Gebeden op de doop van de Heer
Inleiding:
Volgens onze weerman was het de
afgelopen week hier in de nacht ruim 18
graden onder nul. Dat gebeurt niet vaak dat het hier zo koud is
maar als je in een lekker warm bed ligt merk je er niets van.
Anderzijds: hoe kouder het is, hoe moeilijker het is
om 's morgens uit je warme bed te komen.
Dan heb je de neiging om je nog maar eens om te draaien.
En mensen die dan heel vroeg op pad moeten, met kou en gladheid, zijn
niet te benijden.
Maar wil er iets gebeuren, dan moet je toch opstaan
en aan het werk gaan, ook al heb je er misschien niet veel zin in.
Aan het werk gaan, dat moest ook Jezus.
Vandaag vieren we zijn doop, en dat is het moment waarop hij aan het
werk ging, om zijn zending uit te voeren.
Misschien was hij ook wel het liefst thuis gebleven,
maar hij deed zijn plicht.
En als wij trouw willen zijn aan zijn boodschap,
zullen ook wij aan het werk moeten om de dingen te doen
die hij ons heeft voorgedaan. Dat is wat ons doopsel van ons vraagt
Daar willen we wat over nadenken in deze viering.
Openingsgebed:
God, uw liefde is als water:
overspoelend, reinigend, levengevend.
Geef ons de moed ons onder te dompelen in uw liefde,
de kracht om samen met elkaar vreugde te vinden
in het delen van die liefde met ieder met wie wij op weg zijn
naar een wereld waarin alle mensen leven in vrede en saamhorigheid.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven:
God, Vader, Moeder van alle mensen,
leer ons wat leven is op deze aarde,
leer ons dat leven te delen zoals we brood en wijn delen,
dat wij mogen groeien in verbondenheid,
in geloof, in hoop en in liefde,
zoals Jezus ons heeft voorgeleefd.
Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen. Amen.
Slotgebed:
God, Wij zijn gedoopt in uw Naam,
geef ons de kracht om trouw te zijn aan dat doopsel.
Wij zijn uw kinderen, kinderen van het licht,
geef ons ook licht te zijn voor de mensen om ons heen.
Wij zijn samen zijn Kerk op aarde.
Geef dat wij die Kerk maken tot een teken van heil voor alle mensen.
Dat vragen wij U omwille van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen
Voorbede
Wij bidden voor alle mensen
die gedoopt zijn maar zich niet meer thuis voelen in de kerk,
die wel gelovig zijn maar niet weten hoe dat inhoud te geven,
Moge Gods geest over hen neerdalen en hen bemoedigen
dat zij nieuwe wegen vinden en durven gaan.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle gelovigen
die ja gezegd hebben tegen de blijde boodschap van Jezus
maar die dat niet waar maken in hun dagelijkse bestaan.
Moge Gods geest over hen neerdalen en hen bemoedigen
dat Jezus' dienstbaarheid en goedheid ook in hun leven
zichtbaar moge worden. Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle ouders
die het vanzelfsprekend vinden hun kind te laten dopen
maar die vaak te weinig stil staan bij de echte betekenis ervan.
Moge Gods geest over hen neerdalen en hen bemoedigen
dat zij wegen zoeken en vinden om hun geloof diepere inhoud te geven.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor alle kinderen,
die via hun ouders en vele anderen de wereld van waarden en normen
gaan ontdekken, die belangrijk zijn voor hun leven en hun toekomst.
Moge Gods geest over hen neerdalen en hen bemoedigen
dat zij ook de waarden van Jezus' boodschap mogen ontdekken.
Laat ons zingend bidden.
Goede God, zend ons uw Geest, uw kracht en uw mildheid
opdat wij juist als Jezus, uw gezondene steeds weldoende rondgaan
en altijd de kant van de zwakken en vernederden kiezen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij doop van de Heer
Zwemles
Tien kleuters op een rij
bibberend staan ze daar
aan de rand van het zwembad;
het blauwe water ligt hen te verleiden
of zouden ze dat niet zien?
