Gebeden op de vierde zondag van de
Advent
Inleiding:
Met kerstmis wordt er gezegd: God is de
wereld binnengetreden.
Mooi, maar waar kun je Hem ontmoeten? Waar laat Hij zich vinden?
In onze kerken, zullen sommigen zeggen.
Dat klopt, maar niet in de stenen gebouwen
maar wel in de mensen die er samen komen. In de natuur laat Hij zich
vinden, zullen anderen zeggen.
Dat klopt, maar alleen als je open staat voor het wonder van alle
leven.
In jezelf, in je hart laat Hij zich vinden, kan men zeggen.
Dat klopt, maar alleen als je stil kunt worden van binnen.
Kerstmis maakt ons duidelijk dat Hij zich laat vinden
in het kleine, in het onaanzienlijke, in een kind, in een stal.
Waar wij die almachtige God meestal wegstoppen in een hoge hemel,
laat hij zich vinden in dingen heel dicht bij ons,
in het wonder van de natuur, in het goede dat mensen doen voor elkaar,
in de liefde die er tussen mensen en in gezinnen bestaat.
Daar willen we vandaag even over nadenken.
Maar eerste steken we de vier kaarsen aan op onze adventskracht,
als teken van ons geloof dat Gods licht steeds meer gaat schijnen
waar mensen verbondenheid vieren en beleven met elkaar.
Bij het aansteken van de vierde kaars
Vandaag steken we vier kaarsen aan, we
bidden: God, schijn met uw licht in ons bestaan:
het licht van het geloof in uw levenskracht,
het licht van de hoop dat ons een goede toekomst wacht,
het licht van de vrede die U alleen kunt geven,
het licht van de liefde als de zon in ons leven.
Moge het licht waar wij van dromen
juist nu in ons midden komen.
Openingsgebed:
Verhoor ons, Heer, laat uw licht toch
komen,
dat wij U kunnen vinden in het goede dat mensen doen,
in hun liefde en genegenheid, in hun vriendschap en saamhorigheid,
in hun trouw aan elkaar, in hun steun aan de kleinen en zwakken
in de geest van Jezus, het kind van Betlehem, de profeet van Nazaret.
Zo bidden wij U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven
Heer, U kent ons hart. U weet hoezeer
wij verlangen naar vreugde en geluk. Als het donker is, zoeken wij naar
licht; als het koud is, naar warmte; zijn we in nood, dan zien we uit
naar iemand die kan helpen.
Kom dan in ons bestaan, neem ons bij de hand, wees brood en wijn voor
ons,
een bron van kracht om hoopvol de toekomst tegemoet te gaan,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed:
Een vrouw is zwanger, een kind zal
geboren worden,
een kind van licht, belofte voor de toekomst.
Daarom gaan we over enkele dagen feest vieren,
een verjaardagsfeest, een feest van hoop en uitzicht.
Dat kind wees ons de weg naar het licht,
het licht dat het wint van de duisternis,
Eeuwige God , wij bidden U, trek met ons mee.
Geef dat wij het vuur van toen brandend houden,
dat wij zelf warmte zijn voor hen die verkild zijn in onze soms harde
wereld,
licht voor hen die dwalen in duisternis,
nieuw leven voor hen die geestelijk afgestompt zijn
nieuwe hoop voor hen die het niet meer zien zitten.
