Gebeden op het feest van de H. Familie
Inleiding:
Vandaag staat het feest van de H.
Familie.
Met kerstmis staan de schijnwerpers vooral gericht op het kind,
vandaag kijken we naar het gezinnetje waar hij deel van uitmaakt.
Je familie is toch het warme nest waarin je als kind kunt opgroeien.
Enerzijds is dat iets vanzelfsprekends, anderzijds gaat het helaas niet
altijd op.
Vorig jaar stond er in de krant een artikel over zwerfjongeren,
onder de veelzeggende kop: Nergens thuis.
Daarin werd gesteld dat er in Nederland zo'n zesduizend jongeren
dagelijks rondzwerven.
Met één tas als bagage trekken ze van de ene slaapplek naar de andere,
soms bij een vriend op de bank, soms in een opvanghuis, soms op straat.
Ze vallen bij de hulpverlening tussen de wal en het schip.
En de laatste zin van het artikel was al heel schrijnend:
hulp vanuit hun familie is helaas lang niet overal vanzelfsprekend.
Vandaag kijken we even naar het gezin waarin Jezus opgroeide,
ook aan die familie mankeerde wel eens wat.
We spreken we over de heilige familie, maar zo heilig waren ze ook weer
niet.
Gebed
God, we noemen U "onze Vader in de
hemel",
wij zijn uw kinderen en we mogen ons rekenen bij uw familie
die wereldwijd alle mensen van goede wil omvat.
Help ons ook als een grote familie te leven,
dat we niemand buitensluiten en ieder welkom heten.
Dat vragen wij U omwille van Jezus, kind van Maria en Jozef,
uw Zoon en onze broeder tot in eeuwigheid. Amen
Gebed over de gaven.
God, U roept ons hier samen als leden
van een grote familie,
in breken en delen willen we verbondenheid vieren,
zoals Jezus ons heeft voorgegaan.
Mogen wij in zijn geest gastvrij zijn voor al onze medemensen
en niemand daarvan uitzonderen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Slottekst:
De denker Kahil Gibran zei eens zei:
Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van 's levens hunkering naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hen liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen toeven in het huis van morgen,
dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen gelijk hen te worden, maar tracht niet hen aan jou
gelijk te maken.
God, Vader en moeder van alle mensen,
help ons om in alle omstandigheden goed te zijn voor de kinderen. Amen
Voorbede
Wij bidden voor alle gezinnen die de
warmte en geborgenheid missen
die nodig zijn voor ieders ontplooiing en levensgeluk,
voor alle ouders die vervreemd zijn geraakt van hun kinderen,
voor alle kinderen, door hun ouders aan hun lot overgelaten
voor hen die wel veel luxe kennen maar geen echte liefde.
Laat ons zingend bidden
Wij bidden voor alle straatkinderen in de grote steden van
Latijns-Amerika,
voor alle kinderen in Azië, die uitgebuit en misbruikt worden,
voor de velen in Afrika die door oorlogsgeweld wees geworden zijn,
voor de kinderen in eigen land die niet thuis kunnen zijn
maar in een instelling moeten verblijven.
Laat ons zingend bidden
We bidden voor alle mensen die niet echt meetellen
en in onze consumptiemaatschappij tussen het wal en het schip vallen,
voor allen die werkloos zijn of arbeidsongeschikt
en daardoor het gevoel hebben dat ze uitgerangeerd zijn,
voor alle armen, in eigen land en elders in de wereld.
Laat ons zingend bidden.
We bidden voor alle minderheden en buitenlanders
die zich niet echt thuis kunnen voelen in ons land,
voor alle vluchtelingen, van huis en haard verdreven
en bijna nergens echt welkom,
voor allen die te lijden hebben onder vooroordelen.
Laat ons zingend bidden.
God, vader van alle mensen,
Het is uw wil dat we allemaal samen een grote mensenfamilie zijn,
nauw verbonden met elkaar door banden van liefde.
Het is uw wil dat wij ook uw kinderen zijn, broers en zussen van uw
gezondene,
Jezus, kind van Betlehem, profeet van Nazaret, ons aller leidsman ten
leven. Amen.
