Lezingen Jesaja 60, 1-6; Matteus  2,1-12

Openbaring des Heren 1999

God openbaarde zich in deze wereld, maar slechts weinigen herkenden Hem in het kindje van Betlehem, en slechts weinigen herkenden hem in de profeet Jezus van Nazaret. Hij werd verworpen door de joodse leiders, als kind, als volwassene. Maar herders en wijzen, die herkenden en erkenden hem wel als de redder van de wereld. Niet de vooraanstaanden, niet de godsdienstig geleerden, maar eenvoudige herders, ongeletterde mensen, zoals heel vroeger bij ons de boeren, zij hoorden tot het mindere volk. Niet zijn eigen volk, maar vreemdelingen, wijzen uit het oosten, wat vreemde figuren, sterrenwichelaars.
God openbaart zich nog steeds in onze wereld, of beter: hij probeert zich te openbaren in en door Jezus, in en door mensen die hem hier en nu doen voortleven. Maar ook nu hebben velen daar geen oog voor. Ook nu geldt dat slechts weinigen God herkennen en erkennen. En ook voor ons geldt: wij zullen Gods werkzaamheid in de wereld van vandaag alleen herkennen als we de eenvoud van de herders bezitten en de zoekende openheid van de wijzen, en juist dat lijkt in onze tijd steeds moeilijker te worden.
Herders, juist als vroeger de boeren, zijn mensen die heel veel tijd doorbrengen in de stilte van de natuur, mensen die ook heel gevoelig zijn voor de tekenen van de natuur en die daarom ook heel gevoelig zijn om de tekenen van God in zijn schepping te verstaan.
De wijzen, de sterrenwichelaars, ze zijn nu uit de tijd, maar het waren mensen die steeds zoekende waren die steeds de hemel afzochten naar tekenen om het leven richting te geven. Zij waren gevoelig voor de mysteries en de grootsheid van de schepping, daarom waren zij ook heel gevoelig voor de tekenen van God. Die gevoeligheid, die eenvoud en openheid zijn in onze moderne tijd zo moeilijk.
In onze geïndustrialiseerde, gemechaniseerde en geautomatiseerde wereld zijn we helemaal weg gegroeid van de natuur, van de wonderen van de natuur en daarmee zijn we ook ongevoeliger geworden voor het wonder van Gods openbaring. In onze geleerde wereld, waarin we in elk geval denken dat we haast alles weten, haast alles kunnen, waarin mensen ook steeds ingewikkelder in elkaar schijnen te zitten daar lijkt eenvoud, ongekunsteldheid een steeds zwaardere opgave te worden. In onze wereld die alles in hokjes wil zetten om er beter vat op te krijgen, waarin alles en iedereen in de computer zit, een wereld waarin mensen het liefst de gebaande wegen gaan, omdat dat het gemakkelijkst is, lijkt zoekende openheid voor nieuwe dingen steeds moeilijker te worden.
Daar waar wij principieel stil zouden moeten staan, daar waaien we vaak met alle winden mee, en daar waar we in beweging zouden moeten zijn, daar staan we stil, vastgeroest in onze gewoontes, vastgelopen in onze vooroordelen. En toch: alleen als we de gave van de eenvoud en de gave van de eerlijke openheid bezitten, alleen dan kunnen we ook die derde gave hebben: de gave van het geloof, d.w.z. de gave van overgave aan de God die we ontdekken in zijn schepping, in zijn werken. Alleen als we die gaven bezitten, kan God zich ook aan ons openbaren.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Openbaring des heren 2003

Een meisje vroeg haar moeder: "Mam, hoeveel Jezussen zijn er?" "Maar één". antwoordde de moeder. "Maar waarom ziet ons kindje Jezus er heel anders uit dan het kindje Jezus in de kerk en die van oma is ook weer anders." "Ja," zei de moeder, "er zijn een heleboel afbeeldingen van het kindje Jezus maar toch is er maar één echt kindje Jezus". "Maar mam, jij heb toch ook een heleboel foto's van mij en daarop ben ik steeds dezelfde, waarom is het kindje Jezus dan anders?" "Toen Jezus leefde, bestonden er nog geen fototoestellen en foto's. Niemand weet eigenlijk hoe Jezus er precies heeft uitgezien."