Moge zo het kind opnieuw geboren worden in ieder van ons. Amen
Voorbede
Wij bidden dat Jezus, de drager van het licht,
tot leven komt in allen die in duisternis verkeren:
in allen die het moeilijk hebben, juist in deze tijd van het jaar,
omdat ze nu hun verdriet en eenzaamheid dubbel voelen;
in allen die weinig of niets van het komende kerstfeest zullen merken:
omdat ze geen thuis hebben, geen dak boven hun hoofd,
geen mensen die van hen houden.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, de vredebrenger,
tot leven komt in allen die geen vrede kennen,
in allen die het slachtoffer zijn geworden van oorlogsgeweld
die eigen huis en haard hebben moeten ontvluchten
en een uitzichtloos bestaan leiden in een van de vele
vluchtelingenkampen;
dat Hij tot leven komt in het land waarin Hij toen geboren is
dat Joden en Palestijnen hun wederzijdse haat en wantrouwen kunnen
overwinnen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, die een boodschap van liefde bracht,
tot leven komt in allen die veel liefde tekort komen,
in alle gehuwden die van elkaar vervreemd zijn
omdat ze het te druk hebben in hun eigen banen en hobby's,
in alle kinderen die te weinig aandacht van hun ouders krijgen,
in alle ouderen die voor hun gevoel aan hun lot overgelaten worden.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, die weldoende rondging,
tot leven komt in alle gelovigen die kerstmis gaan vieren,
dat zij deze dag niet alleen zien als een feest van materiële overdaad
maar hun hart ook laten raken door de geestelijke betekenis ervan;
dat zij gedurende deze feestdagen ook aandacht hebben
voor hen die verdrietig zijn en zich eenzaam voelen;
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, de levende, tot leven is gekomen
allen die door de dood van ons gescheiden zijn.
In deze viering noemen wij met name: . . . . .
God van mensen, mogen wij mensen vol blijde verwachting zijn,
steeds uitkijkend naar de mogelijkheden die wij krijgen
om een medemens wat vreugde te bezorgen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen.
Teksten, gebeden, gedichten bij de vierde zondag van de advent
Gebed (bij het aansteken van de vierde kaars)
Verheug je, want een vrouw is zwanger,
een kind zal geboren worden,
een kind van licht, belofte voor de toekomst.
Op weg naar het licht,
het licht dat het wint van de duisternis,
Eeuwige, wij bidden U, trek met ons mee.
Nu nog in barensweeën,
zuchtend en steunend,
maar weldra zal het kind geboren zijn,
de lang verwachte.
Nieuw leven,
nieuwe hoop
dat dood niet het laatste woord heeft.
Daarom willen we hier licht ontsteken,
we zijn op weg en iedereen die wil mag zich bij ons aansluiten.
Voorbede
Wij bidden om profeten en engelen op onze weg.
Nu onze leefomgeving steeds meer wordt bedreigd,
hebben wij mensen nodig
die ons wegen wijzen naar de toekomst
zodat het goede leven ook is weggelegd
voor komende generaties.
Wij bidden
om ontvankelijke mensen,
mensen die openstaan voor kritische geluiden,
mensen die nieuwe wegen durven gaan
omdat ze zien dat het anders moet,
omdat ze bezorgd zijn om hun kinderen
omdat ze geloven dat het anders kan.
Tekst
't is de droom van alle eeuwen
de aarde nieuw, de mensen vrij,
maar geen huilen of schreeuwen,
bracht die wereld een stap dichterbij
hoeveel mijlen nog te reizen
welke wegen nog te gaan
welke ster zal ons wijzen
naar dat land waar geen grenzen bestaan
Onmogelijke beloften?
Voor God is niets onmogelijk, luidt een ons welbekend spreekwoord.
Voor God is niets onmogelijk en dus alles mogelijk.
Wie denkt hier de eerste prijs in de staatsloterij te kunnen winnen
heeft het mis;
niet de prijs in de staatsloterij,
maar eeuwig koningschap
is waar het hier om gaat.
David en Maria zijn de gelukkigen,
een duizendtal jaren geschiedenis ligt tussen hen in,
maar door de Bijbel worden beiden met elkaar verbonden:
aan beiden wordt een belofte gedaan:
een belofte voor de toekomst, voor hun nakomelingen,
eeuwig koningschap zal hun deel zijn.
Over het woordje eeuwig zijn de meningen waarschijnlijk eenduidig:
eeuwig is eeuwigdurend, voor altijd, voor altijd en eeuwig.
Het woord koningschap geeft meer aanleiding tot discussie:
wat moet je je in 's hemelsnaam voorstellen bij koningschap?
