Gebeden op de derde zondag door het jaar

Inleiding:

Het afschuwelijke drama dat zich deze week voltrok in het Belgische Dendermonde heeft denk ik iedereen wel geschokt. Je houdt zoiets niet voor mogelijk en alleen een gek kan zoiets doen. Ik moest denken aan een echtpaar waarmee ik eens een gesprek had. De vrouw zei: we willen geen kinderen: deze wereld is zo in en in slecht dat we het kinderen niet willen aandoen op te moeten groeien in deze rotte wereld. Het is natuurlijk vreselijk verdrietig als mensen zo denken, en het is ook niet terecht. Er gebeurt veel kwaad in de wereld maar ook heel veel goeds, en dat mogen we niet uit het oog verliezen. Bovendien is het heel belangrijk dat we een beetje vertrouwen hebben dat het goede dat wij kunnen doen ook heel belangrijk is, voor onszelf, en voor heel onze samenleving. Dat vertrouwen was ook de grote drijfveer van Jezus van Nazaret om zich in te zetten voor de zwakken en kleinen. En als wij geloven in zijn boodschap, in zijn idealen, dan moeten ook wij die weg van liefde en dienstbaarheid gaan, ieder van ons op zijn eigen wijze, naar zijn eigen mogelijkheden.

Openingsgebed:

God, onzichtbare kracht achter en in al wat bestaat, versterk onze goede wil om uw wegen te gaan. Maak ons aandachtig voor uw woord, in onze tijd uitgesproken door Jezus van Nazaret, dat ook wij door Hem geïnspireerd worden en zijn blijde boodschap in woord en daad verder dragen. Help ons trouw te zijn aan het geloof van ons doopsel. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Gebed over de gaven:

God, onzichtbare kracht die leven geeft, help ons dat leven te delen als dit brood en deze wijn, deze tekenen van Jezus' liefde en trouw tot in de dood. Hij roept ook ons om onze verbondenheid met elkaar vruchtbaar te doen zijn in een geest van saamhorigheid, in liefdevolle zorg en aandacht voor al uw mensen, vandaag en alle dagen. Amen.

Slotgebed:

God, onzichtbare kracht die ons omringt en draagt. U stuurt ook ons op weg met ons hoofd vol vragen, met ons onrustige hart en onze machteloze handen. U roept ook ons om met elkaar en voor elkaar te doen wat Jezus ons heeft voorgedaan en voorgeleefd. Help ons, dat wij gesterkt en bemoedigd in dit samenzijn, trouw kunnen zijn aan onze roeping, vandaag en alle dagen van ons leven. Amen

Voorbede:
    Laten wij bidden voor hen die geroepen worden om vissers van mensen te zijn,
    om, als beroepskracht of als vrijwilliger, medemensen te helpen
    en hen te ondersteunen als zij het leven op eigen kracht niet aankunnen.
    Dat zij een groot verantwoordelijkheidsbesef mogen hebben
    en de bereidheid steeds hun hart te laten spreken.
    Laat ons zingend bidden.

    Laten wij bidden voor hen die zich te gauw onbekwaam voelen,
    om een bijdrage te leveren aan de gemeenschap,
    voor hen die ongegrond denken dat ze met lege handen staan,
    die te vlug zeggen: dat kan ik toch niet.
    Dat ze wat meer zelfvertrouwen mogen krijgen,
    en durven geloven in hun eigen mogelijkheden en talenten.
    Laat ons zingend bidden.

    Laten wij bidden voor hen die de weg van de minste weerstand gaan
    en de invulling van hun roeping steeds weer uit de weg gaan,
    voor hen die dingen alsmaar uitstellen in de hoop op afstel.
    Dat ze wat meer durf mogen opbrengen om die dingen te doen
    die grote betekenis kunnen hebben voor henzelf en anderen.
    Laat ons zingend bidden.

    Laten wij bidden voor de kerk van Jezus Christus,
    voor alle gelovigen die actief zijn in de vele parochies,
    en ook voor al degenen die passief aan de kant blijven staan.
    Dat zij Jezus' boodschap hen moge inspireren om in beweging te blijven
    of om weer in beweging te komen op de weg van dienstbaarheid
    die Hij ons gewezen heeft. Laat ons zingend bidden.

