De mensenzoon moet omhoog geheven worden, hoorden we zojuist in het
evangelie. Je kunt iets omhoog heffen om het goed te laten zien. Zo
moet Jezus, want hij is de mensenzoon, omhoog geheven worden opdat
iedereen hem goed kan zien, want, zo zegt het evangelie, door Hem kan
de wereld gered worden. Alleen als je hem goed ziet, kun je in hem
geloven. En wie in hem gelooft, heeft eeuwig leven.
Die redding betreft natuurlijk niet eeuwig leven alleen, het gaat ook
om redding in het leven hier en nu.
Toen Jezus op aarde leefde, werd er van hem gezegd dat hij weldoende
rondging, dat hij mensen redde uit hun benarde situaties, dat hij leven
en toekomst schonk aan zieken, gebrekkigen, verstotenen,
verschoppelingen, zondaars. Tot velen zei hij: ga heen in vrede, uw
geloof, uw vertrouwen heeft u gered.
Die Jezus moet ook nu omhoog geheven worden opdat iedereen hem kan
zien.
Iemand die dat op een hele bijzondere manier gedaan heeft
is moeder Teresa. Ze wordt binnenkort heilig verklaard.
Het is de moeite waard even naar haar te kijken. Ze was 18 jaar toen ze
vanuit Albanië, via Ierland, naar Calcutta in India kwam. Daar trad zij
in het klooster en de eerste twintig jaar leefde zij vooral in de
beschutte kring van het klooster. Ze gaf aardrijkskunde op de
middelbare school en gaf leiding aan de Indiase tak van de
kloostercongregatie. Pas na vele jaren begon zij kleine tochten te
maken naar de achterbuurten in Calcutta en ze kreeg schok op schok door
wat zij zag op straat.
In 1948 ging zij echt werken in de krottenwijken van Calcutta en
stichtte zij haar eigen kloostercongregatie.
Over die grote verandering van haar leven vertelde zij eens:
"Op een dag toen ik in de achterbuurten geweest was en op weg was naar
huis, zag ik een vrouw op straat liggen. Zij was zwak, vel over been,
duidelijk heel ziek en ze stonk heel erg. Ik liep snel door, ik kon het
niet aanzien. Maar voordat ik aan de volgende hoek van de straat was,
deed een helder moment mij halt houden. Daar stond ik op straat in een
omgeving die ik al goed kende en ik zag dat zij niet de enige vrouw was
die daar lag. Ik zag ook dat het Christus zelf was, lijdend op straat.
Ik keerde om en liep terug naar de vrouw, tilde haar op en droeg haar
naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Maar ze wilden haar niet opnemen;
ze gaven ons te verstaan weg te gaan. We probeerden nog een ander
ziekenhuis met hetzelfde resultaat, en nog een, en uiteindelijk ging ik
op zoek naar een particuliere ruimte en verzorgde ik haar zelf. Vanaf
die dag zag mijn leven er anders uit. Vanaf die dag was mijn levensplan
duidelijk: ik zou leven voor de allerarmsten op deze aarde, waar ze ook
gevonden worden."
Leiddraad voor Moeder Teresa was het bekende evangelieverhaal waarin
Jezus zegt: toen ik honger had heb jij mij te eten gegeven, toen ik
dorst had heb jij mij te drinken gegeven. Want al wat je voor de
geringste van mijn broeders en zusters heb gedaan, heb je voor mij
gedaan.
Zij was geen geleerde, ze was ook geen gemakkelijke, maar dat geldt
eigenlijk voor alle gedreven mensen. Ze was heel autoritair, Ze was ook
heel erg behoudend in haar ideeën. Je kunt vraagtekens zetten bij haar
aanpak van het gigantische probleem van de armoede in India, maar
niemand kan ontkennen dat zij heel konkreet deed wat het evangelie
vraagt van alle gelovigen, en dat op een indrukwekkende manier.
Vele kerkleiders blijven steken in mooie woorden. Vele goedwillende
gelovigen komen niet verder dan hun goede wil, maar Moeder Teresa deed
het.
Jezus moet omhooggeheven worden, zichtbaar gemaakt worden, ook door
ons. Ook wij moeten in zijn geest redders van mensen zijn, op onze
manier, in onze omstandigheden en die zijn gelukkig wel even anders dan
die van Moeder Teresa en haar zusters.
Maar ook wij kennen onze zieken, ook wij kennen onze eenzame mensen,
ook wij kennen mensen die hongeren en dorsten naar wat aandacht en
hartelijkheid. In hen komt Jezus tot ons, in hen kunnen we goed doen
aan Hem. En als wij dat zien, als wij ook handelen, dan wordt de
reddende Jezus zichtbaar in ons.
