Gebeden op de vierentwintigste zondag
door het jaar
Openingsgebed:
God van alle mensen,
uw barmhartigheid en bereidheid te vergeven zijn eindeloos groot.
Wij mensen schieten zo vaak te kort, we doen elkaar vaak nodeloos pijn.
Maar onze bereidheid tot vergeving is meestal zo klein
en mildheid, mededogen en verdraagzaamheid zijn ons dikwijls vreemd.
Laat uw boodschap van goedheid en liefde ook ons hart raken
en ons helpen mensen van vrede te worden, vandaag en alle dagen. Amen.
Gebed over de gaven
God van alle mensen, U nodigt allen uit om aan te zitten
aan uw tafel van vrede en gerechtigheid,
de tafel ons bereid door Jezus uw gezondene
toen Hij zichzelf gaf als voedsel en drank
om uw hemels Koninkrijk onder ons te vestigen.
Geef dat wij, gesterkt door deze gaven,
ook met elkaar dat rijk werkelijkheid maken
in een geest van verdraagzaamheid en vergevingsgezindheid.
Dat vragen wij U in Jezus' naam.
Slotgebed
God van alle mensen, God van het westen, God van het oosten
God van Bush en alle Amerikanen, God van Saddam Hoessein en alle
Moslims.
Geef hun en ons gedachten van vrede en niet van haat,
gevoelens van welwillendheid en niet van wrok,
rust om te praten en niet woede om te slaan,
bereidheid tot luisteren en niet de halsstarrigheid van het eigen
gelijk.
Mogen zij en wij mensen van vrede zijn en niet van geweld.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Voorbede: b,g.v. Nationale
Ziekendag
Wij bidden voor alle zieke en gehandicapte mensen,
voor allen die bejaard zijn en alleen staan,
voor hen die zich eenzaam en verlaten voelen,
voor al degenen die moeite hebben met het leven van alledag:
dat zij mensen om zich heen treffen die tijd voor hen vrij maken
en hen omringen met veel hartelijke en vriendelijke aandacht.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor huisgenoten en familie van ernstige zieken,
die hen zo goed mogelijk proberen de nodige zorg te verlenen,
en die het ook vaak heel moeilijk hebben met de bestaande situatie:
dat zij zelf in hun naaste omgeving een luisterend oor vinden,
mensen die de tijd hebben naar hun verhaal te luisteren.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor allen die in ziekenhuizen of verpleeghuizen verblijven,
die geheel of gedeeltelijk afhankelijk zijn van andermans zorg.
Dat zij geen nummer worden in een grote organisatie
maar zichzelf kunnen blijven en niet vereenzamen,
en dat zij zelf steeds open blijven staan voor het wel en wee van
anderen.
Laat ons zingend bidden.
Wij bidden voor allen die werkzaam zijn in de gezondheidzorg,
beroepsmatig of als vrijwilliger.
Dat zij meer zijn dan een schakel in een grote organisatie,
dat zij hun werk doen, niet alleen met hun handen maar ook met hun hart,
dat zij kunnen luisteren naar het verhaal van de patiënten
en hen in alles in hun eigen waarde laten.
Laat ons zingend bidden.
God onze Vader , Geef dat wij naar Jezus' voorbeeld steeds begaan zijn
met allen die het kruis van ziekte en invaliditeit te dragen hebben,
dat wij bereid zijn dat kruis mee te dragen en zo hun last te
verlichten.
Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de vierentwintigste zondag door het
jaar.
Die ander
Als ik wist wat in die ander leeft
zou ik dan nog durven oordelen?
als ik kon kijken in het hart van mijn medemens
zou ik dan beter begrijpen?
als ik zijn motieven kon doorgronden
zou ik dan gemakkelijker vergeven en vergeten?
als al mijn doen en laten openbaar gemaakt werd
zou ik dan niet beschaamd mijn hoofd buigen
en om vergiffenis vragen?
alles weten is alles vergeven.
De scherven
Wat gebeurd is, is voorbij.
Je kunt gisteren niet meer overdoen.
Je kunt er niets meer aan veranderen.
