Mensen kunnen wel eens vragen: hoe was dat programma,
en dan kan het antwoord zijn: waardeloos.
Hoe was de organisatie? O, waardeloos.
Hoe was de kwaliteit van dat artikel? Waardeloos.
Hoe is die mens? Waardeloos.
Soortgelijke dingen worden nogal eens gezegd,
en heel dikwijls is dat een heel eenzijdig oordeel,
vaak erg afhankelijk van iemand voorkeuren en opvattingen.
Iemand die van klassieke muziek houdt, vindt housemuziek zeker
waardeloos,
maar iemand die vol is van moderne muziek, vindt klassiek waardeloos.
Een voetballiefhebber vindt een goeie voetballer waardevol,
maar een schaakliefhebber kijkt meer op tegen een schaakmeester.
Bovendien, praktisch niets en niemand is 100% waardeloos,
er zit haast altijd ook iets goeds in, zeker als het gaat om mensen.
Van geen enkel mens kun je zeggen dat hij totaal waardeloos is.
Het ergst dat mensen anderen kunnen aandoen is ze kleineren,
hun het gevoel geven dat ze waardeloos zijn.
Helaas, konden ze er vroeger in de kerk soms ook wat mee.
Er werd zo vaak en zo uitdrukkelijk gesproken over de zondigheid van
mensen,
dat ze het idee konden krijgen dat ze allemaal slecht, waardeloos
waren.
Gelukkig hebben de meeste hun gezond verstand gebruikt,
en hebben ze dat soort uitspraken met de nodige korreltjes zout genomen.
Vandaag met Allerheiligen denken we aan waardevolle mensen,
aan die ontelbare rij mensen zoals de eerste lezing zei,
mensen die in Gods ogen waardevol waren, die welkom waren voor zijn
troon.
In het evangelie hoorden we wie Jezus waardevolle mensen vindt. Hij
noemt ze zalig, maar dat zalig kun je best vervangen door waardevol.
En dan zie je meteen hoe hij heel anders tegen menselijke waarden
aankijkt
dan wij meestal geneigd zijn om te doen.
Armen van geest noemt hij waardevol: eenvoudige onopvallende mensen,
van ons krijgen ze vaak het etiket simpele zielen of sulletjes,
maar voor Jezus hebben ze waarde, hij noemt ze zalig.
Treurenden, mensen die verdrietig zijn om de narigheid
die zij om zich heen zien, flauw gedoe zeggen wij vaak,
maar Jezus vindt hen waardevolle mensen.
Zachtmoedigen, doetjes wordt er wel gezegd, maar voor Jezus zijn ze
waardevol.
Mensen die verlangen naar een rechtvaardige samenleving,
mensen die zich inzetten voor vrede,
overdreven is vaak het oordeel van anderen, in Jezus' ogen zijn ze
waardevol.
Hetzelfde geldt voor de barmhartigen en de zuiveren van hart,
mensen die goed doen, mensen die altijd eerlijk zijn en blijven,
vaak haalt men zijn schouders op, haast een beetje medelijdend,
zo van, och, ze weten blijkbaar niet beter.
Nee, zegt Jezus, dat zijn nu echt waardevolle mensen.
Gelukkig dat die mensen er zijn.
Zoals zo vaak in het evangelie zet Jezus ons waardeoordeel op zijn kop.
Waar wij waarde hechten aan het grote, het machtige, het belangrijke,
vindt hij het kleine, het nederige, het waarachtige van grote waarde.
Dat moet ons wel even aan het denken zetten.
Wat je waardevol vindt, daar streef je ook naar, dat wil je hebben,
want je denkt dat dat je gelukkig maakt, dat dat zaligmakend is.
Maar zitten we altijd wel op het goede spoor,
of verdoen we veel van onze tijd aan minder waardevolle zaken.
Vandaag worden uitgenodigd te kijken naar al die waardevolle mensen,
die er in de loop der tijden geweest zijn.
We noemen ze heiligen, mensen die door de kerk heilig verklaard zijn.
Nu moet ik bekennen dat ik een hekel aan het woord heilige heb.
Ik wil ook echt geen heilige worden, dat zoek ik beslist niet.
Laat mij maar gewoon mezelf blijven. Want heiligen lijken iets te
hebben van supermensen,
die buitengewone dingen doen, opvallende dingen, grootse dingen,
en dat moet ook wel want anders krijgen ze geen bekendheid, en als ze
geen bekendheid hadden, worden ze niet heilig verklaard.
