Lezingen: Wijsheid 6,12-18; Matteüs 25,1-13

Tweeëndertigste zondag door het jaar 1999

Elke auto bezitter die een beetje zijn verstand gebruikt, kijkt regelmatig het oliepeil van zijn auto na, anders zou het kunnen gebeuren dat hij zijn motor in de soep draait. En wie dat overkomt, kan alleen maar tegen zichzelf zeggen: je bent een stommeling, het is je eigen schuld. Als Jezus in deze tijd geleefd zou hebben, had hij dit voorbeeld misschien wel gebruikt om zijn boodschap te illustreren.
Met de gelijkenis die u zojuist gehoord hebt, wil hij toch zeggen: heb toch steeds aandacht en zorg voor de werkelijk belangrijke zaken in je leven, anders loop je het risico dat je de boot mist, en dan zit je met de brokken. Het gaat hier niet zomaar om een feestje dat die domme meisjes mislopen, nee, het gaat om het grote feest van het rijk Gods, het rijk van vrede en liefde, het rijk waarin alles goed is.
In de begintijd van het christendom meende men dat het einde van de tijd vlak voor de deur stond: dat Jezus elk moment kon terug komen om het rijk van God in alle volheid te vestigen. En deze gelijkenis werd tegen die achtergrond gebruikt: mensen, nog even wachten, nog even volhouden, hij komt zo, maar zorg dat je klaar staat als hij komt.
Later werd deze parabel veel gebruikt in de context van ieders persoonlijke dood, als Jezus komt om je te halen, zorg dan dat je klaar bent, in staat van genade, anders kom je de hemel niet binnen. En denk erom je weet nooit wanneer hij komt.
Maar laten we niet vergeten: Jezus' boodschap gaat niet zozeer om die hemel die we na onze dood hopen te bereiken, het gaat hem op de allereerste plaats om Gods rijk hier en nu, dat het nu al een beetje hemel op aarde is. Het gaat hem om een levenshouding die nu zijn vruchten opbrengt: je verstand steeds gebruiken om te zien wat werkelijk belangrijk is in je leven, steeds oog hebben voor de zaken die nu vrede en vreugde kunnen brengen. En dan gaat het erom dat je verder kijkt dan je neus lang is.
Als iemand zijn salaris beurt, en in de eerste week van de maand maakt hij alles op, dan moet je drie weken op een houtje bijten. Dan kun je de eerste week wel de bloemetjes buiten zetten, maar je moet er wel voor boeten.
Als iemand die suikerziekte heeft, zich helemaal niet aan zijn dieet houdt, dan kunnen de gevolgen wel eens heel akelig zijn. Dan kan hij wel eens lekker snoepen, maar hij moet er wel voor boeten. Het is uiteindelijk een kwestie van je verstand gebruiken.
Als in een huwelijk de man en de vrouw meer aandacht hebben voor geld, mooie en dure dingen, verre vakanties, dan dat zij aandacht hebben voor huiselijkheid, aandacht voor elkaar en de kinderen, dan kan het wel eens verkeerd lopen. En dan kunnen ze achteraf verzuchten: hadden we maar wat beter nagedacht, maar dan is het te laat.
Alle tien de meisjes uit de gelijkenis wilden naar het feest, vijf waren zo verstandig om verder te kijken dan hun neus lang was en voor hen werd het een feest. Wij willen ook allemaal maar wat graag dat het leven een feest is, maar kijken we genoeg ons oliepeil na.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Tweeëndertigste zondag door het jaar 2002

Wat is wijs, verzuchten we wel eens als we voor een moeilijke keuze staan. Het is niet altijd zo eenvoudig om te weten of je er verstandig aan doet in bepaalde omstandigheden iets wel of niet te doen.
Een voorbeeld. Twee broers gaan allebei een huis bouwen. Ze hebben allebei een eigen ontwerp gemaakt. Als de eerste broer aan het bouwen is, komt er een goede vriend langs en die bekijkt alles eens goed en geeft meteen advies. Die trap moet je nooit daar zetten, dat is zonde van de ruimte, aan de andere kant neemt hij veel minder ruimte in. De man veranderde zijn ontwerp en bouwde de trap op de andere plaats. Zijn buurman kom ook eens kijken en die heeft ook commentaar. Je keuken staat helemaal op de verkeerde plek, die moet je achter bouwen in plaats van opzij. En zo gebeurde het.
