Gebeden op de tweede zondag van de advent

Inleiding:

Als je hier in Nederland op de weg zit, moet je de verkeersborden goed in de gaten houden, anders maak je onherroepelijk een keer brokken. Ik heb in de Fillippijnen leren auto rijden en daar waren maar weinig borden en voor zover ze er waren, keek bijna niemand ernaar. Je moest daar constant op je medeweggebruikers letten, en heel alert zijn, want je wist nooit wat voor manoeuvre ze zouden uithalen. In het verkeer tussen mensen die samen op weg zijn door het leven, zijn er ook allerlei verkeersborden van geboden en verboden, van dit mag niet en dat moet je enzovoorts. Maar er wordt soms slecht naar gekeken. Ook hier is het belangrijk voortdurend te letten op je medeweggebruikers, steeds rekening te houden met hun manier van leven. Daar willen we in deze viering even over nadenken. Maar eerst gaan we twee kaarsen aansteken op onze adventskrans, als teken dat we door het leven willen gaan in het licht van Jezus, het kind van Betlehem, de profeet van Nazaret.

Bij het aansteken van de tweede kaars:

De tweede kaars wordt aangestoken, een nieuwe tijd is aangebroken. Voor alle mensen die door het leven reizen, is Hij gekomen om de juiste weg te wijzen, opdat we helder licht kunnen zien in ons leven, omdat we allemaal eerlijk om elkander geven. Laat ons van een nieuwe toekomst dromen omdat Jezus in onze wereld is gekomen.

Openingsgebed:

God, Vader van alle mensen, Geef dat we durven dromen van koninkrijk van Jezus Messias van een wereld vol vrede en gerechtigheid, dat we de moed niet verliezen als we kijken naar alles wat er mis gaat. Geef dat we een beetje profeet durven zijn in onze tijd, dat we durven protesteren als we onrecht zien gebeuren. Geef dat we de handen uit de mouwen durven steken om ook wegbereiders te zijn en daadwerkelijk mee te werken aan de komst van uw rijk op aarde. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

Gebed over de gaven:

God, brood en wijn, eten en drinken, geen mens kan zonder, ze betekenen leven en toekomst. Leer ons breken en delen zoals Jezus zichzelf gebroken en gedeeld heeft, niet om er zelf beter van te worden, maar tot welzijn van heel onze mensengemeenschap. Mogen wij zo leren het leven door te geven op de manier zoals U dat wilt. Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen. Amen.

Slotgebed

Heer onze God, nu wij ons voorbereiden op het komende kerstfeest bidden wij U: neem bij ons weg wat ons verhindert U te zien in de glimlach van een kind, in de liefdevolle zorg van een moeder. in de bloei van een bloem, in de kleur van een boom. Neem bij ons weg wat ons verhindert U te zien in de warmte van een vriend, in de trouw van een mens, in de goede zorgen van mensen om ons heen. Open onze ogen, opdat wij U meer en meer mogen zien, dicht om ons heen. Open onze harten voor de komst van uw messias. Amen

Voorbede:
    Heer, kom naar ons toe met uw licht van vrede,
    vervul wat mensen dromen
    waar zij leven temidden van oorlog en geweld,
    waar mensenrechten worden geschonden
    en onschuldigen onder de voet gelopen worden.
    Laat ons zingend bidden.

    Heer, komt naar ons toe met uw licht van hoop,
    overal waar de nacht van de wanhoop gevallen is,
    en mensen niet meer weten hoe ze verder moeten,
    waar mensen leven in uitzichtloze situaties
    en er niemand is die uitkomst kan bieden.
    Laat ons zingend bidden.

    Heer, kom naar ons toe met uw licht van de liefde,
    overal waar onverschilligheid en hardheid de boventoon voeren
    en mensen alleen maar aan zichzelf denken;
    waar mensen als vreemden langs elkaar heen leven
    en geen tijd hebben om eens stil te staan bij een ander.
    Laat ons zingend bidden.

    Heer, kom naar ons toe uw licht van de zorgzaamheid
    overal waar mensen aangewezen zijn op de hulp van anderen,
    omdat ze ziek of gehandicapt zijn, verdrietig of eenzaam,
    waar kinderen opgroeien zonder de liefde van hun ouders
    en ouderen de genegenheid en zorg van hun kinderen moeten missen,
    waar mensen het gevoel hebben dat ze aan hun lot overgelaten worden.
    Laat ons zingend bidden.