Edith Stein, om maar iemand te noemen die onlangs heilig verklaard is,
was natuurlijk een bijzonder waardevolle vrouw,
en Anna Frank was dat minstens evenzeer, maar ze zal nooit een heilige
worden omdat ze niet katholiek was.
Maar die onbekende vrouw of man die nooit bekendheid heeft gekregen,
die is in Gods ogen misschien nog wel veel waardevoller.
Voor hem tellen niet de resultaten, niet wat men gepresteerd heeft,
niet naar de bekendheid die men verworven heeft.
Voor hem ligt de waarde van binnen.
We hoeven geen heiligen te zijn,
hopelijk zijn we wel waardevolle mensen.
Ik denk dat ik binnenkort toch maar met pensioen moet gaan.
Niet omdat ik deze week 65 ben geworden,
de meeste normale mensen gaan op deze leeftijd met pensioen,
maar de reden is een andere.
Voorbije week was er een groepje kinderen van de stap-voor-stap-groep
bij elkaar en het ging daarbij over heiligen, i.v.m. het feest van
vandaag.
Er werd gevraagd of ze enkele heiligen konden noemen.
En toen zei een van hen: de pastoor.
Als dat van je gezegd wordt, wordt het tijd dat je met pensioen gaat.
Nu is het natuurlijk de vraag of kinderen enig idee hebben van wat een
heilige eigenlijk is, maar dat geldt ook voor volwassenen.
Weten wij wat een heilige eigenlijk is?
Het is immers een titel met een heleboel lagen, een heleboel
betekenissen.
Naar een paar van die betekenissen wil ik samen met u even kijken.
In de kerkelijke traditie is een heilige iemand die zeker in de hemel
is
en daar als onze voorspreker bij God kan functioneren.
Ze moeten om heilig verklaard te worden eerst een paar wonderen doen om
te bewijzen dat ze ook echt in de hemel zijn.
Hoe meer wonderen, hoe groter de heilige, hoe dichter zij bij God
staan.
Heel de geschiedenis door hebben mensen dit prachtig gevonden,
een hulpje boven kan nooit geen kwaad.
Eerlijk gezegd zegt dit beeld van heilige mij niet zoveel.
Een heilige is voor mij veel meer een gewone mens
die hier en nu een beetje hemel op aarde schept,
die iets goeds uitstraalt, die op de een of andere manier licht is voor
mensen.
En het wonder dat zij doen is niet iets spectaculairs
maar wel dat zij het leven wat warmte en kleur geven
juist ook waar velen niet meer geloven dat het kan.
Het hoeven geen volmaakte mensen te zijn, niemand is volmaakt,
maar wel gewone mensen met fouten en gebreken
die toch de hemel een beetje laten oplichten voor mensen om hen heen.
Dat zijn heiligen en een titel hebben ze niet nodig,
en gelukkig zijn er heel veel van die heiligen, ook in onze
samenleving,
onopvallend, onbekend, ze timmeren niet aan de weg,
niet vereerd, maar wel geliefd bij mensen met wie zij het leven delen.
Een heilige wordt ook vaak gezien als iemand
die op heldhaftige wijze zijn geloof beleefd heeft.
Hier kun je aan de martelaren denken en aan anderen
die een soort vrijwillig martelaarschap zochten
in een leven vol verstervingen en boetedoeningen.
Daar zitten best heel bijzondere mensen bij,
mensen voor wie je alleen maar grote bewondering kunt hebben,
maar er zitten ook een stel fanatiekelingen bij
waarbij je de nodige vraagtekens kunt zetten bij hun heiligheid.
Het zijn in elk geval heiligen waar je niets mee kunt.
Dan heb ik veel meer bewondering voor mensen die in deze tijd
trouw blijven aan hun overtuigingen wat anderen ook zeggen,
mensen die tegen de stroom in durven gaan
ook al is met de stroom mee veel en veel gemakkelijker.
En die mensen zijn er gelukkig nog volop,
ook al lijkt het tegendeel soms het geval te zijn.
Er wordt ook wel gezegd: heiligen zijn mensen die een voorbeeld zijn
voor ons, voor heel de gemeenschap.
En pastoors die tussen Overloon en Stevensbeek 80 rijden in plaats van
de toegestane 60 zijn geen goed voorbeeld, dus niet heilig.
Maar er zijn ook een heleboel officiële heiligen die ik echt niet als
voorbeeld kan zien.
Er zijn er een heleboel waarvan ik denk: zo wil ik beslist niet leven.
Maar mensen die een voorbeeld zijn moeten we veel dichter bij huis
zoeken
We kennen allemaal wel mensen van wie we zeggen: dat is een fijne mens,
dat is een goede mens,
op die of die wil ik wel een beetje lijken.