Is het water nog een bron van angst?
De badmeester
denkt
aan al die honderden kleuters
die deze groep voorgingen.
Ook zij zullen het leren,
daar twijfelt hij niet aan,
kopje ondergaan en opnieuw proberen,
een ervaring voor het leven,
verleren doen ze het nooit meer.
Ze mogen er in, voorzichtig,
eerst maar even wennen
aan de nattigheid van het water
het plezier én de onveiligheid,
vermaak en angst,
de les kan beginnen.
Geoefend wordt er, beenslag, armslag
maar het gaat niet vanzelf,
af en toe kopje ondergaan
en dan maar weer verder, watertrappelen, duiken,
de watervrees verdwijnt langzaam.
Na enkele maanden is het doel bereikt
het kopje ondergaan is voorbij
het eerste diploma is binnen
als vissen voelen ze zich in het water
er is alweer een hindernis genomen
op weg naar volwassenheid.
In den beginne
God, oorsprong van al,
God verlangend
God barend
God scheppend
aarde en water werden geschapen.
En God zag dat het goed was.
Water,
oerenergie, bron van leven, vruchtwater,
kind in wording
wachtend op geboorte
de weg naar bestaan,
de weg naar leven.
Door het water gaan
op weg gaan
aarzelend, zoekend, tastend
niet wetend waar uit te komen
steeds proberend
steeds een nieuwe kans.
Door het water gaan,
een leven lang op weg zijn,
een levensweg.
Gebed
Eeuwige,
U die er al was voordat wij bestonden,
wees voor ons een bron van levend water,
water dat leven geeft,
water dat bezielt en sprankelt,
dat ons doet groeien en bloeien,
water dat toekomst geeft
aan de aarde en de mensen die haar bewonen.
Wees een bron die nooit uitgeput raakt,
opdat we steeds nieuwe kansen krijgen
waar de hopeloosheid en de dood
het dreigen te winnen van het leven.
Jezus
In de lange rij
sluit hij aan,
een lange rij
van geknakte mensen.
Mens wordt hij,
met hen,
door hen,
mens onder de mensen,
een keuze voor het leven,
een keuze om leven te geven
aan hen
die het vlammetje van de vlaspit
nog maar amper brandend kunnen houden.
Een keuze
die de bestaande kaders doorbreekt
goeden en slechten,
zondaars en farizeeën,
wie is goed en wie is slecht?
Een keuze voor het leven
een keuze
die hij met zijn leven moet bekopen.
Wens voor een kind
Kind ben je,
nog zo klein en kwetsbaar,
er valt nog zo veel te ontdekken
nog zo veel te leren.
Moge dit water jou eraan herinneren
dat er steeds een nieuw begin mogelijk is
na elk kopje onder gaan
Moge dit water voor jou een bron zijn
een bron die je gaande houdt
een bron die je draagt
bij vallen en opstaan.
Ga dan op weg
en zoek uit de vele wegen jouw weg.
Groei en bloei,
geniet van je leven,
maak het de moeite waard
Moge Gods zegen met jou zijn.
(Chantal Sluijsmans
Ga jij met ons mee
Ga jij met ons de weg die leven heet,
een weg van nu eens dansen dan weer hinken?
Deel jij met ons zoveel aan lief en leed,
wil jij die levensbeker met ons drinken?
Wil jij met ons ten einde toe, godweet,
tot waar alleen nog horizon kan blinken?
Ga jij met ons de weg die uittocht heet,
een weg van opzien, afzien en van zwerven?
Een tocht die uit moet lopen, hemelsbreed,
op leven voor wie ongeleefd al sterven
en liefde voor wie aan de onmin leed,
een thuis voor alwie onderdak moest derven.
Ga jij met ons de weg die speurtocht heet,
die ons een glimp van God op wil doen vangen?
Zij bergt een schat waaraan de mot niet vreet
en overstijgt ons allerhoogst verlangen;
ons jasje maakt zij tot een bruiloftskleed
om alle liefde levend op te vangen.
