Gebeden op de vijfde zondag door het jaar
Inleiding:

Er is in Nederland veel te doen over het nieuwe zorgstelsel. Daarbij vergeten we wel eens dat we ons gelukkig kunnen prijzen dat we een zorgstelsel hebben en dat iedereen, rijk of minder rijk, goede gezondheidszorg kan krijgen. Dat ligt met name in derdewereldlanden wel even anders. Daar is het vaak miserabel gesteld met de gezondheidszorg. Dit weekend wordt er overal gecollecteerd voor de Memisa, een organisatie die al meer dan 80 jaar zich inzet voor een structurele verbetering van de gezondheidszorg in meer dan 40 ontwikkelingslanden. Aandacht voor de zieke medemens is een wezenlijk element van onze christelijke levensvisie. Dat betreft de zieke medemens hier in onze gemeenschap, dat betreft ook de zieke medemens elders in de wereld.

Openingsgebed:

God van mensen, wordt U nooit moe van ons, van onze vragen, van onze antwoorden, van onze problemen, van onze pijn en moeite, van onze twijfels, van ons klein geloof? Blijf bij ons als we onze wegen gaan, en laat die wegen leiden naar onze medemensen, met name hen die ziek zijn, zwakt en kwetsbaar. Mogen wij zo gelijken op Jezus, uw gezondene. Amen

Gebed over de gaven:

God van mensen, van gezonde en zieke mensen, van sterke en zwakke mensen, van rijke en arme mensen. Geef dat wij leven en welzijn delen met ieder ander, zoals Jezus ons heeft voorgedaan, Mogen wij, gesterkt door deze gaven van brood en wijn, deze tekenen van zijn liefde voor en trouw aan de medemens, leren wat breken en delen betekent in de wereld van vandaag. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Slotgebed:

God van mensen, waar bent U te vinden als we uw hulp nodig hebben omdat het leven ons te zwaar wordt. Bent U dan nog ergens te vinden of laat U ons aan ons lot over? Blijf bij ons met uw stille kracht in dagen dat we meer dan anders onze kleinheid en kwetsbaarheid aan de lijve ervaren. Trek met ons mee als licht dat uitkomst en uitzicht biedt, als alles pikkedonker is geworden. Roep ons helder en duidelijk om zelf kracht en licht te zijn voor mensen in onze omgeving naar het voorbeeld van Jezus uw zoon en onze Heer. Amen.

Voorbede
    De man Job bestaat ook vandaag nog volop
    in mannen, vrouwen, kinderen die worstelen met hun ziekte,
    die soms zeer zware therapieën moeten ondergaan
    en toch in grote onzekerheid blijven omtrent hun toekomst.
    Mogen zij de innerlijke kracht hebben om hun kruis te dragen
    en ondanks alles toch nog zin in het leven te zien.
    Laat ons zingend bidden.

    De man Job bestaat ook voort in al degenen
    wier partner, wier kind of wier vriend getroffen is door ziekte,
    door blijvende invaliditeit, door de dood die aanstaande is.
    Ook hun leven verandert er totaal door
    en vaak gaan ze twijfelen aan de zin van hun bestaan.
    Moge zij ondanks alles toch de moed hebben
    om liefdevol en ondersteunend naast de ander te blijven staan.
    Laat ons zingend bidden.

    Er zijn overal wel mensen die lijden alleen maar uit de weg gaan
    en daarom ook medemensen mijden die het moeilijk hebben,
    die hun ogen sluiten voor die harde werkelijkheid van het leven.
    Mogen zij gaan beseffen dat niet altijd de zon schijnt
    en dat we voor de taak staan om ons aardse bestaan
    ondanks tegenwind en donkere wolken een zinvolle invulling te geven,
    met elkaar en voor elkaar. Laat ons zingend bidden.