Vandaag op deze nationale ziekendag wordt onze aandacht gevraagd voor
die groep mensen die het moeilijk hebben. De ziekenwerkgroep doet op
dit terrein veel goeds. Maar het moet een aandachtspunt zijn voor ieder
van ons, voor ieder die zegt te geloven in Jezus Christus. Ook voor ons
geldt: geen mooie woorden maar goede daden.
Als je er van buitenaf tegenaan kijkt, is het centrale symbool van
het Christendom uiterst merkwaardig:
een martelwerktuig. Meestal zullen we het ons niet bewust zijn, maar
dat is toch wat het kruis in de eerste plaats is. Het is de galg
waaraan Jezus ter dood gebracht is. Hoe prachtig versierd of verguld
een kruis is gemaakt of hoe strak modern vormgegeven, we mogen nooit
vergeten dat het ooit het teken van geweld en moord is. Het is daarom
ook goed om even de wenkbrauwen te fronsen als we het feest van vandaag
tot ons door laten dringen.
Kruisverering! Vereren we een martelwerktuig? Dat zou absurd en
walgelijk zijn.
Tussen kruisiging en kruisverering zit een heel proces waarin het teken
van de doodstraf geworden is tot symbool van goddelijke redding.
De lezingen van vandaag proberen ons mee te voeren in dit mysterie.
Johannes speelt met de term 'omhoogheffen'. Jezus is letterlijk
omhooggeheven bij de kruisiging. Zo is Hij ook een zichtbaar teken
geworden. Maar het omhoogheffen heeft ook de betekenis van het
verheffen van God. Voor Johannes is kruisiging en verrijzenis één
beweging naar God toe.
Jezus wordt aan het kruis gedood, maar voor ons is deze dood
levengevend. Wie Hem ziet -dat wil zeggen gelooft dat Hij ons door God
gezonden is -
hoeft niet meer bang te zin voor de dood. In de gekruisigde Jezus zien
we niet alleen maar een gemartelde, maar ook de verrijzenis en Gods
verlossing. Het kruis is teken van leven en overwinning op de dood
geworden.
In de lezing uit de brief van Paulus aan de Filippenzen hoorden we een
van de oudste christelijke teksten: een lied op Jezus Christus. Jezus
heeft als zoon van God niet willen vasthouden aan bepaalde privileges.
Hij is werkelijk mens geworden en is als mens Gods weg gegaan. Deze weg
van goedheid en barmhartigheid heeft Hem op het kruis gebracht. Maar
net als bij Johannes is ook hier het kruis geen doodlopende weg. God
heeft "Hem verheven en Hem de Naam verleend die boven alle namen
staat."
Met deze naam wordt Gods naam bedoeld: JHWH, Ik-ben-die-Ik-ben, de
Heer. Zo is ook hier het kruis van martelwerktuig tot teken van Gods
redding geworden. In deze mens, Jezus van Nazaret, is God aan het licht
gekomen. Ook al lijkt zijn weg menselijk gezien dood te lopen op het
kruis, zijn leerlingen hebben ervaren dat het kruis een doorgang naar
God kan zijn. Kruisverering is dus niets anders dan God en Christus
eren.
We eren Christus omdat Hij ons God heeft laten zien en tot in de dood
Gods wil heeft gedaan. We eren God omdat we geloven dat Hij Jezus niet
in de dood heeft gelaten, maar dat Hij Hem naar zich toe heeft
getrokken.
Vandaag vieren we het feest van Kruisverheffing. Het is ontstaan als
gedenkdag van de inwijding van de heilige Grafkerk in Jeruzalem, de
plek bij uitstek waar kruis en graf van Jezus vereerd worden. Het is
overigens een merkwaardige plek voor een kerk. De leerlingen worden
immers op paasochtend weggestuurd bij het graf. Ze moeten Jezus niet in
de dood maar in het leven zoeken.
Kruisverheffing is eigenlijk Pasen vieren, ons feest van het
onsterfelijke optimisme dat God een God van leven is. Het kruis is voor
ons een teken van overwinning op geweld en dood geworden. Ook al is
onze wereld vaak het toneel van het tegendeel, wij mogen blijven
vertrouwen dat God zich verzet tegen alle geweld en dood. Als
Christenen worden wij geroepen om verzetsmensen te zijn, die tegen alle
onmenselijkheid in het geweer komen en het gekwetste en wat gebroken is
koesteren.
Kijk omhoog naar het kruis van Jezus en er komt redding,
dat is volgens het evangelie de betekenis van het feest van de
kruisverheffing dat we vandaag vieren.