Is dat genieten van alle weelde, gouden lakentjes en lepeltjes?
Of is dat een roeping, een zware taak met een zware
verantwoordelijkheid,
is dat werken aan recht en rechtvaardigheid
voor het land en de mensen die het bewonen.
Of is het nog iets heel anders:
een koning zonder land,
die aan armen de blijde boodschap verkondigt?
En wat te denken van de belofte,
een belofte van eeuwigdurend koningschap.
Kun je nu op je lauweren gaan rusten en denken:
het zal mijn tijd wel duren, het koningschap is verzekerd.
Of betekent het hard werken
om de eeuwigheid te verdienen en waar te maken.
Spannende wegen met allerlei mogelijke en onmogelijke antwoorden.
Maar voor God is niets onmogelijk, voor God is alles mogelijk.
De adventskrans
De adventskrans is meer dan een krans,
zij is een goed verhaal,
zij houdt voor ons een toekomst in,
zij spreekt een zuivere taal.
Ze zegt: "Ja, kijk eens naar mijn kleur . . .
in het groen ben ik altijd.
Dat is de kleur van hopen op
een goede nieuwe tijd.
Een tijd van vrede en van rust,
een tijd van puur geluk,
een tijd van liefde onderling:
zo'n hopen mag niet stuk."
Maar er is meer als je goed kijkt:
vier kaarsen in het groen . . .
mijn licht is overal te zien
voor wie maar mee wil doen.
Dit licht zegt: "Bijna is 't zover,
het kerstfeest is dichtbij.
En wijst ons naar het Jezuskind,
het licht voor jou en mij."
GELOVEN
Geloven is steeds weer beginnen te geloven
is steeds weer op weg gaan
Abraham geloofde in God
en trok weg uit Haran
trok steeds weer uit Haran
hij is er altijd blijven wonen
het land kleefde aan zijn voeten
hij heeft er nooit meer gewoond
wandelde met God
geloven is een worden een levenslange geboorte
je bent er nooit is eindeloos genezen
steeds weer op adem komen
onophoudelijk gestalte krijgen
geloven is steeds weer bidden om geloof
bidden om de Geest van God
Hij woont in je hart
Hij is er Hij is er niet
Hij verovert je steeds weer
laat je niet vrij
geloven is bidden om de Geest
de adem die je draagt de grond onder je voeten.
HET WONDER
Het wonder van het licht?
Je moet er hard voor werken
om weer een weg vooruit te vinden
en niet alleen maar achterom te zien.
Het wonder is zo teer.
Je moet er zo behoedzaam over spreken.
't Verdraagt geen grote woorden:
met pijn wordt het geboren.
Wees eerlijk: er is geen geboorte
zonder weeën, de wanhoop
en het niet meer weten.
Licht wordt in de duisternis geboren.
Maar wie die weg durft gaan,
de eenzaamheid, de pijn doorstaat,
in de nacht blijft hopen op het wonder,
zal zien: het hoge licht van God.
Hans Stolp
ADVENT IS VERWACHTING
Schemertij van leven: aan het stil verloop
zoek ik stem te geven tussen vrees en hoop.
Vormloos in gedachten drijven beeld en klank.
Aarzelend verwachten heeft slechts hoop als onderpand.
Ingekeerde dagen groeien in de tijd
tot ze licht gaan dragen, groter openheid.
Zachtjens aan gaan geloven dat de toekomst wint
nu aan oude tonen een nieuw lied van hoop ontspringt.
Voor de eng'lenkoren hapert nog mijn stem.
Ik wil 't lied doen horen buiten Bethlehem.
'k Leg opzij de doeken van vertedering,
kind dat ik ga zoeken, wees mijn zichtbaar nieuw begin!