Er zijn van Jezus misschien wel een miljard verschillende afbeeldingen. Alle tijden door hebben kunstenaars schilderijen, tekeningen en beelden gemaakt van Jezus, niet zoals hij toen was want daar waren ze ook niet bij maar zoals ze hem zagen in hun gedachten, en dat beeld in hun gedachten werd ingekleurd door de tijd en de cultuur waarin ze leefden.
Datzelfde geldt ook al voor de verhalen rond Jezus' geboorte. Met kerstmis lezen we altijd het verhaal van Lucas en vandaag hoorden we dat van Matteüs. Dat waren geen verslaggevers die precies vertelden wat ze zagen gebeuren, het waren geen fotografen die de werkelijkheid van toen vastlegden, maar ze schilderden een gebeuren zoals ze dat in hun hoofd zagen en dat werd bepaald door ideeën van die tijd en hun eigen gedachten.
Ze kenden de volwassen Jezus en hij was een heel bijzondere mens voor hen. En in die tijd was het voor bijbelse auteurs heel gewoon om bijzondere mensen een bijzondere geboorte toe te schrijven. Veel van de volwassen Jezus werd a.h.w. teruggeprojecteerd naar de verhalen rond zijn geboorte.
Hij was de messias, de gezondene van God. In zijn persoon en in zijn spreken en handelen zagen ze iets van God, dat moest dus ook in de geboorteverhalen tot uiting komen. Bij Lucas werden dat engelen uit de hemel en bij Matteüs een speciale ster aan de hemel.
Lucas voert de herders uit de buurt op als de eerste bezoekers en bij Matteüs komen er wijzen uit het oosten, buitenlanders dus. Wie er in werkelijkheid op kraamvisite zijn geweest, weet niemand, daar werden geen foto's van gemaakt zoals tegenwoordig. Maar Lucas en Matteüs hebben hierbij hun eigen gedachten.
Lucas had gezien dat Jezus in zijn actieve leven steeds overhoop lag met de joodse priesters en schriftgeleerden maar heel nauwe banden had met het gewone volk dat hem op handen droeg. Dat vertaalt hij naar het geboorteverhaal toe: geen hoogwaardigheidsbekleders maar heel eenvoudige herders.
Matteüs vertolkt ongeveer hetzelfde: Jezus is niet te vinden in het paleis van de koning maar ergens achteraf, maar Matteüs heeft nog iets meer: hij benadrukte dat Jezus' boodschap niet exclusief voor de joden bedoeld was maar voor alle mensen. Dat was in de tijd dat de verhalen opgeschreven werden, een grote strijdvraag. En dus laat Matteüs bezoekers uit het buitenland komen bij het pasgeboren kind.
Zo hebben we twee kerstverhalen met verschillende accenten, twee schilderingen die weergaven hoe de auteurs Jezus zagen. Maar er is nog een diepere laag.
In Jezus verscheen God in de wereld, liet God iets van zichzelf zien, niet in het machtige en grote, maar in het kleine en zwakke, prachtig geschilderd in een kind. Die God wordt niet ontdekt en gevonden door mensen die het hoog in de bol hebben, die macht en grootheid nastreven, maar door mensen die juist zoals de herders eenvoudig van hart zijn, door mensen die zorgend in de weer zijn voor medemensen juist zoals herders voor hun schapen zorgen.
Matteüs legt een ander accent: God wordt alleen gevonden als je naar hem op zoek durft gaan, als juist zoals die wijzen uit het oosten, een ster, een droom achterna durft te gaan. Wie thuis blijft zitten, wie vastzit aan zijn vertrouwde leventje, zal God ook niet tegenkomen, hoe vaak Die zich ook openbaart in de natuur en in mensen.
Als we zo naar de kerstscène kunnen kijken, door de ogen van de twee auteurs, dan zien we daar een grote rijkdom aan gedachten, dan zien we heel veel van de profeet Jezus van Nazaret weergegeven. En alleen als we dat zien, doen we recht aan dit feest.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Openbaring des Heren 2006

Een pabo-student draaide een paar avonden mee met een buurtwerker van het Leger des Heils in Amsterdam. Hij kwam in verschillende kraakpanden met drugsverslaafden. hij ontmoette illegalen samengepropt op kleine kamertjes. Dat was een hele openbaring voor me, vertelde hij later. Dat was een wereld waar ik helemaal niets van af wist.