    God, U roept ieder van ons om met Jezus in zee te gaan,
    om zijn idealen tot de onze te maken,
    naar elkaar toe de dingen te doen die hij ons heeft voorgedaan.
    Geef dat wij ons twijfelen en ons aarzelen overwinnen
    en bereid zijn hem te volgen, alle dagen van ons leven. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de derde zondag door het jaar
Gebed
    Jezus, Jij gaat voor ons uit,
    Jij gaat verder dan wij kunnen of willen.
    Jezus, Jij gaat onnavolgbare wegen
    en vraagt ons volgeling te zijn.
    Jezus, Jij ging tot het einde en daar voorbij,
    laat ons niet staan
    en zet onze bange voeten op het spoor van Gods heil.
Gebed
    Met ons hoofd vol vragen,
    met ons onrustig hart,
    met onze onmachtige handen,
    met onze dwarse voeten,
    stuurt U ons er op uit, Heer,
    om te volgen, om te gaan
    waar Jezus ging:
    met woorden van vrede
    met daden van heil.
    Heer, schenk ons kracht om dit te doen.
God roept ook ons
    We geloven in de God van liefde
    die ons vraagt om alle afgoden
    uit ons midden op te ruimen,
    die gemeenschap wil met ons.

    We geloven in de God der schepping
    die ons tot partners roept
    bij het vormgeven van een toekomst
    van gerechtigheid, vrede en vreugde.

    We geloven in de God die niet veraf is,
    die het leven van de wereld deelt,
    die de hoop van mensen tot de zijne maakt
    en 's werelds pijnen voelt.

    We geloven in de God die zich verenigt
    met wie arm is en onderdrukt,
    met wie snakt naar echt geloof,
    en smeekt om medestanders.

    We geloven in de God die kwetsbaar is
    en pijn lijdt om zijn volk,
    maar wiens verbond met hen voor eeuwig
    onbreekbaar blijft en sterk.
Terugblik
    Ze hadden het niet al te breed
    Geen wit gesteven boorden
    Ze waren vissers -alle twaalf
    Een volk van weinig woorden
    Ze hadden nog geen beeldbuis
    Geen flats, geen bungalowtjes
    Ze stoeiden aan het blauwe meer
    Met wank'le houten bootjes
    Geen DC8, geen maanraket
    Geen auto en geen koets
    Ze liepen op het witte strand
    En meestal barrevoets
    Zo leefden zij, ze hadden niets
    Geen bad, geen telefoon, geen fiets
    Maar in hun midden zat een man
    Daar hielden al die vissers van
    Hij zocht het niet in telefonen
    Computers of in electronen
    Hij zocht het zonder valse schijn
    In aardig voor elkaar te zijn
    Hij had het over 'ander leven'
    Over vergeten en vergeven
    over elkaar de hand toe steken
    En over samen brood te breken
    Hij zei gewoon: gij zult niet doden
    En daarmee hield hij 't voor gezien
    Hij had geen boeken vol geboden
    Hij had er in totaal slechts tien
    Maar toen de rijken en geleerden
    Hem hoorden, toen begon 't venijn
    Het was bedrog, wat hij beweerde
    Het leven mocht niet simpel zijn
    Ze hebben hem toen vastgegrepen
    Ze hebben hem de mond gesnoerd
    Het zware kruishout laten slepen
    En hem naar Golgotha gevoerd
    En het is nooit meer goed gekomen
    Want sinds men hem heeft opgepakt
    Heeft men de liefde ons ontnomen
    Waarover hij zo vurig sprak
    Maar altijd blijft het heimwee hangen
    Naar die eenvoudige mensenzoon
    En altijd speur je nog 't verlangen
    Naar hem, die zelfs na al 't gehoon
    Vanuit zijn laatste kracht nog fluistert
    Heer, vergeef hun wat ze doen
    Altijd nog is er dat heimwee
    Naar die ene man van toen.

