Gebeden op de zesentwintigste zondag
door het jaar
Inleiding:
We willen ons allemaal graag zeker voelen.
Onzekerheid knaagt aan onze gemoedsrust.
Als anderen ons iets vertellen, dan moeten we ervan uit kunnen gaan
dat zij ons de waarheid vertellen en ons niet iets op de mouw spelden.
En als iemand ons iets belooft, dan moeten we erop kunnen rekenen
dat hij zijn belofte waar maakt.
Nu ligt daar vaak een probleem
sommigen nemen het vaak met de waarheid niet zo nauw,
en veel mooie beloften worden niet nagekomen.
Dan krijg je situaties dat je niet meer weet wat je geloven moet
en wie je vertrouwen kunt. En dan ontstaat er heel gemakkelijk
onverschilligheid.
Elkaar kunnen vertrouwen is een basis voorwaarde voor een gezonde
samenleving.
Daar gaat het ook over in het evangelie van vandaag.
En de eerste vraag is altijd weer: hoe betrouwbaar ben ik zelf?
Hoe betrouwbaar ben ik als werknemer, als inwoners van ons dorp,
als gelovige, als ouder van kinderen?
Openingsgebed:
God van mensen, altijd trouw aan uw gegeven woord,
trouw aan uw verbond met de mensen van toen en nu.
Maak dat ook wij trouw zijn aan dat verbond,
dat wij ons afkeren van onze platgetreden paden
en durven kiezen voor uw wegen, de weg van liefde en waarachtigheid,
zoals wij die geleerd hebben van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer.
Amen
Gebed over de gaven:
God van mensen, wij bieden U deze gaven aan van brood en wijn.
Aanvaard ze als tekenen van onze bereidheid
om daadwerkelijk uw oproep tot liefde te beantwoorden,
om te gaan werken in uw wijngaard, in Kerk op aarde.
Laat onze inzet eerlijk zijn en toekomstgericht,
opdat wij leven tot welzijn van elkaar,
vandaag en alle dagen. Amen
Slotgebed:
God, bewaar ons ervoor
dat we grote woorden in de mond nemen
maar er niet naar handelen.
Bewaar ons ervoor
dat we geloven in onze vroomheid
maar vergeten dat uw wil moet geschieden.
Bewaar ons ervoor
dat we dwaalwegen gaan
en niet de weg van gerechtigheid en vrede.
Bewaar ons ervoor
dat we anderen in de weg staan om U te vinden.
Wees ons zo nabij, vandaag en alle dagen. Amen
Voorbede:
Wij bidden voor alle gelovigen,
voor allen die ja gezegd hebben tegen Jezus' boodschap,
dat zij die boodschap ook waar maken in hun leven,
dat waarden als liefde en waarachtigheid niet enkel theorie zijn
maar ook een daadwerkelijke invulling vinden in hun dagelijks bestaan.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor hen die zich wel gelovigen noemen,
maar die verder geen inhoud geven aan hun gelovig-zijn,
dat zij de moed hebben om zich te verdiepen in geloofszaken
en niet toelaten dat oppervlakkigheid hun leven beheerst,
dat zij het, zo nodig, aandurven tegen de stroom in te gaan.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor hen die wel van alles beloven
maar daarna hun belofte niet nakomen,
dat zij leren een gegeven woord niet te breken
en recht door zee te zijn met iedere medemens,
dat zij zo mensen worden op wie de samenleving bouwen kan.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor hen die zich aan niemand en niets storen
en in alles hun eigen weg door het leven willen gaan,
dat zij rekening leren houden met het welzijn van anderen,
en zorgen dat ze niemand in hun omgeving tekort doen,
dat zij, waar nodig, ook een helpende hand toesteken.
Laat ons zingend bidden.
God, help ons te gelijken op Jezus, uw gezondene,
Hij die zichzelf de weg, de waarheid en het leven noemde.
Help ons waarachtig te leven, voortgaande op de weg
die Hij ons gewezen heeft. Amen.
Teksten, gebeden, gedichten bij de zesentwintigste zondag door het
jaar.
Gebed
God, bewaar ons ervoor
dat we grote woorden in de mond nemen,
maar er niet naar handelen.
Bewaar ons ervoor
dat we geloven in onze vroomheid,
maar vergeten dat uw wil moet geschieden.