Teksten, gebeden,
gedichten bij het feest van de H. Familie
Erf de belofte
Kind,
kind van mijn dromen,
kind van onze dromen,
lang hebben we naar je komst uitgekeken,
en het wachten was niet tevergeefs.
Ónze levens zijn geleefd,
een nieuwe toekomst is vandaag geboren
we weten nu
het leven wordt doorgegeven,
een nieuwe generatie draagt de belofte verder.
De belofte van onze voorvaders en voormoeders,
de belofte die hun kracht gaf,
kracht om te leven en te overleven
de belofte van Ik-ben-die-is.
Die belofte willen we jou meegeven op je levensweg
opdat je deze leeft en uitdraagt
in jouw leven en de levens die na jou komen.
(Chantal Sluijsmans)
Gedicht
Een vader, moeder, kind:
voor sommigen de realiteit van alledag voor anderen een tafereel
dat heftige gevoelens oproept.van boosheid vanwege een scheiding,
van verdriet omdat het kind bij de andere partner leeft,
van verlangen vanwege een lang gekoesterde kinderwens
die niet in vervulling gaat,
van niet-passen, omdat ik als vrouw van een vrouw houd.
Een vader, moeder, kind
welke idyllische gedachten wij daar ook bij hebben,
het is geen vanzelfsprekende realiteit,
het is ook geen realiteit van allemaal rozengeur en maneschijn...
Denken we daar óók aan als we kiezen voor een kind?
Denken we eraan dat een kind
geen kopie is van de verwachtingen van zijn ouders,
en dat het dus ruimte vraagt
ruimte om zichzelf te worden en te zijn in het vertrouwen
dat het uiteindelijk zijn eigen weg vindt.
Denken we er ook aan
dat we nooit recht hebben op een kind
ook al is onze kinderwens nog zo intens.
Een kind is ook altijd een geschenk,
het is meer dan een staaltje van medische technologie.
Een kind komt op je weg, valt je toe. ..of niet,
hoe pijnlijk dat ook is.
Denken we er ook aan als we kiezen voor een kind,
dat haar veiligheid voorop staat,
dat we haar geborgenheid en veiligheid bieden
om uit te kunnen groeien
dat we haar niet tot een lustobject maken van onze behoeften
en haar een jeugd van angst en misbruik bezorgen
waarvan zij haar hele leven littekens draagt.
Een vader, moeder, kind,
voor sommigen een positief beeld,
een beeld dat de realiteit bevestigt en uitdaagt.
Het is een opgave en een uitdaging
om je kind te begeleiden op weg naar volwassenheid,
mee te lopen, zijn hand vast te houden en los te laten
de deur op een kier te laten,
zodat het altijd even kan binnenvallen.
Een vader, moeder, kind.
beeld van herkenning
en van vervreemding tegelijk.
Ch. Sluijsmans
Over God gesproken...
God,
door de eeuwen heen hebben we Jou aanbeden
en genoemd God de Vader.
We hebben er echter nooit bij gezegd dat jouw vaderschap
slechts een klein gedeelte van jouw zijn uitmaakt.
Langzamerhand gingen we zien
dat God de Vader wel erg eenzijdig en beperkt is.
We gingen Jou ook moederlijke kwaliteiten toeschrijven.
Je was niet langer slechts een heerser, koning, rechter, strenge vader,
die ver van ons afstond,
bewaker van recht en moraal.
Neen, je werd ook iemand die zorg draagt, die verzorgt,
een God in barensnood;
je kwam dichterbij en werd menselijker.
Maar God, we zagen Jou nooit als een kind
met de positieve en negatieve eigenschappen
die daarbij horen,
een God van kwetsbare weerloosheid
en speelse ongedwongenheid.
Waarom niet?
Zijn we bang voor die speelsheid, spontaneïteit, ondeugendheid
en ongedwongenheid van een kind?
Maar wat is daar dan zo bedreigend aan?
Lieve God, het is me niet genoeg te denken dat hier niets achter zit.
