Gebeden op de derde zondag van de Advent
Inleiding
Tegenwoordig moet je je altijd en
overal kunnen legitimeren.
Je bent verplicht een identiteitsbewijs bij je te hebben,
want in alle omstandigheden moet je kunnen aantonen wie je bent.
Wie ben je eigenlijk, die vraag kreeg Johannes de Doper ook,
zo hIoren we in het evangelie van vandaag.
Wie ben ik eigenlijk, die vraag zouden we wellicht ook vaker onszelf
moeten stellen.
Als het gaat om je gewone personalia, dan weten we dat natuurlijk wel.
Naam, adres, telefoonnummer, beroep, hobby's en nog veel meer dingen
kunnen we zonder problemen zo wel opnoemen.
Maar wie we van binnen zijn, hoe we er van binnen uit zien als mens,
wat onze innerlijke gedachten en gevoelens zijn,
die vraag is veel moeilijker te beantwoorden,
en toch, daar ligt onze eigenlijke identiteit, en niet in onze
uiterlijke kenmerken.
Daar willen we in deze viering even bij stil staan.
Maar eerst gaan we drie kaarsen aansteken op onze adventskrans,
het is bijna kerstmis, het feest van het licht,
het licht waarin we onze echte identiteit kunnen ontdekken.
Openingsgebed:
Verhoor ons, Heer, laat uw licht toch
komen,
laat het schijnen door onze ogen, door om te zien naar de medemens in
nood
laat het schijnen door ons hart, door eerlijk begaan te zijn met
medemensen die het moeilijk hebben
laat het schijnen door onze handen, door alles wat we heel concreet
doen voor anderen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven:
God, brood en wijn, eten en drinken,
geen mens kan zonder,
ze betekenen leven en toekomst.
Leer ons breken en delen zoals Jezus zichzelf gebroken en gedeeld
heeft,
niet om er zelf beter van te worden,
maar tot welzijn van heel onze mensengemeenschap.
Mogen wij elkander dragen in goede en vooral in kwade dagen.
Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen. Amen.
Slotgebed:
God voor mensen, God die het goede wil
voor iedereen.
Telkens weer roept U mensen om te getuigen van uw bedoelingen,
om alarmsignalen af te geven als we die bedoelingen uit het oog
verliezen
en als gemeenschap een verkeerde richting inslaan.
Schenk ons wijsheid om uw bedoelingen steeds helder voor ogen te
houden,
geef ons de moed om zo nodig tegen de stroom in te gaan
Moge uw wereld door ons wat meer gaan gelijken
op de wereld die U bedoeld hebt voor al uw mensen.
Dat vragen wij U omwille van Jezus, de profeet van Nazaret.
Moge hij in ons en door ons levend blijven. Amen
Voorbede:
Wij bidden dat Jezus, de messias, de
drager van het licht, tot leven
komt
in mensen die concreet bijdragen aan een leefbare wereld,
en zich op vele fronten inzetten om dat doel te bereiken;
in mensen die oog hebben
voor de onrechtvaardigheid en oneerlijkheid in onze samenleving
en daartegen hun stem durven verheffen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, de messias, de vredebrenger, tot leven komt
in al degenen die zich daadwerkelijk inzetten voor de vrede,
in diplomaten en militairen met een vredesmissie,
in mensen van het Rode Kruis en Artsen zonder grenzen
en al die anderen die hun nek durven uitsteken
om te komen tot een vreedzame samenleving
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, de messias, die een boodschap van liefde bracht,
tot leven komt
in mensen die zijn liefde daadwerkelijk handen en voeten geven:
in alle ouders in hun dagelijkse zorg voor hun kinderen,
in allen die werkzaam zijn in kindertehuizen,
in de leerkrachten op de scholen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, de messias die weldoende rondging, tot leven komt
in allen die werkzaam zijn in de dienstverlenende beroepen,
in allen die in de gezondheidszorg werken voor mensen
die tijdelijk of blijvend aangewezen zijn op andermans hulp,
in alle vrijwilligers die actief zijn in onze gemeenschap.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden dat Jezus, de levende, tot leven is gekomen
allen die door de dood van ons gescheiden zijn.
In deze viering noemen wij met name: . . . . .
God van mensen, mogen wij in staat zijn anderen te dragen
naar een goede toekomst toe,
niet alleen hen van wie wij veel houden,
maar ook hen die we niet zo mogen.