Op het eerste gezicht is dat toch een wat vreemde stelling.
In Jezus' tijd stond het kruis voor straf, in feite de doodstraf voor
misdadigers,
zoals de galg of de elektrische stoel dat in onze tijd nog zijn.
Dat is moeilijk te zien als een bron van redding, eerder het tegendeel.
Ook in onze tijd is het kruis toch altijd nog een teken van lijden.
Een kruisweg is een lijdensweg, een zware en moeilijke weg. Lijden
proberen we zoveel mogelijk uit de weg te gaan
en je kunt het zeker niet zien als een bron van redding.
We kennen het gezegde: ieder huisje heeft zijn kruisje,
m.a.w. overal zijn wel moeilijke situaties te vinden,
maar niemand zoekt die. Maar men zegt ook wel eens: ieder krijgt kracht
naar kruis,
d.w.z. mensen kunnen vaak veel meer aan dan ze zelf denken.
En die kracht naar kruis, waar komt die vandaan?
Vaak van binnenuit, omdat men sterk van karakter is.
Vaak van boven, omdat men weet te bidden en daar kracht uit put.
Heel vaak komt die kracht ook van mensen uit de naaste omgeving
die hen helpen hun kruis te dragen en het zo lichter maken.
We kennen allemaal de kruisweg, dat Jezus zijn kruis droeg
door de straten van Jeruzalem op weg naar de Calvarieberg.
We kennen allemaal wel die vijfde statie dat Simon van Syrene
Jezus helpt zijn kruis te dragen omdat het hem te zwaar werd.
Als wij hier in de kerk Goede Vrijdag vieren,
dan staat hier de Jezusfiguur met een groot kruis op zijn schouders
en bij deze statie komt er iemand naar hem toe
die het einde van het kruis oplicht en het zo symbolisch meedraagt.
Hier precies ligt de betekenis van het kruis van Jezus,
niet als teken van straf of van lijden maar als teken van de bereidheid
anderen te ondersteunen in hun soms moeilijke levenssituaties.
Dat heeft Jezus ook zelf steeds gedaan in zijn leven
in zijn zorg voor de zieken en gehandicapten.
Voor hen had hij altijd tijd en aandacht.
Die betekenis vinden we ook terug in de organisatie van het Rode Kruis,
die overal ter wereld probeert noden van mensen te lenigen.
Vroeger hadden we het Wit-Gele-Kruis, ook een organisatie
om medemensen met gezondheidsproblemen te helpen.
Hier ligt ook de opzet van de Zonnebloem,
namelijk wat licht en verlichting brengen aan mensen
die het op de een of andere manier niet gemakkelijk hebben.
De vrijwilligers van de Zonnebloem proberen het kruis of kruisje
dat anderen te dragen hebben gekregen een beetje mee te dragen.
Maar het natuurlijk een opdracht voor heel de gemeenschap.
Op allerlei gebied zijn er wel mensen die, al of niet met woorden,
ons vragen om wat ondersteuning, om hun kruis of kruisje een beetje mee
te dragen
door wat aandacht te geven, een luisteren oor, een helpende hand.
Onlangs was er de Zonnebloem rolstoelavonddriedaagse, waar de
deelnemers veel plezier aan beleefd hebben,
niet alleen de gasten die rondgereden werden
maar evenzeer de vele vrijwilligers die continu in touw waren.
Uiteindelijk is het gewoon fijn om anderen te helpen
en het fijne zit vooral hierin dat je het samen doet.
"We doen het samen" is ook de titel van deze viering
en dat heeft een dubbele betekenis.
We doen het samen, wij gezonden en zieken,
wij volop in het leven en wij die wat meer aan de zijlijn staan,
wij die nog veel kunnen doen en wij die nogal wat beperkingen hebben,
wij doen het samen, we laten niemand aan zijn lot over,
we doen het samen om samen ons leven zinvol en plezierig te maken.
We doen het samen, is ook een oproep aan heel de gemeenschap
om de handen in elkaar te slaan om samen aandacht en zorg te schenken
aan allen die het op de een of andere manier moeilijk hebben.
En dan moeten we niet zeggen: o dat doet de Zonnebloem wel
dat hoef ik dus niet meer te doen.
Gelukkig doet de Zonnebloem dat op een heel fijne manier,
maar uiteindelijk is het een opdracht voor ons allemaal.
Op allerlei gebied zijn er vrijwilligers nodig
die samen met elkaar zorgen voor een goed en plezierig functioneren van
onze gemeenschap.
En als iedereen meedoet, kunnen we samen heel veel bereiken.