Gebeden op het feest van Allerheiligen
Inleiding:
Kleren maken de man, is het gezegde,
maar is dat wel zo?
De buitenkant moet er goed uitzien,
dat vinden de meeste vrouwen,
en behalve mooie kleren is ook de make-up heel belangrijk.
En toch gaat het niet om de buitenkant,
wat erin zit dat is veel belangrijker.
De waarde van een mens zit niet in die buitenkant,
niet in zijn positie, niet in zijn macht of bezit,
de echte waarde zit van binnen.
Heel waardevolle mensen zijn dan ook zij
die gewoon zichzelf zijn en blijven,
die zich naar buiten toe niet mooier voordoen dan ze in feite zijn.
Dat is niet zo eenvoudig.
Openingsgebed:
God van ver en God van heel dichtbij,
de eeuwen door hebt U gesproken een woord dat zalig maakt,'
dat mensen oproept uw goedheid uit te dragen.
Een menigte die niemand tellen kan
heeft gehoor gegeven aan uw woord.
Laat ook ons bij die lange stoet horen,
maak ook ons tot hoorders én uitvoerders van uw woord,
opdat wij samen uw volk op aarde zijn,
samen met allen die ons voorgingen
en met allen die na ons komen.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Gebed over de gaven
God, Vader van alle mensen, van levenden en doden,
zie genadig neer op ons, hier samen rond brood en wijn
om onze verbondenheid te vieren met Jezus, uw gezondene,
en met alle gelovigen van alle tijden die zich door zijn boodschap
laten en lieten inspireren.
Geef dat ook in en door ons die verbondenheid steeds weer nieuwe inhoud
krijgt.
Dat vragen wij U in Jezus naam. Amen
Slotgebed
God van ver, God van dichtbij, wij voelden ons dit uur verbonden
ontelbare vele gelovigen die de weg van Jezus gingen en genade vonden
in uw ogen.
Teken ook ons met het zegel van uw trouw,
geef ook ons een plaats in die eindeloze rij van mensen die U
toebehoren
maak ons tot volgelingen in woord en daad,
vandaag en alle dagen. Amen
Voorbede:
God, geef ook onze tijd veel waardevolle mensen,
niet mensen die denken dat ze volmaakt zijn,
maar die wel gewoon goed leven en goed doen aan anderen,
die bereid zijn zich in te zetten voor het welzijn van medemensen
en zich inzetten voor hen die als waardeloos beschouwd worden.
Laat ons zingend bidden.
God, geef ook onze tijd veel zalige mensen,
niet mensen die een hoge dunk van zichzelf hebben,
maar die wel in alle eenvoud en oprechtheid hun hart laten spreken,
die altijd mild en hartelijk zijn, meelevend en hulpvaardig
en zo veel verdriet verzachten en noden lenigen.
Laat ons zingend bidden.
God, geef ook onze tijd veel vechters en doorzetters,
niet mensen die zelf geweld en strijd veroorzaken,
maar die zich wel blijven inzetten voor vrede in de wereld,
die blijven protesteren tegen schendingen van mensenrechten
en zo zaken recht trekken die scheef gegroeid zijn.
Laat ons zingend bidden.
God, geef dat ook wij waardevolle mensen mogen zijn,
dat we ons geluk niet zoeken in grote en machtige dingen,
maar wel vreugde kunnen vinden in de gewone dingen van het leven,
in het goede en het geluk dat we anderen kunnen geven.
Laat ons zingend bidden.
God, geef uw stille kracht aan allen die verdrietig zijn
die juist in deze dagen hun dierbare gestorvenen des te meer missen,
niet om te vergeten maar om te kunnen dragen,
niet om banden los te laten maar ze juist hechter te maken.
Laat ons zingend bidden.
God, geef dat wij blijven geloven
in de droom van uw rijk op aarde,
dat rijk van vrede en liefde,
dat wij blijven hopen
dat het visioen van heil en geluk voor alle mensen
toch werkelijkheid kan worden,
niet alleen vóór ons, maar ook in ons en door ons.
Dat vragen wij voor vandaag en alle dagen,
Tot in uw eeuwigheid. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij het feest van Allerheiligen.
Een engel van een mens
Ze is klein van stuk, dapper,
zeer bescheiden, wijs en tevreden.
Moeder van 10 kinderen.
