou je dan niet dromen van grootheid en macht
en als je daar dan gemakkelijk aan kunt komen, waarom zou je dat dan
niet doen?
Hij gaf niet toe aan die zo heel menselijke bekoringen,
hij besefte dat dit niet paste in zijn opdracht
om mensen een nieuw begin te laten maken
en hen te helpen te leven volgens Gods bedoelingen.
Wij zijn allemaal op weg in ons leven, op weg naar het beloofde land,
naar een wereld waar iedereen levensgeluk kan vinden.
Nu lijkt de wereld nog op een grote en dorre woestijn,
waar mensen honger en dorst lijden, helaas vaak letterlijk,
maar ook vaak figuurlijk, honger en dorst naar aandacht en liefde.
Op onze tocht door de woestijn komen we veel geruzie tegen,
veraf en dichtbij, en we zien dat mensen geslagen worden.
En we hebben de neiging om terug te slaan,
in plaats van een verzoenende hand te reiken.
Op onze tocht door deze woestijn hebben we er vaak moeite mee
om geruzie, onenigheid, door de wind van vergeving te laten verwaaien,
om te kijken naar de positieve dingen en die niet te vergeten.
Op onze tocht door de woestijn komt er van alles op ons af,
zeker ook de neiging om in alles de weg van de minste weerstand te
gaan.
Waarom zou je het moeilijk doen als het gemakkelijk kan.
We hebben allemaal min of meer de neiging om ons boven anderen verheven
te voelen,
om groter te willen zijn dan anderen.
Maar daar ligt juist de oorzaak van veel geruzie, van tweespalt en
zelfs oorlog.
Door het leven gaan zoals God bedoeld heeft vraagt van ons
dat we ons nooit te groot voelen om ons dienstbaar te maken aan
anderen,
dat we moeilijke dingen niet zomaar uit de weg gaan
om anderen bij te staan.
Dat kunnen we met zijn allen steeds weer een nieuw begin maken
op de weg die God voor ons bedoeld heeft.