De afvalrestjes ( van Grimm)
Er was eens een meisje, heel mooi, maar ook erg lui. Als ze moest
spinnen, dan had ze zo het land, dat ze, als er maar een klein
oneffenheidje in het vlas was, meteen een heel brok mee uit trok en
naast zich op de grond gooide. Maar ze had een dienstmeisje dat heel
vlijtig was, die zocht al dat weggeworpen vlas bij elkaar, haalde het
uit de knoop, spon het weer en liet er een mooi jurkje van weven voor
zichzelf.
Nu had een jonge man het luie meisje gevraagd om met hem te trouwen en
de bruiloft zou gehouden worden. Op de laatste avond danste het
ijverige meisje in haar mooie jurkje vrolijk rond, en toen sprak de
bruid:
"Ach, wat danst dat meisje netjes in mijn afvalrestjes!"
De bruidegom hoorde dat; en hij vroeg aan de bruid, wat ze daarmee
zeggen wilde. Toen vertelde ze 't hem, dat het meisje een jurk gemaakt
had van alle vlasresten die zij had weggegooid. Toen de bruidegom dat
hoorde, en begreep hoe lui ze was, liet hij haar staan, ging naar het
andere meisje en koos haar tot vrouw.
De moeder
De goede God had besloten om de moeder te scheppen.
Hij was er zeker al zes dagen mee bezig, toen een engel kwam en zei:
"Wat staat u daarmee toch uw tijd te verdoen?"
En God antwoordde: "Zeker, maar hebt ge al eens gelezen wat er allemaal
nodig is om een moeder te maken? Ze moet een groot hart hebben en open
armen, waarin iedereen zich geborgen voelt... ze moet honderdtachtig
beweegbare delen hebben, allemaal vervangbaar... ze moet koffie kunnen
zetten, voordat de dag begint... ze moet een kus kunnen geven die alles
kan genezen; van een gebroken been tot liefdesverdriet toe... zes
handen".
De engel schudde het hoofd en herhaalde ongelovig: "Zes paar handen?"
"Och" zei God, "de handen zijn niet zo moeilijk, maar een mama moet ook
drie paar ogen hebben".
"Zoveel", vroeg de engel verbaasd.
En God knikte. "Ja, één paar om dwars door gesloten deuren te kijken
als ze vraagt: "kinderen wat doen jullie daarbinnen?", ook als ze heel
goed weet, wat ze aan het doen zijn. Een tweede paar in het achterhoofd
om te zien wat ze niet mag zien, maar toch moet weten. En dan nog een
derde paar, om aan het kind dat iets misdaan heeft zwijgend te zeggen:
"ik begrijp het, wees maar gerust."
"Maar Heer", zei de engel, hem bij de arm nemend. "ga slapen, morgen is
er ook nog..."
"Geen sprake van", antwoordde God, "trouwens ik ben bijna rond. Ik heb
er al één gemaakt die vanzelf geneest als ze ziek is, die een maaltijd
voor zes personen kan gereed maken met één kilo gehakt en die een
jongen van negen jaar onder de douche kan houden".
De engel draaide langzaam, om het model van de moeder heen, en
onderzocht het aandachtig.
"Ze is veel te zacht", besloot hij met een zucht.
"Maar ze is taai en stevig", verdedigde God met klem. "Ge hebt er geen
idee van wat zo'n mama kan doen en kan verdragen".
"En kan ze ook denken?", vroeg de engel.
"Dat niet alleen, ze kan ook uitstekend gebruik maken van haar verstand
en een oplossing vinden voor alles en nog wat," antwoordde de Schepper.
Toen boog de engel zich nog eens over het meesterwerk en streek met één
vinger over haar wang.
"Hier is iets fout gegaan!", stelde hij vast.
"Toch niet, dat is geen fout", verbeterde de Heer, "dat is een traan".
"En waar dient die voor?" wou de engel weten.
"Om vreugde uit te drukken, pijn, eenzaamheid, maar ook voldoening en
fierheid".
"Maar Heer", riep de engel uit, "U bent een genie!"
Met een glimlach merkte God op: "Om u de waarheid te zeggen, Ik was het
niet die deze traan aanbracht, het waren de kinderen".
terug naar de overweging