En collega van zijn werk had ook goede raad: die open haard moet je nooit daar neerzetten, je moet hem minstens twee meter opschuiven. En dat deed hij ook.
Zo kreeg hij nog wat adviezen voor zijn huis, maar toen het klaar was, bleek het een gedrocht te zijn, ongezellig en onbewoonbaar.
De andere broer was een heel ander type. Ook hij kreeg advies van een goede vriend om de trap te verzetten, maar hij zei: sorry, hoor, ik zet de trap waar ik wil en dat is hier en nergens anders.
En zijn buurman vond ook dat zijn keuken verkeerd stond, maar hij zei: bedankt voor je advies maar ik doe het op mijn manier.
Zijn collega vond ook dat de open haard verplaatst moest worden. maar hij wilde er niets van weten. Zo heb ik het gepland en zo gebeurt het. Maar toen het huis klaar was, bleek het een gedrocht te zijn, ongezellig en onbewoonbaar.
Tot zover dit verhaaltje. Wat is wijs? Wat is dom? Het verhaaltje maakt een beetje duidelijk wat dom is. Naar iedereen luisteren, doen wat iedereen goed vind, is dom. Naar niemand luisteren, alleen je eigen wil doen, is even dom. Wat is wijs? Goed luisteren naar anderen, naar hun mening, hun advies, om, na geluisterd te hebben, zelf zaken goed tegen elkaar af te wegen want dan alleen kun je een weloverwogen beslissing nemen. Dat is wijs.
Maar hier zitten meteen al twee grote struikelblokken, namelijk: goed luisteren en zelf goed nadenken. Echt open en onbevooroordeeld luisteren is niet onze sterkste kant. We horen meestal alleen wat we graag willen horen. En als die of die iets zegt, luisteren we bij voorbaat al niet. En luisteren naar wat gezagsdragers ons te zeggen hebben lijkt in onze tijd ook heel moeilijk te zijn.
Vroeger hadden kinderen te luisteren naar hun ouders, de werknemers naar hun werkgevers, de burgers naar de regering. Maar dat luisteren was eigenlijk geen echt luisteren, het betekende feitelijk gehoorzamen, doen wat de bazen zeggen. Maar dat luisteren hoeft helemaal niet wijs te zijn, blinde gehoorzaamheid is altijd dom. Met blinde gehoorzaamheid worden alleen maar onbewoonbare en onleefbare huizen gebouwd.
Tegenwoordig staan de meesten heel kritisch tegenover gezagdragers en daarmee komt echt luisteren naar hen vaak in het gedrang. De houding is vaak: ze kunnen me nog meer vertellen, ik doe wat ik goed vind, maar dat is zeker niet altijd wijs. Aan de andere kant wordt er heel goed, te goed, geluisterd naar wat de reclame en de mode ons te zeggen hebben, naar wat men gewoon en vanzelfsprekend vindt in de samenleving, en kritiekloos gaan velen met de algemene trend mee, met het gevolg dat men op een gegeven ogenblik toch ontdekt dat men woont in een onbewoonbaar en onleefbaar huis.
Het tweede struikelblok is: zelf over zaken nadenken. Velen nemen de moeite niet, velen vinden het te omslachtig. Velen durven niet, want het kan wel eens heel verwarrend zijn, soms kom je meer vragen tegen dan antwoorden. Velen hebben het nooit geleerd om zelfstandig na te denken. Zeker als het over geloofszaken ging, had de beminde gelovige vroeger alleen te luisteren.
Zelf nadenken hoefde niet, werd zelfs afgewezen als gevaarlijk. Maar toen er van alles veranderde in kerk en godsdienstige beleving, bleken velen in een leeg en hol huis te leven, zonder echt inhoud.
Toen Jezus de gelijkenis van de vijf wijze en vijf domme meisjes vertelde, riep hij zijn toehoorders op om bewust te leven en te handelen, want iedereen wil naar het feest, maar het wordt alleen een feest als je zo wijs bent om je verstand te gebruiken en na te denken.
Iedereen wil een mooi en goed levenshuis waarin hij zich lekker voelt, maar bouw je alleen als je weloverwogen keuzes kunt en durft maken.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Tweeëndertigste zondag door het jaar 2005

Het overkomt mij nogal eens dat ik boodschappen heb gedaan en dan bij thuiskomst merk dat ik iets vergeten ben. Soms kan het een week wachten, soms moet ik terug naar de winkel. Maar ja, wie zijn hoofd niet gebruikt moet zijn benen maar wat meer gebruiken.