Mogen we steeds ons hart laten raken
door menselijke vreugde én menselijk verdriet. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de
derde zondag van de advent
Madonna
Zo ook vandaag. Vandaag is een opnamedag van de Soundmix-show en een
opname van de postcodeloterijrecord-show. Druk dus. Hoe meer roddels,
hoe meer bladvulling voor de journalisten.
Wie liep daar even een luchtje te scheppen zo voor de opnamen van de
Soundmix-show? Marieke Verkerk als Madonna. Ze was nog maar net
opgemerkt of journalisten stroomden toe. Madonna werd overspoeld met
vragen.
'Hoe gaat het nu met je na je scheiding?'. 'Ik wil wel antwoorden, maar
...'.
'Hoe gaat het met je dochter?'. 'Met mijn dochter ...'.
En weer kwam er een andere journalist met een vraag zonder dat ze had
kunnen antwoorden.
'Wanneer komt er weer een nieuwe CD?'.
Madonna zei: 'Mijn eerste CD moet nog komen!'.
Verbaasd keken de journalisten haar aan.
'U bent toch Madonna?'. 'Nee, dat ben ik niet'.
'Bent u niet de ster aller sterren?'. 'Nee, dat ben ik niet'.
Maar de ster aller sterren zal optreden in de
postcodeloterij-record-show.
Kijk, daar loopt ze. Ik zal in de rij staan om een handtekening aan
haar te vragen.
'Waarom lijkt u dan zoveel op haar?'.
'Omdat ik haar bewonder en ooit zo beroemd en goed wil worden als zij'.
Gebed
God, op deze derde zondag van de Advent, komen we bijeen.
Het derde kaarsje brandt.
Het licht overwint de duisternis.
De contouren van datgene waarop we wachten worden zichtbaar.
Kerstmis komt nu echt naderbij.
God, leid ons op weg naar Betlehem,
op weg naar het kerstkind
waarop de wereld wacht.
Laten we proberen te getuigen van Hem
die het licht der wereld zal worden genoemd.
Voorbede:
God van duisternis en licht, wij bidden voor onze wereld,
waar de duisternis het vaak nog wint van het licht,
waar oorlog en honger sterker zijn dan vrede en eten in overvloed.
Laat uw licht schijnen.
God van duisternis,
wij bidden voor hen die leven in duisternis
veroorzaakt door rampen, ongeluk of pure pech.
Laat uw licht over hen opgaan.
God van duisternis en licht,
wij bidden voor onszelf, gelovig en ongelovig tegelijk.
Laat uw licht over ons schijnen.
God van licht,
wij danken U voor het licht dat schijnt en schijnen gaat.
Voor ieder straaltje door een kier, voor het volle licht
waarover wij mogen gaan vertellen.
Laat uw licht blijvend schijnen.
Getuigen
Getuigen is vertellen wat je weet.
Getuigen is zeggen wat tegen jou gezegd werd.
Getuigen is je enthousiasme uitstralen.
Getuigen is je idealen en ideeën overbrengen.
Getuigen is vertellen wat je hebt gehoord en gezien.
Getuigen is je nek durven uitsteken.
Getuigen is God als voorbeeld nemen.
Getuigen is er echt voor gaan.
De oude droom (Paul van Vliet)
De stok oude droom
heeft nog heel veel te geven,
hij heeft een geheim
en dat zijn wij soms kwijt
maar hij zal ons allemaal ooit overleven,
hij is zo oud als de wereld
en zo jong als de tijd.
Maar je moet hem beschermen,
je moet hem verzorgen,
je moet hem koesteren onder de zon,
je moet hem vertrouwen
en vandaag al of morgen,
dan weet je het weer
waar het ooit om begon.
Dan neemt hij je weer mee
langs wegen van liefde
tot hoog in de bergen
naar toppen van kracht
en daar zal dan blijken
dat je verder kunt kijken
en hoger kunt reiken
dan je ooit had gedacht!
Luchtkastelen:
>Hij kom het zo geweldig zeggen,
hij sprak van vrede en geluk,
en iedereen hing aan zijn lippen,
want zo'n verhaal, dat kon niet stuk.
Het moest anders in de wereld,
hij had een prachtig ideaal
en als hij daarvan ging vertellen,
dan boeide hij ze allemaal.
Tot iemand vroeg: "Wat doe je zelf dan?"
Toen werd het stil. Dat was niet veel
Het bleef bij hem alleen bij praten,
hij bouwde aan een luchtkasteel.