Maar wat doen we met de scherven van gisteren?
Laten we ze liggen of moeten we ze helen?
Als we scherven laten liggen,
en er niets mee doen, is de kans groot
dat we ze steeds mee blijven dragen,
zodat ze ons dag na dag verwonden.
Willen we echter kunnen zeggen:
'Scherven brengen geluk',
dan is het onze taak de scherven op te pakken.
De goede stukken eruit halen,
om daarmee iets nieuws te maken.
Maar het is ook mogelijk
de scherven te helen door oprecht te vergeven.
Opnieuw vertrouwen te schenken,
de ander weer een nieuwe kans te geven.
Schuld bekennen
Vrede maken waar het heibel is -
liefde brengen waar haat bestaat -
eerlijk zijn waar bedrogen wordt -
vertrouwen geven die vertwijfelen -
hoop waar wanhoop en
vreugde waar verdriet is.
Vergeef ons om
het licht dat we doofden,
het recht dat we schonden;
om de liefde niet opgebracht,
het goede ongedaan gelaten.
Schuldig
Wie is schuldig? Natuurlijk. De anderen zijn schuldig.
De anderen, die anders denken, anders geloven en anders leven.
Zelf ben je onberispelijk volmaakt in de hoogste graad.
Je weet alles het best. Je doet alles beter dan een ander.
Je zit hoog op de rechterstoel en je oordeelt en veroordeelt.
Wees toch niet zo streng voor anderen.
Als je naar het goede wilt kijken dat ook in anderen aanwezig is,
dan ben je verrast dat de ander zeker zo goed is als jijzelf
en misschien nog beter.
Die altijd gelijk heeft, daar is niet mee te leven.
Heb je een 'onfeilbare' in je midden,
dan groeien er onderhuids vele spanningen
en wordt het samenleven ondraaglijk
en een bron van diepe ergernis en mogelijke maagzweren.
Met een 'onfeilbare' kun je niet praten,
je mag alleen maar luisteren en 'amen' zeggen, als je vrede wilt.
Vergeet nooit, dat die andere in een andere huid steekt,
dat die anders denkt, anders voelt en anders leeft.
Vergeven
Vergeven is niet
kwaad met kwaad vergelden.
Vergeven is
de eerste stap zelf doen.
Vergeven is niet
iemand om een fout afschrijven.
Vergeven is
weer nieuwe kansen geven.
Vergeven is niet
blijven wrokken om een kwetsend woord.
Vergeven is
opnieuw vertrouwen schenken.
Vergeven
moet je geen zeven maal maar zeventig maal zeven.
Dat is: altijd en aan iedereen.
De wijze rechter
Voor de wijze rechter Krishna verschenen op een dag twee mannen. De ene
was rijk en in prachtige gewaden gehuld. De andere was arm en droeg
alleen maar een vuile en rafelige doek om zijn middel.
De rijke man begon onmiddellijk te schreeuwen: 'Heer Krishna, ik kom
hier om mijn recht te halen. Deze man heeft grote schulden bij mij. Ik
heb hem gedwongen om zijn huis te verkopen, zijn meubels en kleren,
zijn koe en zijn geit. Maar de opbrengst was nog maar de helft van zijn
schuld.
Nu wil ik dat hij mijn slaaf wordt voor de rest van zijn leven. Maar
dat weigert hij. Daarom zijn wij overeengekomen om onze zaak voor te
leggen aan u. Uw rechtvaardigheid is bekend in heel het land. Bij uw
uitspraak zullen wij ons neerleggen.'
'Wat hebt u daar in uw hand?', vroeg rechter Krishna aan de rijke man.
'Dat is een buidel met goudstukken. De opbrengst van de bezittingen van
deze nietsnut. Precies zoveel is hij me nog schuldig.'
'Breng mij een weegschaal', zei rechter Krishna tegen zijn
gerechtsdienaren.
Toen de weegschaal vóór hem stond, beval hij de rijke man om de buidel
met goudstukken in de ene schaal te leggen, zodat deze omlaag zakte.