    Jezus heeft ons in zijn aardse bestaan voorgeleefd
    hoe we naar zieken en gekwetsten toe moeten gaan
    om hen te ondersteunen en zo mogelijk overeind te helpen.
    Mogen ons geloof in zijn boodschap ons in beweging zetten
    om ook naar lijdende medemensen toe te gaan
    en hen te helpen zo goed als we kunnen.
    Laat ons zingend bidden.

    God, onze Schepper en Vader,
    geef dat er ook van ons een helende kracht uitgaat
    zoals bij Jezus uw Messias,
    niet in de vorm van wonderen maar wel als een weldadige nabijheid. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de vijfde zondag door het jaar
Gebed
    God,
    U wordt niet moe van ons, van onze vragen,
    van onze antwoorden,
    van onze eisen,
    van onze problemen,
    van onze pijn en moeite,
    van onze twijfels,
    van ons klein geloof.
    Blijf bij ons,
    als we onze wegen gaan naar U toe
    en de ander.
    Richt ons op als we struikelen,
    sterk ons bange hart,
    en laat ons niet verslappen in onze worsteling
    voor een menselijk bestaan voor iedereen.

      (Y. Kingma)
Ontmoetingen in de stilte
    Ik en Hij.
    Voetstappen door de straten. Ik
    Voetstappen lopen over het kerkhof. Ik
    Voetstappen over een eenzame weg. Ik
    Voetstappen staan stil. Ik
    Voetstappen komen nader. Hij
    Voetstappen lopen over het kerkhof. Hij
    Voetstappen lopen over een eenzame weg. Hij
    Voetstappen staan stil. Ik en Hij
    Voetstappen lopen samen verder. Ik en Hij,
    liefde
Meditatie
    Als je maar gezond bent, veel bereikt hebt,
    naam en eer hebt opgebouwd,
    het gemaakt hebt, bewonderd wordt,
    rijk bent geworden
    maar je voelt je bij niemand thuis
    je leven is kil geworden,
    je verliest je in valse troost,
    je weet niet meer wat geluk is,
    wat is dan je gezondheid?
    een laatste kans om te vluchten?
    een laatste kans om geen antwoord te hoeven geven op de vraag:
    Wie ben ik eigenlijk? voor wie leef ik?
    wat is de zin van mijn leven?
    Gezondheid is een groot goed een kostbaar bezit,
    om zuinig en eerbiedig mee om te gaan
    ze is ook een broos bezit, maar niet het enige in ons leven.

      Marinus van den Berg, in: Als je maar gezond bent...
Mechanismen
    Hoe gaat het, vragen we zonder vragen.
    De ziektegeschiedenis willen we liever niet horen,
    de eenzamheid niet in de ogen kijken,
    door andermans leed niet lastig gevallen worden.

    Hoe gaat het, vragen we op het punt weg te gaan,
    met ongeduld in de stem, waarschuwend.
    De ander doet de lippen weer op elkaar,
    slikt, mompelt dank je, het gaat wel.

    Nou, het beste, zeggen we luchtigjes,
    doen het vergezeld gaan van handjes geven en onechte lachjes,
    haasten ons dan opgelucht verder
    zonder ons best te doen.
Wie zal ik zijn
    Ik hoor over mensen
    die in barre nood en kwade tijden
    de een de ander een vriend zijn geworden.

    Ik lees over mensen die zichzelf, God en medemens
    trouw alle macht en geweld weerstaan
    en het eigen leven in de waagschaal stellen.

    Ik ken mensen die zieken en stervenden niet mijden,
    maar dag en nacht bij de hand hen van harte nabij blijven.

    Ik ontmoet mensen die naar geest of lichaam zijn getroffen,
    gehandicapt en toch opgewekt verder gaan.

    Fr zijn mensen die veel pijn lijden met een lach om de mond,
    tot het laatst zichtbaar dankbaar voor het leven.

    Dan vraag ik me af:
    wie zal ik zijn wanneer ik er voor sta,
    wanneer het mij overkomt?