In de winkel zie ik vaak mensen lopen met een boodschappenlijstje en dan denk ik: dat moet ik ook gaan doen, dat is verstandig. Maar een week later ben ik dat toch weer vergeten. Iets vergeten bij het boodschappen doen kan best eens lastig zijn maar het is geen ramp, het is meestal wel op te lossen.
Als je echter mensen gaat vergeten, dan ligt het wat anders. Ik was laatst de verjaardag van mijn schoonzus vergeten, dat was niet netjes van me, maar ze heeft het me vergeven.
Maar als een man de verjaardag van zijn vrouw vergeet, dan is dat heel erg. Daar heb ik persoonlijk geen last van, maar mensen met een druk bezet leven kan het wel eens overkomen. Je kunt het je haast niet voorstellen maar het schijnt nu en dan te gebeuren en als het gebeurt is dat zeker niet goed voor de onderlinge relatie.
Er is een typisch Brabants verhaaltje uit de tijd dat de baby's meteen na hun geboorte gedoopt moesten worden. In een dorp in de Kempen was een baby geboren en de vader ging samen met de buurman de baby ten doop houden, de moeder moest in het kraambed blijven.
Na de doop vonden ze dat het toch gevierd moest worden, gingen ze samen naar het café en parkeerden de baby op het biljart. Na de nodige borreltjes gedronken te hebben, gingen zij haastig naar huis. Toen de vader thuis kwam zei zijn vrouw: Janus, waar is de baby? Verroest, zei Janus, die ben ik helemaal vergeten, die ligt nog op het biljart.
Of het echt gebeurt is, weet ik niet maar je kunt je haast niet voorstellen dat zoiets kan gebeuren. Als je echt houdt van je vrouw of van je kind, dan vergeet je het niet.
Dingen vergeten kan heel lastig zijn, mensen vergeten is veel erger. En we zijn nogal eens vergeetachtig, ook als het gaat om mensen. Zoals die man die hoorde dat zijn peettante ernstig ziek was. Die ga ik gauw eens even opzoeken, dacht hij. Maar hij had het druk met allerlei andere zaken en vergat haar totdat hij de rouwbrief kreeg dat zij overleden was. Toen voelde hij zich wel een beetje schuldig.
De goede wil is er meestal wel, we hebben wel goede voornemens, maar vaak wordt iets doen op de lange baan geschoven en van uitstel komt maar al te vaak afstel, omdat het gewoon vergeten wordt.
Wij zijn dikwijls erg vergeetachtig als het gaat om andere mensen, we vergeten vaak om aandacht en zorg voor hen te hebben, we vergeten vaak om tijd voor hen vrij te maken, we vergeten vaak rekening te houden met hun problemen, we vergeten vaak de goede dingen die zij voor ons en anderen gedaan hebben.
Verkeerde dingen die vergeten we meestal niet, maar gewone goede dingen raken toch vaak op de achtergrond en verdwijnen langzamerhand uit onze aandacht.
Maar mensen vergeten is veel erger dan olie voor je lamp vergeten. Het is ook dom omdat je zelf de dupe ervan bent. Zoals die meisjes uit het evangelie die de olie vergeten waren, buiten bleven staan toen het feest binnen begonnen was. Door je vergeetachtigheid is en blijft het donker, voor anderen maar net zo goed voor jezelf. We willen allemaal graag een blij en gelukkig leven, maar als we vergeten anderen blij en gelukkig te maken dan vinden we de deur daartoe gesloten.
Onze vergeetachtigheid is niet uit kwade wil of met opzet, wat soms natuurlijk ook wel eens de werkelijkheid kan zijn, maar meestal hebben we het zo druk met eigen zaken dat we er gewoon niet aan denken. Of we gaan zo oppervlakkig of nonchalant door het leven dat het niet eens in ons opkomt dat we daaraan zouden moeten denken.
Maar de grootste vreugde beleven we aan de vreugde die we anderen geven. Die heel fundamentele waarheid wordt vaak vergeten, dat is dom, want we hebben er onszelf het meeste mee. Als je verstandig bent, dan kijk je steeds uit naar mogelijkheden, om een ander wat blijheid en geluk te bezorgen, daar profiteer je zelf ook van.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Tweeëndertigste zondag door het jaar 2008

Als u het nog niet wist, dan weet u het nu na deze evangelietekst: Je hebt verstandige mensen en je hebt domme mensen. Een waarheid als een koe, zult u denken. Het lijkt zo eenvoudig, maar in de werkelijkheid van het leven is het dat niet. Want je hebt verstandige mensen die ook wel eens domme dingen doen, en je hebt domme mensen die best eens verstandig zijn. Bovendien: wat voor de een verstandig is, is voor een ander dom, en andersom is dat natuurlijk ook het geval.