Ik ben maar een vriend op je weg
Indien ik je dragen kon
over de diepe grachten van je getob en je angsten heen,
dan droeg ik je, uren en dagen lang.
Indien ik de woorden kende
om antwoord te geven op je duizenden vragen
over leven, over jezelf, over liefhebben en gelukkig worden,
dan praatte ik met je, uren en dagen lang.
Indien ik vrede in je hart kon planten
om geduldig te wachten en te hopen tot het zaad
van vrede in je openbrak,
dan wachtte ik, uren en dagen.
Indien ik genezen kon wat omgaat in je hart,
aan onmacht, ontevredenheid en onverwerkt verdriet,
dan bleef ik naast je staan, uren en dagen.
Maar ik ben niet groter, niet sterker dan jij
en ik weet niet alles en ik kan niet zoveel,
ik ben maar een vriend op je weg,
al uren en dagen lang.
En ik kan alleen maar hopen dat je dit weet,
je hoeft nooit alleen te vechten of te huilen,
als je een vriend hebt, voor uren en dagen.
Vandaag kan hij komen
Villa Acronatie was het enige huis op het schiereiland.
Alleen de tuinman woonde daar
en hij leidde ook de bezoekers rond.
'Hoe lang bent u al hier?'
'Vierentwintig jaar.'
'Wanneer was hij hier voor het laatst?'
'Twaalf jaar geleden', zei de tuinman.
'Ik ben meestal alleen. Zeer zelden komt er bezoek.'
'Maar u heeft de tuin zo goed onderhouden,
zo mooi verzorgd, alsof uw meester morgen komt.'
De tuinman lachte: 'Vandaag, mijnheer, vandaag!'
Tekens op de weg.
Een vader stuurde zijn twee zonen de wereld in om ervaring op
te doen,
om het leven van de mensen op het platte land, in de dorpen en steden
te leren kennen. En hij zei tegen hen: "Laat tekens achter op jullie
weg."
De twee broers gingen op pad. Al na enkele stappen begon de oudste
broer tekens te maken. Hij maakte knopen in grashalmen, brak twijgen
van struiken en bomen, stak takjes in de aarde, legde stenen op de rand
van zijn pad. De hele weg die hij liep was vol met tekens. Hij was zo
bezig met tekens maken dat hij er nauwelijks aan toe kwam om met mensen
in gesprek te raken.
De jongste broer echter gedroeg zich heel anders. Hij maakte geen
tekens langs de weg. Maar in het eerste dorp ging hij naar de herberg,
at en dronk met de mensen en vertelde uit zijn leven. In het volgende
dorp raakte hij bevriend met een jongen die hem mee nam naar zijn
familie. Weer in een ander dorp voegde hij zich bij de mensen,
luisterde naar hun ervaringen en verhalen, en vertelde wat in zijn hart
op kwam. In een stadje waar hij langs kwam kreeg hij vanwege zijn open
en vriendelijke aard spontaan van de mensen eten en drinken aangeboden,
vroeg geïnteresseerd naar hun levenservaringen, luisterde en vertelde.
Intussen was de oudste broer druk bezig met zijn knopen, twijgen en
takjes.
Toen ze beide weer thuis waren vertelden ze hun vader van hun
belevenissen. Nadat deze aandachtig geluisterd had ging hij met hen
dezelfde weg die zij gegaan waren. Overal werd de jongste broer met
zijn vader heel hartelijk ontvangen. Maar niemand kende de oudste
broer. "Ik begrijp niet waarom niemand mij kent", zei deze, "allen zijn
zo vriendelijk tegen mijn broer, die niets gedaan heeft dan alleen maar
kijken en praten; hij heeft geen grashalmen geknoopt, geen twijgen
gebroken, geen enkel teken aangebracht zoals u, vader, het bevolen
hebt, maar iedereen kent hem en is blij met hem.
Toen zei de vader: "Er bestaan nog andere tekens dan grastwijgen en
takken, mijn zoon. Het zijn de tekens die een mens in de harten van
andere mensen achterlaat wanneer hij hen ontmoet, naar hen luistert,
met hen spreekt en hen zijn vriendschap schenkt. Dat zijn de tekens die
je jongere broer op zijn weg heeft achtergelaten. Daarom wordt hij door
de mensen herkend en vriendelijk ontvangen. De tekens die je in de
harten van mensen achterlaat blijven als gras, twijgen en takken allang
zijn verdord en verdwenen in de maalstroom van de tijd."