Jan van Opbergen
IK WIL ALS HET WATER ZIJN
Ik wil als het water zijn,
dat in rivieren klatert
en door het oerwoud stroomt;
dat velden vruchtbaar maakt
en overal leven brengt.
Ik wil als het water zijn,
dat al wat vuil is wast,
dat ieder mens - hoe hij ook heet -
die heling en bevrijding zoekt,
weer hoop en toekomst geeft.
Ik wil als het water zijn
dat alle boten draagt,
vol mensen en hun lasten,
om voor hen allemaal
hun tocht te verlichten.
Ik wil als het water zijn,
de bron van alle leven,
dat alle mensen samenbrengt
om samen - overal vandaan -
het lief en leed te delen.
Heer, ik wil als het water zijn,
dat in uw richting stroomt,
om in de wereld, overal,
uw opdracht waar te maken,
meer mens te zijn voor iedereen.
De veerman en de monnik.
Er waren eens twee broers, zonen van een veerman. Als kind al
voeren zij met hun vader heen en weer over de rivier, wanneer hij
voorbijgangers overzette. De betaling was maar karig: één stuiver per
persoon. Het werk was eentonig en weinig geestverheffend: dus besloot
de oudste om meer diepgang aan zijn leven te gaan geven.
Hij verliet het huisje aan de rivier, zijn ouders en broer en het
veerbootje en trad in, in een boeddhistisch monnikenklooster. Na vele
jaren van meditatie en zoeken naar het hogere en naar de verborgen
krachten in de menselijke geest, gebeurde het dat hij op reis moest
naar een ander klooster en onderweg het ouderlijk huis passeerde. Hij
klopte aan en na veel hartelijke omhelzingen en vreugdetranen vertelde
men elkaar hoe ieders leven tot nu toe verlopen was.
Na enige tijd nam de monnik weer afscheid en na alle goede wensen over
en weer liepen beide broers naar het veerbootje, de een om over te
zetten, de ander om overgezet te worden. De broer-veerman vroeg aan de
broer-monnik: "Wat heb je nu eigenlijk in de afgelopen zeven jaar in
dat klooster geleerd?"
"Ik zal het je laten zien," zei de monnik, en hij daalde af naar de
oever van de rivier; over het water liep hij naar de overkant, zwaaide
daar nog eenmaal vaarwel en verdween tussen de bomen.
"Dan is, wat hij in die zeven jaar in dat klooster geleerd heeft,
precies één dubbeltje waard," zei de veerman en ging weer tevreden aan
zijn arbeid.
BIJ JOU WIL IK WONEN
Rindzoewi vertelde een keer:
"Er was eens een vrouw, die op de markt een godenbeeldje kocht. Zo'n
rondbuikige, gullachende god, die je geluk moet brengen, als je hem wat
kleine offers brengt.
Thuisgekomen zette zij het beeldje op haar huisaltaar en keek er naar.
Toen bad ze: "Heer, U hoeft van mij niet altijd breeduit te lachen; U
mag ook gerust een keer huilen of ernstig kijken, als dat beter past.
Ook hoeft U mij niet altijd geluk te brengen zo is het leven niet. De
zon schijnt ook niet altijd. Als U maar vriendelijk voor me bent is dat
al waardevol genoeg voor mij."
Daarop stak zij een wierookstaafje aan en ging naar bed. Toen zij de
volgende morgen opstond en naar haar kleine altaar keek, bleek het
beeldje verdwenen te zijn. Nog vóór dat ze dat helemaal tot zich had
laten doordringen, werd er op de deur geklopt. Toen ze open deed stond
er een eenvoudige man aan haar deur, die haar met een ernstige maar ook
zacht-vriendelijke blik aankeek.
"Ik ben God", zei hij. "Ik heb jouw gebed gisteravond gehoord, en dat
raakte me. Bij jou hoef ik geen beeld te zijn, met een versteende lach,
die alsmaar welvaart schenkt. Met jou kan ik omgaan van hart tot hart.
Bij jou wil graag wonen!"
uit De Boom van het weten, St Nikola Kommuniteit
terug naar de overweging