Ze wist van haar huwelijk een
gelukkige relatie te maken.
Haar leven ging niet over rozen,
ziekte ging niet aan haar voorbij.
Met eindeloos geduld voedde zij
haar kinderen op.
Ieder mocht zichzelf zijn,
ook al leverde dat kritiek op van buiten.
Zelf zocht ze in ieder mens 't goede.
Ze kan luisteren als geen ander.
Ze leeft sober, eenvoudig en eerlijk.
Ze leeft met velen belangstellend en troostend mee.
Ze heeft een groot geloof in haar Schepper.
Haar huis is een zoete inval.
Ik vind 't een voorrecht haar te kennen en te ontmoeten.
Een engel van een mens.
Mogelijk kent U ook zo iemand.
Je moet er wel oog voor hebben,
want engelen lopen met hun kostbare gaven niet te koop.
God ik dank U voor deze helpers en reisgenoten.
Heiligen
Heiligen worden schaars.
't Is ook moeilijk om ze te herkennen.
Dat gebeurt meestal na hun dood,
net als bij kunstenaars.
Helden zijn gemakkelijker te herkennen.
Ze hebben hun voetbalclub tot boven aan de ranglijst geschopt
of sterke staaltjes met racefietsen en dergelijke uitgehaald,
om van oorlog maar te zwijgen...
Onlangs las ik drie kenmerken van heiligen.
Ten eerste zien heiligen hun eigen fouten.
Dat is mooi, ze hebben ze dus.
Dat geeft de burger moed.
Ze proberen vervolgens niet iets te worden door prestaties,
maar ze nemen het leven aan als een gift van God.
Dat lijkt gemakkelijker dan het is.
Moet u eens proberen.
't Geeft in ieder geval een grote en goede rust.
En ze weten te dienen.
Dat laatste is misschien het moeilijkste,
hoe vol we er de mond ook van hebben.
Echt dienen.
Niet 'om het een of ander', maar belangeloos.
Er stond nog iets bij.
Dat noem ik het laatst.
Ze leven in een voortdurende behoefte aan genade.
Dat laatste zal wel hun diepste geheim zijn.
Lichtende voorbeelden
Negatieve berichten
over mensen die als spookrijders door de wereld gaan,
die brand stichten,
treinen slopen uit pure baldadigheid,
die andere mensen angst aanjagen en in elkaar slaan
over mensen die alsmaar roepen over verworven rechten
en inhalerig profiteren van de gemeenschap,
over mensen die hun woord breken
en daardoor ook medemensen breken,
dergelijke grove berichten zijn er bij hopen.
Ze werken verlammend,
maken moedeloos: waar moet dat naar toe?
Ze roepen angst op en doemdenkerigheid...
Positieve berichten
over mensen die eerlijk zijn en de vrede lieven,
die hun rijkdom delen met de armen,
die trouw blijven aan een gegeven woord, ook in kwade dagen,
die hartelijk zijn en aanspreekbaar, ook over tere onderwerpen
over mensen die het leven aanvaarden zoals het komt,
die moedig ziek kunnen zijn
en na een persoonlijke worsteling even moedig kunnen sterven,
met de ogen op de Heer gericht,
dergelijke fijne berichten werken anders;
die geven hoop: het kan toch...!
die verheffen en inspireren,
om mee te doen in de goede richting,
die spreken over toekomst,
ook al spreken die mensen zelf niet meer.
Daarom is het van kolossaal belang,
dat wij weten, dat er ook van deze mensen zijn,
meer dan we vermoeden, zelfs in de eigen omgeving,
dat wij die zien en onthouden,
want in hen komt tastend aan het licht
de Heer, die leeft en heerst...
Allerheiligen
Een heelmeester
die zieken heelt gezond maakt.
Een heilgymnast die gekwetsten heelt gezond maakt.
Stuk maken is zonde,
herstellen is heel maken en gezond worden.
Heil en zegen wensen heel veel gezondheid en geluk in het leven.
Heilig is heel;
heiligen is helen;
heilig is een mens die is geworden
zoals bedoeld in leven en in dood.
Litanie van de heiligen
Bidden wij voor mensen
die in het voetspoor van Jezus van Nazareth
zich inzetten voor mensen,
opdat deze kunnen leven in hoop en vertrouwen.