Bijna iedereen heeft wel trekken in zijn leven die navolging verdienen.
Bijna iedereen heeft wel fouten en gebreken die dus geen navolging
verdienen.
Als ik bij het voorbereiden van een uitvaart bij een familie kom
om te praten over hun overleden vader of moeder, of partner, dan wordt
er vooral over hun goede kanten gepraat,
de dingen waar men bewondering voor had en heeft,
waarden en normen die men ook in eigen leven waar wil maken.
De voorbeelden voor ons leven zitten niet in de hemel,
die leven in ons midden als we er maar naar willen kijken.
De heiligen in de hemel komen we misschien later nog wel eens tegen,
nu kunnen we voorbeeldige mensen ontmoeten in onze eigen familie,
in onze gemeenschap, mensen die we persoonlijk kennen of gekend hebben.
Allerheiligen is het feest van alle goede mensen van verleden en heden
en bij die gemeenschap van heiligen horen ook wij,
moeten we ook willen horen.
In een supermarkt stond bij de kassa een man met zijn boodschappen.
Hij droeg een versleten jas en had een flinke stoppelbaard.
De manager van de winkel had hem argwanend in de gaten gehouden,
want hij wist dat die man al eens gezeten had wegens diefstal.
Een andere man zag de manager wantrouwend kijken,
hij ging naar hem toe en zei: Die man is een heilige.
De manager begon keihard te lachen. Nou dan ken je hem niet.
Sinds wanneer zijn dieven heilig? Hoe kun je dat nu zeggen.
De ander zei: ik ken hem heel goed.
Die man zorgt op een geweldige manier voor zijn zieke vader.
Dag en nacht staat hij voor hem klaar.
Wat zijn verleden ook was, voor mij is hij een heilige.
De manager was het helemaal niet met hem eens
en ik denk dat de meesten van ons er precies zo over denken.
We denken meer in termen van eens een dief, altijd een dief.
En wie eens een dief was, kun je toch echt geen heilige noemen.
Toch is het goed daar even over na te denken.
Ons probleem is dat heilig meestal vertaald wordt met volmaakt.
Heiligen zijn volmaakte mensen, mensen die niet in de fout gaan in hun
leven
en die daarom met kop en schouder uitsteken boven de gewone mensen,
die allemaal wel hun fouten en gebreken hebben.
Maar heilig zijn heeft niets te maken met volmaakt zijn.
Geen enkel mens is volmaakt, ook een heilige niet.
Wellicht kun je zelfs zeggen: geen enkel mens kan volmaakt zijn.
Wat is heilig dan wel?
Als men in de begintijd van de kerk sprak over heiligen,
dan bedoelde men daarmee alle mensen die geloofde in Jezus' boodschap.
We spreken nog steeds over de heilige kerk, maar die kerk is beslist
niet volmaakt.
Later verschoof de inhoud van heilig naar bijzondere mensen in de kerk,
eerst de martelaren, die hun leven gaven voor hun geloof,
later ook mensen die a.h.w. zichzelf martelden door boete en
versterving.
En bij deze laatste groep zaten nogal vreemde figuren bij,
die vandaag aan de dag echt niet meer heilig verklaard zouden worden.
Ook mensen die een bijzondere betekenis voor de kerk hadden
werden heilig verklaard, pausen en bisschoppen en theologen.
De laatste eeuwen ligt de nadruk vooral op hun voorbeeldfunctie:
heiligen zijn mensen die een goed voorbeeld zijn voor de gelovigen.
Maar als we naar hun leven kijken, zal heel vaak de reactie zijn:
dat is heel mooi maar dat kan ik toch niet.
En er zijn veel meer heiligen dan alleen degenen die officieel door de
kerk heilig verklaard zijn.
Iedere mens die eerlijk probeert te leven volgens Jezus' boodschap
is voor hem een heilige.
In het evangelie van vandaag hoorden we:
zalig de eenvoudigen van hart, zalig de barmhartigen,
zalig degenen die opkomen voor gerechtigheid.
Wie dat doet, is in Jezus ogen een zalige mens, een heilige.
Als ik tegen u zou zeggen: jullie zijn allemaal heiligen,
dan zouden jullie me waarschijnlijk uitlachen.
Toch hoop ik dat jullie wel van die zalige mensen zijn,
die Jezus' boodschap proberen waar te maken in jullie leven.
Toch hoop ik dat jullie, ondanks alle fouten en gebreken,
die jullie ook wel zullen hebben, hart hebt voor elkaar,
begaan bent met elkaar, zorg draagt voor elkanders welzijn.