      Peer Verhoeven, Verderop,
    Opstaan en slapen gaan. Werken en liefhebben.
Het nieuwe spoor
    Jarenlang ging ik het bekende spoor.
    Wat bijverdienen en op vakantie gaan.
    Wensen bleven er, maar te klagen viel er niet.
    Gezondheid was het belangrijkste.
    De toekomst was geen vraag.

    Totdat de wielen wankelden en het spoor werd versperd.
    ik mij uitgerangeerd voelde, op een zijspoor gezet.
    Een doodlopend spoor leek het.
    Er wordt een zware wissel getrokken op mij en mijn naasten.
    Ik dacht dat er geen spoor naar een nieuwe toekomst voor mij zou zijn.

    Ik heb gehuild, ik heb op mijn lippen gebeten,
    ik ben radeloos geweest, aan de laatste reis gedacht,
    ontspoord als ik was.
    Ik heb ook gebeden en geroepen totdat ik een nieuw spoor vond.

    Ze voert me langs nieuwe wegen,
    ze schenkt me onverwachte ontmoetingen,
    een nieuwe horizon is opengegaan.
    Ik dacht dat er maar één spoor was om te leven.
    Er blijken nog meer sporen te zijn.
    Ze laten mij een ander leven zien.
    Het einde is een nieuw begin geworden.

      Marinus van den Berg, Kiezen voor ontmoeting,
Gloeiende plaat
    De vloed had duizenden zeesterren op het strand geworpen. Omdat zeesterren op het droge maar korte tijd in leven blijven, waren ze dus ten dode opgeschreven. Een meisje dat op het strand aan het spelen was en ze zag liggen, begon ze één voor één in zee terug te gooien.
    'Wat voor zin heeft dat?' vroeg een man die haar bezig zag. 'Het strand ligt kilometers ver bezaaid met zeesterren, wat maken die paar uit die jij redt?'
    Het meisje keek naar de man en toen naar de zeester die ze op dat moment in haar hand hield. Toen zei ze: 'Voor u maakt het misschien niks uit, maar voor hem wel.' En ze wierp de zeester in het water.

      Koornstra, J., in: Een zoutkorrel voor elke dag,
Helpen
    Op een middag, werd er geklopt op de deur van de rebbe. 'Niet zo haastig, niet zo haastig, ik ben bezig met mijn middaggebed. Ik heb nog niet alle psalmen gezegd. Wacht even, ik kom zo.'
    Maar het kloppen hield niet op. De rebbe begon ongeduldig te worden. 'Wie je ook bent, ik heb je uitgelegd dat ik nog bezig ben met mijn gebed. Het is onfatsoenlijk om mij zo te storen. Ik heb toch al gezegd dat ik zo kom.'
    Weer werd er op de deur geklopt, maar nu nog luider. De rebbe werd kwaad. 'Hoe vaak moet ik het herhalen, ik ben nog bezig met mijn gebed, met mijn psalmen. Wie je ook bent, het lijkt me dat je zelf niet zo vaak je gebeden zegt, anders zou je de waarde ervan beter begrijpen. Laat me met rust.'
    Na een tijdje deed de rebbe geïrriteerd de deur open. Hij riep de man die zich al van het huis verwijderd had. 'Wat was er nou zo dringend?'
    De man draaide zich om en keek de rebbe strak aan. 'Ik was naar u toe gekomen om hulp te vragen voor mijn vriend. Hij had al dagen niet gegeten, hij was ziek en zijn situatie was kritiek. Maar u had geen tijd, u moest nog uw psalmen zeggen. Mag ik u als leraar iets onderwijzen? Psalmen zingen, dat kunnen de engelen nog veel mooier, maar u alleen kon deze man helpen en daar is het nu te laat voor.'

      Soetendorp, A., De adem van kinderen. Verhalen rond joodse feestdagen,
terug naar de overweging