In een aantal zaken is de grens tussen verstandig en dom heel scherp afgetekend, in veel andere zaken is dat lang zo duidelijk niet. En praktisch iedereen doet wel eens iets waarvan hij achteraf zegt: wat ben ik dom geweest, zoiets als lampen zonder olie, of in meer moderne begrippen: een auto met een lege benzine tank. Achteraf kan iedereen goed praten, achteraf weten we het precies. Maar heel vaak moeten we dan ook zeggen: ik had het kunnen weten: of: ik had eraan moeten denken. Als ik maar even nagedacht had, dan was me dat niet overkomen. Verstandig handelen heeft altijd te maken met verder kijken dan je neus lang is. Het vraagt dat je vooruit kijkt, naar de mogelijke gevolgen van je doen en laten;. Het is nu overdenken wat je nu kunt doen (of misschien juist niet moet doen) om daar later voordeel van te hebben.
We vinden het een heel gewone zaak dat we voor allerlei zaken verzekeringen afsluiten: brandverzekering, W.A. verzekering, ziekteverzekering, uitvaartverzekering en zoveel anderen. Dat doen is alleen maar heel verstandig. Waarom? Omdat je nu eenmaal voorzorgsmaatregelen moet nemen voor de toekomst, een toekomst die onbekend is en van alles brengen kan. Dat niet doen, is gewoon dom. Je niet verzekeren is vragen om ongelukken.
Als het gaat om het opvoeden van kinderen, dan hoor je regelmatig dat ouders hun kleine kinderen niet in alles hun zin moeten geven, want verwende kinderen kunnen later niet goed met anderen omgaan. En het is goed dat kinderen eraan gewend raken mee te helpen in huis met kleine huishoudelijke taken. Waarom. Omdat dat alleen maar heel verstandig is met het oog op hun toekomst. Jong geleerd is oud gedaan, wordt er dan gezegd.
Kinderen opvoeden tot verstandige mensen lijkt vaak al moeilijk genoeg, maar jezelf opvoeden tot een verstandige mens is nog moeilijker. Het lijkt er wel op alsof er in onze tijd steeds minder vooruitgekeken wordt. Net als sparen is het een beetje uit de mode.
Vroeger gingen veel mensen regelmatig op retraite, om zich te bezinnen op de diepere levenswaarden, om de kracht op te doen die waarden in het gewone leven gestalte te geven. Op retraite gaan kent niemand meer, dat is op zich niet erg want je hebt tegenwoordig allerlei andere vormen van bezinning, allerlei mogelijkheden om na te denken over levenswaarden. Om verstandig om te gaan met het leven is het van het hoogste belang dat je regelmatig stil staat bij de dingen die werkelijk belangrijk zijn. Maar ik vraag me af of we dat met zijn allen wel genoeg doen.
Ik denk wel eens dat de grootste kwaal van onze tijd is dat velen zo oppervlakkig door het leven gaan, dat velen zo achteloos om springen met grote levenswaarden, dat velen zich zo gemakkelijk laten beïnvloeden door allerlei vormen van mode en reclame, die op ze afkomen en die het leven steeds maar gemakkelijker moeten maken, tenminste dat pretenderen ze uitgebreid. Maar is dat allemaal wel zo verstandig?
In meerdere evangelieverhalen worden we uitgenodigd voor een feest. Ik denk dat Jezus daarmee heeft willen zeggen: het leven kan een feest zijn als iedereen zijn bijdrage eraan levert maar vaak gaat het feest niet door omdat men aan de kant blijft staan, omdat men dom is en geen olie bij zich heeft om licht voor elkaar te zijn.
Natuurlijk kan het leven niet elke dag een feest zijn, natuurlijk zijn er vaak donkere dagen, met verdriet, met tegenvallers. Juist dan is het zo belangrijk dat er mensen zijn met olie in hun lampen, mensen die anderen kunnen bijlichten in hun moeilijke uren. De lampen hebben we allemaal wel, maar als ze niet daadwerkelijk licht geven, heb je er niets aan. Dan gaat het feest niet door, dan is er geen licht in donkere dagen.

Gebeden en teksten bij deze zondag