    God van mensen, laat ons uw licht aan de hemel ontdekken,
    ons aan U optrekken als onze voeten wankelen,
    uit U kracht putten als we moedeloos worden.
    Kom naar ons toe, in Jezus, het kind van Betlehem
    in mensen die geloven in het goede nieuws dat Hij bracht,
    vandaag en alle dagen van ons leven. Amen

Teksten, gebeden, gedichten bij de tweede zondag van de advent
Gebed (bij het aansteken van de tweede kaars)
    God van licht. Wees voor ons het licht,
    een lamp voor onze voeten om te zien
    wat echt belangrijk is hier en nu, in ons leven.
    Wees voor ons het licht,
    een lamp voor onze voeten om te zien
    wat van waarde is op onze levensweg.
Gebed
    God van duisternis en licht, wilt U aanwezig zijn
    bij onze zoektocht naar wie wij ten diepste zijn?
    Wees bij ons dit uur als we tot inkeer komen,
    kijken naar onze goede wil
    om te zien of daar iets van U in doorschijnt.
Tekst
    Ik kijk naar mezelf
    naar hoe ik leef.
    Kies ik het goede,
    effen ik een begaanbare weg,
    een pad voor U, voor jou en mij
    reden tot inkeer en omkeer!
Voorbede
    God van duisternis en licht,
    wij willen bidden voor de haastige en drukke wereld
    waarin we leven;
    dat we elkaar de rust gunnen
    om tot inkeer te kunnen komen
    en onze wereld te zien
    vanuit een ander perspectief.

    God van duisternis en licht,
    we willen bidden voor hen
    die deze tijd voor Kerstmis aangrijpen
    om zich te bezinnen op het verleden,
    op het heden en op de toekomst.

    God van duisternis en licht,
    we willen danken en bidden
    met degenen die tot omkeer zijn gekomen;
    dat uw belofte, de komst van Jezus,
    waarheid is en zal worden.

      (Jorien Schippers)
Een stem uit de woestijn
    Stel je voor, dat je nu Johannes zou tegenkomen,
    heel sober gekleed, in een ruwe mantel,
    blote voeten in sandalen, lange verwarde haren, mager,
    en dat hij op de hoeken van alle straten riep:
    'Bekeert u! Verander uw hart, doe het kwade weg!'
    Je zou schrikken, weg willen rennen,
    maar je zou ook nieuwsgierig kunnen worden,
    en hem nog eens goed willen bekijken
    en goed naar hem luisteren.
    Misschien is er ook een boodschap voor jou bij.
    Van de mensen die om hem heen staan, krijg je te horen,
    dat Johannes de zoon van Zacharias en Elisabeth is,
    dat hij van de mensen wegtrok, naar de woestijn,
    om daar, helemaal alleen, in de stilte, dicht bij de natuur,
    God te zoeken, met Hem te praten.
    En daar in die stilte, in die eenzaamheid,
    werd hem duidelijk wat hij moest doen:
    Naar de mensen gaan, als heraut,
    een bode, een profeet om 'de weg te bereiden'
    en te vertellen:
    Het licht is nabij, de vredebrenger zal komen.
    Laat u dopen en toon door uw daden
    dat u een nieuw leven wilt beginnen.
Het leven delen
    Het leven delen is
    tegen een ander kunnen zeggen:

    Ik wil een vriend voor je zijn,
    als alles licht is,
    als het leven je toelacht,
    als je de vogels hoort fluiten,
    wanneer de horizon wijd is.

    Ik wil een vriend voor je zijn,
    als je gaat twijfelen,
    als je onbegrip ondervindt,
    als iedereen tegen je schijnt te zijn,
    wanneer het donkeren gaat.