Daarna zei hij tegen de arme: 'Breng deze weegschaal weer in evenwicht
en je zult vrij zijn.'
Zwijgend stond de arme man bij de weegschaal. Wanhoop stond op zijn
gezicht te lezen. Langzaam vulden zich zijn ogen met tranen, die
neervielen in de lege schaal aan zijn kant. En toen gebeurde het
wonder. De schaal met tranen zakte langzaam omlaag tot op de grond.
'In mijn weegschaal', zei rechter Krishna, 'wegen de tranen van een
mens zwaarder dan al het goud van de hele aarde.'
Toen sprak hij tot de rijke: 'Om het evenwicht te herstellen, zult u de
arme niet alleen zijn zak met goud, maar ook nog honderd procent rente
moeten terugbetalen.'
(door Bob Papelard)
MISSTAPPEN
Twee joodse mannen waren op weg naar hun rabbijn om raad te vragen wat
ze met hun misstappen van het afgelopen jaar aan moesten.
Terwijl de ene man aan zijn grote fouten dacht, zuchtte en steunde hij
en stroomden de tranen over z'n wangen. 'Kan ik dit nog goedmaken?',
kreunde hij, 'ik weet niet of ik hiervoor nog wel vergeving krijg.'
De andere man liep vrolijk en lichtvoetig naast hem: 'Die kleine
misstappen, ach, daar maak ik me niet druk om. De Allerhoogste vergeeft
mij wel.'
Toen ze bij de rabbijn aangekomen waren, stond deze de twee ieder apart
te woord. Het onderhoud met de eerste man was snel voorbij, maar het
gesprek met de tweede duurde lang.
Daarna riep de rabbijn de twee tezamen bij zich en sprak tot hen: 'Ik
heb diep nagedacht. Luister nu wat jullie kunnen doen.'
En hij vroeg de eerste man naar buiten te gaan, een groot rotsblok te
verslepen en dat bij hem te brengen. De tweede man kreeg de vraag een
aantal kleine stenen te verzamelen. En de mannen deden wat de rabbijn
hun gevraagd had. De man die het zware rotsblok moest versjouwen, kwam
uitgeput weer bij de rabbijn terug. De andere man echter stond al een
poos naast de rabbijn te wachten, de kleine stenen naast zich op een
stapel.
Daarop keek de rabbijn hen aan en sprak: 'Herstel nu wat je gedaan hebt
en breng de stenen precies terug op hun eigen oude plek.'
De man met de zware steen droeg de steen met veel moeite terug naar de
juiste plek. De man met de kleine stenen echter, zoekend naar al de
oude plekken, bleef peinzen hoe hij de zaken weer kon herstellen.
Leo N Tolstoij
TWEE VRIENDEN
In een verhaal wordt verteld dat twee vrienden door de woestijn liepen.
Op een bepaald moment tijdens hun reis,
kregen ze een meningsverschil,
en een van de vrienden gaf de ander een klap in zijn gezicht. Degene,
die de klap kreeg was daardoor erg beledigd, maar zonder iets te
zeggen, schreef hij in het zand: 'Vandaag, heeft mijn beste vriend mij
een klap in het gezicht gegeven'.
Ze liepen verder, totdat ze een oase vonden, waar ze besloten een bad
te nemen. Degene die geslagen en beledigd was, dreigde te verdrinken,
maar de ander die hem geslagen had, redde hem. Toen hij van de schrik
bekomen was, schreef hij op een steen: 'Vandaag heeft m'n beste vriend
mijn leven gered'.
De vriend die eerst geslagen had en daarna gered, vroeg: 'Waarom
schreef je in het zand, toen ik jou een klap in het gezicht gaf en nu
schrijf je dit op een steen dat ik je gered hebt?'
De andere vriend glimlachte en zei: 'Wanneer een vriend ons beledigt,
schrijf dit dan in het zand zodat de wind van vergeving zijn werk kan
doen en het uitwist, maar wanneer er iets groots gebeurt graveer het in
de gedenksteen van het hart, waar geen wind het uit kan wissen'
terug naar de overweging