      Toon Hermans,
      Alles is heimwee; Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1980.
Iemand die liefde is
    Jezus van Nazareth is voor mij:
    iemand die mij roept om met hem mee te gaan,
    iemand die met me meetrekt ook als de tocht zwaar is
    die me overeind helpt als ik dreig te bezwijken
    die me liefdevol terechtwijst als ik ongelijk heb
    die me vergeeft als ik gezondigd heb
    die aanwezig is als anderen me verlaten hebben
    iemand die liefde is.

      Mary, Jonge Kerk, december 1984, Nijmegen.
Een stem die roept
    Er is een stem die roept,
    en die kun je horen.
    Ik hoop dat ons dat ook overkomt,
    net als de leerlingen van Jezus.
    Dat we geroepen worden,
    en weggehaald uit ons eigen kringetje.
    Uit onze angst misschien,
    uit onze eenzaamheid,
    uit gevangenschap en onderdrukking.
    Dat we opengaan en meegaan
    met iets dat van buiten komt
    en wat echt belangrijk is om voor te leven,
    de moeite waard.
    Jezus roept de leerlingen één voor één.
    En zo roept Hij ook ons,
    één voor één bij onze naam.
    Maar je wordt nooit alleen geroepen.
    Je wordt één voor één samen geroepen.
    Je mag elkaar bij de hand houden,
    zodat je het beter aankunt.
    Petrus en Andreas, Jacobus en Johannes
    komen samen achter hun netten en hun boten vandaan
    en gaan met Jezus mee, samen.
    En de profeet Jesaja zegt het nog sterker:
    Het is een volk dat op weg gaat,
    een heel volk dat een licht ziet
    en daar achteraan durft gaan, samen.
Vissen
    Moella Nasroeddin zat te vissen aan een meer. Ik keek een tijdje naar hem. Ik bleef kijken, maar hij kreeg geen enkele keer beet. Het leek wel alsof er geen vissen in het meer zaten. Ik vroeg hem: "Nasroeddin, hoe lang blijf je daar zitten? Er is een ander meer vlakbij -- waarom ga je daar niet vissen? Hier is geen visser te zien, alle vissers zitten verderop."
    Nasroeddin zei: "Wat heeft het voor zin om daar te vissen? Er zit zoveel vis in dat meer dat ze geen ruimte hebben om te zwemmen. Wat maakt het uit of je daar een vis vangt? Nee, als je hier een vis vangt, dát is pas wat!
Een fabel uit China
    Een oude man vroeg eens op de markt: 'Ik ben alleen. Wie wil mijn zoon zijn?'
    De weesjongen Kwen Foe nam de oude man bij zich in huis.
    Hij was gelukkig met zijn nieuwe vader.
    Maanden later zou de keizer op bezoek komen in het dorp.
    Kwen Foe wou gaan kijken, maar zijn vader had geen zin.
    'Ik moet op reis,' zei hij.
    De dag van het bezoek stopte de draagstoel van de keizer bij het huis van Kwen Foe.
    De keizer stapte uit.
    Kwen Foe kon zijn ogen niet geloven: het was zijn vader!
De visser
    Eens zat iemand te vissen aan het meer.
    De zon scheen. De visser was rustig en gelukkig.
    Er kwam iemand langs, die vroeg:
    "Waarom gebruik je niet meer dan één hengel; dan kun je meer vangen."
    De visser zei: "Nou, wat dan?"
    "Nou," zei de voorbijganger, "dan verdien je meer."
    "En wat dan?", zei de visser.
    "Dan kun je een boot kopen en het meer opgaan, om nog meer te vangen."
    "Ja, ja, en wat dan?" zei de visser.
    "Na verloop van tijd kun je misschien een groot schip kopen
    en dan uitvaren en veel vis vangen."
    "En wat dan?", zei de visser.
    "Dan huur je een knecht," zei de voorbijganger,
    "die samen met je vangt, en zo verdien je veel geld met je vis."
    "En wat dan?" zei de visser.
    "Ja, wat dan?", zei de voorbijganger, "ja, eens kijken:
    dan kun je bijvoorbeeld lekker gaan vissen en zitten in de zon."
    "Zo is het," zei de visser, "laat mij dus maar rustig zitten . . .
terug naar de overweging