    Ik wil een vriend voor je zijn,
    als de morgen aanbreekt,
    wanneer de duisternis voorbij is,
    als je je blijdschap wilt uitzingen,
    wanneer je God bedankt voor alles.
De ballingen
    Eens waren enige ballingen, op weg naar hun vaderland, in een woest berglandschap terecht gekomen, waar zij zich niet meer oriënteren konden. Sommigen keken naar de stand van de zon, maakten gissingen over vermoedelijke gletchergebieden, steilten, afgronden en bergstromen, en voerden talloze gesprekken over de vraag, in welke richting zij verder moesten gaan. Uiteraard konden zij het niet met elkaar eens worden, en de één sloeg de weg in déze, de ander in die richting in. Anderen herinnerden zich, dat zij troubadours oude balladen hadden horen zingen, waarin verhaald werd, hoe reizigers door ditzelfde gebied getrokken waren, langs welke weg zij toen gegaan waren, welke ravijnen zij gepasseerd hadden, over welke rivieren zij getrokken waren. Maar deze balladen waren in hun routebeschrijving uiterst vaag, en allesbehalve eenstemmig. De één sloeg dus de weg in deze, de ander in die richting in. Tenslotte bleven er nog twee reizigers besluiteloos achter, en terwijl zij bezig waren na te denken over de steeds klemmender vraag, wat hèn te doen stond, zagen zij een man op hen afkomen. Deze sprak hen aan, en toen hij de moeilijkheden, waarin zij verkeerden, had aangehoord, wees hij de weg die zij gaan moesten, en bood aan mèt hen mee te gaan. 'Hoe is die weg?' 'Het is een smal pad, dat hier en daar niet zo moeilijk begaanbaar is, maar op allerlei plaatsen door diepe ravijnen, door moerassen, door woestijngebieden, tunnels en donkere wouden leidt. Dat alles kan ik u niet besparen; ik kan u alleen maar zeggen,dat ik u niet in de steek laat ... ik beloof u een behouden aankomst, géén gemakkelijke tocht.'

      GA. de Leeuw, Mythen als wegwijzers, Van Gorcum - Assen
Je eigen spoor
    Tijdens een gesprek zei een vrouw tegen Rindzoewi: "We hebben het nu wel over kiezen, over vrijheid, over het vinden van je eigen weg, maar ik ben eens nagegaan hoeveel dingen je als mens in het leven gewoon worden opgedrongen, hoe ingrijpend gebeurtenissen kunnen zijn waar je geen invloed op kunt uitoefenen, hoeveel dingen al vastliggen. Is er eigenlijk wel zoveel speelruimte voor je eigen beslissingen, je eigen spoor?" Rindzoewi nam de vrouw mee naar een dichtbijzijnde beek, en zei: "Kijk, de loop van deze beek is haar door het omringende landschap vrijwel volledig opgedrongen, maar de beek heeft haar bedding zèlf van diepgang voorzien!"

      uit De eerbiedwaurdige Riadzoewi, St Nicola Komniuniteit
De Landkaart
    Een ontdekkingsreiziger keerde terug naar zijn land. Wat waren de mensen nieuwsgierig naar zijn ontdekkingen. Hij wist alles van de Amazone. Maar hoe kon hij ooit onder woorden brengen wat zijn hart getroffen had: bloemen, zo mooi dat zijn adem er bij stokte...; geluiden in het nachtelijk oerwoud, die hem hadden verbaasd en beangstigd... Hoe kon hij vertellen wat hij gevoeld had toen er een wild beest op hem af kwam?
    Hij zei: Ga het zelf ontdekken. Persoonlijke ervaring is niet te vervangen. Om al die mensen te helpen tekende hij voor hen een kaart van de Amazone rivier. Op die kaart vlogen ze af. Hij hing ingelijst in het gemeentehuis. Iedereen maakte er een kopie van. En iedereen die zo'n kopie bezat dacht dat hij een expert was op het gebied van de Amazone rivier. Want kenden ze niet elke bocht ervan? Wisten ze niet hoe breed hij was en hoe diep? En konden ze niet precies aangeven waar de stroomversnellingen waren en waar de waterval?
    De ontdekkingsreiziger had veel spijt van die kaart. Het zou veel beter geweest zijn als hij die kaart niet getekend had.
    Men zegt dat de Boeddha standvastig weigerde om over God te praten. Waarschijnlijk kende hij de gevaren van het tekenen van kaarten voor eventuele geleerden.
terug naar de overweging