Een groepje jongeren ging in het kader van een uitwisselingsprogramma voor enkele weken naar Afrika en maakte daar een zondagsviering mee. Ze wisten niet wat hun daarbij overkwam: zo'n hele kerk vol zingende en swingende mensen. Dat was een hele openbaring voor ons, zeiden ze later, dat enthousiasme van die mensen was indrukwekkend. Het enige nadeel vonden ze dat de viering drie uur duurde, voor Afrikaanse begrippen was dat helemaal niet lang.
Iemand die wel wat aan yoga deed, ging naar een soort retraite in India speciaal voor yoga-liefhebbers. De sfeer van rust en verinnerlijking maakte grote indruk op haar. Ik wist best wat van yoga, zei ze later, maar dit was een openbaring.
Een bijbelgroep nodigde af en toe een bijbeldeskundige uit die de teksten in hun oorspronkelijke hebreeuwse achtergrond plaatste waardoor ze een heel nieuwe en inspirerende inhoud kregen. Ze waren heel enthousiast over de manier waarop hij de oude teksten een nieuwe inhoud gaf. Dat vonden ze een hele openbaring.
Een openbaring komt meestal niet uit de lucht vallen: je moet er wat voor doen, soms letterlijk op reis gaan, meestal geestelijk op reis willen gaan, je ergens echt in verdiepen en niet blijven hangen bij een vaak stoffige buitenkant. Soms kun je door omstandigheden tot nadere kennismaking uitgedaagd worden, soms door iemand die zelf een openbaring heeft ervaren, op welk gebied en op welke manier dan ook. Een openbaring is altijd iets dat indruk op je maakt en daarom maar al te vaak je leven verandert.
Vandaag vieren we het feest van de openbaring des Heren. God openbaart zich en dat is een heel indrukwekkende ervaring. Het verhaal van Matteus bevat alle elementen van een openbaring maar er zit ook een stuk ironie in, het is haast sarcastisch. Hij spot een beetje met de gangbare ideeën over God.
Wijzen uit het Oosten zien een ster: een uitnodiging, een uitdaging om op reis te gaan, om nieuwe ervaringen op te doen. om op zoek te gaan naar die koningszoon door God gezonden. Maar het gaat niet om de letterlijke reis die zij maken, maar veel meer om de geestelijke afstand die zij moeten overbruggen. Want natuurlijk gaan zij die koningszoon zoeken in een paleis, waar is anders een koningszoon te vinden. Heel logisch gedacht. Maar ze blijken op een heel verkeerd spoor te zitten.
Ze moeten letterlijk en figuurlijk verder trekken, en dan vinden ze de koningszoon in een stal, niets van koninklijke toestanden, een klein kwetsbaar kind in een armoedige situatie.
Dat is een hele openbaring, het zet menselijk denken op zijn kop, en dat is precies wat Matteüs met dit verhaal wil bewerken, een verhaal dat ook voor ons nog zin en inhoud heeft. In de wereld van het oude testament is steeds weer sprake van een almachtige God, die zonden bestraft, het goede beloont, een God die een grote prachtige tempel als aards huis heeft. Nee, zegt Matteüs, je moet het eens van een andere kant bekijken. Je moet God ontdekken in het kleine, in het kwetsbare, in de mensen die van jouw zorgen afhankelijk zijn, mensen die op welke manier ook jouw hulp nodig hebben. En dat zet ons gewone denken wel op zijn kop.
Het gaat niet alleen om een God die ons te hulp moet komen, die wij aanroepen om ons uit de puree te helpen, maar ook om een God die onze hulp nodig heeft om in deze wereld hulp en bijstand te bieden aan mensen die op eigen kracht niet verder kunnen.