Blijkbaar mag geloven, blijkbaar mag Jij
niet spontaan, speels, ondeugend en ongedwongen zijn.
Dat is niet alleen erg voor ons -we missen een hoop -
maar dat is ook erg voor Jou,
want Je kunt slechts gedeeltelijk jezelf zijn bij ons.
Gebeden
Gij, die u door eeuwen heen als God hebt laten kennen.
Bewaar ons in uw herinnering.
Voor alle ouders bidden wij
die de moeilijke taak hebben
hun kinderen op te voeden
tot zelfbewuste, volwassen mensen.
Bewaar hen in uw herinnering.
Voor alle vaders en moeders bidden wij
die leefden in de verwachting
dat ze beiden zouden zorg dragen voor de kinderen,
maar die nu -door omstandigheden gedwongen
alleen voor de opvoeding staan.
Bewaar hen in uw herinnering.
Voor alle kinderen bidden wij
die nooit de kans hebben gehad
om echt kind te zijn,
omdat ze moesten gaan werken op jeugdige leeftijd.
of omdat ze mishandeld of misbruikt werden.
Bewaar hen in uw herinnering.
Bewaar ons in uw herinnering.
Laat ons niet verloren gaan.
Bescherm ons en leid ons,
Gij die Vader en Moeder zijt,
gisteren, vandaag en morgen. Amen.
Kinderen
En hij zei:
Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van 's levens hunkering naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hen liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen,
want hun zielen toeven in het huis van morgen,
dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen gelijk hen te worden,
maar tracht niet hen aan jou gelijk te maken.
Want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren.
Jullie zijn de bogen,
waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten.
De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige,
en hij buigt je met zijn kracht opdat zijn pijlen snel en ver zullen
gaan.
Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter
een vreugde voor je zijn;
want zoals hij de vliegende pijl liefheeft,
zo mint hij ook de boog die standvastig is.
Kahlil Gibran
Thuis
Thuis...
Dat is waar mijn ouders waren,
waar ik opgroeide,
mijn vader riep: doe de deur dicht,
mijn moeder pannenkoeken bakte,
waar we op zondagavond kuierden,
lang geleden met het hele gezin.
Een stroom van herinneringen
Fijne en minder fijne.
Thuis...
Dat is waar ik later zelf woonde,
mijn eigen huis,
waar ik kon zingen vals en hardop,
waar ik kon huilen,
waar ik ieder geluid van kende,
waar het stil kon zijn en vol met mensen,
waar aan de muur herinneringen hingen.
Thuis...
voor iedere mens is dat een heel verhaal.
Een verhaal van wonen en leven.
Alleen, met een gezin, met zijn tweeën, man en vrouw,
vriend en vriend, vriendin en vriendin,
op zovele wijze wonen mensen en scheppen zich een thuis.
Thuis. ..
is waar je je veilig voelt, waar je beschutting vindt,
waar jij jij mag zijn,
waar je steeds welkom bent,
ongelukkig de mens die zo een thuis mist,
die er geslagen wordt, die er zijn lichaam niet veilig is,
die vluchten moet, die uit huis moet
die elders een thuis moet vinden.
Thuis voelen
Je thuis voelen
hoeft niet thuis te zijn
maar gewoon een plaats
waar je heen kunt
wanneer je je rot voelt
wanneer je je fijn voelt
een plaats waar je
jezelf durft te zijn
waar je je niet hoeft te schamen
omdat je anders bent.
Jijzelf kunt zo'n thuis zijn voorde ander
door open te staan
voor zijn gevoelens,
zijn buien, zijn eigenaardigheden
door gewoon te luisteren
door begrip te tonen
of door een arm
om hem heen te slaan.
Iedereen kan een thuis zijn
als je maar wilt.