Voor al die heiligen bidden wij:
mensen die glimlachen,
mensen die luisteren,
mensen die troosten,
mensen die een bemoedigend woord spreken:
Dat zij bevestigd en bemoedigd worden in hun heilig pogen.
Bidden wij voor mensen die zieken genezen,
mensen die zieken verzorgen,
mensen die onderdak verlenen:
Dat zij bevestigd en bemoedigd worden in hun heilig pogen.
Bidden wij voor mensen die opvoeden
mensen die les geven
mensen die gastvrij zijn
mensen die bidden:
Dat zij bevestigd en bemoedigd worden in hun heilig pogen.
Hemel en hel
Er was eens een jood die zijn leven lang trouw de Tora, de Wet had
onderhouden. Hij had altijd goed geleefd en gedaan wat Jahweh-God van
hem vroeg. Maar hij had één wens, namelijk dat God hem tijdens zijn
leven een keer de hemel en de hel liet zien.
En omdat hij altijd zo goed geleefd had, stond God hem die gunst toe.
En God nam hem mee en bracht hem bij een heel grote zaal. 'Dit is de
hel', zei God. De jood zag een grote zaal met tafels vol met brood. Er
stonden prachtige bloemen in de zaal en alles was even mooi. Het eten
zag er bijzonder lekker uit. Aan de tafel zaten allemaal mensen. Deze
mensen hadden stijve armen zodat ze niets van de heerlijke
broodmaaltijd naar binnen konden krijgen. De jood knikte. Hij begreep
het. Dit was de hel.
Toen gingen ze naar de hemel. En weer kwamen ze in een grote zaal met
tafels vol met brood. Ook daar was alles even prachtig en mooi en zag
alles er heerlijk uit, net zoals in de hel. En aan de tafels zaten
mensen, net zoals in de hel. En al die mensen hadden stijve armen. De
jood begreep er niets van. 'Is dat nu de hemel?', vroeg hij aan God.
Maar God zei: 'stil maar, wacht maar even'.
Toen zag de jood dat de mensen met hun stijve armen bij hun overburen
het brood in de mond stopten. Ze konden met hun stijve armen niet bij
hun eigen mond komen, maar wel bij die van hun overburen. Dat was de
hemel.
De mensen in de hel kwamen niet op het idee om elkaar te helpen; daarom
zaten ze ook in de hel en gingen ze dood van de honger. Maar in de
hemel dachten de mensen niet aan zichzelf, maar aan de anderen. En
daarom bleven ze leven en waren ze in de hemel.
De jood knikte, hij had het begrepen.
Het geheim van het geluk
Een jongen kwam bij een Wijze en vroeg hem naar het geheim van het
geluk. De Wijze overhandigde de jongen een theelepel waaraan twee
druppels olie hingen, en zei: 'Ik wil je vragen deze lepel onder het
lopen zo vast te houden dat de olie er niet afvalt.'
De jongen begon de trappen van het paleis op en af te lopen, met zijn
ogen strak gericht op de lepel. Na twee uur keerde hij terug. 'En',
vroeg de Wijze, 'heb je de Perzische tapijten in de eetkamer gezien? En
de tuin waarover de meester der hoveniers tien jaar heeft gedaan? En de
schitterende perkamentrollen in mijn bibliotheek?'
Beschaamd bekende de jongen dat hij niets gezien had. Zijn enige zorg
was geweest de druppels olie niet te morsen. 'Ga dan terug en maak
kennis met de wonderen van mijn wereld', zei de Wijze.
De jongen pakte de lepel en begon opnieuw door het paleis te wandelen,
maar dit keer lette hij op alle kunstwerken. Hij zag de tuinen, de
bergen rondom, de pracht van de bloemen, de geraffineerde plaatsing van
de kunstwerken.
Toen hij terugkwam bij de Wijze bracht hij gedetailleerd verslag uit
van wat hij had gezien. 'Maar waar zijn de twee druppels olie die ik je
heb toevertrouwd?' vroeg de Wijze.
De jongen keek naar de lepel en merkte dat hij die gemorst had. '
Dit is de enige raad die ik je kan geven,' zei de wijste aller wijzen.
'Het geheim van het geluk schuilt in het kijken naar alle wonderen van
de wereld zonder ooit de twee druppels olie op je lepel te vergeten.'
terug naar de overweging