Bewaar ons ervoor
dat we dwaalwegen gaan
en niet de weg van gerechtigheid en vrede.
Bewaar ons ervoor
dat we anderen in de weg staan om U te vinden.
Wees ons zo nabij.
Zegen
Mensen van de weg zijn wij
mensen
die weet hebben van
liefde, recht en vergeving.
Mensen van de weg zijn wij
mensen
die doen wat ons te doen staat,
en niet laten liggen de verschoppeling.
God zegent ons daartoe.
God geeft ons kracht daartoe.
God inspireert ons daartoe
tot eer van Hem
en tot heil van de mensen.
Zo zijn wij gezegend.
Neutraal?
Als je niet kiest, kies je toch.
Als je in de oorlog neutraal wilde blijven,
liet je toe dat er mensen vermoord werden.
Als je je niet verzette,
liet je toe dat het onrecht door ging.
Als je de tv uit zet zodra er geld gevraagd wordt voor een goed doel,
kies je ervoor de ongelijkheid te laten blijven bestaan.
Je kiest toch, watje ook doet.
Het enige verschil is dat je de keuze niet zo bewust maakt.
Later sta je met je mond vol tanden als iemand vraagt:
Waarom deed je niets?
Gebed
God, we hebben de ruimte
om iedereen een plaats te gunnen
op uw aarde
en we doen het niet.
We hebben de mogelijkheden
om iedereen te laten wonen en eten te geven
en we doen het niet.
We hebben de vrijheid
om iedereen mee te laten delen
in rijkdom en recht
en we doen het niet.
We kunnen er niet eens
een reden voor aanwijzen.
Het overkomt ons gewoon
we kiezen er niet voor
het is geen onwil
maar het gebeurt
vergeef ons
en geef ons
een volgende kans.
Drie zonen. Een verhaaltje uit Afrika.
Drie vrouwen waren bezig water te putten uit een bron even buiten het
dorp. Een oude man stond er vlak bij. Hij hoorde hoe de vrouwen aan het
opscheppen waren over hun zonen. "Mijn zoon is de knapste van heel de
school" zei de een. "Die van mij is kampioen hardlopen. Niemand kan
sneller lopen dan hij," zei de tweede. De derde vrouw zei niets. Haar
zoon was niets bijzonders, iedereen wist dat.
Toen de emmers vol waren liepen ze naar huis en de oude man sjokte
achter hen aan. Opeens kwamen drie jongelui hen tegemoet. "Hé, dat zijn
onze zonen," zei een van de vrouwen. De eerste was zijn spieren aan het
losmaken, hij groette en ging hen in een drafje voorbij. De tweede zag
hen niet eens, zo verdiept was hij in eigen gedachten. De derde liep
naar zijn moeder toe, en nam, zonder wat te zeggen, de zware emmer van
haar over.
"Nou, wat vindt u van onze zonen? vroeg de moeder van de kampioen aan
de oude man. "Zonen?", zei hij, "ik heb er maar één gezien.
De blinde troubadour
Een oude Chinese keizer hoopte op een troonopvolger en was dan ook heel
gelukkig toen zijn zoveelste vrouw een zoon baarde. Na korte tijd
echter bleek het jongetje blind te zijn en de keizer was zo
teleurgesteld dat hij zijn dienaren het kindje te vondeling liet leggen
in het bos. Hij dacht dat de wilde dieren hem wel zouden verslinden.
Maar de dieren hadden medelijden met het kind en een tijgermoeder gaf
hij haar melk te drinken.
Het kind groeide op in het bos en de dieren leerden hem de mooiste
verhalen vertellen en de mooiste muziek maken. Hij kon prachtig zingen.
Toen hij groot geworden was, trok hij de wereld in en overal waar hij
komt, luisteren mensen naar zijn verhalen en zijn prachtige liederen.
En hij is ook een heel wijs man. Velen komen om zijn goede raad vragen.
Tijdens zijn omzwervingen komt hij ook in het paleis van zijn vader.
Die is zo onder de indruk van zijn wijsheid, dat hij hem benoemd tot
zijn troonopvolger.
Hij was nog altijd kinderloos, dacht hij. Maar zijn zoon werd de beste
koning die het land ooit gehad had.
terug naar de overweging