Dan kunnen we ons op dit feest van Allerheiligen terecht verbonden
voelen met al die gelovige, zalige mensen van verleden, heden en
toekomst.
Engelen staan klaar om schade toe te brengen aan het land en de zee,
zo hoorden we in de eerste lezing,
Dat klinkt ronduit heel bedreigend.
Bij engelen denken we natuurlijk aan hemelse machten,
maar we kunnen even zo goed denken aan aardse machten,
aan menselijke machten en machthebbers.
Te vaak staan ook die klaar om schade toe te brengen aan de aarde
en dus ook aan de mensen. Te vaak doen zij dat ook daadwerkelijk.
Zo zijn er in de wereld veel bedreigende en beangstigende situaties,
vooral voor de velen die het slachtoffer zijn van dat geweld.
Denk maar aan geweldshaarden in Afghanistan, Irak, Congo en elders.
In de eerste lezing worden die bedreigende machten een halt toegeroepen
door een andere engel die namens God spreekt.
Er zijn nog zoveel goede mensen, eindeloos veel,
en die mogen jullie geen schade toebrengen.
Eigenlijk hebben wij allemaal de macht, de mogelijkheden,
om medemensen schade toe te brengen, in het groot en in het klein.
En helaas zie je dat ook daadwerkelijk overal wel gebeuren.
Maar we hebben ook allemaal de macht, de mogelijkheden,
om de schade van kwade machten in te perken en te verzachten.
Ook tegen ons wordt gezegd:
bij alle ellende en angsten in de wereld van vandaag,
moeten je toch oog houden voor het goede dat gedaan wordt door een
eindeloze menigte mensen, door al die mensen die proberen het geweld
een halt toe te roepen.
Als zo'n geweldsspiraal losbreekt, dan zijn velen geneigd te zeggen:
sla er maar op los, vernietig maar wat je vernietigen kunt,
gooi er maar een paar atoombommen op.
Maar de hedendaagse geschiedenis leert ons
dat geweld met geweld beantwoorden en bestrijden
in de meeste situaties geen echte oplossing biedt.
Ook tegen ons zegt Johannes: breng geen schade toe aan de aarde,
maar sta aan de kant van al die ontelbare goede mensen
die proberen te leven volgens Gods bedoelingen,
d.w.z. die de vrede bewaren en bewaken, die oprechte zorg hebben voor
de mens in nood, mensen die niets kapot maken maar juist heel maken
wat er stuk gegaan is in de wereld, in de samenleving.
En mensen die heel maken wat kapot gemaakt is, dat zijn heiligen
en die staan vandaag op dit feest van Allerheiligen centraal.
Bij heiligen denken we meestal aan de krachtpatsers
die geweldige prestaties hebben geleverd
en daardoor de titel heilige hebben verkregen.
Die heiligen zijn er ook, maar het gaat veel meer nog om die eindeloze
rij gewone, meestal onopvallende mensen,
die hun medemensen geluk brengen en geen ongeluk,
vrede en geen geweld, rechtvaardigheid en geen leugen en bedrog.
Dat is de weg die Jezus ons gewezen heeft,
niet de weg van macht die zich laat gelden ten koste van anderen,
maar de weg van de eenvoud, van de zachtmoedigheid, barmhartigheid,
de weg van vredelievendheid, de weg van eerlijke dienstbaarheid.
Die weg wordt verwoord in de zaligsprekingen van het evangelie van
vandaag.
Zalig de mensen die deze weg gaan.
Zij zijn de engel die de kwade machten een halt toeroept.
Zij zijn engelen die de tranen drogen van mensen die verdrietig zijn,
die eten en drinken zijn voor hen die te lijden hebben onder honger en
dorst,
die heel maken wat kapot gemaakt is.
En wij zijn allemaal geroepen om zulke heiligen en engelen te zijn,
niet om daarmee een soort ereplaats te hebben voor onszelf,
zoals woorden als heilige en engel een beetje suggereren,
maar wel geroepen om gewone eenvoudig heel-makende mensen te zijn,
ieder naar zijn eigen mogelijkheden, ieder in zijn eigen levenssituatie.
En laten we niet te vlug denken: wat kan ik in die grote boze wereld,
wat betekent het kleine beetje goeds dan ik kan doen in dat grote
geheel?
Maar ook hier geldt: alle beetjes helpen, en vele beetjes maken een
groot geheel
en samen zijn we een ontelbare menigte
die toch een halt toeroepen aan het kwaad in de wereld.