Dat is een hele openbaring, die niet alleen zijn gevolgen heeft voor ons denken over God maar die ook, als het goed is, heel ons leven en onze manier van leven beïnvloedt. Geloven in deze God is je dienstbaar maken aan anderen. Godsdienst moet in wezen mensendienst zijn.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Openbaring des Heren 2009

Sterren zijn met Kerstmis en ook vandaag heel belangrijk. Daarom eerst een verhaaltje over sterren. Een vader ging voor langere tijd op reis en hij vertrouwde aan elk van zijn twee zoons een prachtige gouden ster toe, met de opdracht hem goed te bewaren want het was een kostbaar bezit.
De eerste zoon borg de ster op een veilige plek op, een plek waar niemand hem zou vinden. Verbeeld je dat iemand met die ster ervandoor zou gaan. De tweede zoon echter zette de ster in de huiskamer zodat iedereen in huis ervan genieten kon. En er kwamen vele mensen naar zijn huis om die mooie ster te zien. En hoe meer mensen kwamen kijken, des meer straalde de gouden ster.
Op een dag kwam er een man die heel verdrietig was, omdat zijn vrouw ziek was en hij geen geld had om een dokter te betalen. Hij keek naar de ster: Een puntje van de ster en ik zou het beste ziekenhuis kunnen betalen.
De zoon stond even in tweestrijd, maar toen brak hij een punt van de ster af en gaf die aan de arme man. Wat zou zijn vader wel zeggen als die de kapotte ster terugkreeg? Hij zat er wel mee, maar hij vond toch dat hij het goed gedaan had. En toen kwamen er nog herders en vluchtelingen en daklozen en zwervers. En je begrijpt het al. Op een gegeven openblik waren alle punten van de ster weggegeven. En juist toen kwam er een boodschapper zeggen dat zijn vader weer terug was en dat zijn twee zoon de sterren weer terug moesten brengen.
De tweede zoon deed de ster zonder punten gauw in een zak en ging met lood in zijn schoenen naar zijn vader. Wat zou die wel zeggen, een ster zonder punten, dat was toch geen gezicht. Ze kwamen tegelijk aan in het huis van hun vader en de eerste zoon zei: vader, er is niets gebeurd met uw ster, ik heb hem zorgvuldig bewaard. Hij pakte de ster uit de zak, maar die was helemaal dof geworden. Er was niets moois meer aan.
De tweede zoon zei: Vader, u zult wel boos op me zijn, maar ik heb de punten van de ster gegeven aan mensen die te kort kwamen. Er is niet veel meer van over. Hij pakte de ster uit de zak, en zie: de ster straalde mooier dan ooit te voren, en al zijn punten zaten er weer aan. Toen zei de vader: het geheim van deze sterren is dat ze gedeeld willen worden. Hoe meer je deelt, hoe mooier ze worden. Maar als je niet deelt, dan worden ze dof en lelijk.
Wijzen uit het oosten zagen een bijzondere ster, zo hoorden we vandaag en ze gingen die ster achterna En toen ze het kind gevonden hadden, deelden zij hun geschenken met dit kind. Het waren wel geen punten van de ster, zoals in dat verhaaltje, maar ze gaven wel iets van zichzelf. En het kind van Betlehem nodigt ons allen uit om iets van onszelf te geven, geen dure geschenken, geen goud, wierook of mirre, dat waren in die tijd wel dure cadeaus. Maar het gaat erom dat we iets van onszelf geven, iets van onze tijd, onze zorg, onze aandacht. Dat vraagt dat we uit onze gemakkelijke stoel opstaan en de ster achterna gaan, de ster van Betlehem, de ster van het kind, de stem van Jezus die ons oproept tot delen.
En die Jezus zegt hetzelfde als die vader: God heeft ons een heleboel mooie dingen toevertrouwd. Als je ze deelt met elkaar worden ze steeds mooier. Hou je ze voor jezelf alleen dan raakt het mooie er vanaf. Die Jezus heeft steeds weer gezegd: het wordt licht in de wereld als je samen deelt, brood, leven, vreugde en verdriet. Dat is ook mijn wens voor iedereen: dat we het licht van kerstmis delen met elkaar, dat we allemaal sterretjes van licht voor elkaar, niet alleen in deze feestelijke periode, maar ook het hele jaar door.
Gebeden en teksten bij deze zondag