Brief
Lieve pa en ma,
Vanaf het moment dat ik Marleen aan jullie heb voorgesteld en wij
jullie hebben verteld dat zij mijn vriendin is, is er iets veranderd
tussen ons. Eerst had ik het niet eens in de gaten, maar zo gaandeweg,
toen we vaker bij jullie over de vloer kwamen, merkte ik hoe
neerbuigend jullie met Marleen omgingen. En ook hoe jullie haar
voortdurend buitensloten door het alleen maar over de mensen uit jullie
kringetje te hebben, een kringetje bestaande uit rijke mensen, een
kringetje waarmee Marleen niet vertrouwd is. Zo proberen jullie mij in
jullie kamp te trekken ...en mij misschien ook duidelijk te maken dat
Marleen geen partij voor mij is.
Ik weet van Marleen dat ze zich vaak ontzettend eenzaam heeft gevoeld
als ze weer eens bij jullie op bezoek was. Toch heeft ze nooit gezegd
dat we niet meer naar jullie toe moesten gaan. De aanhouder wint, en
ondanks het gevecht dat ze moet leveren, heeft ze diep van binnen de
hoop dat jullie haar eens met open armen zullen ontvangen.
Ik sta ondertussen tussen twee vuren, een positie die me niet erg
aangenaam is. Ik heb altijd gedacht dat het in deze tijd niet meer
voorkomt dat ouders de vriendin van hun zoon afkeuren omdat het geen
meisje van stand is. Wat had ik het mis. Ik houd van Marleen, ik
bewonder haar om haar doorzettingsvermogen, met haar wil ik mijn leven
delen en daar kunnen jullie niet tussen komen. Hoeveel ik ook van
jullie houd, bij haar ligt mijn toekomst. Ik wil jullie vragen mijn
keuze te accepteren. Jullie zijn mijn ouders, jullie hebben mij
grootgebracht en mij geleerd mijn eigen keuzen te maken. Jullie hebben
steeds het beste met me voorgehad, jullie wilden me gelukkig zien. Ik
heb nu een keuze gemaakt en deze keuze is anders uitgevallen dan jullie
hadden verwacht. Dat betekent echter niet dat het een slechte keuze is.
Ik vraag jullie vertrouwen te hebben in mij en in de keuze die ik heb
gemaakt. Ik hoop van harte dat jullie in staat zijn jullie
verwachtingen ten aanzien van mij en jullie vooroordelen ten aanzien
van Marleen opzij te zetten, zodat jullie ons beiden met open armen
mogen ontvangen.
Lieve groet...Koen
Vuist en open hand
Een vader speelde met zijn dochtertje het spel van vuist en open hand.
Met geveinsde vastberadenheid sloot hij zijn grote mannenhand en zei
met zijn ogen: "Sterke meid, als jij die open krijgt."
Het kind vergat alles om zich heen, en ging helemaal op in het spel van
bevrijden. Eerst de duim, met een aandacht van nu of nooit. Het lukte.
Vader zuchtte en gaf de grote duim gewonnen. Het dochtertje schaterde
van louter plezier. Toen vinger voor vinger de rest van de hand. Bij
elke vinger die zich tenslotte overgaf, kraaide het kind haar vreugde
uit, en toen vader met een diepe zucht de hele hand gewonnen gaf,
lachte het kind bevrijdend en riep: Papa, nog een keer! Zo herhaalde
zich dat spel, tot vader het zat en dochtertje het moe geworden waren.
's Avonds, toen het kind in bed lag, hoorde het opeens een vreemd
geluid. Het was harde mensentaal, een felle woorden-twist tussen vader
en moeder. Het kind begreep nog niet wat ruzie was, maar het voelde er
wel de angst en de dreiging van.
Luidkeels begon het te schreeuwen. Het ruziegeluid verstomde. De moeder
haalde het kind uit bed en nam het mee naar de kamer. Maar wat ze ook
probeerden, vader en moeder -beurtelings en hopeloos -het kind bleef
huilen. Tenslotte probeerde vader -teneinde raad -het spel van de
vuist... Als bij toverslag werd het kind stil, en greep naar de grote
duim en vingers. Het was geen spel meer maar werkelijkheid voor alle
drie. Pas toen de hele hand geopend was, zuchtte het kind van
verlichting, en riep: Nog een keer! Nog een keer! En ze schaterden het
uit, alle drie!
Uit: Verhalen voor de zevende dag